♥ 22 ♥
Van voren af aan
Om zes uur ‘s-ochtends werd Cate wakker. Voor ze haar ogen opende, wist ze weer dat Paul haar had gedumpt. Ze had een pijnlijk leeg gevoel in haar borst en ze had zin om de hele dag te blijven slapen, maar daarvoor was ze te veel van streek.
Er was geen toekomst met Paul. Geen huwelijk. Geen gezamenlijke investeringen in onroerend goed. Geen vakanties samen. Het was voorbij. Diep vanbinnen had ze geweten dat ze niet voor elkaar bestemd waren, maar ergens was ze blijven hopen dat hij zou veranderen. Ze had hem willen laten zien hoeveel ze van hem hield. Ze had gewacht tot hij zou inzien wat een toegewijde vriendin ze was, en dan zou hij niet meer zonder haar kunnen leven.
Nu moest ze helemaal overnieuw beginnen. Heel even voelde ze een steek van opluchting. Paul was weg. Alles zou nieuw zijn, en ze hoefde zich niet langer ongerust te maken omdat hij niet belde. Ze hoefde zich niet langer af te vragen waar hij was en ze hoefde ook niet meer te piekeren over wat hij nou eigenlijk van haar vond. Hij was uit haar leven verdwenen. Maar toen begreep ze dat niets ooit nieuw zou zijn. Nu moest ze iemand anders vinden om het spel mee te spelen. Niet dat het verlies van Paul haar zo treurig stemde. Eigenlijk was haar verdriet vooral het gevolg van haar gekwetste ego en de wetenschap dat de wereld vol Pauls was. Alle aardige jongens waren bezet of waren niet haar type. Ze zou nooit iemand vinden en alleen overblijven. Ach, iemand moest een oude vrijster zijn. Elke groep had er een. Het moest Cate wel zijn, want Jill telde niet mee. Die was niet normaal.
Ze wilde Beth bellen om te vertellen wat er was gebeurd, maar ze wist dat Beth op zaterdagochtend niet zo vroeg opstond. Leslie en Sarah? Absoluut niet. Ze moest met iemand praten. Haar moeder. Die was altijd om zes uur op.
Connie nam op nadat de telefoon twee keer was overgegaan. Haar stem klonk zelfbewust en vrolijk.
Cate flapte het nieuws er direct uit. “Paul heeft me gedumpt, mam.”
“Echt waar?”
“Ja, het was vreselijk.” Cate vertelde haar over de wijn, de ondergaande zon en de harde woorden waarvan het herhalen alleen al haar opnieuw kwetste.
“Ik wist wel dat hij niet geschikt voor je was. Bovendien heeft je vader hem nooit gemogen.”
Was dit soms de week waarin iedereen zijn meest schokkende geheim met Cate Padgett wilde delen? “Mocht pap hem niet?”
“Nee. Hij vond hem een echte klootzak.”
Het klonk vreselijk grappig als haar moeder grof werd. Het was fijn om even te lachen. “Noemde pap hem een klootzak?”
“Ja.” Haar moeder zuchtte. “Laat gaan. Ga verder met je leven. Hij is niet de ware voor je. Trouwens, hij was niet katholiek en hij dronk te veel.”
“Nee, dat is niet waar.” Eigenlijk had Cate helemaal geen zin om voor Paul in de bres te springen. Hij was inderdaad een klootzak. Maar zodra iemand meer dan een drankje bij het eten nam, vond haar moeder hem een alcoholist.
“Je kunt wel iets beters krijgen,” zei haar moeder.
Je kunt wel iets beters krijgen, was wat mensen automatisch zeiden als ze verder niets konden verzinnen. Dat wist Cate omdat ze het zelf tegen minstens tien vriendinnen had gezegd toen ze ze troostte nadat hun verkering uit was gegaan.
“Ik kan helemaal niets beters krijgen,” zei ze. “Alle mannen zijn hetzelfde.”
“Nee, dat is niet waar. Ergens is het speciale sieraad dat God al voor jou heeft uitgekozen. Waarschijnlijk staat Hij te popelen om hem in jouw richting te sturen, maar dat ging niet omdat Paul in de weg stond. Laat Paul nou maar en concentreer je op je fotografie en het komende schooljaar. Die man komt vanzelf jouw kant op. Dat weet ik, want ik heb ervoor gebeden.”
Hoe moest ze zich in godsnaam op iets concentreren? “Ik voel me zo vernederd.”
“Ik weet precies hoe je je voelt,” zei Connie.
“O, ja?”
“Ja. Mijn hart is ook een keer gebroken.”
“Echt waar?”
“Ja. Maar ik ben eroverheen gekomen. Door ervoor te zorgen dat ik bezig bleef. En ik ben uitgegaan met andere mannen.”
“Wat is er dan gebeurd?” vroeg Cate nieuwsgierig. Ze kon zich niet voorstellen dat haar moeder ooit een liefdesleven had gehad, zelfs niet met haar vader.
“Ik had een vriendje, Patrick McCourt. Een echt stuk. We gingen al een paar maanden met elkaar. Ik ging op vakantie met mijn familie en toen ik terugkwam, had hij ineens iets met mijn beste vriendin.”
“Dat verhaal heb je me nog nooit verteld.”
“Nou, ik ben eroverheen gekomen. Ik mocht een paar dagen verdrietig zijn van mezelf en toen ben ik verdergegaan. Ben je de laatste tijd nog naar de kerk geweest?”
“Wat heeft dat nou met Paul te maken?”
“Nou, als je naar de kerk gaat, voel je je misschien wat beter.”
In elk geval verveeld, dacht Cate.
“Misschien overkomen die dingen je daarom wel. Omdat je niet in contact staat met God.”
Waarom deed ze dat toch elke keer dat ze een intiemere band leken te krijgen? Het leek Cate vreselijk dat God haar strafte omdat ze wekelijks een door mensen bedacht ritueel oversloeg. Wat voor God zou dat doen? Ze overwoog om dat aan haar moeder te vragen, maar het laatste waar ze nu zin in had was een debat over godsdienst. Daarom veranderde ze van onderwerp. “Ken jij een goede naaister?”
“Er zit er eentje op Poway Road. Jaren geleden, toen we daar nog woonden, heb ik van haar diensten gebruik gemaakt. Ze zit naast de tweedehands boekwinkel.”
“Bedankt,” zei Cate voor ze ophing. Ze moest een naaister hebben die kon toveren om de ceintuur te maken. Grease had hem bijna in tweeën gebeten en op een aantal plekken hadden zijn tanden het materiaal doorboord. Later zou ze het pakje naar Poway brengen.
De rest van de ochtend bleef ze in bed liggen en keek ze naar programma’s als Blind Date en Trading Places. Om elf uur bedacht ze dat ze nog niks had gegeten.
Haastig trok ze een joggingbroek aan en een sweater met een capuchon en haar gympen. Ze besloot om de riem en het pakje naar Poway te brengen. Tenslotte geloofde zij in toverkracht.
De naaister zat precies waar haar moeder had gezegd. Ze had het hele pak meegenomen omdat het bovenstuk ingenomen moest worden. De naaister was een vriendelijke, Aziatische vrouw met een zwaar accent.
“Jij aanpassen,” zei ze tegen Cate.
Cate trok het pak aan.
“Heel mooi,” zei de naaister toen Cate uit het pashokje te voorschijn kwam. “Is voor schoolfeest?” vroeg ze.
“Nee. Ik ben zesentwintig. Het is voor een bruiloft.”
“Ahhh. Mijn zoon getrouwd.”
Ze vroeg niet eens wat Cate wilde veranderen. Ze begon onmiddellijk spelden rond haar borst te steken, waardoor de stof strakker werd getrokken. Ze mompelde dingen die Cate niet kon verstaan.
Toen ze klaar was, haalde Cate de beschadigde reep stof uit haar tas. “Kunt u dit maken?” Ze wachtte tot de naaister van schrik om zou vallen. “Mijn kat is ermee aan de haal gegaan en ik moet hem bij dit pak dragen.”
Ze wierp haar hoofd achterover en lachte krassend.
“Is het zo erg?” vroeg Cate. “Kunt u het niet maken?”
“Nee! Kat mee aan de haal gegaan! Dat grappig.” Ze had een brede glimlach.
“Dus u kunt het wel maken?”
Ze griste de ceintuur uit Cates hand. “Ja. Ik maken. Wanneer wil je het ophalen?”
Cate haalde haar schouders op. “Begin volgende week?”
“Tot dinsdag.”
In plaats van direct naar huis te gaan, reed ze naar haar favoriete fotozaak in Hillcrest. Ze moest de foto’s bestellen die Ethan voor zijn brochure wilde.
“Hoi, Sam,” zei ze toen ze de winkel binnenkwam.
“Hoi. Hoe gaat het ermee, Cate? Kom je je foto’s ophalen?”
“Foto’s?” Ineens schoot haar te binnen dat ze de week ervoor haar rolletjes van Hawaii had ingeleverd. Jezus, ze had helemaal geen zin om die te bekijken. “O, ja…Die kan ik maar beter meenemen. Ik wil er ook een paar laten vergroten.”
“Okidoki!” Hij gaf haar drie mapjes vol foto’s van Maui.
Ze plaatste haar bestelling en moest een flink bedrag neerleggen voor foto’s die ze eigenlijk niet wilde. Toen ze terugliep naar de auto, keek ze de mapjes snel door. Tot haar verbazing begon ze te lachen bij het zien van de foto die ze van Paul in Hana had gemaakt. Hij trok een grimas en de dode mug bungelde nog aan zijn wang. Misschien moest ze die op haar koelkast hangen als ze thuiskwam. De rest van de foto’s gooide ze ongezien op de achterbank van de Volvo voor ze naar huis reed.
Toen Cate weer in haar appartement was, bleek Jill een boodschap te hebben ingesproken. “Hoi, meid. Met mij. Ik wilde even vragen hoe het met je gaat en je vertellen dat we Nick en Ted in de West End ontmoeten. Oké? Bel even als je weer thuis bent.”
Cate had helemaal geen zin om uit te gaan. Was het maar maart. Ze hunkerde naar koekjes die werden verkocht door de padvindsters, zoals Thin Mints en Samoa’s. Die wilde ze eten terwijl ze de hele avond voor de tv zat om achttien films op de kabelzender te bekijken. Toen herinnerde ze zich dat ze een doos Thin Mints in de vriezer had. Ze had net de eerste vijf minuten van Some Kind of Wonderful gezien en een halve doos bevroren koekjes leeggegeten toen de deurbel ging. Ze verwachtte Jill, maar tot haar verbazing was het haar moeder die een bananenbrood bij zich had.
“Hoi. Ik had net bananenbrood gebakken en ik dacht dat dat je misschien wat op zou vrolijken.”
“Dank je wel!” zei Cate. Ze was dol op haar moeders bananenbrood. Dat was heel speciaal, met stukjes chocola en kaneel op de bovenkant.
“Luister. Je moet niet verdrietig zijn om Paul.” Ze sloeg haar arm om Cates schouders. “Je zult een veel betere persoon ontmoeten. Ik heb ervoor gebeden.”
“Dank je, mam,” zei ze.
Met hun armen om elkaar heen geslagen liepen ze de keuken in.
“Ik kan eigenlijk niet blijven. Je vader en ik gaan met de Coursons uit eten. Maar ik wilde even bij je langsgaan.” Ze haalde een envelop uit haar handtas. “En hier is nog een kleinigheidje om je op te vrolijken.”
“O. Bedankt.”
Haar moeder zette de envelop op het aanrecht. Nadat ze weg was, maakte Cate de envelop open. Op de kaart stond een kat die sprekend op Grease leek. Binnenin zat een cheque voor vierhonderd dollar.
Een beetje hulp om Leslies bruiloft te betalen.
Liefs, mam
Onmiddellijk belde ze haar moeder en sprak ze een boodschap in waarin ze bedankte voor het geld. Haar dankbaarheid kende geen grenzen. Dat lieve gebaar had haar overbelaste zenuwen weer een beetje gekalmeerd. Nu kon ze haar auto laten maken.
Nadat ze had opgehangen, belde Jill. “Ben je je aan het klaarmaken?”
“Nee. Ik heb geen zin om uit te gaan.”
“Hup, hijs je kont van de bank en ga douchen. Je moet vanavond een leuke knul kussen.”
“Ik wil geen nieuwe man in mijn leven. Ik haat ze.”
“Cate, als je hier niet over een uur bent, kom ik naar je toe en sleep ik je naar buiten. O, en ik heb iets voor je gemaakt. Ik kom er nu aan.”
“Goed.”
Ze deed haast niets aan haar uiterlijk. Ze stiftte haar lippen, maar smeerde niks op de pukkel die op haar rechterwang was verschenen. Ze pakte een spijkerbroek die lekker zat en een T-shirt. Er was toch niemand op wie ze indruk wilde maken. De volgende kerel zou ook weer een rotzak zijn.
Tien minuten later liet Jill zichzelf binnen. Ze rook sterk naar parfum en droeg een denim rokje, leuke schoenen met plateauzolen en een hip bloesje met vlindermouwtjes.
“Hier. Ik heb een cd voor je gebrand. Speciale nummers voor als het uitgaat.” Ze gaf haar een cd waar NUMMERS VOOR ALS HET UITGAAT op stond. “Daardoor kom je vast over Paul heen. Elk nummer hoort je het gevoel te geven dat je een gevaarlijk kreng bent. Paul kan de klere krijgen.”
“Dank je.” Cate nam het geschenk aan. “Ben ik niet chic genoeg gekleed? We gaan toch naar de West End?” West End was geen zaak waar je je voor hoefde op te doffen. Hoewel het er altijd stik-druk was, was het niet echt stijlvol door de pool tafels en de jukebox.
Jill keek naar haar. “Het kan wel iets chiquer. We zullen even iets anders voor je zoeken.” Ze begon in Cates kast te neuzen.
Cate deed de cd in haar stereo en ze moest glimlachen toen ‘Survivor’ van Destiny’s Child uit de boxen knalde. Die vrouw klonk een stuk sterker nu haar man weg was. Zij zou het niet opgeven. Cate wilde op haar lijken. Dankzij de cd voelde zich al wat beter. Als Destiny’s Child over een traumatische breuk heen kon komen, kon zij het ook.
Jill zocht haar kleren uit. Ze gaf Cate een paar schoenen met naaldhakken die Cate haast nooit droeg, een gebleekte spijkerbroek en een topje. Daarna begon ze Cates haar en make-up te verbeteren.
“Je moet wel je best doen, hoor,” zei ze.
“Oké.” Cate verwachtte dat ze haar een felle kleur lippenstift zou aanraden.
“Elke keer dat je aan Paul denkt, moet je je voorstellen dat je een ander hebt. Het maakt echt niet uit wie. Tom Cruise. Brad Pitt…” zei Jill terwijl ze blusher op Cates wangen deed. Op de achtergrond klonk Aretha Franklins ‘Respect’. “Het hoeft niet eens een beroemdheid te zijn. Creëer je eigen fantasieman. Geef hem alle eigenschappen die je van een man verlangt. Uiterlijk, carrière, karakter, familieachtergrond. Toen het uitging met Danny, stelde ik me voor dat ik iets had met een rockster die eruitzag als Jared Leto, vijf kinderen wilde en een tatoeage met mijn initialen op zijn onderarm had. Ik stelde me voor hoe we samen boodschappen deden, een puppy gingen halen bij het asiel, hoe we Danny tegenkwamen…allerlei dingen. Sper je ogen eens open.”
Cate zette grote ogen op en Jill deed mascara op.
“Als je je aandacht op een ander richt, denk je aan de toekomst en niet aan de kutsituatie waarin je nu verkeert. Daardoor onthoud je dat er meer hondjes zijn die Fikkie heten.”
In gedachten bedacht ze een fantasieman. Hij zag eruit als Viggo Mortenson, had de loyaliteit van Forrest Gump, de charme van Rhett Butler en de moed van Mei Gibson in Braveheart. Een echte dekhengst. Voor haar geen sukkels meer die kaarsen meenamen op reis en een coupe soleil hadden.
Ze luisterden naar de cd terwijl Cate haar ideale man verzon. Op Thanksgiving zou hij de kalkoen voor haar familie aansnijden. Hij zou het leuk vinden om in het weekend naar Mexico te gaan om er even tussenuit te zijn. Daar zouden ze zich te goed doen aan kreeft en margarita’s. Ze zouden dronken zijn van liefde en goedkope tequila. Het kon haar niet schelen of hij haar initialen op zijn onderarm zou tatoeëren. Ze wilde gewoon iemand die haar nam zoals ze was.
Jill stond naast haar om haar haren te straighten terwijl ze uit volle borst ‘Rearranged’ van Limp Bizkit meezong. “Is dat geen geweldig nummer?”
“Ja,” zei Cate. “Lief dat je die cd hebt gemaakt.”
‘Eye of the Tiger’ van Survivor, ‘No Scrubs’ van TLC en Alanis Morisette met ‘You Oughta Know’, waren slechts een paar van de nummers waardoor Cate zich weer sterk moest gaan voelen. Jill en Cate zongen allebei mee met Pat Benatars ‘Treat me Right’ toen ze besloten om naar het café te gaan.
Nick bleek veel knapper te zijn dan Cate zich herinnerde van de foto’s. Hij was lang, had een vriendelijke stem en als hij lachte, kreeg hij in allebei zijn wangen een kuiltje. “Jill heeft verteld dat je onderwijzeres bent,” zei hij.
Cate knikte. “Ja, ik ben kleuterjuf. Ik heb gehoord dat jij tatoeëerder bent.”
“Ja. Ik ben een echte kunstenaar. Ik probeer al een tijdje aan de bak te komen als grafisch ontwerper. Een huisgenoot van me deed aan tatoeëren en heeft me er alles over geleerd. Uiteindelijk kreeg ik er handigheid in. Het is een gemakkelijke manier om geld te verdienen.” Hij leek veel te aardig om in een tatoeagewinkel te werken.
“Op wie oefen je als je het nog moet leren?” vroeg ze. “Ik bedoel, wie wil je proefkonijn zijn? Stel je voor dat je het verpest.”
Hij moest lachen. “Ik oefende vooral op aardappels.” Hij schoof zijn mouw op en ontblootte zijn onderarm. “Deze heb ik zelf gezet toen ik het nog aan het leren was.”
Het was een geisha en haar kimono bestond uit tinten rood, blauw en groen. “Mooi, zeg,” zei Cate.
“Hij is niet slecht, maar ik ben wel wat beter geworden.” Hij nam een slok van zijn drankje waarbij er veel ijs in zijn mond kwam. “Wil je nog iets drinken?”
“Nee, dank je. Ik heb nog.”
Ze voelde zich een stuk beter en ze was blij dat ze niet thuis was gebleven. Toch voelde ze nog altijd een doffe pijn in haar hart.
Ted en Jill kwamen bij hen staan. “Hebben jullie zin in een partijtje pool?” vroeg Ted.
“Tuurlijk!” zei Jill. “Nick en Cate kunnen samen een team zijn, dan zijn wij het andere.”
Cate was ontzettend slecht in pool. Ze snapte het gewoon niet. Hoe goed ze ook haar best deed, ze begreep niet hoe die stomme keu werkte. Na één potje stelde ze voor dat de mannen zelfverder speelden.
“En wat vind je van Nick?” fluisterde Jill. Ze gaf Cate een gin-tonic.
Na een slokje zette Cate het glas neer. Ze had geen zin om naast haar gebroken hart ook nog met een kater wakker te worden.
“Hij lijkt me heel aardig. Maar het is te vroeg.”
“Ach, wat! Vermaak je toch gewoon, vanavond.”
“Dat doe ik ook.” Ze voelde haar voeten zweten in haar hoge hakken. Nu wist weer waarom ze die schoenen nooit droeg.
Ze speelden een poosje met de jukebox en draaiden oude nummers van Fleetwood Mac en de The Rolling Stones.
“Hé, hebben jullie soms zin om iets te gaan eten?” vroeg Ted.
Cate merkte ineens dat ze het afgelopen etmaal alleen een doos Thin Mints had gegeten. “Ik heb wel trek in Mexicaans,” zei ze.
Ze liepen naar een Mexicaans restaurant om de hoek van het café. Het bestond uit een loket waar je kon bestellen en een paar picknicktafels op de stoep. Omdat alle tafeltjes bezet waren, namen ze burrito’s om mee te nemen.
Cate verging van de honger en ze kwam in de verleiding om in haar eentje een taxi naar huis te nemen. Maar voor ze het wist, zat ze in een taxi op weg naar het huis van Ted en Nick in South Mission Beach.
Hun appartement was typisch voor South Mission. Het was vrij oud en zag eruit alsof er in de loop der jaren heel wat wilde feesten waren gehouden. Hun meubels leken allemaal uit tweedehands vrijgezellenboedels te komen en aan de muren hingen posters van plaatselijke bands. In een paar minuten had Cate haar burrito verorberd.
Jill en Ted gingen naar Teds slaapkamer en Cate vroeg zich af hoe ze ooit thuis moest komen nu Jill in Liefdesland was. Nick bood haar een biertje aan, maar dat sloeg ze af.
Hij ging naast haar zitten. Ze bekeken een fotoalbum vol mensen die hij had getatoeëerd. Plotseling, voor ze het wist, zaten ze te zoenen. Hij kon best goed zoenen, maar hij smaakte naar Bud Light.
Ze schoof een stukje bij hem vandaan. Hun tapijt moest gestoomd worden. De meubels waren bedekt met hondenhaar, maar ze had nergens een hond gezien. En op een van de kussens van de bank zat iets wat op een bloedvlek leek. Ze miste Paul. Ze wilde met haar blote voeten op zijn hardhouten vloer lopen en de schone geur van zijn lakens ruiken. Ze moest hier weg. Onmiddellijk sprong ze van de bank af. “Mag ik een taxi bellen?” vroeg ze.
“Ja, hoor. Ben je moe?”
“Uitgeput.”
“Weet je zeker dat je niet wat langer wilt blijven om een biertje te drinken?” vroeg hij terwijl hij haar een draadloze telefoon gaf.
“Heel zeker.”
Het leek een eeuwigheid te duren voor de taxi kwam. Ze wilde zo graag naar huis, dat ze alles wat ze ging doen als ze weer in haar appartement was, in gedachten precies op volgorde zette. Eerst zou ze haar schoenen uitschoppen. Ze wilde niets liever dan het glibberige gevoel aan haar voeten kwijtraken. Dan zou ze de kleren uitdoen die Jill had uitgezocht en haar favoriete T-shirt aantrekken, haar gezicht wassen, haar tanden poetsen en vervolgens zou ze tv-kijken tot ze in slaap viel.
Toen ze thuiskwam, kostte het haar moeite om zich aan haar plan te houden. Ze kon zich er nog net van weerhouden om de telefoon te pakken en Paul te bellen.