Hoofdstuk 17.

Schat

 

14 januari, 1999

Ik kan weer rechtop zitten. Vandaag heb ik wat bouillon gedronken. ledereen loopt op zijn tenen om me heen. Oom Beck kijkt naar me met een kilheid in zijn ogen zoals ik nog nooit heb gezien. Ik vraag steeds naar Linden, maar niemand geeft antwoord. Ze hebben vandaag eindelijk Athar bij me gelaten. Ik pakte haar hand en vroeg het ook aan haar, maar ze keek me alleen maar aan, met haar diepe, donkere ogen. Vervolgens lieten ze Alwyn bij me, maar zij snikte en klemde mijn hand vast, tot ze haar weer weghaalden. Ik besefte dat ze bijna veertien is - nog drie maanden verwijderd van haar inwijding.

Waar is Linden? Waarom komt hij niet bij me? De hele week lopen er leden van de Raad het huis in en uit. Er hangt een web van angst om me heen. Maar datgene waarvoor ik zo bang ben, durf ik niet bij naam te noemen. Het is te gruwelijk.

- Giomanach

 

'Wat zit er in die doos?' vroeg Robbie na een paar minuten. Hij keek even naar me. Er zat spinrag in mijn haar. Ik was vies en stonk naar schimmel en aarde.

'Ik weet het niet, ' zei ik. 'Maar de initialen van Maeve staan erop. '

Robbie knikte. 'Laten we naar mijn huis gaan, ' zei hij. 'Mijn ouders zijn er niet. '

Dat vond ik goed. 'Bedankt dat je wilt rijden, ' zei ik.

Er leek geen einde te komen aan de rit naar Widow's Vale. De zon daalde even na kwart voor vijf achter de horizon en het laatste halfuur reden we door het kille donker. Ik wilde de doos dolgraag openmaken, maar voelde ook dat het in een absoluut veilige omgeving moest gebeuren. Robbie parkeerde Das Boot voor het kleine, verwaarloosde huis van zijn ouders. Zolang ik Robbie kende, hadden ze hun huis nooit geschilderd, het pad gerepareerd of wat dan ook aan het onderhoud ervan gedaan. Het grasveld voor het huis lag er slordig bij en moest nodig gemaaid worden. Dat was Robbies taak, maar hij had er een hekel aan. Het leek zijn ouders niets te kunnen schelen.

Het was nooit prettig om hier te komen. Daarom zaten wij meestal met ons drieën in het huis van Bree, onze favoriete plek, of in mijn huis, de tweede favoriete plek. Het huis van Robbie moest worden gemeden. Dat wisten we allemaal. Maar op dit moment voldeed het prima.

Robbie deed de lampen aan, waardoor de huiskamer met zijn smerige vloer werd verlicht. Er hing hier altijd een oude kooklucht en een stank van sigarettenrook.

'Waar zijn je ouders?' vroeg ik, toen we door de gang naar Robbies kamer liepen.

'Ma is bij haar zuster en pa is op jacht. '

'Gadver, ' zei ik. 'Ik herinner me nog dat ik een keer bij

jullie kwam en dat er een hert aan de boom in je voortuin hing. '

Robbie lachte. We kwamen langs de kamer van zijn oudere zusje Michelle. Zij zat op college en haar kamer werd gehandhaafd als een soort heiligdom, voor het geval ze thuiskwam. Michelle was het lievelingetje van zijn ouders en ze deden geen moeite om dat te verbergen. Robbie had daardoor geen hekel aan haar gekregen. Michelle en Robbie waren dol op elkaar en erg aan elkaar gehecht. Ik ving een glimp op van een ingelijste schoolfoto van hem op haar plank. Hij was afgelopen jaar gemaakt. Zijn gezicht was bijna niet te herkennen. Zijn huid was overdekt met acne en zijn ogen gingen schuil achter zijn bril.

Robbie maakte licht. Zijn kamer was niet half zo groot als die van Michelle. Het was meer een soort grote kast. Er was net genoeg ruimte voor zijn lits-jumeaux dat bedekt was met een oude Mexicaanse deken. Weggestopt in een hoek stond een grote ladekast met boekenplanken erboven. De planken stonden vol boeken, de meeste ervan paperbacks, en ze waren allemaal gelezen.

'Hoe gaat het met Michelle?' vroeg ik, terwijl ik de doos voorzichtig op zijn bed zette. Ik was zenuwachtig en nam er de tijd voor om mijn jas los te knopen.

'Prima. Ze denkt erover om zich weer op de lijst van studentendecanen te laten zetten. '

'Goed van haar. Komt ze met de kerst thuis?' Mijn hart begon weer te bonken, maar ik probeerde mezelf tot bedaren te brengen. Ik ging op het bed zitten.

'Ja. ' Robbie grijnsde. 'Wat zal ze verrast zijn als ze mijn gezicht ziet. '

Ik keek hem even van opzij aan. 'Ja, ' zei ik slechts.

'Zeg, maak je dat ding nou nog open?' vroeg hij, en hij ging aan de andere kant van het bed zitten.

Ik slikte en wilde niet toegeven hoe gespannen ik was. Als er nu eens iets akeligs in zat? Iets vreselijks of...

'Wil je dat ik het doe?' vroeg hij.

Ik schudde snel mijn hoofd. 'Nee... nee. Ik doe het wel. '

Ik pakte de doos op. Hij was vijftig bij veertig centimeter, en tien centimeter hoog. Aan de buitenkant bladderde het metaal af. De doos was gesloten met twee metalen klemmen die bijna helemaal vastgeroest zaten. Robbie sprong overeind en rommelde op zijn bureau, op zoek naar een schroevendraaier. Hij gaf hem aan mij en met ingehouden adem wrikte ik hem onder het deksel en drukte de klemmen open. Het deksel zei 'plop' en ik kon mijn vingers eronder krijgen.

'Wauw!' riepen Robbie en ik tegelijkertijd, toen ik hem open had.

De buitenkant van de doos mocht dan versleten en verroest zijn, de binnenkant was niet aangetast door de tijd of de elementen. Vanbinnen glansde hij zilverkleurig. Het allereerste wat ik zag, was een athame. Ik pakte hem op. Hij lag zwaar in de hand en zag er zeer antiek uit, met een van ouderdom versleten zilveren lemmet en een ivoren heft, waarin ingewikkelde Keltische knopen waren gesneden; zeer verfijnd en onmiskenbaar ambachtelijk vervaardigd. Dit was geen fabrieksproduct. Toen ik hem omdraaide, zag ik dat in het lemmet zelf rijen initialen, wel achttien paar, waren gegraveerd. De allerlaatste waren M. R., en die daarboven waren ook M. R.

'Maeve Riordan, ' zei ik, toen ik de initialen aanraakte. 'En Mackenna Riordan, haar moeder. Mijn grootmoeder. En ik. ' Er stroomde een enorme blijdschap door me heen. 'Het is van mijn familie op mij overgegaan. ' Dit gaf me zo'n diep gevoel van verwantschap en continuïteit dat ik straalde van genoegen. Ik legde de athame voorzichtig op Robbies bed.

Daarna pakte ik een bundeltje met diepgroene zijde op. Toen ik het omhooghield, viel het in de plooien van een gewaad.

'Cool, ' zei Robbie, en hij raakte het zachtjes aan.

Ik knikte vol bewondering. Het gewaad was gemaakt in de vorm van een grote rechthoek, met een opening voor het hoofd en knopen van zijde, om de schouders bij elkaar te houden.

'Het lijkt wel een toga, ' zei ik, terwijl ik hem voor me hield. Ik knipoogde toen ik Robbies vragende gezicht zag. Ik zou het gewaad wel aantrekken - maar thuis, achter gesloten deuren.

Het borduurwerk zat vol Keltische knopen, draken, pentagrammen, runen, sterren en gestileerde planten in zilver- en gouddraad. Het was een waar kunstwerk. Ik kon me voorstellen hoe trots Maeve moest zijn geweest toen ze hem van haar moeder erfde en hem voor de eerste keer droeg bij het leiden van een cirkel. Voorzover ik wist, was Mackenna nog altijd de hogepriesteres van De Nauwe Poort, toen deze werd geëlimineerd.

'Dit is ongelooflijk, ' zei Robbie.

'Ik weet het, ' zei ik. 'Ik weet het. '

Ik vouwde het gewaad netjes op en legde het opzij. Vervolgens vond ik vier zilveren schalen, weer met Keltische symboliek erin gegraveerd. Ik herkende de runen van lucht, vuur, water en aarde en ik begreep dat mijn moeder deze schalen voor haar cirkels had gebruikt.

Toen pakte ik een staf, gemaakt van zwart hout. In de schacht waren dunne lijnen van bladgoud en bladzilver geslagen. De punt was bezet met een grote kristallen bol. Onder de bol was de staf rondom bezet met vier kleine rode stenen. Waren dat echte robijnen? vroeg ik me af.

Onder dit alles lagen er op de bodem van de doos nog verscheidene brokken kristal en andere stenen, een veer en een zilveren ketting met een claddagh-symbool eraan: twee handen die een hart vasthouden en een kroontje erboven. Grappig was dat. Mam - mijn adoptiemoeder -had ook een claddagh-ring. Pap had haar die op hun zilveren bruiloft, afgelopen jaar, gegeven. De ketting voelde zwaar en warm aan in mijn handen.

Ik liet mijn blik over al deze magische gebruiksvoorwerpen gaan. Wat een kostbare schat, wat een rijkdom. En het was van mij, mijn ware erfenis, vol van magie, mysterie, macht. Ik liep over van vreugde, maar op een manier die ik nooit aan Robbie zou kunnen uitleggen... op een manier die ik voor mezelf niet eens kon verklaren.

'Twee weken geleden had ik nog niets van mijn echte moeder, ' hoorde ik mezelf zeggen, 'en nu heb ik haar Boek der Schaduwen en dit alles. Ik bedoel maar, dit zijn dingen die zij zelf heeft vastgehouden en gebruikt. Ze zitten vol van haar magie! En ik heb ze! Dit is verbijsterend. '

Robbies ogen waren heel groot geworden, maar hij schudde zijn hoofd: 'Wat écht verbijsterend is, is dat je ze hebt ontdekt door te schouwen, ' zei hij zacht.

'Ik weet het, ik weet het. ' De opwinding joeg door mijn aderen. 'Het leek wel alsof Maeve had besloten me te bezoeken en me deze boodschap te geven. '

'Dat is behoorlijk hekserig, ' vond Robbie. 'Zei je niet dat ze niet meer aan magie deden, toen ze in Amerika waren?'

Ik knikte. 'Dat maakte ik op uit haar Boek der Schaduwen. Maar ik heb het nog niet helemaal uit. '

'Maar ze had toch alles meegenomen hierheen? Om het niet te gebruiken? Dat moet wel heel moeilijk zijn geweest. '

'Ja, ' zei ik. Een onverklaarbaar gevoel van onbehagen begon mijn blijdschap te overschaduwen. 'Het zal wel onverdraaglijk voor haar zijn geweest om haar magische wapens achter te laten, ook al kon ze die niet meer gebruiken. '

'Ze wist misschien dat ze een kind zou krijgen, ' opperde Robbie, 'en heeft gedacht dat ze haar spullen te zijner tijd zou kunnen doorgeven. Dat heeft ze ook gedaan. '

Ik haalde mijn schouders op en dacht na. 'Het is mogelijk, ' zei ik. 'Ik weet het niet. Misschien verklaart ze het in haar boek. '

'Zou ze hebben gedacht dat het veiliger was als ze ze niet gebruikte, ' peinsde Robbie hardop. 'Misschien zou het gebruik ervan haar identiteit en haar locatie op een of andere manier hebben verraden. '

Ik staarde naar hem en toen weer naar al die spullen. 'Dat zou best eens kunnen, ' zei ik langzaam. Het onbehagen groeide. Met een somber gezicht vervolgde ik: 'Het is misschien nog steeds gevaarlijk om deze dingen te hebben. Misschien moet ik ze niet aanraken - of moet ik ze terugleggen.'

'Ik zou het niet weten, ' zei Robbie. 'Maeve heeft je laten zien waar je ze kon vinden. Ze schijnt je niet te hebben gewaarschuwd, of wel?'

Ik schudde mijn hoofd. 'Nee. In mijn visioen voelde het allemaal positief. Geen enkel teken van waarschuwing. ' Ik legde het gewaad behoedzaam terug in de doos, gevolgd door de staf, de athame en de vier kleine schalen. Toen deed ik het deksel dicht. Ik moest hierover beslist met Cal praten, en met Alyce en David, meteen de volgende keer dat ik ze zag.

'Vanavond heb je dus een afspraak met Cal?' vroeg Robbie met een grijns. 'Die gaat hiervan flippen. '

Het opgewonden gevoel kwam terug. 'Ik weet het. Ik kan niet wachten om te horen wat hij zal zeggen. Nu we het er toch over hebben, ik moet weg. Ik moet nodig onder de douche. ' Ik beet op mijn lip en aarzelde. 'Ga je vanavond naar de kring van Bree?'

'Ja, ' zei Robbie heel kalm. Hij stond op en liep terug door de gang. 'De bijeenkomst is bij Raven thuis. '

'Hmm. ' Ik trok mijn jas aan en opende de voordeur. Ik hield de doos stevig onder mijn arm geklemd. 'Zul je voorzichtig zijn? En hartstikke bedankt dat je vandaag met me bent meegegaan. Dit had ik zonder jou niet gekund. ' Ik boog me naar Robbie toe en gaf hem een dikke zoen. Hij klopte me een beetje verlegen op mijn rug. Toen glimlachte ik, zwaaide naar hem, en liep naar mijn auto.

De magische uitrusting van mijn moeder, dacht ik, toen ik motor startte. Ik had nu dezelfde magische instrumenten in bezit die door mijn biologische moeder, haar moeder en haar moeders moeder enzovoorts, waren gebruikt. Misschien al wel honderden jaren lang... als de initialen op de athame alle hogepriesteressen van De Nauwe Poort vertegenwoordigden. Ik had nu een gevoel van verbondenheid, een familiegeschiedenis - iets waarvan ik wist dat ik het tot voor kort op een of andere manier altijd had gemist. Ik wou dat ik naar Ierland kon gaan om hun coven en hun dorp te onderzoeken en erachter te komen, wat zich daar werkelijk heeft afgespeeld. Misschien dat het er nog eens van zou komen.