15 juli

Afgelopen zondag zijn Sophie en Vincent bij familie gaan eten. Ik ben ze op veilige afstand gevolgd. Dankzij het adressenboekje van Sophie besefte ik algauw dat ze naar Montgeron gingen, de woonplaats van Vincents ouders. Ik ben er via een andere route naartoe gereden, en ik zag dat ze op die mooie, zomerse zondag in de tuin zaten te lunchen (waarom zijn ze niet op vakantie gegaan?). Ik had nog een groot deel van de middag voor me. Ik ben dan ook naar Parijs teruggekeerd om een bezoek aan hun appartement te brengen.

Aanvankelijk heeft dat bezoek me een gemengd gevoel gegeven. Ik was natuurlijk blij met de enorme mogelijkheden die de situatie bood - toegang hebben tot het meest intieme deel van hun leven - maar tegelijkertijd was ik verdrietig, zonder te weten waarom. Het heeft lang geduurd voor ik het begreep. Het is omdat ik die Vincent in feite niet mag. Nu besef ik dat ik hem meteen al onsympathiek vond. Ik ga niet sentimenteel doen, maar die man heeft iets wat me spontaan tegenstaat.

Het is een appartement met twee kamers. In de ene, die als werkkamer dient, staat een vrij moderne computer. Het is hardware die ik goed ken, maar toch ga ik de technische instructies downloaden. Er is een fraaie keuken, groot genoeg om er met z'n tweetjes in te ontbijten, een mooie badkamer met twee wastafels en twee kastjes. Ik zal het nog nader onderzoeken, maar een flat als deze moet duur zijn. Ze hebben alle twee een heel goed salaris (hun loonstrookjes liggen op het bureau).

Er was voldoende licht. Ik heb veel foto's genomen, vanuit alle hoeken, genoeg om het hele appartement te reconstrueren. Foto's van open lades, open kasten, bepaalde documenten (zoals het paspoort van Vincent, familiefoto's van Sophie, foto's van haar en Vincent, die - zo lijkt het - enkele jaren geleden zijn genomen). Ik heb de lakens bekeken. Vincent en Sophie leken een normaal seksleven te hebben.

Ik heb niets overhoopgehaald, ik heb niets meegenomen. Ze zullen niets van mijn bezoek merken. Ik ben van plan er nog eens heen te gaan om de passwords te verzamelen van hun e-mail, bank, MSN, het intranet van hun werk etc. Dat zal me twee à drie uur kosten. Mijn computerdiploma zal me eindelijk iets opleveren wat echt nuttig is! Ik moet de nodige voorzorgsmaatregelen nemen. En daarna zal ik alleen nog maar naar de flat gaan als ik daar gegronde redenen voor heb.

17 juli

Ik hoefde me niet te haasten: ze waren op vakantie gegaan. Dankzij de mailbox van Sophie weet ik dat ze in Griekenland zijn en dat ze niet vóór de vijftiende of zestiende augustus zullen terugkeren. Dus heb ik de tijd. Tijdens hun afwezigheid heb ik de beschikking over hun appartement.

Ik heb een contactpersoon nodig die dicht bij hen is, een buurman of een collega, iemand die me goede informatie over hun leven kan geven.

1 augustus

Ik bereidde me rustig voor op de strijd. Het schijnt dat Napoleon wilde dat men fortuinlijke generaals, mannen die vaak geluk hadden, aan hem voorstelde. Je kunt geduldig zijn en vastberaden, maar vroeg of laat speelt toch de factor geluk mee. Op dit moment ben ik een fortuinlijke generaal, een geluksvogel. Ook al voel ik me vaak verdrietig als ik aan mama denk. Ik denk te veel aan haar. Ik denk te veel aan haar liefde, die ik mis. Ik mis haar te veel. Gelukkig dat Sophie er is.

10 augustus

Ik heb bij diverse makelaarskantoren geïnformeerd, jammer genoeg zonder succes. Ik heb verschillende flats moeten bekijken waarvan ik heel goed wist dat ze me niet zouden interesseren, maar ik deed het om niet de aandacht te trekken. Ik moet toegeven dat mijn wens moeilijk onder woorden te brengen was. Na mijn bezoek aan het derde makelaarskantoor ben ik gestopt. Daarna ben ik gaan twijfelen. En toen kreeg ik een idee, terwijl ik door de straat van Sophie liep. Ik geloof in tekenen. Ik ging een flatgebouw binnen recht tegenover hun appartement. Ik klopte op de deur van de conciërge, een dikke vrouw met een opgeblazen gezicht. Ik had niets voorbereid, misschien komt het daardoor dat alles zo goed ging. Ik vroeg of er nog een flat vrij was. Nee, er was niets. In elk geval, niets wat 'de moeite waard was'. Mijn aandacht was meteen gewekt. Ze bracht me naar een kamer op de derde verdieping. De eigenaar woonde in de provincie. Elk jaar verhuurde hij zijn flat aan studenten. Ik zeg 'flat', maar in wezen is het niet meer dan een kamer met een kookhoek; de wc is in het trapportaal. Dit jaar heeft een student de kamer gehuurd, maar hij heeft zich onlangs teruggetrokken en de eigenaar heeft nog geen tijd gehad om de kamer opnieuw te huur aan te bieden.

Het is op de zesde verdieping. De lift stopt een verdieping lager. Terwijl we omhooggingen, probeerde ik me te oriënteren. En toen we door de gang liepen, vermoedde ik dat we zeer waarschijnlijk niet ver van Sophies appartement waren. Ertegenover! Er pal tegenover! Toen we binnenkwamen, vloog ik niet meteen naar het raam, al had ik daar veel zin in. Na de flat te hebben bekeken (één blik was voldoende, omdat er gewoon niets te zien was) liep ik naar het raam. Intussen vertelde de conciërge me uitvoerig welke leefregels ze haar 'huurders' oplegde. Een ontmoedigende reeks verplichtingen en verboden van allerlei aard. Het raam van Sophie is precies ertegenover. Dat is geen geluk meer, dat lijkt wel een wonder! Ik heb de rol gespeeld van een terughoudende kandidaat die er diep over nadacht. In de kamer stonden bij elkaar geraapte meubels, en het bed moest als oefenveld hebben gediend, maar het was niet belangrijk. Terwijl ik net deed of ik de kranen controleerde en het plafond bekeek, dat in geen eeuwen was geschilderd, informeerde ik naar de prijs. Daarna vroeg ik hoe ik het moest aanpakken, wat ik moest doen om de kamer te huren, want hij beviel me wel.

De conciërge keek me aandachtig aan, alsof ze zich afvroeg waarom een man die duidelijk geen student meer was hier wilde wonen en leven. Ik glimlachte. Dat kan ik heel goed. Blijkbaar had de conciërge in lange tijd geen normaal contact meer met mannen gehad. Ik voelde dat ze gecharmeerd van me was.

Ik vertelde dat ik in de provincie woonde, dat ik voor mijn werk regelmatig in Parijs moest zijn, dat ik een hekel had aan hotels en dat een ruimte als deze volmaakt zou zijn voor een paar nachten per week. Ik maakte mijn glimlach nog breder. Ze zei dat ze de eigenaar kon bellen. Toen gingen we weer naar beneden. Haar woning stamt, zoals het flatgebouw zelf, uit de vorige eeuw. Alles bij haar leek uit hetzelfde tijdperk te dateren. Het rook er naar boenwas en groentesoep, ik werd er misselijk van. Ik ben erg gevoelig voor geuren.

Ze belde de eigenaar. Die vroeg of ik aan de lijn kwam. Hij begon ook op te sommen welke regels in acht moesten worden genomen in de flat. Het is een ouwe zeurpiet. Ik heb de gewillige huurder gespeeld. Ik vermoed dat hij de conciërge vroeg, nadat zij weer aan de telefoon was gekomen, wat zij ervan vond. Ik deed net of ik iets in mijn zakken zocht, en naar de foto's keek die het oudje op haar boekenkast had neergezet, en naar het weerzinwekkende straatkind met zijn pet dat stond te pissen. Ik dacht echt dat dat soort dingen niet meer bestond. Ik ben goed door de keuring heen gekomen. De conciërge bromde: 'Ja, dat denk ik wel...' In ieder geval, om vijf uur 's middags was Lionel Chalvin huurder van de kamer. Hij had een enorme waarborgsom moeten betalen: drie maanden huur vooruit, in contanten. Hij had toestemming gekregen om vóór zijn vertrek maten op te nemen in de kamer. De conciërge leende hem haar centimeter.

Deze keer liet ze me alleen naar boven gaan. Ik liep meteen naar het raam. Het is nog beter dan ik had gehoopt. De verdiepingen van de twee flatgebouwen zijn niet helemaal op hetzelfde niveau, en ik moet een beetje naar beneden kijken om Sophies appartement te zien. Het was me niet opgevallen dat ik in feite uitzicht had op twee ramen van haar flat. De zitkamer en de slaapkamer. Er hangen mousselinen gordijnen voor de ramen. Ik heb onmiddellijk een balpen gepakt en in mijn boekje een lijst gemaakt van dingen die ik moest kopen.

Bij vertrek liet ik een flinke fooi achter.