Ze heeft het open paspoort op de wastafel gelegd, met de pasfoto duidelijk zichtbaar, en ze kijkt in de spiegel naar haar gezicht. Haar blik gaat steeds heen en weer. Dan pakt ze het paspoort op en kijkt in welk jaar het is afgegeven: 1993. Dat zou moeten lukken. Véronique Fabre, geboren 11 februari 1970. Scheelt weinig. Geboorteplaats: Chevreaux. Ze weet niet waar Chevreaux ligt. Ergens in het midden van Frankrijk? Geen flauw idee. Dat moet ze uitzoeken.
Vertaalster. Véronique zei dat ze Russisch en Engels vertaalde. Sophie en de talen... Een beetje Engels, heel weinig Spaans. Ze weet er weinig meer van. Als ze haar beroep moet bewijzen, valt ze door de mand. Maar die ramp ziet ze niet zo gauw gebeuren. Andere onwaarschijnlijke talen verzinnen, Litouws, Ests?
De - zeer onpersoonlijke - foto toont een doodgewone vrouw, met kort haar en alledaagse gelaatstrekken. Sophie bekijkt zichzelf in de spiegel. Haar voorhoofd is hoger, haar neus groter, ze kijkt heel anders uit haar ogen... Toch moet ze iets doen. Ze buigt zich naar voren en doet de plastic tas open waarin ze alles heeft gestopt wat ze zojuist op de boulevard in de Monoprix heeft gekocht: een schaar, make-up, een zonnebril, haarverf. Een laatste blik in de spiegel. Dan gaat ze aan het werk.
'Om zonder aarzeling te kunnen kiezen. Ondanks haar vermomming verstijft ze bij het idee dat de loketbediende zich haar zal herinneren. Op dat moment ziet ze het uithangbord van Hertz in de stationshal. Op dit tijdstip is haar naam bekend. Er wordt naar haar gezocht, maar niet naar Véronique Fabre. Ze kan contant betalen, of met een cheque. En een auto betekent onmiddellijke onafhankelijkheid en bewegingsvrijheid. Die gedachte overheerst alles. Ze duwt de glazen deur van het autoverhuurbedrijf al open.
Vijfentwintig minuten later laat een argwanende bediende haar een marineblauwe Ford Fiesta zien. De auto verkeert in een uitstekende staat. Als reactie werpt ze de man een welwillende glimlach toe. Ze heeft tijd gehad om na te denken en voor het eerst sinds uren voelt ze zich sterk. Ze verwachten vast en zeker dat ze Parijs zo snel mogelijk verlaat. Voor het moment berust haar strategie op twee besluiten: vanavond een kamer nemen in een hotel in een buitenwijk van Parijs, en morgen een paar nummerplaten kopen en het materiaal dat nodig is om deze te veranderen.
Terwijl ze een buitenwijk binnenrijdt, voelt ze zich een beetje bevrijd.
'Ik leef nog,' denkt ze.
De tranen springen haar weer in de ogen.