Vrienden voor het leven(november 2007)

 

 

We leerden elkaar zevenentwintig jaar geleden kennen op het voetbalveld en het klikte meteen. Na zevenentwintig jaar kan ik zeggen dat hij na mijn broer mijn beste vriend is. We zagen elkaar voor het eerst bij Go Ahead Eagles, waar we gelijktijdig begonnen aan het avontuur betaald voetbal. Zijn humor, eenvoud en eerlijkheid spraken mij aan. 

   Toen René Eijkelkamp, want over hem heb ik het, tijdens een training zijn been brak, treurde ik met hem mee. Zijn overgang naar FC Groningen, enkele jaren later, vond ik helemaal niets. In de voetballerij betekent ‘uit het oog’ vrijwel altijd ook ‘uit het hart’. Bij ons niet. Hoewel wij elkaar niet vaak meer zagen, bleven we contact houden.

   René en ik hebben samen veel meegemaakt. Grappige momenten, zoals die keer dat we vriendschappelijk in Epse moesten voetballen. Bij de trainingen hadden wij een vrije trap ingestudeerd, die we daar zouden uitproberen. ‘Eik’ zou over de bal heen stappen en ik zou het leder langs de muur aan hem meegeven.

   Het over de bal heen stappen ging voorspoedig, maar op dat moment bedacht ik me. In plaats van de bal mee te geven, besloot ik op goal te joekelen. Vol op de niet te missen neus van die lange spatte het vijfje uiteen. Wat ik allemaal naar mijn hoofd kreeg geslingerd toen hij door twee verzorgers werd afgevoerd, zal ik maar niet zeggen…

   Het kwam gelukkig snel weer goed, al blijf ik het jammer vinden dat we maar drie jaar samen hebben gevoetbald.

   Je leert je vrienden kennen in goede, maar vooral in slechte tijden. Toen een motoragent vier jaar geleden voor mijn deur stond met het vreselijkste bericht dat je als mens kunt krijgen, heb ik gelijk René gebeld. Het is niet onder woorden te brengen hoeveel steun ik van hem heb gehad in de pikzwarte dagen, maanden en jaren daarna. Hij belde me elke dag klokslag acht. Om me op te beuren, te troosten of op mijn kloten te geven. Af en toe werd ik er dol van, vooral als ik na een hele nacht wakker liggen eindelijk de slaap had gevat. Het was ook René die ervoor zorgde dat ik me niet bleef afsluiten. Toen ik eindelijk weer een voet buiten de deur zette, zijn wij eens samen in zijn tuin aan het werk gegaan. Van de natuur word je rustig, motiveerde René. Hij duwde mij een snoeischaar in de handen en met z’n tweeën hebben we twijgen staan snoeien. Op dat moment dacht ik dat ik gek was geworden, maar nu weet ik dat juist die kleine dingetjes mij enorm hebben geholpen.

   Toen ik door René werd gebeld met de mededeling dat hij was gestopt bij FC Twente, was ik niet eens zo verrast. Hij vertelde dat hij zijn familie te weinig zag en dat dat hem behoorlijk dwars zat. Stiekem hoopte ik dat hij ook een beetje bedoelde dat hij míj te weinig zag. En misschien was dat wel zo, want ik zie hem nu veel vaker en dat is me veel waard. Ik ben trots op de vriendschap die wij hebben. En ik weet één ding zeker: wij zijn vrienden voor het leven.