Epiloog

Sam Keizer zat in haar nieuwe kantoor in het huis van abba en legde de laatste hand aan haar definitieve rapport voor de Hoge Raad voor Diamant. Ze was redelijk tevreden. Ze had zowel de dader van de overval als de man achter de schermen ontmaskerd en zelfs in de strijd tegen de smokkel van conflictdiamanten had ze een paar goede punten gescoord. Aan kolonel Scholtz nu om de rest van het Zuid-Afrikaanse netwerk op te rollen. Ze vond het wel jammer dat ze geen formeel bewijs had van de verzekeringsfraude. Er was alleen haar getuigenis over het gesprek tussen Christofer en Jacobs dat ze had afgeluisterd. Tenzij onderzoeksrechter Hoogpad van Rawstorne een bekentenis kon afdwingen, zou het haar woord worden tegen het zijne. Lloyd's of London zou uiteindelijk de schadevergoeding van veertien miljoen dollar moeten betalen.

Jacobs zou zich omdraaien in zijn zelfgekozen graf.

Ook de buit was niet teruggevonden.

Het had drie weken onderhandelen en een beslissing van het Johannesburg Regional Court gevergd voor het Israëlitisch Consistorie van Zuid-Afrika toestemming had gegeven het graf van Aäron Jacobs op Westpark Cemetery te openen, vanzelfsprekend zonder dat de eenvoudige, witte houten kist, die voor alle joden gelijk is, geraakt mocht worden. Sam was toen speciaal een paar dagen naar Johannesburg teruggekeerd, om het opgraven bij te wonen.

Helaas werden er geen diamanten gevonden. Na de dood van haar broer was dat voor Tamara een nieuwe beproeving: geen diamanten, geen beloning.

‘Je weet zeker dat hij Westpark Cemetery heeft gezegd?’ vroeg ze aan Tamara in de taxi op de weg terug naar de city.

Tamara knikte. Ze was diep verslagen. ‘Een paar uur voor zijn dood moet hij alles hebben weggehaald’, zei ze.

‘Waarom denk je dat?’

‘Ik sprak zojuist met de toezichthouder. Die heeft hem bij het graf bezig gezien.’

Sam haalde diep adem toen tot haar doordrong dat dit kon betekenen dat Jacobs de diamanten op zak had gehad toen hij met het homopaar de eeuwigheid indook. ‘Goeie genade, Tamara. Denk je dat hij de diamanten op zak had?’

Tamara pinkte een traan weg. ‘Hij wou mij ermee vrijkopen. Bovendien had hij Christofer nodig om zo'n grote partij te kunnen verkopen.’

‘Niettemin nam hij daarmee een ontzettend groot risico. Christofer had hem ter plekke laten doodschieten als hij had geweten dat je broer de diamanten op zich had.’

Tamara knikte somber. ‘Era is altijd onbezonnen geweest. Het was voorbeschikt.’

‘Wat?’

‘De zelfmoord. Hij was pas vijfendertig, dezelfde leeftijd als pa toen hij stierf. Ze hadden het in de genen.’

Sam schudde verbijsterd het hoofd. Buiten een paar kleine brokstukken was er van de Cessna niets teruggevonden. Het wrak met de drie lichamen lag op de bodem van een achthonderd twintig meter diepe put, voor het grootste deel gevuld met water. De diamanten zouden nooit meer tevoorschijn komen, ze waren teruggekeerd naar wat eens Colesberg Kopje was geweest, misschien wel hun oorspronkelijke vindplaats.

Was het dat wat Erasmus Jacobs had gewild?

Ze kon het zich niet voorstellen. Het stemde niet overeen met zijn laatste woorden. ‘Ik doe het voor haar’, had hij door de telefoon geroepen. ‘Voor haar en het kind. Ze mag alles hebben. Of ze mag de beloning incasseren.’

Hoe kon hij haar de keus laten als hij op het punt stond zich te begraven in de ingewanden van de aarde en de diamanten mee te nemen?

En waarom had hij er bij herhaling de nadruk op gelegd dat ze de doden moest eren? Was dat geen cryptische verwijzing naar het graf geweest? Zelfs tot vlak voor zijn dood had hij er nog op aangedrongen.

Ze moet het graf van de Skepper bezoeken.

Van de rest van de zin had ze alleen het woordje levy verstaan. Levy was het Engelse woord voor heffing. Levy blackmail wil zeggen: chantage plegen. Op wie wilde hij chantage plegen en wat had dat te maken met een bezoek aan het graf van de Skepper?

‘Waar is de Skepper begraven?’ wilde ze weten.

‘Wat?’

‘De Skepper. Erasmus Jacobs. Uw voorvader. Waar is hij begraven?’

‘Eh… Braamfontein Cemetery. Zolang pa nog leefde, bezochten we af en toe zijn graf. Voor pa was het een heilige plaats. Een bedevaartsoord.’

Met een schok realiseerde Sam zich dat ze het verkeerde graf had laten openen.

‘Houd je het voor mogelijk dat hij de diamanten heeft opgegraven om ze weer te begraven in Braamfontein?’ vroeg ze.

Tamara keek haar aan met open mond. Toen schudde ze het hoofd. ‘Het zou me verbazen. Toen we dat graf weleens bezochten, was hij nog een kind. Ik geloof niet dat hij zich daar nog veel van zou herinnerd hebben.’ Met een beslist gebaar kneep ze de lippen opeen. ‘Nee. Hij zou dat niet doen achter mijn rug.’

Daarna waren ze elk met hun eigen gedachten bezig.

‘Een laatste vraag’, zei Sam toen ze Tamara liet uitstappen voor het goedkope pension waar ze nu woonde. ‘De laatste woorden van je broer waren amper te verstaan. Hij had het over Levy. Levy blackmail, chantage plegen of iets dergelijks. Enig idee waarover hij het had?’

‘Levy?’ Tamara keek verbaasd op. Even leek het Sam of er een licht opging bij haar, maar toen schudde ze het hoofd. ‘Nee, ik zou het echt niet weten.’

Eind van het verhaal.

Deze keer vergde het de tussenkomst van het Johannesburgse Hooggeregshof om toestemming te krijgen het graf te openen. Een uur geleden had Arthur Grooves haar laten weten dat ze voor de tweede keer achter het net hadden gevist.

Sam besloot hem niettemin op te bellen. Terwijl ze het nummer vormde, kwam Mazzel met een luie sprong naast het scherm van haar pc zitten en wachtte met vorstelijke onverschilligheid tot ze hem in de nek krabde.

‘Met Diamond Security. Arthur Grooves speaking.’

Sam lachte, blij zijn diepe, sonore stem te horen. De bloederige scène in het huis van Tamara stond voor altijd in haar geest gegrift. ‘Ik kan nog altijd niet geloven dat je ongedeerd bent, Arthur.’

Hij protesteerde: ‘Twee gekneusde ribben en een bloedneus noem jij ongedeerd.’

‘Nou ja. Een volgende keer heb ik liever dat je me waarschuwt als je onder dat bomberjack een kevlar vest draagt.’

‘Afgesproken. Hoor eens, ik wou je net opbellen. Ik heb goed nieuws voor jou.’

‘Dat mag wel eens. Ik heb net je verslag gelezen. Kun je je voorstellen hoeveel gezichtsverlies ik zal lijden als ik moet toegeven dat ik voor de tweede keer een joods graf ten onrechte heb laten openen?’

‘Kom, kom, Sam. We waren het daar allemaal over eens.’

‘Dat is waar. Oké, vertel.’

‘We hebben bewijzen dat de hold-up in Antwerpen een georganiseerde verzekeringsfraude was. De informatici van de Diamond Squad hebben de code gebroken van de e-mails die Rawstorne, Christofer en Levitt onder elkaar uitwisselden. We weten nu dat Christofer de architect was van het plan. Hij e-mailde de anderen zelfs een raming van opbrengsten en kosten waarmee ze zich eens moesten verklaren.’

‘Is dat echt?’ vroeg Sam verheugd. ‘Lloyd's of London zal blij zijn dat te horen.’

‘Ook de Hoge Raad voor Diamant mag zich in de handen wrijven, Sam. In Christofers computer vonden we nuttige informatie over zijn handel in bloeddiamant: data, namen en adressen van leveranciers en afnemers. Tussen haakjes: ik weet nu ook wie Dimico is. Je weet wel, Diamond Mining Company, de onbekende medevennoot bij Möwe Bay-mijn.’

‘Laat me raden’, zei Sam. ‘Rawstorne?’

‘Inderdaad. Je hebt hem bij de strot, Sam.’

‘Schitterend.’

‘Ik stuur je een voorlopig verslag via e-mail.’

‘Bedankt. Doe de groeten aan kolonel Scholtz.’

Grooves schraapte zijn keel. ‘Scholtz is niet meer bij de Diamond Squad, Sam.’

‘Hoezo?’

‘We vonden ook aanwijzingen dat de protestbeweging tegen verkrachtingen waarvoor hij zich zo inzette, gesponsord werd door ons misdadig trio. Als tegenprestatie kneep hij een oogje dicht voor smokkeldiamant uit Namaqualand. Hij wist niet dat het trio ook bloeddiamant uit de conflictgebieden verkwanselde. Toen hij dat vernam, heeft hij uit eigen beweging ontslag genomen.’

Sam schudde het hoofd. ‘Vreemde man.’

‘Wees niet te hard voor hem, Sam. Het twaalfjarige meisje dat verkracht werd en waarvoor de dader slechts vier jaar kreeg, was zijn dochter. Voor hem was het dat of het recht in eigen handen nemen.’

‘Ik begrijp het.’

‘Kan ik nog iets voor je doen?’

‘Voorlopig niet, bedankt.’

Ze beloofden contact te onderhouden en verbraken de verbinding.

Sam keek op haar horloge.

Vanavond zou ze met Henry het World Diamond Concert bijwonen, een liefdadigheidsconcert dat sinds het in 2000 voor het eerst door de Hoge Raad voor Diamant was ingericht, een jaarlijkse traditie was geworden. Henry kon nu ieder ogenblik op Schiphol landen, waarna hij met een VLM-vlucht naar Antwerpen verder zou vliegen.

In een opwelling belde ze hem op zijn privé-nummer in New York. Ze was niet eens erg verbaasd toen hij opnam. ‘Ik heb het vliegtuig gemist, Sammy. Ik had weer problemen met mijn oudste.’

‘Ik had een voorgevoel dat je niet zou komen.’

‘O ja? God, Sammy, ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt. Dat zou ik erg vinden.’

‘Wees gerust. Ik heb begrip voor je problemen thuis.’

‘Heb je iemand voor vanavond?’

‘Ik zie nog wel.’ Ze had geen gebrek aan kandidaten, maar dat bespaarde ze hem.

‘Ik keek er echt naar uit, Sammy. Ik had gehoopt op een herhaling van die eerste keer in het Royal Lancaster Hotel. Weet je nog? Toen begon het ook met een concert. Dat zou mooi geweest zijn.’

‘Het kan niet mooier dan het geweest is, Harry. Laten we het daarbij houden.’

Nogmaals eind van het verhaal.

In het kantoor aan de straatkant hoorde ze de klep van de brievenbus dichtvallen. Ze stond op om de bus te lichten. Tussen de facturen en wat geadresseerde reclame vond ze een prentbriefkaart van een eilandje dat Isla del Coco heette met een postzegel erop van Costa Rica. De kaart toonde een paradijselijk beeld van watervallen die van hoge klippen neerstortten in het helderblauwe water van de oceaan dat wemelde van scholen veelkleurige tropische vissen. Op de keerzijde stond in een sierlijk vrouwelijk handschrift:

Een paradijs op aarde.

T.J.

PS: de missing link was géén chantage.

Sam staarde naar de wereldkaart aan de wand. Isla del Coco lag in de Stille Oceaan ergens tussen de Galapagos-eilanden en de kust van Costa Rica. Voorzover ze wist was Costa Rica vooral een paradijs voor wie bergen geld bezat. Zwart geld. Immigranten hoefden er geen verantwoording af te leggen over de herkomst van hun geld.

T.J. stond voor Tamara Jacobs.

Was Tamara iedereen te slim af geweest?

Sam wreef Mazzel met haar duim over de brug van zijn neus. Hij sloot zijn ogen en snorde tevreden.

Ze sloot zelf haar ogen en concentreerde zich voor de zoveelste keer op de laatste woorden van Erasmus Jacobs.

Ze moet de doden eren. Ze moet het graf van de Skepper bezoeken in Braamfontein.

Levy.

Levy blackmail.

Tamara schreef: het is geen blackmail, geen chantage.

Wat dan wel?

Wat is de missing link?

Met een ruk ging ze rechtop zitten.

Vraag haar of ze ook een steen wil leggen op de zerk links van onze Skepper.

In de hitte van de strijd had ze het woordje links veronachtzaamd. En opeens herinnerde ze zich de verbaasde oogopslag van Tamara toen ze haar vroeg waarom Jacobs het met een van zijn laatste woorden over levy had gehad.

Levy!

Aan die snelle beweging van Tamara's oogpupillen had ze moeten zien dat Tamara wist wat levy betekende.

Zelf wist ze het nu ook.

Levy was een naam. Een veelvoorkomende joodse naam.

Ze surfte naar de website van het Jewish Genealogical Society in Johannesburg. Voor research over Braamfontein Cemetery werd ze doorverwezen naar Anne Lapedus Brest: angi@icon.co.za. Er stond ook een telefoonnummer bij. Ze belde haar op.

Minder dan tien minuten later wist ze dat Erasmus Jacobs, alias de Skepper, begraven lag onder nummer 99/16. Rechts van hem bevond zich onder nummer 99/17 het graf van Isaac Levy.

Ze was nog niet helemaal bekomen van de schok toen Anne Lapedus Brest haar terugbelde. Met een stem trillend van verontwaardiging meldde ze dat ze ter plaatse was wezen kijken en dat ze aan de hand van de kleine gegraveerde nummers op de achterkant van de zerken had vastgesteld dat iemand de grafstenen had verwisseld. Ze hadden niet het graf van Erasmus Jacobs geopend, maar dat van Isaac Levy. Schandelijk!

Daarmee was nu ook de laatste sluier opgelicht.

Toen ze aan Tamara vroeg wat levy betekende, moest Tamara zich herinnerd hebben dat het de naam was op een grafzerk. Maar ze had haar mond gehouden. Ze had gekozen voor de diamanten in de plaats van de beloning.

Het was vandaag beslist de dag waarop de laatste stukjes van de legpuzzel samenkwamen.

Erasmus Jacobs junior, de door bezitsdrang en aanmatigende seksuele verlangens erfelijk belaste schlemiel, had uiteindelijk zijn slag thuisgehaald.

Het stamgoed was naar het geslacht teruggekeerd. Ik doe het voor haar, had hij geroepen door de telefoon. Voor haar en het kind. Welk kind? Had Tamara een kind van hem?

Hoe dan ook: hij had het bloedrecht uitgeoefend. Al had hij er dan de hoogste prijs voor betaald.

Wat haar betrof kon het dossier gesloten worden.

Sam leunde achterover en luisterde naar de zachte stemmen van abba en Nechi Berger in de woonkamer die overlegden wie bij wie zou inwonen. Ze hoorde hen lachen. Abba was weer helemaal de oude en het drama had de twee dichter bij elkaar gebracht.

Ze glimlachte, dankbaar voor het geluk dat hen ten deel was gevallen, zij het via een lange omweg.

Ze stond op en maakte zich klaar om naar huis te gaan. Ze had nog heel wat werk om haar nieuwe appartement aan de Rubenslei in te richten.

Jammer voor vanavond. Het World Diamond Concert was uitgegroeid tot een defilé van de westerse beau monde. Er zouden de mooiste juwelen te zien zijn. De juwelen van ima zouden er niet uit de toon vallen.

De telefoon ging, maar ze nam niet op. Voor vandaag was het genoeg geweest.

‘Kom, Mazzel, we gaan naar huis.’

Abba stond in de deuropening met de draadloze telefoon in de hand. ‘Het is Steve Maartens’, zei hij. ‘Hij nodigt je uit voor het World Diamond Concert vanavond.’

Sam aarzelde. Steve Maartens had waarschijnlijk van Henry gehoord dat hij niet kwam. Steve was een aantrekkelijke man, het type van Art Naiman, maar dan met de karaktersterkte van Henry. Ze strekte haar hand uit om de telefoon aan te pakken, maar trok die weer terug.

‘Zeg hem dat ik al naar huis ben’, zei ze. ‘Dat hij me straks maar eens moet terugbellen.’

De weg naar huis liep door het stadspark. Tijdens de wandeling zou ze beslissen of ze op zijn voorstel zou ingaan.