20

Steve Maartens kwam beleefd overeind om haar de hand te schudden. Ze was vergeten hoe aantrekkelijk hij eruitzag. Ook Harry kwam met uitgestoken handen naar haar toe. Ze gaf hem een zoen op de wang en naar Amerikaanse gewoonte sloeg hij zijn armen om haar heen en wreef haar even over de rug.

‘Koffie? Of liever een biertje?’ vroeg Maartens.

Henry trok een scheef grijnsje. ‘Een biertje is een goed idee. Een licht bier. Hoe heet het ook alweer? Hoegaarden? Alleen daarvoor zou je naar België komen.’

Bedankt, Harry, dacht Sam.

Hoewel ze zelf ook zin had in bier vroeg ze om een spa rood. Maartens' assistente bracht drank en glazen en Henry gebruikte een opener om de kroonkurken van de flesjes te wippen. Ze gingen zitten en elk schonk het eigen glas in. Ze dronken elkaar toe en Maartens stelde voor de stand van zaken door te nemen. ‘Misschien wilt u beginnen, mevrouw Keizer?’

‘Zeg maar Sam.’

‘Wat je wilt, Sam. Voor jou is het vanzelfsprekend Steve.’

Sam boog sierlijk het hoofd. ‘Nu dan. Hoewel ik geregeld verslag heb uitgebracht, is het misschien nuttig eerst een kort overzicht te maken.’

Maartens knikte. ‘Ga je gang.’

‘Goed. We weten dat de dader joods is, dat hij de gebruiken van de chassidim kent, dat hij voldoende gelijkt op Shmuel Levitt om voor hem te kunnen doorgaan en dat hij wist dat de echte Levitt een orgaantransplantatie moest ondergaan en een drietal maanden buiten beeld zou blijven. Hij maakt gebruik van zijn afwezigheid om telefonisch bij BGA in Antwerpen voor veertien miljoen dollar aan diamant te bestellen en komt de koopwaar persoonlijk ophalen. Als het op betalen aankomt, overmeestert hij Rawstorne en zijn assistente Bleicher en gaat aan de haal met de diamanten. Wat er daarna gebeurt, laat ik even buiten beschouwing.’

‘Waarom?’ vroeg Henry.

‘Het geeft ons geen antwoord op de vraag hoe hij zo nauwkeurig ingelicht kon zijn over de gang van zaken bij BGA en hoe het komt dat hij zo gemakkelijk de veiligheidsmaatregelen in Antwerpen wist te omzeilen.’

‘Ik zou denken omdat hij hulp kreeg van iemand binnen het bedrijf’, opperde Maartens.

‘Dat ligt inderdaad het meest voor de hand. Op het eerste gezicht komen daar maar twee personen voor in aanmerking. Dat zijn Rita Bleicher en Rawstorne zelf. Ze zijn de enigen die de variabele deurcode kenden die je nodig hebt om het pand te kunnen verlaten.’

‘Tenzij iemand over een passe-partout beschikt’, zei Henry.

‘Hoezo?’

‘Moderne hotels werken ook met elektronische sloten en individuele sleutelkaarten voor de hotelgasten maar elk kamermeisje bezit een kaart waarmee ze iedere kamer in kan.’

‘Volgens het dossier bestaat er wel een noodcode maar die kent alleen de eigenaar.’

‘Rawstorne dus?’

‘Ja.’

‘Kan het zijn dat Bleicher die ook kende? Ik dacht dat die twee een verhouding hadden.’

‘Ze hadden een relatie, maar die was stukgelopen. Sinds de overval is de verstandhouding ver te zoeken. Zonder het met zoveel woorden te zeggen, verdenken ze elkaar. Bleicher beweert dat Rawstorne geen moeite deed het alarm dat op spraakherkenning werkt in werking te stellen. Rawstorne sluit niet uit dat Bleicher hem op een meer subtiele manier heeft verlinkt.’

‘Hij zou wel eens gelijk kunnen hebben’, zei Maartens. ‘Waarom moet ze zo nodig opeens naar Israël emigreren? Het lijkt wel een vlucht.’

‘Dat is het ook. Maar om een andere reden dan jij denkt. Kijk. Als ze medeplichtig is zou dat erop neerkomen dat de gedwongen fellatie een opgevoerd nummertje was. En dat terwijl haar ex-geliefde toekijkt. Zo pervers is ze niet. Bovendien was ze volgens de dokters in shocktoestand na de overval. Zoiets kun je niet veinzen.’

‘Kan het niet zijn dat ze door de maffia gechanteerd werd? De man die door de vermeende Levitt in Parking Roosevelt werd omgebracht was immers een notoire maffioso.’

‘Best mogelijk. De arme vrouw is trouwens doodsbang. Na de aanslag werd ze opgebeld door de dader die ermee dreigde haar zoontje te doden als ze aan de politie zou verklikken hoe hij de deurcode had bemachtigd.’

‘Is dat geen bewijs van haar betrokkenheid?’

‘Integendeel. Het wast haar schoon. Als ze echt betrokken was, zou ze er mij niet over gesproken hebben. Het bewijst alleen maar dat de dader in de mening verkeert dat zij de code heeft verraden. Bovendien was het niet de dader die belde, maar iemand die zich voor hem uitgaf.’

‘Hoe weet je dat?’

‘Omdat de echte dader in mijn huis was toen ze dat telefoontje kreeg.’

‘Maar als ze niets weet, waarom zou iemand haar dan bedreigen?’ protesteerde Maartens.

Sam antwoordde met een wedervraag: ‘Wat doet iemand die in paniek raakt?’

‘Weet ik veel. Op de vlucht slaan?’

‘Precies. Met tot gevolg dat de verdenking op hem valt.’

Ze staarden elkaar aan, ieder op de eigen manier bezig de informatie te verwerken.

Maartens vroeg: ‘Dus wordt Rawstorne verdachte nummer een?’

‘Niet noodzakelijk.’

‘Verklaar.’

Sam nam een slok van haar spa rood en zette het glas terug op de onderzetter op Maartens' bureau.

‘Op het eerste gezicht is de aanslag een schoolvoorbeeld van moderne misdaad. We mogen ervan uitgaan dat er op dit ogenblik in Europa drie tot vier misdaadorganisaties aan het werk zijn, elk met een eigen specialiteit: mensensmokkel, home- en carjacking, bank- en geldtransportovervallen, witwasoperaties, goud- en diamantsmokkel met daarbij aansluitend de handel in bloeddiamant. De organisaties zijn op militaire leest geschoeid. Ze hebben hun hoofdkwartier in steden als Tirana, Boekarest, Belgrado of Moskou. De operaties worden met militaire precisie voorbereid. Ze worden uitgevoerd in commandostijl door bandieten, geharde terroristen of ex-militairen uit de Kosovaarse of Tsjetsjeense oorlogen. Ze zijn duizendmaal beter getraind en bewapend dan onze lokale politie, hoeven zich geen zorgen te maken als een ricocherende kogel een onschuldige burger treft, liggen er niet wakker van als ze een overuur moeten maken en hoeven hun tijd niet te verbeuzelen met het schrijven van rapporten of met partijpolitieke vriendendiensten.’ Ze maakte een verontschuldigend gebaar in de richting van Henry. ‘Sorry Harry. In de Verenigde Staten zal dat wel anders zijn, maar wat de georganiseerde misdaad betreft, is het daar alvast niet beter gesteld.’

Henry zuchtte en krabde zich achter een oor. ‘Met dit verschil dat in Europa de misdadigers nadat ze hun slag hebben geslagen maar een steenworp verwijderd zijn van een of andere landsgrens om zich achter te verschuilen.’

‘Zeg dat wel.’

Maartens schudde het hoofd. ‘Alles goed en wel, maar het meest geharde commando kan niet weten dat op 15 juni om een uur 's middags in de Diacem Building in de Vestingstraat in Antwerpen net buiten de beveiligde zone voor veertien miljoen hoogwaardige diamant voor het grijpen ligt.’

‘Die informatie krijgen ze van een nieuwe Russische inlichtingendienst die zich de TCIS, de Trade Collecting and Information Service noemt. Uiteraard tegen betaling.’

‘Die de informatie op hun beurt hebben gekocht of afgedwongen van een deskundige ter plaatse’, voegde Henry eraan toe. ‘Waar het uiteindelijk op neerkomt is dat zowel Rita Bleicher als David Rawstorne die informatie verstrekt kunnen hebben. Omdat ze ertoe gedwongen werden of omdat ze de informatie voor veel geld verkocht hebben aan de Russische TCIS, die ervoor zorgt dat de overval wordt uitgevoerd.’

‘En de verzekering draait op voor het geleden verlies.’ Maartens boog zich naar Henry toe. ‘Wist je dat bijna dertig procent van alle aangiften van verloren of gestolen diamant pogingen zijn om verzekeringsmaatschappijen op te lichten?’

‘Werkelijk?’

‘Jawel.’ Maartens verschoof zijn gewicht en richtte zich tot Sam. ‘Maar moeten we het niet dichter bij huis zoeken? Is het niet mogelijk dat Rawstorne en Bleicher onder één hoedje spelen en ons een rad voor ogen draaien met hun spaakgelopen relatie?’

‘Dat kan, maar ik twijfel eraan’, beaamde Sam. ‘Heb je een speciale reden om hen te verdenken, Steve?’

‘Nee. Ik ben alleen maar kritisch.’

Sam glimlachte. ‘Weet je wat Rawstorne antwoordde toen ik hem die mogelijkheid onder de neus wreef?’

‘Wat?’

‘Waarom zoekt u de medeplichtige hier? vroeg hij. Waarom zoekt u hem niet bij de Hoge Raad voor Diamant? Of bij Lloyd's of London? Elke manager of employé die bij een van die instellingen toegang heeft tot mijn dossier weet meer over mijn bedrijf dan mijn eigen medewerkers.’

Maartens liep rood aan. ‘Kom, kom, Sam. Onze mensen zijn volkomen betrouwbaar.’

‘Juist, ja.’ Sam knikte. ‘Maar zoals in het geval van Rita Bleicher is er iets wat Rawstorne haast vrijpleit van verdenking.’

‘En dat is?’

‘De gewelddadige manier waarop hij door de dader werd aangepakt. Hij houdt er wellicht een blijvende invaliditeit aan over.’

‘In het vuur van de actie…’

‘Nee. Er is meer. De dader ging tekeer als een bezetene nadát hij in het bezit was van de buit. Niet daarvoor. Dat wijst op een afrekening. Misschien een familievete. Hij deed bepaalde uitlatingen over hun voorvaderen. We moeten in zijn onmiddellijke omgeving gaan zoeken. Zijn verleden uitpluizen. Zijn zakenrelaties doorlichten, hier en in Zuid-Afrika.’

Maartens zuchtte. ‘Als ik je zo bezig hoor staan we nog nergens.’

‘Toch wel. Ik heb goede hoop dat we een spoor te pakken hebben. De echte naam van de dader zou weleens Erasmus Jacobs kunnen zijn. Een Zuid-Afrikaan uit Booysens Reserve, Johannesburg.’

Henry viel haar in de rede. ‘Daarin kun je weleens gelijk hebben. Weet je aan wie het nummer in Johannesburg toebehoort dat je me liet natrekken?’

‘Zeg maar.’

‘George Christofer, een Zuid-Afrikaan van Griekse afkomst. Zijn bedrijf is gespecialiseerd in transport en bewaking van diamant en beschikt over twee eigen vliegtuigjes. Erasmus Jacobs is een van de twee piloten die ze in dienst hebben.’

‘Piloot?’ vroeg Sam min of meer verbaasd dat hij in zo korte tijd zoveel wist, maar toen realiseerde ze zich dat dat voor iemand die hoofdzakelijk voor de CIA werkte niet abnormaal was.

‘Piloot en manusje-van-alles.’ Henry glimlachte. ‘En er is meer. Onze mensen hebben uitgevlooid dat de echte Levitt en Christofer samen zaken doen. Levitt bezit een diamantmijn in Namibië en Christofer zorgt voor de bewaking en het transport van de diamanten die daar worden opgedolven. Ik geef je te raden naar waar, of beter naar wie die diamanten verstuurd worden.’

Sam voelde haar hartslag versnellen. ‘Blue Ground of Antwerp?’

‘Juist. De hele productie van de diamantmijn van Levitt wordt via Christofer naar Antwerpen gebracht en door David Rawstorne op de Outside Market verkocht.’ Henry richtte zich tot Maartens. ‘Christofer kwam trouwens voor op het lijstje dat je me gaf van na te trekken expediteurs.’

Sam floot zachtjes. ‘Als ik het goed begrijp: Jacobs is in dienst bij Christofer die op zijn beurt voor Levitt en Rawstorne werkt. Geen wonder dat Jacobs alles wist over hun handel en wandel.’

Henry nam een slok Hoegaarden en fronste. ‘Een speciale afdeling van de South African Police Service, de Diamond Squad, is bezig zijn doopceel te lichten. Wat we al van hem weten is dat hij niet zo heel lang geleden een poos in de gevangenis heeft gezeten wegens het niet-naleven van luchtvaartreglementen. In werkelijkheid werd hij verdacht van smokkel van bloeddiamant, maar dat heeft men niet kunnen bewijzen.’

‘Wat was er precies gebeurd?’ vroeg Maartens.

‘Hij vloog met het zakenvliegtuigje van het bedrijf over een gebied in Angola waar de rebellen het voor het zeggen hebben. Het vermoeden bestaat dat hij in het verboden gebied geland is en een diamantsmokkelaar aan boord heeft genomen. Bij zijn terugkeer werd hij tot een noodlanding gedwongen, maar toen de politie opdaagde was zijn passagier ervandoor.’ Henry dronk zijn glas leeg en smakte met de lippen. ‘Maar die stelling kon niet bewezen worden.’

‘Wat was zijn verklaring?’ vroeg Maartens.

‘Defecte boordinstrumenten. Hij was onderweg van Kigali naar Johannesburg met een lading coltan en week af van zijn route.’

‘Kan dat, Harry? Dat een ervaren piloot zo ver afwijkt van zijn vluchtschema?’

‘Nee. Daarom werd hij ook veroordeeld voor een reeks kleinere inbreuken op de reglementen. Maar het merkwaardige is dat hij nadat hij vrijkwam weer aan het werk ging bij Christofer.’

‘Kan dat er niet op wijzen dat Christofer zelf niet kosjer is, Harry? Als Jacobs voor Christofer diamanten smokkelt, zou hij ook wel eens voor zijn rekening diamanten kunnen roven.’

‘Dat zat mij ook niet lekker. Daarom heb ik kolonel Bismarck Scholtz van de Diamond Squad in Johannesburg om aanvullende inlichtingen gevraagd over de rol van Christofer.’

‘Vinden jullie dat niet wat ver gezocht?’ vroeg Maartens. ‘Als Jacobs bij de overval geholpen werd door Christofer, waarom zouden ze hun slag dan niet aan de bron slaan? In Namibië of in Johannesburg?’

‘Dat is zowat hetzelfde als de grond onder je eigen voeten afgraven.’

‘Hoezo?’

‘Christofer Enterprise bezit een vergunning voor handel, bewaking en transport van diamant. Alles wat in Zuid-Afrika met diamant te maken heeft is uiterst streng gereglementeerd door de Diamond Act. Als een van zijn klanten beroofd wordt, riskeert hij dat de Diamond Squad zijn bedrijf binnenstebuiten keert. Je weet nooit wat er dan aan het licht komt.’

‘Dat zal wel.’

‘Bovendien krijg je niet alle dagen de kans een slag te slaan van veertien miljoen dollar.’

‘Dat klinkt allemaal heel fraai,’ zei Maartens, ‘maar wat doen we ermee? Denken jullie dat de onderzoeksrechter met wat we hebben een internationaal aanhoudingsbevel tegen Jacobs zal uitvaardigen?’

Sam keek sceptisch. ‘Dat lijkt me erg onwaarschijnlijk. We hebben alleen maar gissingen en aanwijzingen, geen bewijzen. In het beste geval zal ze een rogatoire commissie naar Zuid-Afrika sturen. Maar stel je daar maar niet te veel van voor. De administratieve weg die ze moet afleggen voor ze via de procureur-generaal toestemming krijgt van de Beperkte Ministerraad om een onderzoek in het buitenland te verrichten, is erg lang.’

Henry grinnikte. ‘Bij ons is het niet anders. Het komt er altijd op neer dat je je eigen boontjes moet doppen.’ Hij stak zijn lege bierflesje in de hoogte. ‘Kom op, Steve. Op één been kan ik niet lopen.’

‘Komt eraan. Jij ook, Sam?’

‘Nee, dank je.’

Maartens boog zich over de intercom en bestelde voor Henry en voor zichzelf een Hoegaarden. Sam stond op en ging bij het raam staan. ‘Het ziet ernaar uit dat ik met mijn uiteenzetting over de mogelijke betrokkenheid van de Russische inlichtingendienst en de Kosovaarse en Tsjetsjeense misdaadorganisaties een brug te ver ben gegaan, Steve. Zoals je al zei zullen we de schuldigen dichter bij huis moeten zoeken.’

‘Blijkbaar.’

‘Desondanks heb ik het gevoel dat er eindelijk wat schot in de zaak komt. Wat jij, Harry?’

‘Dat zeker. En dan hebben we het nog niet gehad over een veelbelovende reactie die de HRD gehad heeft op de uitgeloofde beloning in buitenlandse kranten.’

‘O ja. Hoe zit het daarmee?’

‘Na de annonce in de Daily Mail & Guardian, dat is een belangrijke krant in Zuid-Afrika, werd het South African Diamond Centre, de Johannesburgse tegenhanger van onze eigen Hoge Raad voor Diamant, door Scholtz opgebeld.’ Hij zweeg toen Maartens' assistente twee beslagen flesjes Hoegaar-den bracht. Hij nam zijn tijd om in te schenken.

‘Kom op, Harry. Je stelt ons op de proef.’

Henry nam een flinke teug en zuchtte tevreden.

‘Goed dan. De Diamond Squad beschikt over uitgebreide machten om te waken over de toepassing van de Diamond Act. Ze werken met tipgevers en met undercoveragenten. Een van die tipgevers zag in de krant een afdruk van de reward poster met de robotfoto en nam contact op met Scholtz die hem doorverwees naar de veiligheidsdienst van het South African Diamond Centre. De tipgever beweert te weten wie de dader is en voor wie hij werkt.’

Sam verliet het raam en ging weer zitten. ‘Dat is goed nieuws, Harry.’

‘Dat is het zeer zeker’, beaamde Henry. ‘Maar we zijn er nog niet, hoor. De tipgever wil niet met tussenpersonen werken. Hij is bang voor lekken bij SAPS of het SADC. Hij wil zijn informatie alleen kwijt aan iemand die rechtstreeks voor Antwerpen werkt.’

Sam staarde roerloos voor zich uit. Ze had zich nog nooit zo gebeten gevoeld om iemand bij de kraag te grijpen. ‘Laat mij met hem praten, Harry. Dan kan ik meteen die zaak van Christofer onder de loep nemen. Om de man die abba neerschoot achter de tralies te krijgen, wil ik met plezier een paar dagen in Johannesburg doorbrengen.’

Henry trok een wenkbrauw op. ‘Jij? Naar Jo'burg?’

‘Ja. Waarom niet?’

Hij schudde het hoofd. ‘Omdat Johannesburg al enige jaren voor de gevaarlijkste stad ter wereld doorgaat. De naam alleen al is een synoniem voor geweld.’ Boven zijn donkere ogen met kraaienpootjes in de hoeken was zijn voorhoofd in diepe rimpels gefronst. ‘Nee. Ik kan je daar niet alleen naartoe laten gaan.’

‘Waarom ga je dan niet mee?’

Bijna had ze eraan toegevoegd: als je dan toch zo om me geeft. Hij voelde het en hij was geraakt, dat zag ze aan de blik in zijn ogen.

‘Dat kan niet, Sammy. Volgende week moet ik in New York zijn voor Judy.’

Ze hapte naar adem. ‘O. Haar probleem is nog niet opgelost?’

‘Nee.’ Hij glimlachte verontschuldigend. ‘Je weet hoe het is met tieners. Ze was met haar vriendje betrokken in een autoongeval. Ze hadden marihuana gebruikt en op de koop toe vond de politie in haar handtas nog een paar sticks. Volgende week komt ze voor de rechtbank. Dan moet ik bij haar zijn.’

‘Dat begrijp ik, Harry. Op zo'n moment kun je je dochter niet aan haar lot overlaten.’

Het klonk misschien wat sarcastisch. Henry's glimlach verdween. ‘Kom nou, Sammy…’

Maartens kwam tussenbeide. ‘Haar veiligheid in Johannesburg is geen probleem, Harry. Daar zorgt het South African Diamond Centre wel voor. Die hebben een eigen veiligheidsdienst: Diamond Security. Ze zal vanaf haar aankomst tot haar vertrek een bodyguard bij zich hebben.’

Henry zocht verwoed naar een tegenargument. ‘Het kan langer duren dan je denkt, Sammy. Kun je abba al die tijd alleen laten? En Mazzel?’

‘Leon zorgt voor abba tot ik terug ben. Mazzel blijft bij Nechi Berger. Dat is niet de eerste keer.’ Ze hoorde een nieuwe vastberadenheid in haar stem. ‘Ik ben dit aan abba verplicht, Harry. Ik heb schuld aan wat hem overkomen is. Ik had die middag niet mee moeten gaan naar dat restaurant.’

‘Een geluk misschien dat je niet thuis was. Als je bedenkt tot wat Jacobs Rita Bleicher gedwongen heeft terwijl haar ex-minnaar moest toekijken.’

Sams ogen schoten vuur. ‘Moet je het zout nog wat in de wonde wrijven, ja? Of ben je vergeten dat hij mij probeerde te verkrachten? Jacobs is niet zomaar een dief. Hij is een pervert, geobsedeerd door rijkdom en seks. Als je hem de kans geeft, zal hij nog meer gewelddadige roofovervallen plegen en vrouwen molesteren. Waarom denk je dat ik hem per se wil uitschakelen?’

‘Oké, Sammy. Ik sta aan jouw kant.’ Henry kwam naast haar staan en legde een hand op haar schouder. ‘Als je maar zorgt dat het ook voor jou geen obsessie wordt.’