29

Tamara schrok toen ze opeens haar broer in de deuropening naar het terras zag staan. Met een hol gevoel in haar maag vroeg ze zich af hoeveel hij had gehoord van haar gesprek met Arthur Grooves maar toen hij zich kreunend in een terrasstoel liet neervallen en vroeg wie er dan wel achter het net zou vissen, wist ze dat hij alleen de laatste zin had gehoord.

Ze verborg haar trillende handen. ‘Ik belde met Swann's Car Hire’, zei ze. ‘Je had immers gevraagd om vanmorgen een auto voor je te huren.’

Hij fronste: ‘Heb ik dat?’

‘Weet je dat niet meer? Bij Swann's hadden ze niet onmiddellijk een auto beschikbaar. Ik zei dat ze achter het net zullen vissen als hij hier niet binnen een halfuur voor de deur staat.’

Hij zat gebogen met de ellebogen op de knieën en masseerde zijn voorhoofd. ‘Ik weet er geen barst meer van.’

Ze kwam naast hem staan en streek zijn haar glad. ‘Ik hoop dat je al het andere ook niet bent vergeten.’

‘Shit. Tamara. Nee.’

‘Vond je het lekker?’

‘En of.’ Hij was zo dronken geweest dat hij nog slechts een vage herinnering had over elkaar uitkleden maar dat was al voldoende om weer geil te worden. Hij trok haar tegen zich aan en drukte zijn gezicht tegen haar onderlijf.

Ze maakte zich van hem los. ‘Rustig, Era. We hebben vannacht al genoeg risico genomen.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Nou.’ Ze aarzelde. ‘Sinds ik alleen ben, ben ik gestopt met de pil.’

Hij zette grote ogen op. ‘Bedoel je dat ik je misschien zwanger heb gemaakt?’

‘God, nee. Zo'n vaart zal het wel niet lopen. Dat hoop ik tenminste.’

‘Ik niet. Van mij mag het. Dan hebben we alles in één keer: elkaar, het geld en een kind.’

Hij stond op en wilde haar vastgrijpen maar ze duwde hem terug in de stoel. ‘Je bent gek’, zei ze. ‘We hebben niets. Alleen flikken die naar jou op zoek zijn en een maffiose werkgever die jouw bloed wel kan drinken.’

‘De flikken vinden me nooit’, zei hij. ‘Die zoeken de verkeerde. En zolang ik de diamanten heb, zal Christofer zich wel twee keer bedenken voor hij me lastig valt.’

‘Je bent een schlemiel, Era, als je dat denkt. Hij zal je levend villen als hij je te pakken krijgt.’

Ze liep naar binnen en kwam terug met een koffiepot en twee kopjes. ‘Hoe voel je je?’

Hij trok een grimas. ‘Schele hoofdpijn, maar het was het waard.’

Ze schonk voor beiden koffie in en ging zitten. ‘We moeten hier weg, Era. Als Christofer de Silk Stocking kon vinden, zal het niet lang duren voor hij ook hier aanklopt.’

‘Christofer is geen probleem. Ik heb al met hem gebeld. Hij krijgt zijn deel van de buit en daarmee basta.’

‘Je vertelde gisteren dat je de verkoop van de diamanten aan hem wil overlaten. Is dat niet wat gewaagd?’

‘We zijn op hem aangewezen omdat hij de enige is die ik ken die een grote partij snel en voor een goede prijs kan te gelde maken.’

‘Hoe?’

‘Hij is bevriend met diamanthandelaren in Londen en in Antwerpen. Zoals met die David Rawstorne bij wie ik de roof heb gepleegd. Heb ik je verteld dat hij een afstammeling is van de Fleetwood Rawstorne die onze voorvader heeft beroofd?’

‘Ja, dat heb je verteld.’

‘Nou dan? Geeft je dat niet het gevoel dat er eindelijk recht is geschied?’

‘Nee. Het geeft me alleen het gevoel dat Christofer een doortrapte schurk is als hij jou helpt zijn vriend in Antwerpen te beroven.’

‘Het was mijn plan’, weerlegde Jacobs. ‘Maar zonder hem had ik het nooit waar kunnen maken. Hij heeft overal connecties, zelfs bij de politie. Als het nodig is kan hij voor valse paspoorten voor ons zorgen.’

‘Hm.’ Ze dronk van haar koffie en dacht na. ‘Goed. Stel dat je met hem tot een akkoord komt. Wat dan? Je geeft hem de diamanten en hij verkoopt ze. Hoe weet je dat hij je betaalt?’

Hij keek bezorgd. ‘Misschien kan ik maar beter niet alles tegelijk geven.’

‘Dat denk ik ook.’ Ze liep naar binnen en kwam terug met een pakje sigaretten. Ze gaf hem er een en liet zich door Jacobs vuur geven met de aansteker op het tafeltje.

‘Hij krijgt pas het volgende deel nadat hij mij heeft betaald’, zei Jacobs en trok een gezicht alsof hij zopas een grandioos plan had bedacht.

‘Goed idee.’ Tamara legde haar hoofd in haar nek en blies een rookwolk in de lucht. ‘Het betekent ook dat je een aantal keren de bergplaats van de diamanten zult moeten opzoeken’, zei ze hardop denkend. ‘Bestaat er geen gevaar dat hij je laat volgen?’

Jacobs strekte zijn benen en sloeg ze over elkaar. ‘Ik let wel op.’

‘Weet je zeker dat niemand je bezig zag toen je de diamanten verstopte?’ vroeg ze. Voor hij in slaap was gevallen had hij haar verteld waar de bergplaats was, glimmend van trots om zijn eigen vindingrijkheid. Ze wilde alleen maar weten of hij zich er iets van herinnerde.

‘Heel zeker.’ Hij stak nu pas de eigen sigaret aan. Hij had moeite om met het vlammetje van de aansteker de punt van zijn sigaret te vinden. Ze kreeg de indruk dat hij minder zeker was dan hij zich voordeed.

‘En je hebt alles wat je bezit op één en dezelfde plek verborgen?’

‘Waarom niet?’

‘Zomaar. Ik wil alleen dat je er niet meer naartoe gaat dan strikt noodzakelijk.’

‘Oké. Maar als je wilt mag je weten waar ze zijn.’

‘Je moet niet zo vlug mensen in vertrouwen nemen, Era. Wist je dat de verzekeringsmaatschappij een beloning van een half miljoen dollar heeft uitgeloofd aan wie de diamanten terugbezorgt?’

‘Een half miljoen?’ Jacobs floot, meer onder de indruk dan hij wilde toegeven.

‘Spreekt je dat niet aan? Alles teruggeven en de beloning incasseren?’

‘Uitgesloten.’ Zijn verontwaardiging was oprecht. ‘Pa zou zich omdraaien in zijn graf.’

‘Pa was een klootzak.’ Ze keek naar haar horloge. ‘Hoor eens. Ik ga straks naar een woningbureau in de city een flat of een huis huren. Liefst ver van hier in een andere wijk of een andere stad. Ergens waar hij ons niet kan vinden.’

‘Zal ik meegaan?’

Ze schudde het hoofd. ‘Beter dat ze ons niet samen zien.’

‘Misschien wel.’ Hij keek wat zenuwachtig om zich heen. Tamara had gelijk. Hij kon niet voorzichtig genoeg zijn. Haar vraag of hij alles op dezelfde plek had verborgen spookte door zijn hoofd. Hij vroeg zich af of hij niet beter het risico wat zou spreiden door een deel van de diamanten op een andere plaats te verstoppen. En terwijl hij zich dat afvroeg, kreeg hij een schitterende ingeving.

‘Wanneer brengen ze die huurauto?’ vroeg hij.

Ze verzon maar wat. ‘Ten laatste om twee uur.’

Hij hees zich overeind. Hij kon geen minuut langer wachten. ‘Mag ik dan jouw auto gebruiken. Ik moet dringend weg. Straks vertel ik je waarom.’