19
Claire was op het randje van hysterie, toen ze plotseling een stukje papier uit de zak van haar bodywarmer zag steken. Het was gekreukeld en zo te zien nat geweest. Aan de ene kant kon ze zien dat het een blanco bekeuring was. Op de andere kant stond in potlood en in Nicks grote handschrift: Ik ben vissen. Wou je niet wakker maken.
Woedend en opgelucht tegelijkertijd keek ze langs de kust van het meer en stroomopwaarts langs de beek. Hij was nergens te zien. Dreigende paniek begon weer aan haar te knagen.
Ze hinkte tot achter een sitkaspar die ze de vorige avond als 'Dames' hadden aangewezen en hurkte neer, waarna ze besloot in dekking te blijven tot Nick terugkwam. Een stukje verderop aan het meer, niet ver van hun geïmproviseerde kamp, waren een hinde en haar jong aan het drinken, nerveus opkijkend om Claire in de gaten te houden. Ze hoopte maar dat de benzine in het meer inmiddels verdampt was. Toen de hinde haar zo aanstaarde, moest ze weer aan dat afschuwelijke tableau op haar veranda denken, en weer nam ze zich heilig voor uit te zoeken wie er achter dat alles zat - als ze eerst Nick maar weer kon vinden.
Uiteindelijk kwam hij ergens stroomopwaarts uit het water, nat tot aan zijn knieën maar een grote zalm voor zich uit houdend, alsof iemand een foto van zijn vangst nam.
'Het ontbijt is klaar, madame,' zei hij grijnzend, zich blijkbaar absoluut niet bewust van de emotionele ravage die hij die ochtend had aangericht. 'Nu maar hopen dat ik een vuurtje aankrijg met deze twee vuursteentjes die ik gevonden heb.' Trots haalde hij ze met zijn andere hand uit de zak van zijn spijkerbroek. 'Wij gaan samen een stevig ontbijt eten, want we hebben een lange dag voor de boeg.'
Op Nicks rug zittend, zodat hij op het dichtbegroeide terrein kon zien waar hij liep, ontdekte Claire al gauw dat ze met een groot probleem zaten. Toen ze haar armen en benen eenmaal om hem heen had en zijn ineengevouwen handen onder haar, werd ze volkomen in beslag genomen door de ritmische beweging van zijn passen. Zijn ribben en heupen streelden de binnenkant van haar dijen terwijl haar borsten op en neer gleden over zijn harde rugspieren. Haar hielen bungelden in de buurt van zijn kruis. Ze wist dat ze moest blijven praten - iets moest zeggen, wat dan ook.
'Nog iets waar ik aan moest denken,' zei ze. 'Wat DeeDee ons allebei ook heeft aangedaan, we moeten haar helpen.'
'Ja hoor, de door de overheid aangewezen psychiaters zullen het prachtig vinden als het doelwit van haar obsessie en de vrouw die hem volgens haar heeft afgepakt bij haar op bezoek willen komen.'
'Nee, maar we moeten DeeDees familie zover zien te krijgen dat ze haar opzoeken. Zij zijn degenen die haar kunnen helpen, maar ze hebben geen oog voor wat ze nodig heeft en maken dat ze zich nog rotter gaat voelen.'
'Dat is toch niets nieuws? In mijn werk zie ik dat zo vaak. Meestal zijn het familie en vrienden die iemand de das omdoen.'
Ze werden allebei weer stil. Claire vroeg zich af of Nick aan zijn vrouw dacht. Ze vond het nog steeds erg dat zij kennelijk iets belangrijks in Keiths wereld had gemist, en dat ze het haar vader aan de telefoon niet gemakkelijker had gemaakt toen hij had geprobeerd het goed te maken.
'Mijn vader belde vorige week,' vertelde ze. 'Ik had hem met zijn gezin bij me te logeren moeten vragen, ook al zit hij nog zo vast door zijn nierdialyse.'
'Hij is arts, hè?'
'Dat heb ik toch niet verteld, of wel?'
'Ik was eigenlijk niet van plan je dit te vertellen, omdat hij me had gevraagd het niet te doen, maar -'
'Heb je mijn vader gesproken?'
'Laat me even uitpraten,' zei hij terwijl hij haar een zet omhoog gaf, hetzij om haar beter vast te hebben, hetzij om haar stil te krijgen. 'Ik heb hem niet gesproken, maar hij heeft contact met me opgenomen, via de post. Hij beweert dat hij je wil helpen. Jij moet hebben losgelaten dat ik je ook probeerde te helpen.'
'Ja, al geloof ik niet dat ik je naam heb genoemd. En?'
'Hij stuurde een kopie mee van een oud medisch rapport over je moeder, kennelijk met het idee dat ik beter zou begrijpen waarmee je geconfronteerd werd als ik wist wat je had doorgemaakt.'
'Maar als dat een rapport over mijn moeder was... Zo moeder, zo dochter, is dat wat hij duidelijk wilde maken? Geloof maar niet dat ik ooit een eind aan mijn leven zou maken zoals zij heeft gedaan!'
'Er stond onder andere in hoeveel ze van jou hield, en dat je vader, net als haar psychiater blijkbaar, dacht dat dat haar zou helpen haar moeilijkheden te overwinnen.'
'Nou, dat is dan niet gebeurd! Mijn vader is degene die de signalen had moeten opvangen, en niet een kind, al hadden mijn moeder en ik nog zo'n hechte band. En ik ben beslist niet suïcidaal!'
'Hou je nu eens even koest! Ik geloof niet dat dat zijn slotconclusie was.'
'Ik kan gewoon niet geloven dat jij zijn kant kiest.'
'Kijk een beetje uit met mijn nek, Claire! Je wurgt me, en het is al lastig genoeg om hierdoor te komen.'
'O, sorry.' Ze liet haar armen weer wat lager op zijn schouders zakken.
'Val hem niet te hard. Dat rapport dat je vader me stuurde, heeft me helpen besluiten echt achter je te blijven staan, dat en de duivelse manier waarop iemand met je schilderij heeft geknoeid, met die man op de brug. Als ik dacht dat je labiel was, zou ik hulp voor je zoeken, net zoals ik uiteindelijk met DeeDee heb gedaan - en oké, zoals we ook kunnen proberen de hulp van haar familie in te roepen. Maar jou vind ik betrouwbaar en geloofwaardig, en daarom blijf ik heel dicht in je buurt, dat merk je wel,' voegde hij eraan toe met weer een zet tegen haar achterwerk.
'Dat weet ik wel.' Ze omhelsde hem van achteren. 'Ik wilde niet zo ontploffen, maar hij heeft me zo lang in de kou laten staan dat ik hem niet meer zo vriendelijk gezind ben. Ik heb trouwens zelf een kopie van het enige rapport dat we ooit van mijn moeders arts hebben gekregen, want ik meen dat haar psychiater zijn hele dossier over haar vernietigd heeft toen ze zelfmoord gepleegd had. Maar weet je, dat klinkt niet als het rapport dat jij beschrijft - waarin staat dat haar liefde voor mij haar zou helpen erdoorheen te komen. Misschien waren er eigenlijk twee rapporten, maar heeft vader er een achtergehouden - dat ene waar ik in genoemd werd.'
'Staat er in dat rapport van jou dat de arts dacht dat je moeders kunst een uitlaatklep voor haar depressie zou kunnen zijn? Of dat ze iets gehad zou kunnen hebben dat een Van Gogh-complex heet?'
'Helemaal niet. Ik kan het je laten zien als we... als we weer thuis zijn.' Ze kon er niets aan doen, ze klampte zich aan hem vast. Bovendien meende ze opeens weer een waterval te horen maar er scheen er geen in zicht te komen, en dat beangstigde haar. Stel dat ze echt onevenwichtig was, net zoals haar moeder?
'Ik wou,' fluisterde ze, 'dat er een Yellow Brick Road was die we konden volgen, en dat we dan de Tovenaar van Oz om hulp konden vragen, want we zijn beslist niet meer in Kansas.'
Hoewel het haar bedoeling was geweest luchtig te klinken, knikte Nick grimmig. 'Laten wij onze ogen maar wijd openhouden,' zei hij, 'voor de Gemene Heks uit het Westen.'
Het was halverwege de middag toen ze bij een tweede meer kwamen. Het versperde de richting waarin zij wilden, zodat ze eromheen zouden moeten. Ook al hadden ze allebei een duik genomen, ze kregen het al gauw toch weer warm toen ze de oever volgden om verder naar het zuiden te komen, waar ze allebei het houthakkerskamp gezien meenden te hebben. En weer hadden ze honger, hoewel ze 's ochtends vroeg de zalm geroosterd en opgegeten hadden.
Boven hun hoofd dromden dreigende wolken samen, en de donder rommelde vervaarlijk. Aan de overkant van het meer kwamen grijze watergordijnen diagonaal omlaag en verduisterden de richting waarin ze wilden gaan. Maar de bui dreef tenminste voorbij, naar de bergen.
'Ze noemen het niet voor niets de Cascades,' zei Claire, die nog steeds haar best deed de stemming erin te houden. Ze waren minder en minder gaan praten toen er in tegenstelling tot hun verwachting maar steeds niets verscheen wat op een houthakkerskamp of menselijk leven duidde. Ze hadden een beekje gevolgd dat vanuit het meer recht naar het zuiden liep.
'Als het regent, wordt het nog veel lastiger een vuur aan te krijgen met mijn vuursteentjes,' mompelde Nick. 'Ik zou best nog een luxe zalmdiner kunnen gebruiken. Ik begin aardig moe te worden.'
Vooral met jou op mijn rug, verwachtte Claire erachteraan te horen, maar dat gebeurde niet, en daarvoor was ze hem in stilte dankbaar.
'Laat me nog eens proberen te lopen,' zei ze terwijl ze wat verschoof omdat ze zo stijf werd.
'Ik zou maar tot morgen wachten. Misschien helpt het als je er vanavond een tijd mee in het koude water gaat zitten.'
Ze hielden ten slotte stil op een door hoge rotsen omsloten open plek, waar de beek die naar het meer stroomde wat breder was, waardoor er een paar plassen diep blauw water lagen. Een rotsige stroomversnelling liet het water schuimen, maar Claire zag nog steeds geen spoor van de waterval die ze gemeend had te horen. Maar ze konden hier tenminste gemakkelijk waden.
'Kijk,' zei ze, 'allerlei dierensporen, ook grote. We kunnen hier vannacht niet blijven als dit een drinkplaats voor beren is.'
Hij kwam aanlopen om het stukje modderige oever te bekijken waar ze zich op een omgevallen boomstam had laten vallen alsof ze de hele weg gelopen had.
'Nee,' zei hij. Hij bukte kreunend en draaide zijn armen en schouders rond om zijn spieren soepel te maken. 'Die grote sporen zijn niet van beren, maar van elanden. Gespleten hoeven, kijk maar. O ja, er staan ook wat berensporen, maar te klein om van een grizzly te zijn. Het is tenminste geen Sasquatch.'
'Sasquatch?' gilde ze. Ze keek om zich heen en toen weer naar hem. 'Je gelooft toch zeker niet in die verhalen over yeti's of de verschrikkelijke sneeuwman? Heb je daar wel eens sporen van gezien?'
'Alleen een gipsafdruk. Hij had de vorm van een zandloper, met vijf tenen,' antwoordde hij, zijn handen op elkaar leggend en spreidend om de maat aan te geven. 'Serieus.'
Ze rilde. 'Zoals ik al zei, we moeten verder.'
'Dat kun jij makkelijk zeggen. Ik ga vissen, en ik geloof niet dat jij zonder mij vertrekt,' riep hij over zijn schouder terwijl hij de rotsen over liep en in de plassen kolkend water tuurde.
Ze vingen uiteindelijk samen één zalm: Nick dreef hem in een net dat hij van zijn overhemd had gemaakt en dat Claire vasthield. De vis zou ongetwijfeld smaken als een feestmaal dat bij Howard Chin in Xanadu op tafel niet zou hebben misstaan.
'Howard heeft er intussen vast wel voor gezorgd dat er vliegtuigen naar ons zoeken,' zei Claire terwijl Nick de vis aan een stok spietste en hem begon te roosteren. Met een huivering zag Claire weer voor zich hoe Sam Twoclaws met een stok de kop van zijn zalm had afgebroken, die dag dat hij haar had verteld wat Keith had gezegd: de zalm heeft overal antwoord op. Nu had ze honger genoeg om te begrijpen wat hij daarmee moest hebben bedoeld.
Weer rommelde de donder in de verte. Elke keer dat dat gebeurde, wenste Claire dat het een vliegtuig was dat naar hen zocht.
'We zullen nog spijt krijgen dat we onder de beschutting van de bomen zitten als er een reddingsvliegtuig overvliegt,' zei ze.
'We zitten toch niet op de route waar zij zouden zoeken.'
'Howard heeft zelf een helikopter.' Claire wakkerde de vlammen aan zoals Nick haar had geïnstrueerd. 'Als hij Diana en Ethan heeft verteld dat we vermist worden, vragen ze hem vast persoonlijk mee te gaan zoeken.'
Toen de zalm nog maar half gaar was, begon er regen te vallen uit de steeds donkerder wordende lucht, eerst grote ploffende druppels en toen een stortvloed. Claire en Nick kropen onder een lage stenen richel waar ze maar net onder pasten als ze zaten, en keken toe hoe hun kostbare vuur verzoop.
'Ach ja,' zei Claire. 'In de chique kwaliteitsrestaurants is het tegenwoordig toch mode om je zalm of tonijn nog half rauw te bestellen.'
'Fijn om te weten dat we in stijl dineren.'
Maar hij schrokte de warme vis net zo snel naar binnen als zij. Om hun handen te wassen hoefden ze ze alleen maar even in de regen te steken.
'Wat handig,' zei Claire. 'Je maakt mij niet wijs dat het geen voordelen had om een holenmens te zijn.' Toen Nick grimmig bleef kijken, met zijn donkere baardschaduw nog sterker op een holenmens lijkend, gaf ze hem even een stomp tegen zijn schouder. 'Hier blijven we droog, en de vloer loopt zo schuin af dat we hier binnen niet bang hoeven te zijn voor plassen.'
'De eeuwige optimist,' mompelde Nick.
Hij was somber geworden, en dat baarde haar zorgen. Ze voelde zijn wisselende emoties zo precies aan - hoe had ze dan iets zo verontrustends in Keiths leven dat hij erom vermoord werd, kunnen missen?
'Het minste wat ik kan doen is je nek of je rug masseren,' bood ze aan toen ze Nick zijn hoofd zag ronddraaien en over de achterkant van zijn nek zag wrijven.
'Je enkel zal het morgen moeten uithouden, Claire. Ik zou je vermoedelijk niet eens meer kunnen optillen na dat enorme diner dat je net op hebt.' Hij keek even in haar richting, en zelfs in de dieper wordende schemering zag ze dat hij plotseling glimlachte, en haar hart sprong op. 'Die massage... geweldig idee,' fluisterde hij. 'Die kan ik wel gebruiken.'
Ze schoven wat dichter naar elkaar, en hij ging met zijn rug naar haar toe zitten en trok zijn leren jack uit. Zijn overhemd dat ze als visnet hadden gebruikt, lag in een doorweekt hoopje op de grond, maar hij had zijn T-shirt nog aan. Ze kroop achter hem en leunde op haar knieën naar voren om zich schrap te zetten. Nicks nek- en rugspieren onder het soepele dunne katoen leken even steenachtig als de rotsen om hen heen, tot hij onder haar harde draaiende bewegingen begon te ontspannen. Ondanks de klamme kilte straalde zijn lichaamswarmte door haar vingers en palmen, langs haar armen omhoog, tot diep in haar buik.
'Ja, dat doet me echt goed,' zei hij hees. 'Het is lang geleden dat mijn rug gemasseerd is.'
Ze ging door tot haar armen bijna van haar lijf vielen en leunde toen naar achteren. Een bijna vloeibare warmte was door haar heen gesijpeld en maakte haar zo slap en loom, dat ze het liefst tegen hem aan wilde leunen, haar armen om zijn middel slaan en tegen hem aan kruipen zoals ze de hele dag al had gedaan. Ze wilde dat zijn grote lichaam haar beschutte tegen de storm, als een tweede rotsdak dat een hele wereld vol zorgen weghield.
Hij schoof een stukje weg en dook in elkaar. Nadat hij zijn jack weer had aangetrokken, ging hij onderuitgezakt tegen de ruwe rotswand zitten. Plotseling leek hij weer gespannen. Hij trok zijn lange benen op zodat zijn voeten niet naar buiten, de regen in, staken en sloeg zijn armen om zijn knieën. Ze kon niet zien dat hij haar opnam, maar ze voelde het.
'Ik kan maar beter schoenen voor je maken,' zei hij, 'want zodra je weer gewicht op die enkel laat rusten, kun je niet meer op blote voeten lopen.'
'Ik heb mijn tennissokken nog aan.'
'Ja, en na een paar stappen in die dennennaalden moet je weer gedragen worden. Als je je tas zou willen opofferen, zou ik daar een paar geïmproviseerde schoenen uit kunnen snijden en die misschien met ranken bij elkaar houden, of zelfs met die tandfloss die ik je heb zien gebruiken.'
'Mij best. De top-10 van best en slechtst geklede vrouwen zal toch wel niet tot hier reiken. Hier heersen andere regels, lijkt het.'
'Dat kun je wel zeggen.'
Ze stopte de belangrijkste dingen uit haar tas in haar zakken, waarna Nick de tas met zijn zakmes in tweeën sneed, van de natuurlijke ronding gebruikmakend om er grove sloffen van te vormen.
'Je lijkt straks vast net een elf met die punttenen,' zei hij, over zijn werk gebogen vanwege het slechte licht.
'Ik zit nu gewoon maar hardop te denken, Nick, maar misschien heeft iemand op het vliegveld in Portfalls iemand bij je vliegtuig zien rondhangen. Ik zag dat je de cabine op slot had zitten, maar de olietank of de motor kun je niet afsluiten, toch?'
'De buis om olie bij te vullen en het oliereservoir zitten in de motor, en nee, de toegang daarvan is niet afgesloten. Het blijft maar door mijn hoofd gaan - dat ik dom genoeg was om het vliegtuig na de controle alleen te laten, dom genoeg om niet door te hebben dat DeeDee
'Je hebt tegen mij gezegd dat ik mezelf niet de schuld moet geven van Keiths dood. We moeten allebei tot ons laten doordringen dat andere volwassenen zelf verantwoordelijk zijn voor hun daden. Maar als ik toch even advocaat van de duivel mag spelen wat sabotage van je vliegtuig betreft, er moeten talloze andere manieren zijn waarop onze vijand zonder problemen van ons af had kunnen komen. Maar...'
'Maar wat?'
'Heb je wel eens met een profïelschetser samengewerkt?'
'Dat is nog nooit nodig geweest, maar ik ken wel een aantal politiemensen die er ervaring mee hebben. Denk je dat wij er een nodig hebben?'
'Misschien kunnen we erachter komen wie hierachter zit door ons erin te verdiepen hoe slim hij is. Zijn planning was zo goed, dat het niet veel scheelde of Keiths moord was onopgemerkt gebleven, en bij onze dood zou er zeker niemand aan moord hebben gedacht. Als een vliegtuig eenmaal is neergestort, zou niemand merken dat er van tevoren met een olieslang was geknoeid, of wel?'
'Niet als het bewijs op de bodem van een bergmeer ligt of, nog beter, in de gedachten van een moordenaar, in rook is opgegaan in een brand als gevolg van al die brandstof die we bij ons hadden. Maar van de verdachten die we eerder hebben opgenoemd, zijn alleen Joel en Sam het soort praktische mensen, dat in staat is met een vliegtuig te knoeien. Of het moet een professional zijn geweest.'
'Een beroepsmoordenaar, bedoel je?'
'Iemand die we helemaal niet kennen, bedoel ik, die wist hoe hij voorzichtig een zwakke plek in de olieslang moest maken. Ach, weet ik veel. Maar ik weet wel dat ik zodra we weer thuis zijn Aaron en Mike iedereen laat ondervragen die die dag op het vliegveld was, om te horen wie ze behalve jou en mij daar hebben gezien.'
'Het zal een hele opluchting zijn om je mensen hieraan te kunnen laten werken.'
Alsof hij niets gehoord had ging hij verder. 'Anne en Noah hebben waarschijnlijk geld of middelen genoeg, en de Nances en Howard Chin hebben dat zeker, om een moord te plannen of daar iemand voor in te huren. Maar waarom? Waarom? We hebben net zo weinig bewijs dat onze moordenaar op ons verdachtenlijstje staat als zekerheid dat deze schoenen aan je voeten blijven zitten.'
Hoewel de regen was afgenomen, was er een diepe duisternis gevallen. Maar omdat haar ogen langzaam aan het donker wenden, zag Claire dat Nick haar de schoenen toestak. Hun handen raakten elkaar toen ze ze aannam.
'Wanneer ben je jarig?' fluisterde hij. 'Beschouw dit maar als een vroeg cadeautje.'
'Hier kan de chicste schoenenwinkel niet tegenop,' verzekerde ze hem terwijl ze ze paste. Zelfs hun warmte was welkom. 'Wat weet jij een meisje een geslaagd uitje te bezorgen, Nick Braden. Stel je voor, zo'n opwindende dag, gevolgd door een etentje, en dan ook nog een cadeautje.'
Hij grinnikte. En alleen al het geluid daarvan was genoeg om de natte koude avond op afstand te houden.
'Ben je wakker?' vroeg Nick zacht. Zijn adem beroerde haar haar en verwarmde haar oor.
Toen ze ging verliggen in zijn armen, voelde ze dat er een paar slierten haar aan zijn stoppelbaard bleven haken.
'Het regent niet meer, en het is al minstens een uur dag,' vervolgde hij. 'We moeten eens verder.'
'Ja. Absoluut.'
Beurs en stijf rolde ze met tegenzin van hem vandaan, en toen onder hun afdak uit. Het gebied was met grijs licht overgoten, de dennennaalden drupten en de beek stroomde voort, maar door de mist kon ze niet veel zien. Alles leek in bewegend cellofaan gehuld.
'Ik ga me wassen,' zei ze. Tijdens het lopen liet ze behoedzaam haar gewicht op haar enkel rusten. Ze hinkte en het deed pijn, maar dat zou misschien wel minder worden. Die pijnscheuten waren tenminste over.
Ze ging niet ver om privacy te hebben, maar dat hoefde ook niet in die dikke soep. Toch hield ze toen ze zich in de beek aan het wassen was, een oogje open voor de wilde dieren waarvan ze de vorige dag de sporen hadden gezien.
Het schoot haar te binnen dat het maandag was. Hopelijk zouden de houthakkers aan het werk zijn en zouden Nick en zij gauw hun kamp vinden. Ze waren er allebei van overtuigd dat het dichtbij moest zijn.
Toen ze later op pad gingen, liep Nick langzaam voorop, om doornstruiken heen en soms door laag struikgewas.
'Laten we hier het restje cranberrybrood maar opeten,' zei hij na nog maar een klein stukje.
'Het gaat best. Ik hou het nog wel even vol.'
'Weet ik.' Hij keek om, zijn gezicht een en al bezorgdheid. 'Maar we moeten het rustig aan doen met die enkel.'
Tot haar verbazing stak hij onhandig, bijna onwillig, zijn hand uit om een lok van haar haar achter haar oor te duwen, en streek toen met zijn knokkels licht over haar jukbeen. Het drong pas tot haar door dat haar mond openstond toen hij het kussentje van zijn duim langzaam over haar onderlip liet glijden.
Ze viel zo ongeveer tegen hem aan. Zelfs hier buiten in de wildernis nam Nick alle ruimte in beslag, zoog hij alles naar zich toe.
'Je bent een ontzettend moedige vrouw, Claire. Ik bewonder je en
Ze kwamen samen in een harde omhelzing, met hun armen strak om elkaar heen. Zijn baardstoppels schuurden over haar wang, maar dat kon haar niet schelen. Haar borsten werden platgedrukt tegen zijn borstkas; ze kreeg haast geen lucht maar dat maakte niet uit, ze wilde niet dat er een eind aan kwam.
'We komen hier wel uit,' beloofde hij, 'en dan komen we erachter wie achter jou - ons - aan zit, dat zweer ik je.'
'Ik kan je niet genoeg bedanken voor -'
'Dat komt later wel,' onderbrak hij haar. Hij klonk opeens weer nors en liet haar los. 'Bedank me later maar, als we niet meer gestrand en doodmoe zijn, en als je niet meer uit je doen bent, en aan het rouwen.'
Ze knikte. Het leek of ze hem al haar hele leven kende. Toch was ze nog maar drie weken geleden die andere vrouw geweest: Keiths vrouw.
'Dan weet ik zeker,' vervolgde Nick op een dringende fluistertoon, 'dat het niet alleen maar is omdat je politiebescherming of hulp wilt, maar omdat je mij wilt!'
Ze staarden elkaar aan. Weer knikte ze, omdat ze zeker wist dat haar stem haar in de steek zou laten. Het was alsof er een hele nieuwe wereld aan mogelijkheden tussen hen open was gegaan, en ze bad dat ze lang genoeg in leven zouden blijven om die wereld te zien.
'Misschien moeten we het op een andere manier proberen,' zei Claire toen ze een uur later verder ploeterden.
'Denk je dat we uit de koers zijn geraakt?' vroeg Nick. Hij wees. 'Maar we hebben die hoogste top nog steeds op twee uur, precies waar we hem moeten hebben om bij het kamp te komen, en de mist is helemaal opgetrokken.'
'Nee, ik bedoel een andere manier om uit te puzzelen wie er met je vliegtuig geknoeid heeft.'
'Hoe dan?'
'Nou, wie wist dat wij op zaterdagochtend samen in jouw vliegtuig van het vliegveld in Portfalls zouden vertrekken?'
'Ik denk niet dat dat iets verandert aan onze oorspronkelijke verdachtenlijst. Jij zei dat je tegen Noah had gezegd dat je naar de Cascades zou vliegen toen hij informeerde of je nog nieuwe schilderijen voor hem had.'
'Klopt, maar ik heb niet verteld dat jij me met je vliegtuig zou brengen.'
'Misschien heeft hij dat geraden. Je hebt het toch niet aan Anne verteld, hè? Ik dacht dat je niet meer met haar zou praten.'
'Ik heb haar niets verteld, maar stel dat Noah dat heeft gedaan?'
'Mijn personeel wist het ook, Claire, dus als we ons gaan afvragen wie het aan wie verteld kan hebben, kunnen we net zo goed meteen de hele stad verdenken. In een getuigenis voor de rechter wordt wat iemand van iemand anders gehoord zou kunnen hebben niet geaccepteerd.'
'Dat zal best. Toen Tess belde om me te bedanken voor de ovenschotel, heb ik het aan haar verteld, maar zij was weer op weg naar haar moeder.'
'Toch kan zij het aan Joel hebben verteld, en hij kan het aan edelman, bedelman, dokter en pastoor hebben ver -'
'Laat maar! Ik dacht dat ik een goed idee had.'
'Ik ga eerst met alle mogelijke ooggetuigen op het vliegveld praten, en je telefoon en misschien wel je hele huis controleren op afluisterapparatuur. Dat had ik al veel eerder moeten doen, maar zelfs toen je met die taser werd beschoten, dacht ik niet dat het betekende dat er iemand in je huis was geweest. Nu ben ik daar niet meer zo zeker van.'
Ze ploeterde verder, haar pijnlijke enkel zoveel mogelijk ontziend. Nick liep nog steeds voorop, en ze keek nijdig naar zijn rug, gefrustreerd door zijn reactie, al merkte en waardeerde ze wel dat hij struiken opzij hield zodat ze niet in haar gezicht terug zouden slaan.
'Nick,' riep ze. 'Hoor je dat?'
'Wat?'
'Het zou een waterval kunnen zijn. Hoor je het?'
Hij hield zijn hoofd schuin, en ze verstijfden allebei.
'Dat is geen water, lijkt me, maar misschien een machine ergens. We zouden wel eens vlak bij dat houthakkerskamp kunnen zijn.'
Ze kon zien dat hij popelde om verder te rennen, maar de volgende minuten hield hij het lage tempo vol dat haar enkel voorschreef.
'Kijk!' riep hij, en hij wees.
Eerst zag ze niets, tot ze om zijn brede schouder tuurde. Iets voor hen, vastgetimmerd op de ruige stam van een grote pijnboom, hingen twee verbleekte bordjes. Op het ene stond 'Ik haat boomknuffelaars' en op het andere 'Red een houthakker -Eet een uil'.
'Bingo,' jubelde Nick. 'Houthakkers! En waar houthakkers zijn, zijn ook agenten van staatsbosbeheer. Die letten gewoonlijk op dat er niet illegaal gekapt wordt, maar een redding kunnen ze ook wel aan.'
Door de rij hoge dennen onder de richel waarop ze stonden konden ze een open plek zien met een stel gebouwen met metalen daken en enorme machines voor houtbewerking.
Als opgewonden kinderen grepen ze elkaar bij de hand.
'Zelfs al is er op dit moment niemand in het kamp,' ging Nick verder, 'dan is er toch op zijn minst een weg die het bos uit leidt naar een snelweg.'
'Maar dat gedreun dat ik hoor - er moet iemand in de buurt zijn.'
Toen ze van de richel afdaalden, kreeg Claire de scherpe geur van dennen en zaagsel in haar neus, en ze nieste. Maar van de stille open plek kwam geen andere reactie op hun geroep dan het gefluit van de wind tussen de stilstaande machines.
'Ik ga een kijkje nemen in de gebouwen,' zei Nick. 'Ik ben zo terug.'
Zodra hij wegrende, voelde ze zich alleen, klein tussen die grote apparatuur, alsof ze in een soort mechanisch Jurassic Park in de val zat tussen dinosauriërs. Naast deze kolossen leken Joel
Markwoods apparaten voor de cranberryoogst kaboutermachientjes. Een paar roestige reuzen met klauwen, gebogen rug en lege ogen versperden Claire de weg. Op de modderige zwarte huid van de ene stond Skidder 2 en hij zag eruit of hij hele bomen kon wegslepen. De Slasher, met zijn scharnierende arm uitgestrekt, had gigantische mesachtige rijen tanden in een verslindende muil, die haar aan Joels droge oogster-snoeier deed denken. Ze kon die monstermachines bijna horen brullen of grommen.
Claire schrok op toen ze het weer hoorde - een brommend geluid in de verte. Geen waterval, maar een vliegtuig?
Ondanks het weer opkomende gebons in haar enkel rende ze bij de machines vandaan en keek omhoog. Misschien een helikopter? Had er een vlakbij gevlogen, die nu weer omgedraaid was? Was dat wat ze had gehoord?
'Nick, Nick!' gilde ze. 'Ik hoor een vliegtuig!'
Hij kwam aanrennen en spiedde de lucht af. 'Geen telefoon daarbinnen.' Hij luisterde. 'Klinkt als een heli. Kom hier, hier is het open. We hebben niets om hun aandacht mee te trekken, maar misschien zien ze ons. Zelfs al is het zo'n toestel dat hout wegdraagt, dan kunnen ze nog over de radio om hulp vragen.'
Vlug ging Claire naast hem bij de lange open schuur staan, die een grote ontschorser herbergde. Om het gebouw heen lagen hoge bergen afval. Nick trok zijn jack uit en zwaaide ermee. Het steeds duidelijker herkenbare whup-whup van de helikopterbladen kwam dichterbij. Ze konden nog steeds niets zien, maar hij moest hen wel zien.
Toen scheen de zwarte helikopter vlak boven de boomtoppen van de richel op te stijgen. Door het dolle heen van opluchting begon Claire te schreeuwen, ook al wist ze dat de piloot haar heus niet zou kunnen horen.
Tot hun grote ontsteltenis vloog de heli over hen heen.
'Nee, hè,' riep ze.
Het geluid nam toe, even later kwam hij terug.
'Ze hebben ons gezien!' riep Nick uit.
Claire werd verblind door tranen toen de helikopter stil bleef hangen en toen begon te dalen. Niet alleen was er hier meer dan genoeg ruimte om te landen, er was zelfs een cirkel op de grond geschilderd die vermoedelijk als geïmproviseerd landingspunt diende. Misschien zouden hun redders toch houthakkers blijken te zijn.
Claire zag mensen in het toestel, twee mannen. Ze zwaaide wild terwijl Nick signalen gaf, als grondpersoneel op een vliegveld wanneer een toestel naar de gate taxiet. De mannen in de heli openden de deur voor ze landden, en de ene leunde naar buiten. Hij had een helm met een zonneklep op.
Ze zouden toch niet alleen maar van vijf meter boven de grond iets roepen of droppen en hen dan daar achterlaten, dacht Claire verbaasd. Of zou de man die naar buiten leunde zo'n reddingsladder of -mand laten zakken? Waarom landden ze niet gewoon? Gefascineerd keek ze toe, als naar een film in slow motion, hoe de man die naar buiten leunde iets naar zijn schouder tilde.
In de toenemende turbulentie van de rotoren vormden schors en zaagsel een tornado om hen heen. Nick schreeuwde haar iets toe, maar ze kon hem niet verstaan, kon zichzelf niet eens horen denken in dat gebulder, alsof ze verslonden zouden worden door de neerstortende waterval.
Plotseling bukte Nick zich en tackelde haar. Maar voor ze de grond kon raken sleepte hij haar mee en begon zigzaggend door de wervelwind van de helikopter weg te rennen.
Ze gilde toen Nick dook en hen toen samen onder de lange klauwarm van de Slasher liet rollen. Ze kreeg stof en aarde binnen, stikte bijna, en haar ogen prikten.
'Wat?' krijste ze.
'Geweer!'
Claires hart bonkte zo luid dat het het geluid van de helikopter overstemde. Ze dacht weer aan de folterende pijn van de taser, maar een kogel zou vast nog erger zijn. Op haar buik kroop ze dicht tegen Nick aan.
'Moeten we rennen of in dekking blijven?' schreeuwde ze.
'Mijn schouder, ik heb mijn schouder geraakt.'
'Een schot?'
'Tegen het wiel van deze machine. Gebroken, denk ik. Maar we moeten rennen, voor als ze soms landen.'
Dat deden ze inderdaad. Met haar ogen dichtgeknepen tegen de rondvliegende rommel zag Claire de helikopter zakken en landen. Ze hielp Nick op zijn knieën, hem vasthoudend bij zijn goede linkerarm. Zijn gezicht was vertrokken van pijn. Tenzij ze weer tussen de bomen wisten te komen, zouden ze een gemakkelijke prooi zijn als die mannen uit de helikopter kwamen. Maar ze zouden tenminste te weten komen, dacht Claire door haar paniek heen, wie er achter hen aan zat - als ze zo lang in leven bleven.