17
'Ik heb het toestel al geïnspecteerd,' riep Nick Claire toe toen ze met haar weekendtas, aktetas en jas kwam aanlopen. 'Klaar voor vertrek?'
'Nou en of,' antwoordde ze terwijl hij omhoogklom om haar spullen achterin te bergen. 'Het is een schitterende dag.'
'In de buurt van de bergen kan later mist opkomen, maar dan zijn we er al lang,' zei hij. Hij sprong naar beneden.' De Susan is startklaar, en ik heb ons vluchtplan al ingediend.'
Claire keek naar het vliegtuig op, dat hoog op zijn drijvers en wielen stond, zodat de cabine zich minstens drie meter boven de grond bevond. Ze keek toe terwijl Nick de wielblokken weghaalde, waarvan DeeDee er de vorige week eentje had gebruikt om hem knock-out mee te slaan. Ondanks die afschuwelijke herinnering, te midden van zoveel andere, had Claire voor het eerst in lange tijd het gevoel dat haar zorgen heel ver weg waren.
Toen ze terugdacht aan het telefoongesprek met Howard Chin, nog maar vijf dagen geleden, leken zijn laatste woorden profetisch. Pas goed op jezelf tot zaterdag. Dat was precies wat ze de afgelopen week had gedaan. Er was niets ongewoons gebeurd rond de herberg, en daarom was ze weer aan het werk gegaan. Ze had Keiths truck verkocht, was verdergegaan met schilderen en begon beter te slapen. Ze had nog wat finishing touches in de herberg aangebracht en was klaargekomen met de ingewikkelde en droevige taak van het afhandelen van het papierwerk betreffende Keiths dood. En ze bad elke avond dat degene die haar zo had gekweld, wie het ook was, nu had besloten, om welke reden dan ook, daarmee op te houden.
Ze had ook het gevoel dat Nick die week enige vorderingen had geboekt in zijn onderzoek naar Keiths verleden, ook al noemde hij wat hij vond negatief bewijs, of 'geen nieuws is nieuws,' zoals hij het uitdrukte. Nauwgezet onderzoek van Keiths computer had niets verdachts aan het licht gebracht, zelfs geen verwijderde e-mailcorrespondentie met Anne, wat wel het minste was wat Claire had verwacht. Ook de interlokale gesprekken die Keith had gevoerd en die waren getraceerd door het telefoonbedrijf, hadden niets ongewoons opgeleverd. Wat Claire betreft, zij had vier keer Sam Twoclaws gebeld om met hem te praten, maar ze had hem niet thuis getroffen en hem ook niet bij de rivier gezien.
'Daar ga je,' zei Nick, die haar omhoog hielp naar de eerste trede. 'Gewoonlijk zet ik een krat neer waar gasten op kunnen staan, maar er is op dit moment niemand in de buurt om hem weg te halen als wij weg taxiën.'
Claire was zich zeer bewust van het uitzicht dat ze hem bood toen ze vlak voor hem in haar stoel klom. De impact die hij op haar had was altijd direct en hevig. Het voelde altijd alsof hij haar stevig omhelsd had in plaats van alleen maar aangeraakt of aangekeken.
Nick klom ook in zijn stoel. Louter zakelijk nu inspecteerde hij haar gordel, maakte de zijne vast en zette de radiokoptelefoon op. Daarna zette hij zijn spiegelende pilotenzonnebril op. Ze zag dat hij, terwijl hij de sleutel omdraaide om de motor te starten, het instrumentenpaneel inspecteerde. In haar ogen was het een wirwar van wijzertjes en metertjes.
De Susan kwam in beweging. Nick taxiede hen het asfalt op naar de enige, korte startbaan. Ze zouden recht boven de baai en Puget Sound opstijgen.
'Cessna drie-zes-vijf-vijf,' zei Nick. 'Portfalls Toren, taxi voor west?'
'Eh... Roger, drie-zes-vijf-vijf,' kwam het antwoord. 'Cleared for takeoff west. Prettige dag verder, sheriff.'
'Gashendel omhoog,' zei Nick zacht, tegen zichzelf of tegen haar, dat wist ze niet. Het toestel begon te trillen en het lawaai van de motor nam toe. Claire onderdrukte een tevreden grijns; met alle gedoe van het vliegen zou Nick tenminste niet doorhebben dat zijn nabijheid alleen al voldoende was om haar nerveus te maken.
Ze hield even haar adem in terwijl ze zich afvroeg of ze zelfs hier boven de waterval zou horen. Nee, besloot ze, niets aan de hand. En ze ging er eens goed voor zitten om van de vlucht te genieten.
Nick wierp een blik op het instrumentenpaneel. Brandstoftoevoer en oliedruk leken in orde. Het brullen van de motoren zwol aan. Zijn hart sprong op toen ze opstegen; het was een bijna seksuele sensatie.
Zijn blik gleed over Claires benen, haar tegen elkaar gedrukte dijen. In haar rode met dons gevulde bodywarmer over een geruite blouse met lange mouwen en een zwarte spijkerbroek leunde ze iets naar voren om uit het raampje te kijken. Hij voelde het oplopende toerental van de motoren in zijn lichaam vibreren toen het toestel over het water vloog en toen landinwaarts boog naar het oosten.
'Ik heb Portfalls nog nooit vanuit de lucht gezien,' riep Claire. Ze klonk zo opgewonden als een kind terwijl ze uit haar zijraampje keek. 'Ik probeer de rivier terug te volgen, maar ik kan de herberg niet vinden.'
'Het enige wat je kunt zien, is de oprit en een deel van het dak.'
'O, ik zie het! De waterval valt zelfs hiervandaan op.'
'Het is een korte vlucht, dus we hebben tijd voor de toeristische route - maar dat is het hier in de buurt overal. Het is altijd mooi hierboven, en vandaag lijkt het nog mooier.'
Ze keek glimlachend zijn kant op. 'Ik vind vliegen heerlijk. Dat vond je vrouw zeker ook, omdat je het vliegtuig naar haar genoemd hebt.'
'Ik heb het toestel naar haar genoemd, maar ze hield niet van vliegen. Ze tolereerde het alleen maar.'
'O,' zei Claire met een opgelucht gezicht - of was het een tevreden gezicht? - terwijl ze zich afwendde om weer aan haar kant uit het raampje te kijken. Hij moest weer aan DeeDees woorden denken die hem tijdens haar verhoor zo dwars hadden gezeten; ze had gezegd dat hij blind was voor hartsaangelegenheden. Als dat klopte, zou hij daar in de toekomst graag verandering in brengen, misschien met deze vrouw.
De motoren omringden hen met hun gebrom, en het uitzicht was zo adembenemend, dat ze er allebei stil van werden. Een uitgestrekt bos bedekte de westelijke hellingen van Mount Baker-Snoqualmie. Hier en daar zigzagde er een skilift, houthakkerspad of landweggetje onder hen, en in het Alpine Wilderness-gebied schitterden kleine meertjes in de zon. Af en toe konden ze mensen op een vlot of in een kajak zien, en langs de grotere waterwegen zelfs vissers.
Het diepe groen van onbetreden gebieden met Canadese dennen en ceders scheen van de blauwige bergen te stromen. De Cascades waren eindelijk hun sneeuwkappen kwijt, maar binnen een paar weken zouden ze weer bedekt worden. Dat was de sneeuw waaruit de aanzwellende zilveren stromen ontstonden die over de rotsoppervlakken, de heuvels en valleien liepen, inclusief de Bloodroot River die langs de herberg stroomde.
'Mount Snoqualmie recht vooruit, en dan passeren we de I-5 voor we gaan dalen,' meldde Nick, luid pratend zodat ze hem kon verstaan. 'Met de auto zou het ons vermoedelijk drie uur hebben gekost, omdat de weg het laatste halfuur lang en kronkelig is.'
'O, zijn we er al bijna? Kunnen we niet nog wat langer doorgaan?'
'Uw wens is mijn bevel. Ik dacht precies hetzelfde.' Haar glimlach verlichtte de cockpit sterker dan het binnenstromende zonlicht. Hij stuurde het vliegtuig een tikje naar het noordoosten en vloog in een grotere cirkel. Hij had kaarten van het gebied bestudeerd en was er vrij zeker van dat hij Lake Hemlock gemakkelijk zou kunnen vinden door op wegen en bergen af te gaan, maar hij was ook bevoegd om op de instrumenten te vliegen en had de coördinaten genoteerd. In een vliegtuig wist hij tenminste altijd waar hij heen ging.
Het gedreun van de motoren, de zon en de opwinding met Nick samen uit Portfalls weg te zijn zorgden ervoor dat Claire in dromerij verzonk. Het was haast of ze er vandaag samen vandoor gingen, om de hele wereld rond te vliegen. Come Fly With Me, had de man in het restaurant op het vliegveld plagend tegen haar gezongen, die avond dat DeeDee Nick had aangevallen. Hierboven schenen geen angsten of zorgen te zijn, geen grenzen of terreinafbakeningen
Ze zag dat Nick zijn monitoren weer inspecteerde. Hij ging met een ruk verzitten en boog naar voren om vier wijzers te bekijken die recht voor haar zaten. Brandstof Links, Brandstof Rechts, Oliedruk en Olietemp, las ze. Hij rukte zijn zonnebril af, zijn schouder drukte hard tegen de hare toen hij voor haar langs leunde om het beter te kunnen zien.
'Onmogelijk!'
'Wat?'
'Hoe kan die verdomme zo vlug leeg raken? Ik heb hem voor vertrek nog gecontroleerd.'
'Verliezen we brandstof?'
'Olie. Weg.'
Ze zag dat de oliedruk op nul stond en dat de wijzer van de olietemperatuur omhoogvloog.
'Dus we moeten omkeren?' vroeg ze. Haar stem klonk iel en beverig.
'Veel te ver, dat halen we nooit. Luister,' beval hij terwijl hij zich zwaar in zijn stoel liet terugvallen. 'De motor houdt er binnen een paar minuten mee op, maar ik zal proberen ons omlaag te laten glijden.'
'Waarnaartoe?' riep ze terwijl ze haar blik van hem losmaakte en naar de dichte bomen onder hen keek.
'Naar een noodlanding op een meer, als we geluk hebben. We moeten naar meren gaan uitkijken - lange meren die noord-zuid lopen, als het kan.' Zijn stem was laag en beheerst, maar hij zag er woedend uit.
Ze rekte haar nek om uit haar raampje te kijken. 'Nee, Claire, niet achter ons, vóór ons!' beval hij met een stem die bijna brak.
Ze probeerde te doen wat hij zei, maar ze voelde zich verlamd, blind. Duizend gedachten bestormden haar. Het moest een grapje van hem zijn; dit moest een nachtmerrie zijn. Maar daarvan had ze er de laatste tijd al zoveel gehad dat ze die wel zou herkennen. Dit was echt en gebeurde nu.
Was dit, als je naging wat ze allemaal al hadden doorgemaakt, toeval, een akelige samenloop van omstandigheden? Of was het weer een poging haar bang te maken? Het leek wel of het hele vliegtuig deze keer door een tasergun geraakt was.
Net als toen ze haar moeder en Keith had verloren, voelde ze zich bang en kwetsbaar. Maar ze was niet van plan zelf het leven te verliezen.
'Nu niet in paniek raken, Claire,' zei Nick, afwisselend naar zijn andere metertjes kijkend en voorover leunend om een meer te zoeken waarop ze konden landen.
Terwijl ze haar best deed kalm te blijven, keek Claire ook voor zich uit; ze kneep haar ogen dicht tegen de felle zon en beschutte ze met haar hand, ondanks haar zonnebril. Het blauw en groen beneden scheen te flikkeren, tot één geheel te worden, als een uitgestrekt olieschilderij.
Ze hapte echter naar adem en klemde zich aan haar stoel vast toen de motor sputterde en toen gewoon ophield, precies zoals Nick had voorspeld. De stilte, het gegier van de wind was oorverdovend. Hoewel het vliegtuig langzaam, gestaag, begon te dalen, belandde Claires maag in een vrije val.
'Ik heb dit ding gecontroleerd,' mompelde Nick met zijn handen zo stevig om het stuur dat zijn knokkels wit werden. 'Slang, afvoer - onmogelijk.'
Hij schraapte zijn keel, en heel even dacht Claire dat hij zou gaan huilen, precies zoals zij het liefst wilde doen. Ze kon haar hart zo hard horen bonzen dat het zijn stem bijna overstemde.
'Ik kan tweehonderd meter glijden voor elke kilometer hoogte,' zei hij, alsof hij iets opdreunde wat hij uit zijn hoofd had geleerd. Ze zag hem weer op de hoogtemeter kijken. 'Het meer waar we landen moet binnen twee en een halve kilometer van onze huidige positie liggen, liefst minder. Help me zoeken, Claire.'
Plotseling voelde ze zich heel nauw met hem verbonden. Ze had hem nodig, en ze moest hem laten weten dat het hun samen wel zou lukken.
'We vinden wel een meer,' hoorde ze zichzelf zeggen, 'een lang meer, noord-zuid, zodat je ons veilig neer kunt zetten.'
Banger dan ze ooit was geweest rekte ze zich in haar gordel naar voren om door de voorruit over de neus heen te kijken, waar de propeller niet langer uit zichzelf ronddraaide maar geluidloos zwenkte. Nick, de man die hun kans op redding belichaamde, bediende de vleugelkleppen om hen soepel omlaag te laten glijden, omlaag door die lucht waar maar geen eind aan kwam.
'Kun je zwemmen?' vroeg hij toen het toestel dichter bij de aarde kwam.
'Je zei dat je ons helemaal tot beneden kon laten glijden.'
'Voor het geval dat.'
'Ja, ik kan zwemmen. Daar!' riep ze triomfantelijk, naar de voorruit wijzend. 'Zie je dat meer, in de vorm van een vishaak? Dat loopt bijna helemaal noord-zuid, hè?'
Hij leunde wat verder naar voren. 'Daar hebben we de meeste kans, zo te zien.'
'Laten we via de radio om hulp vragen, dan kunnen ze bijna meteen komen als we geland zijn - als we op het water landen, bedoel ik.'
'We zijn inmiddels buiten het bereik van de toren en we zitten vermoedelijk ook te laag voor radiosignalen. Maar misschien hoort iemand in een ander vliegtuig ons en kan die ons noodsignaal doorgeven. Pak mijn koptelefoon en zet hem op. Als je iemand bereikt, vertel ik wel wat je moet zeggen.'
Haar vingers streken door zijn kroeshaar toen ze de koptelefoon met de daaraan bevestigde microfoon pakte. Het was hem niet aan te zien, maar hij zat te zweten; zijn voorhoofd was drijfnat.
Claire hoorde niets dan geruis op de radio. Ze probeerde andere kanalen zoals Nick haar opdroeg, maar toen ze weer uit het raampje keek, waren ze bijna beneden. Pure doodsangst beving haar toen boomtoppen en het meer naar hen reikten. De aandrang haar blaas te legen werd bijna onhoudbaar.
'Mayday, Mayday,' riep ze in de microfoon. 'Klein vliegtuigje - motor uitgevallen - d-dalend voor n-noodlanding.'
Toen ze zweeg, hoorde ze alleen maar het suizen van de wind tot Nick mompelde: 'Verdorie, het meer is kalm.'
'Maar dat is toch goed? Dan schommelen we minder als -'
'Ik moet golven hebben of iets op het water om de afstand te kunnen schatten. Als we te laag zitten, is het te laat om zonder harde klap neer te komen.'
Te laat... Harde klap... Ze begon stilletjes, fanatiek te bidden. Voor Nick, voor zichzelf. Ze had tenminste geen kinderen die zouden achterblijven. Het was de enige keer in haar leven dat ze het als een voordeel zag kinderloos te zijn.
De krantenkoppen zouden nu letterlijk een paar van hen maken, anders dan het hoofdartikel in de Portfalls Portfolio over DeeDees stalking had gedaan. Deze kop zou luiden: Sheriff en weduwe van recente zelfmoordenaar storten samen neer. Of: Weduwe komt achttien dagen na vreemde dood van echtgenoot om in vliegtuigongeluk. En deze dood zou ook vreemd zijn, dacht Claire. Hoewel Nick op dat moment te druk bezig was met zijn pogingen hen te redden om te praten, moest hij wel denken dat er met zijn vliegtuig geknoeid was - net als met haar veranda en haar schilderij en haar leven.
'Daar gaan we,' fluisterde Nick meer tegen zichzelf dan tegen haar. Toen hij eraan toevoegde: 'Hou je vast, liefje,' wist ze niet of hij het tegen haar of tegen het vliegtuig had, maar ze hoopte dat het tegen haar was.
Claire tuurde door de voorruit terwijl hij probeerde laag en gelijkmatig over de boomtoppen te naderen. De inspanning stond op zijn gezicht te lezen. Ze moest zich beheersen om zijn voorhoofd niet af te vegen terwijl hij worstelde de landing zo goed mogelijk te laten verlopen. Het meer, verblindend in het zonlicht, leek kleiner naarmate ze dichterbij kwamen. Het was ondoorzichtig grijsblauw en weerspiegelde lucht en wolkenmassa's alsof het hele heelal ondersteboven was gedraaid. Het grote woud veranderde in afzonderlijke ceders en pijnbomen die onder hen door - op hen af - vlogen.
Claire staarde naar het glazige wateroppervlak dat hun landingsbaan zou worden. Dichte bomen groeiden hier tot vlak bij het water, zodat er geen strandjes te zien waren. Nick had gelijk. Met dat spiegelende meer kon ze niet beoordelen hoe hoog de bomen waren of hoe hoog ze zelf zaten en -
Zij gilde en hij vloekte toen ze de boomtoppen zachtjes, toen scherp raakten. Ze slingerden of ze in hevige turbulentie terecht waren gekomen. Claire greep haar stoel vast, hoewel ze zich liever aan Nick vastgeklampt zou hebben. Misschien haalden ze het meer niet eens. De buik van het vliegtuig bonkte nog harder. Claire tilde haar voeten van de trillende vloer op alsof er elk moment een boomtop doorheen kon komen.
'Hou je voeten omlaag om je schrap te zetten voor als we op de zijkant of de neus neerkomen,' beval Nick, die nu ijzig kalm klonk. 'De drijvers kunnen kapot of verdwenen zijn, en dan komen we in het water terecht.'
Claire kon pas zien hoe dicht ze bij het wateroppervlak waren toen het vliegtuig eerst als een weggeschoten steentje ketste en het toen echt raakte. Woest schuim vloog tegen hun voorruit omhoog en verblindde hen. Nick gromde alsof iemand hem in zijn buik had gestompt. Claire hield haar adem in terwijl ze neersmakten, schuin opzij sloegen en draaiden.
Ondanks haar gordel viel ze bijna boven op hem. Haar armen en benen vlogen alle kanten op. Pijn schoot door haar enkel. Haar hoofd schoot naar voren en weer terug. Plotseling werden de raampjes weer helder en scheen opeens de zon naar binnen, maar alleen aan haar kant van het toestel, dat zich nu boven hen bevond.
'We moeten eruit,' riep Nick. 'We mogen ons hier niet laten insluiten!'
Voor het eerst klonk hij paniekerig, en ze begreep waarom. Het uitzicht door zijn zijraampje bestond nu uit kolkend groen water en luchtbellen. Hij maakte zijn gordel los, en toen die van haar. Ze viel weer tegen hem aan alsof ze bij hem op schoot werd gegooid.
Haar hoofd tolde. Gedesoriënteerd. Met de zijkant naar boven. Was ze met Keith van de brug af gesprongen? Het water probeerde haar naar beneden te trekken, de rotsachtige bodem beukte haar. Nee, dat was Nick onder haar in het vliegtuig.
'Naar buiten!' riep hij heftig. Hij wees omhoog, duwde haar weg. 'Gauw, gauw!'
Hij ging staan om langs - over - boven haar te reiken en opende haar deur. Hij schoof hem omhoog. Frisse lucht stroomde naar binnen, en toen sloeg een klein, ijskoud golfje water in haar gezicht en doordrenkte haar. Nicks handen klemden om haar middel, toen haar heupen, haar dijen. Hij tilde haar op, en ze reikte naar het zonlicht. Haar instappers vielen uit, maar ze sleurde ook iets mee.
Ze verloor haar zonnebril; het felle licht verblindde haar. Het vliegtuigje schommelde in het water, golven reikten naar haar. Op haar gladde kousenvoeten stond ze op de zijkant van de gestroomlijnde romp; ze liet zich op haar knieën zakken zodat ze de vleugelsteunen kon vastpakken. Haar enkel klopte en deed afschuwelijk pijn. Maar ze waren beneden en ze leefden - ze leefden.
Hijgend hees Nick zich naast haar omhoog. Hij zag er versuft uit, alsof hij een ander tafereel, een ander beeld zag. 'Gauw,' bracht hij uit, 'voor we mee omlaag worden gezogen.'
Toen ze aarzelde, sprong hij en trok haar mee het water in.
Het koude grijs bracht haar met een klap weer tot de werkelijkheid. Meteen leegde ze onder water haar blaas. Ze schopte en zwom naar opzij, weg van het snel vollopende vliegtuigje, hoezeer wat ze in haar handen hield - haar handtas - haar ook naar beneden trok. Maar ze klampte zich eraan vast alsof het een zwemvest was.
Toen ze stopte en omkeek, was Nicks gezicht een en al angst - nee, rauwe woede. Hij keek zo doodongelukkig en zijn huid glom zo nat, dat het leek of hij een zee van tranen had gehuild.
'Naar de oever,' beval hij, naast haar watertrappelend. 'De olie is weg, maar er zit benzine in het water. Hou die uit je ogen en je mond.'
Het meer was lang maar smal. Ze zwommen en peddelden naar de dichtstbijzijnde, dicht met bomen begroeide oever. Toen Claire eindelijk in taillehoog water probeerde te gaan staan, ging er een pijnscheut door haar enkel. Ze slaakte een kreet en struikelde. Angst, opluchting, shock. Onbedwingbaar bevend begon ze te huilen.
Nick waadde naar haar toe en tilde haar in zijn armen, drukte haar dicht tegen zich aan. Wankelend liep hij de smalle met stenen en oesterschelpen bezaaide oever op; toen zette hij haar neer en liet zich naast haar op de grond vallen.
Een meter of twaalf van hen vandaan liet het vliegtuig een luid gegorgel horen. Zij aan zij, zwijgend, staarden ze ernaar. De ene vleugel ging triest omhoog alsof hij nog even naar hen wuifde. Toen verdween de Cessna langzaam in het meer en bleven ze alleen achter in de uitgestrekte wildernis.