4
De mannen trokken Keiths lichaam uit de rivier. Zijn bovenlijf en zijn voeten waren bloot, de rivier moest zijn sweatshirt en zijn schoenen van hem afhebben gerukt. Op de tegenoverliggende oever ritsten ze hem in een zwarte plastic lijkzak, terwijl Nick Claire hield waar ze was. Toen Anne hen bereikte, liep Nick een stukje weg om op zijn mobiele telefoon de lijkschouwer te bellen.
Het was nog maar één dag geleden, op precies hetzelfde tijdstip, dacht Claire terwijl ze daar stond met Annes bevende arm om zich heen in plaats van Nicks vaste arm, dat Keith zijn vroegere baas, Ethan Nance, in Seattle had gebeld om hem en zijn vrouw te logeren te vragen. De Nances hadden beloofd hen op weg te helpen door de herberg bij al hun contacten in Seattle aan te bevelen
Terwijl vier mannen de lijkzak de rivier over droegen, zich vasthoudend aan de hulplijnen die ze hadden gespannen, werd alles vaag om Claire heen, alsof ze onder de neerstortende waterval stond. Ze maakte zich van Anne los en raakte de plastic zak aan, liep er toen achteraan naar het glooiende grasveld, waar de mannen hem neerlegden.
Binnen de kring redders zei Claire, blind voor alles behalve voor de verpletterende realiteit, tegen Nick: 'Ik wil zien dat hij het echt is.'
Nick knikte naar zijn hulpsheriff, die de activiteiten had geleid. Nog steeds in zijn waadbroek liet Aaron zich op zijn knieën zakken en ritste het bovenste deel van de zak open. Het haar alleen al, hoewel nat en plakkerig en donkerder door het water, vertelde haar dat het Keith was.
'Ja,' zei ze.
Ze huilde niet, want ze voelde niets, alsof ze zelf ook dood was.
Na de pizza en het telefoontje naar de Nances waren ze verdergegaan met het schilderen van de grootste van de drie gastenkamers, die waar ze de antieke ijzeren badkuip op leeuwenklauwen hadden geïnstalleerd. Die hadden ze eigenlijk voor zichzelf bedoeld, maar ze waren tot de ontdekking gekomen dat hij te zwaar en onhandelbaar was om hem de wenteltrap op te krijgen. Ooit - veel te lang geleden - toen ze de waterleiding en de afvoer voor elkaar hadden, hadden ze zich uitgekleed en de kuip samen uitgeprobeerd, spetterend en lachend. Haar haar was nat geworden, het zijne ook.
Was dat de laatste keer dat ze samen gevrijd hadden en het echt hadden gemeend? Ze waren allebei zo moe, hadden het soms te druk of te veel aan hun hoofd. Was dat zorgeloze, idiote uurtje in de badkuip ook de laatste keer dat ze het werk even met rust hadden gelaten en gelachen hadden? En in plaats van dat ogenblik te koesteren en elkaar eens stevig vast te houden hadden ze vlak daarna ruzie gekregen omdat Keith nog meer van die opgezette zalmen van Sam aan de muur wilde hangen. Zij had gezegd dat het op de etalage van een ordinaire viswinkel begon te lijken. Hoe had ze zo gemeen kunnen zijn? Kon ze hem maar vertellen dat ze er spijt van had, daarvan en van het feit dat ze niet altijd blij met hem was geweest.
Eindelijk arriveerde het busje van de lijkschouwer. David Shaw was eigenlijk tandarts, maar daarnaast fungeerde hij als lijkschouwer. In het bijzijn van hem en Nick identificeerde Claire Keiths opgezwollen lichaam officieel. Hij zag eruit of hij een pak slaag had gehad; en dat had hij ook, van de rivier en de rotsen. Maar niet van het leven, bezwoer Claire zichzelf, en alleen iemand die door het leven verslagen was, pleegde opzettelijk zelfmoord.
Met grote inspanning maakte ze zich uit haar gevoel van bevriezing los. 'Het moet een ongeluk zijn geweest,' zei ze tegen de lijkschouwer, een gedrongen man van middelbare leeftijd met heel kort haar. 'Hij moet van die oude rotte spoorbielzen gegleden zijn. Die zogenaamde ooggetuige zei dat hij sprong, maar die kan best een val voor een sprong hebben aangezien.'
'Oorzaak en wijze va*? overlijden moeten nog worden vastgesteld, Mrs. Malvern,' zei hij. 'Het lichaam wordt na de autopsie aan u overgedragen.'
'Autopsie? Ik... Ik wil geen autopsie.'
'Standaardprocedure in een onderzoek bij overlijden,' kwam Nick ertussen, 'zeker in een geval als dit.'
'De autopsie wordt niet door u uitgevoerd?' vroeg ze aan David Shaw. Ze stond op het punt haar zelfbeheersing weer te verliezen. Een gruwelijk beeld van deze tandarts, die zich met zijn boor en zijn krabbertje over Keiths lichaam boog, schoot door haar hoofd.
'Nee, ma'am. Net als sheriff Braden hier ben ik na een verkiezing benoemd,' legde David Shaw uit. 'Ik teken alleen alle papieren, regel alles, houd de dossiers hier bij. De autopsie wordt door een patholoog - een arts - in Seattle gedaan.'
'En ik kan niets doen om dat tegen te houden? Ik wil niet dat Keith... dat hij... opengesneden wordt.'
Ze wankelde op haar voeten, maar Nick was er meteen bij om haar overeind te houden, met zijn ene hand onder haar elleboog, een arm om haar schouders.
'Ik voel met u mee, Mrs. Malvern,' zei de lijkschouwer terwijl hij de lijkzak weer dichtritste en hem op een rijdende brancard achter in zijn busje liet glijden. 'Maar zoals de sheriff zegt, bij een plotseling, onverwacht sterfgeval, waar niemand bij was -'
'Die man die beweerde het gezien te hebben,' onderbrak Claire hem, 'belde anoniem. Die is niet te vertrouwen.'
'Het spijt me, ma'am,' herhaalde hij. 'Zoiets is een schok, zelfs wanneer iemand de alarmsignalen ziet.'
Beschuldigde hij haar ervan dat ze aanwijzingen van zelfmoordplannen had gemist? Dat zou ze nooit doen, niet na de manier waarop ze haar moeder verloren had - tenzij ze, bedacht ze opeens, barrières had opgetrokken om zoiets nooit meer mee te hoeven maken. Had ze het moeten zien aankomen? Nee, ze zou zich er door al die zogenaamde experts niet van laten overtuigen dat Keith gesprongen was. 'Het is nu dinsdag,' zei ze. 'Hoe lang voor -'
'Ik zou zeggen dat u de conclusie en de vrijgave rond donderdag kunt verwachten,' antwoordde hij, 'dus u kunt vast plannen maken en het een en ander gaan regelen.'
Vrijgave? Plannen maken en dingen regelen? Hoe zou ze dat kunnen nu haar hele leven samen met Keith in de diepte was gestort? En reken maar dat ze Nick Braden zo ver zou krijgen dat hij haar hielp te bewijzen dat Keith geen zelfmoord had gepleegd.
Toen ze die nacht tussen uitgeput wakker liggen en onrustig slapen zweefde, hoorde Claire iets ratelen. Haar ogen vlogen open en ze ging recht overeind in bed zitten. Het was bijna drie uur, pas vierentwintig uur nadat de nachtmerrie was begonnen. Ze spitste haar oren, net zo van streek door dat enorme lege bed als door het geluid. Wat was het - waar kwam het vandaan?
Ze had tegen Nick, Anne en de predikant gezegd dat ze het best zou redden in haar eentje, dat ze alleen wilde zijn. Ze had haar vader gebeld om hem op de hoogte te stellen, maar erop gestaan dat hij niet zou komen - wat hij trouwens toch niet zou hebben gedaan, en zo hoefde hij niet naar excuses te zoeken. Vanwege zijn pas vastgestelde nierziekte had hij regelmatig dialyse nodig, bovendien had hij zijn nieuwe gezin, waar hij samen met zijn vrouw voor moest zorgen. Zij moest nadenken, rouwen, en ze had geen behoefte aan iemand die haar voortdurend in de gaten hield, zeker niet iemand die haar in de steek had gelaten toen ze haar moeder verloren had. Destijds had hij bijna gedaan alsof het wel eens haar schuld zou kunnen zijn, maar desondanks wilde ze nu dat hij bij haar was.
De maan die zijn licht de vorige nacht volop door de ramen had laten vallen, stond nog kalm en koud te schijnen. Zonder het licht aan te doen liep ze op blote voeten naar het raam en keek naar buiten. Hun slaapkamer keek uit op de oprit. Ze zag niets anders dan zilverkleurig duister, op dat late uur zelfs geen koplampen meer vanaf de slingerende weg.
Toen bewoog er een donkere grote gestalte in de schaduwen, met gebogen schouders. Een beer? Het was op de plek waar ze de vuilnisemmers had neergezet die de volgende ochtend geleegd zouden worden. Iedereen die hier woonde, wist dat je de zinken emmers goed dicht moest doen, met een ketting erom of een gewicht erop zelfs, omdat plunderende wasbeertjes en beren anders een enorme puinhoop konden aanrichten. Maar ze wist zeker dat die van haar dichtzaten. Ze was vreemd trots op zichzelf dat ze op die afgrijselijke dag zoiets gewoons had gedaan.
Ze liep naar beneden en leunde, nog steeds in het donker, over de gootsteen om door het keukenraam te turen en te zien of het een beer was. Het geluid waar ze wakker van was geworden, kon het deksel zijn geweest dat op de emmer of op de stoep viel.
Ook al kwam de beschaving steeds dichter bij hun gebied, beren hadden het liefst privacy. Toch werden ze soms bij de rivier gezien, vooral tijdens de zalmtrek, wanneer ze met hun messcherpe klauwen vis opschepten voor hun maal. Er was gevraagd het te melden als ze verder van de rivier naar voedsel zochten.
Natuurlijk had ze gehoord dat Joel Markwood, de plaatselijke lolbroek die toezicht hield over de cranberrymoerassen van zijn familie net buiten de stad, altijd beweerde dat hij het legendarische beest Sasquatch in de omgeving had gezien. Maar goed, Joel was ook degene die grappen had gemaakt dat hij de geest van D.B. Cooper in de bossen was tegengekomen, nadat Cooper jaren geleden aan een parachute uit een vliegtuig was gesprongen en verdwenen was.
Zelfs toen ze ten slotte de buitenlampen aandeed, zag ze geen beer, geen plunderend wasbeertje of wat voor dier dan ook - alleen maar donkere, zwarte nacht.
Die donderdag aan het eind van de middag liet Nick een heleboel papierwerk en on-linezaken onafgemaakt liggen, stond op van zijn overvolle bureau en rekte zich uit. Hij was de hele dag al op het bureau bezig, nog steeds aan het inhalen van de uren die hij aan de rivier had doorgebracht. Maar hoe hard hij ook werkte, hij kon Claire Malvern maar niet uit zijn hoofd zetten.
Ze had die middag gebeld om naar het autopsierapport te informeren, en DeeDee had haar beleefd verteld dat het nog niet binnen was. Het ergerde hem dat DeeDee, die ook als receptioniste dienst deed, Claire niet naar hem had doorverbonden, maar goed, ze had kennelijk ook niet naar hem gevraagd.
Toch bleef hij haar gezicht voor zich zien en haar stem horen, en dat irriteerde hem. Het zou wel vooral komen doordat ze hem aanvankelijk aan Susan herinnerd had. Het liefst had hij haar gebeld, maar dat zou hij met iemand anders ook niet hebben gedaan, al zou hij wel bescherming en een escorte bij de begrafenis leveren. Vandaag had Claire tenminste wel haar predikant bij zich, volgens DeeDee, en ongetwijfeld ook wel mensen van de kerk en Anne, misschien zelfs die trouwe oude Sam Twoclaws.
'Bent u al klaar, baas?' vroeg DeeDee, van de balie opkijkend toen hij naar de deur liep. 'Ik zou het u niet kwalijk nemen als u wat extra slaap nam na die hele nacht afgelopen maandag.'
'Ik loop alleen even naar dokter Shaw om naar die autopsie te informeren,' antwoordde hij. 'Als Peggy de dienst overneemt, zeg dan maar dat ik vanavond nog een poosje kom om dat bureauwerk in te halen.' Onder het lopen trok hij zijn colbertje aan. Meestal kwam hij in een gewoon pak naar het bureau.
'Dokter Shaw zal u vast wel bellen om de uitslag door te geven, dus -' riep ze hem na, maar hij trok de deur dicht en liep door.
Soms had dat kind wat al te veel van een moederkloek, ook al was ze jong genoeg om zijn dochter te zijn. Ze stond erop hem zijn koffie te brengen 'precies zoals u hem graag lust', hoewel hij haar had verteld dat ze hem niet hoefde te bedienen. Ze bleef maar verschillende soorten donuts meebrengen om hem mee te verleiden, zelfs nadat hij haar had verteld dat hij probeerde geen zoetigheid meer te eten. Ze wist meer van zijn agenda - vroegere, huidige of toekomstige - dan hijzelf. Maar ze was uitstekend in haar aandacht voor details en bijna overdreven loyaal. Dat had hij nodig en daar had hij bewondering voor, in een tijd waarin zoveel jonge mensen het niet zo nauw namen met hun arbeidsethiek en volkomen op zichzelf gericht schenen te zijn.
Maar DeeDee had gelijk. Hij was hondsmoe en liep louter op adrenaline. Maar hoewel hij voortdurend met wanhopige mensen te maken had, wilde hij nog één ding doen om Claire Malvern te helpen. Hij zou nagaan welke oorzaak de autopsie gaf voor de dood van haar man en er bij haar op aandringen dat ze die accepteerde en verderging met haar leven.
'Hallo, sheriff,' groette Noah Markwood hem vrolijk toen Nick over het plein liep. Hij was net bezig The Scrimshaw Shop af te sluiten, een van een aantal unieke winkels in de stad. Noah was een kleine compacte man, altijd elegant gekleed. Hij schoor zijn complete hoofd, waardoor zijn arendsneus en donkere ogen, onder de scherpe wenkbrauwen die bijna doorliepen, extra opvielen.
Noah Markwood was een plaatselijke jongen die succes had bereikt. Hij was weggetrokken, had op de kunstacademie gezeten en in Europa gewoond, maar was vervolgens weer naar huis gekomen om zich een plaats te veroveren op de bloeiende toeristenmarkt. Hij deed ook uitstekende zaken in ivoor- en beensnijwerk en indiaanse kunst, die hij via internet verkocht. Zijn familie, van wie hij wat vervreemd scheen, bestond uit ploeterende cranberryboeren die moerassen vlak buiten de stad bezaten. Die moerassen werden nu bewerkt door Noahs broer, Joel. Zo etherisch als Noah was, zo aards was Joel. De onafhankelijke en excentrieke mensen waren wat Nick zo heerlijk vond aan het kleine Portfalls, en hij hoopte dat het nooit te homogeen of te groot zou worden. Zijn grootvader zou trots op hem zijn, omdat hij naar deze plaats vol mooie herinneringen terug was gekomen om er zijn thuis van te maken.
'Ik hoorde via de tamtam,' zei Noah, die naast hem kwam lopen, 'dat de laatste die van de brug is gesprongen, iemand hier uit de plaats was, die nieuwkomer die de oude vissersherberg aan het opknappen was.'
'Dat klopt helaas. Keith Malvern. Heb je hem wel eens ontmoet?'
'Toevallig wel,' antwoordde Noah terwijl hij controleerde of de deur van zijn kunst- en antiekzaak, Puget Treasures, op slot zat. Noah was eigenaar van beide zaken, die aparte ingangen hadden, maar binnen met elkaar verbonden waren. Die opzet, dacht Nick, kwam min of meer overeen met de wijze waarop Noah met zijn familie omging.
Zoals zijn gewoonte was, hield Nick zijn ogen open terwijl ze liepen te praten: alles was vertrouwd, op één stel na dat over het plein slenterde en twee auto's die op straat geparkeerd stonden. Ondanks enige drugshandel die de laatste tijd af en toe binnensloop, was Portfalls niet bepaald een gebied waar veel misdrijven plaatsvonden. Toch zat het hem in het bloed voortdurend te willen weten wat er om hem heen gebeurde. Noah daarentegen scheen onder het lopen in het niets - of in zijn eigen wereld - te staren.
Zowel Nick als Noah was ongetrouwd, maar qua interesses en persoonlijkheid verschilden ze als dag en nacht. Toch had Nick Noah weten over te halen mee te helpen bij een aantal inzamelingen voor het kankerfonds, waaronder een in Seattle dat weekend. Nu kreunde Nick inwendig alleen al bij de gedachte aan de opzet van die inzameling. Maar Noah zou er tenminste ook zijn - gedeelde smart was halve smart.
'Malverns vrouw - weduwe - maakt stemmige schilderijen van landschappen hier in de omgeving,' zei Noah. 'Je zou dat zachtpaarse waas eens moeten zien dat ze om de elzen langs de kolkende rivier schildert, en de schitterende bruine stammen van de aardbeibomen tegen de rotswanden bij de waterval. Maar goed, om niet al te poëtisch te worden, haar man vroeg zich af of ik er een paar wilde hebben om te verkopen. Hij hintte zelfs op een expositie voor haar.'
'Hij kwam langs, niet zij? Zo'n verlegen type is ze niet.'
'Hij wilde dat het een bijzondere verrassing voor haar zou zijn, geloof ik. Hij hoopte dat ik voor het inlijsten en de ruimte kon zorgen, en dan een deel van de winst zou accepteren. Haar werk is goed - nog niet helemaal rijp, maar goed. Ik heb er een paar gehouden om erover na te denken. Ik heb tegen hem gezegd dat ik het in overweging zou nemen en contact met hem zou opnemen, omdat ik geen zin had in een invasie van plaatselijke kunstenaars die expositieruimte wilden. Ik zal haar maar bellen als dit achter haar ligt. Haar werk laat je niet meer los, als je snapt wat ik bedoel.'
'Dat snap ik zeker.' Nick was verbaasd over zijn eigen woorden en ook een tikje geërgerd, maar Noah scheen niets te merken.
'Ze was een veelbelovend binnenhuisarchitecte in Seattle, weet je.'
'Nee, dat wist ik niet.' Nick voelde de neiging Noah verder uit te horen wat Keith voor iemand was geweest, maar waarom? Hij hoopte dat deze zaak zo'n duidelijke conclusie zou opleveren, dat Claire de realiteit wel moest accepteren.
Hij liep nog een stukje met Noah mee. Toen zei hij dat hij hem die zondag wel in Seattle zou zien en stak het met gras begroeide plein over. Het werd aan twee zijden begrensd door gebouwen en was open aan de zijde van de baai waar de Bloodroot in de diepe blauwe Puget Sound stroomde. Een woud van masten deinde nog op en neer van schepen die voor anker lagen, hoewel de meeste eigenaren ze binnenkort uit het water zouden halen tot het weer voorjaar werd. De stad lag om de baai genesteld, met de meeste bedrijfsgebouwen aan deze kant, inclusief het gebouw waarnaar hij op weg was.
De tandartspraktijk van David Shaw, een van de twee in de plaats, was gehuisvest in enkele ruimten boven het restaurant Three Whales in a Pod. In een vorig leven was dat een goedkope eettent geweest die Chips'N' Chowder heette, maar nu was het een behoorlijk chique gelegenheid. Nadat hij een paar mensen had toegeknikt of even bij hen was blijven staan voor een praatje, liep Nick de trap naar de receptie op. Het interieur was hypermodern, een hele schok omdat de rest van de stad zijn best deed het aura van een ruig, schilderachtig verleden vast te houden.
'Hallo, Jackie,' begroette hij Davids oude witharige receptioniste. 'Is de dokter bezig?' Vermoedelijk was hij op een goed moment gekomen, want de wachtkamer was leeg.
'Heb je kiespijn?' vroeg ze grijnzend. Ze glimlachte een zo volmaakt gebit bloot, dat Nick wist dat het, gezien haar leeftijd, wel vals moest zijn.
'Als dat zo was, doe je er nogal vrolijk over. Nee, die andere zaak,' antwoordde hij.
'Ik zal hem zeggen dat je er bent.'
Omdat ze ervan uitging dat ze Keiths lichaam op tijd terug zou krijgen om hem die zaterdag te begraven, had Claire zich nog verder uitgeput met het regelen van de teraardebestelling. Ze had een overlijdensadvertentie gezet in het weekblad Portfalls Portfolio en in de twee dagbladen in Seattle. Ze waren al een tijd weg uit San Diego, maar ze waren er allebei opgegroeid en kenden er nog een heleboel mensen van vroeger, en daarom belde ze om de advertentie ook in de Union Tribune te zetten. Keith was het enige kind geweest van wat oudere ouders die een aantal jaren geleden gestorven waren, en Claire voelde zich enigszins getroost door de gedachte dat zij dit niet meer mee hoefden te maken.
Ze had met de predikant gesproken, het een en ander geregeld met het plaatselijke rouwcentrum en ondertussen telefoontjes afgehouden en interviews met de media geweigerd. Tot haar ontzetting had ze gezien dat de tv-stations uit Seattle Keiths dood meldden als 'de zoveelste zelfmoord vanaf de beruchte zelfmoordbrug bij de schilderachtige Bloodroot Falls', zoals een verslaggever het had geformuleerd.
Als dat de sensatiezoekers en ramptoeristen niet naar de rivier bracht, naast de gebruikelijke vissers, dan wist ze het niet meer. Ze zouden allemaal naar de waterval komen staren, en misschien ook wel naar de herberg. Voor het eerste wenste ze dat het huis niet zo'n panoramisch uitzicht had. Het enige wat haar tot rust bracht, was een bezoekje van Tess Markwood, een vriendin van de kerk die twee manden voedsel uit haar truck naar binnen droeg.
'Ik weet wel dat je in je eentje bent, maar je zult een heleboel bezoek krijgen,' zei Tess terwijl ze de manden op het aanrecht tilde. Ze was een forse vrouw; ze zag eruit zoals Claire zich een ouderwetse boerin voorstelde. Peper-en-zoutkleurig haar, gespierde armen - ze was een oermoeder in een lange denim rok en een denim jasje, heel netjes voor haar doen.
'Ik weet zeker dat pastor Snell langskomt, en zo heb je wat te eten voor hem en voor wie er nog meer van buiten de stad naar de begrafenis komen. En het steuncomité van de kerk zorgt voor een lichte maaltijd meteen na de begrafenis, dus daar hoef je geen cateraar voor in te schakelen. De restaurants hier beginnen het de laatste tijd toch al veel te hoog in hun bol te krijgen, met al die invasies toeristen die we krijgen - net als Noahs zaak.'
Tess was Noah Markwoods schoonzuster, en de vrouw van Joel Markwood, van de tak die de cranberrymoerassen buiten de stad bezat. Tess was altijd druk met werk voor de kerk, maar Joel woonde zelf bijna nooit een dienst bij. Claire had wel eens gehoord dat Joel de lolbroek van de stad was, maar ze kende hem nauwelijks.
'Ik kan je niet genoeg bedanken,' zei ze tegen Tess terwijl ze hielp de manden uit te pakken. Ze zaten vol ovenschotels, salades, pasteien en andere heerlijkheden. Claire was hevig ontroerd en moest voortdurend haar best doen om haar tranen binnen te houden. 'We... Ik heb geen familie die komt, maar is het goed als ik een deel hiervan naar mensen hier uit de stad breng die met het zoeken hebben geholpen?'
'Natuurlijk, maar denk erom dat je deze cranberrytaart voor jezelf houdt. Die heb ik speciaal voor jou gebakken, omdat je zo'n goede klant bij ons kraampje bent. Weet je wat, omdat je zo gek op cranberry's bent, moet je eens een keer meekomen. Dan kan Joel je de moerassen laten zien. We gaan binnenkort oogsten. Dat is altijd de moeite waard om te zien.'
'Graag, Tess. Dat zou ik leuk vinden.'
'O, en deze zalmsaus kun je beter in de koelkast leggen. Die heb ik ook gemaakt. Cranberry's en zalm - ik zou niet weten wat ik zonder zou moeten.'
'Zolang je hier woont, zul je dat ook nooit hoeven te proberen.'
'Je weet maar nooit,' zei Tess terwijl ze Claire hielp nog een paar dichte schalen in de koelkast te zetten. 'Eerlijk gezegd gaat het met de cranberryhandel heel erg op en neer, en de laatste tijd is het vooral neer. Joel zegt dat hij "Sleepless in de buurt van Seattle" is, van het piekeren erover.'
'Gaan de zaken slecht omdat de mensen alleen maar rond Thanksgiving aan cranberry's denken?'
'Het probleem is dat cranberry's zuur smaken en dat Amerikanen verschrikkelijke zoetekauwen zijn. Er wordt aangedrongen op de teelt van een zoetere witte bes, waar onder andere limonade van gemaakt kan worden. Joel is er woedend over, hij wil niet veranderen. Sorry, jij hebt er vast geen behoefte aan onze ellende te horen, met alles wat je zelf al op je bord hebt -eh... zo bedoel ik het niet.'
Tess lachte meesmuilend, en Claire wist ondanks haar tranen te glimlachen. Ze omhelsden elkaar in de koude luchtstroom van de open koelkastdeur. Het bezoekje en Tess' eerlijkheid - en het inkijkje op de problemen van iemand anders, hoe nietig die ook leken vergeleken met Claires ellende - hielpen.
Toen Tess weg was, merkte Claire dat de krant waarmee een van de manden bekleed was geweest de Seattle Times van de vorige dag was. Hij was opgevouwen, maar Claire vouwde hem open. Een groot artikel op de eerste pagina van het katern, dat tussen stukken over ongevallen en branden in de stad en daarbuiten had gestaan, was eruitgeknipt.
Het ontbrekende artikel ging zeker over wat de media blijkbaar accepteerden als Keiths zelfmoord, door de Markwoods uitgeknipt om haar te sparen of om te bewaren. Het ontbrekende stuk - uitgeknipt
Snikkend leunde Claire tegen het aanrecht; het was de eerste keer dat ze haar zelfbeheersing verloor sinds ze wist dat Keith dood was. Haar leven was nu net als die krant, de gebeurtenissen gingen om haar heen gewoon door, maar in het midden zat een gat.
Ze kreeg zichzelf weer in bedwang toen ze haar frustratie en woede terug voelde komen. Ze zou Nick Braden niet alleen maar weer opbellen, ze ging de stad in om hem op te zoeken. Ze moest weten - was als de dood om te weten - wat er in het autopsierapport stond. En Nick moest haar helpen het gebied rond en op die zogenaamde zelfmoordbrug te onderzoeken. Als hij niet wilde helpen, zou ze het alleen doen. Ze zou zoeken naar kapotte bielzen, naar Keiths verdwenen sleutels, naar aanwijzingen omtrent de identiteit van de visser die die anonieme tip had gegeven maar niet had geprobeerd Keith te redden. Misschien had die lafaard daarom gebeld zonder zijn naam te noemen: hij schaamde zich omdat hij iemand die een ongeluk had gehad, niet had geholpen, en daarom had hij gezegd dat Keith gesprongen was.
'Ze hebben me het rapport van de autopsie zojuist gefaxt, dus ik heb er zelfs nog nauwelijks een blik op kunnen werpen,' zei David Shaw terwijl hij tegenover Nick aan het bureau in zijn kantoortje kwam zitten en de bladzijden begon door te kijken. 'Ik zal het nu meteen samen met jou doornemen. Trouwens, had Keith Malvern nog een brief achtergelaten?'
'De weduwe heeft er in elk geval geen gevonden, anders had ik dat inmiddels wel gehoord, neem ik aan.'
'Mrs. Malvern was er vast van overtuigd dat hij geen zelfmoord had gepleegd,' zei de tandarts hoofdschuddend. 'Dat is natuurlijk wel begrijpelijk, gezien het stigma dat daarop rust, en de blaam en schuldgevoelens die daarmee gepaard gaan. Niet zozeer van anderen tegenwoordig alswel vanbinnen uit.'
'Precies,' zei Nick, die zich Claires opmerking herinnerde dat haar moeder zelfmoord had gepleegd. Zoiets zou Keith zichzelf of mij nooit aandoen, had ze gezegd. Nick kon zich niet eens voorstellen dat de man haar in de steek zou laten, tenzij hij echt finaal in de knoop had gezeten. Maar Claire was intelligent en scheen heel opmerkzaam. Zou zij het niet hebben aangevoeld als haar man suïcidaal was?
Nick voelde zijn eigen schuldgevoel bovenkomen, heftig, diep en koud. Susan had haar ziekte tot de laatste paar maanden voor hem verborgen gehouden. Hij was kwaad en gekwetst geweest dat ze hem de diagnose niet had verteld, dat ze niet wilde dat ze die periode samen doormaakten. Het was of ze niet geloofde dat hij haar op enige wijze kon helpen, en daarom had ze gewoon gedaan of er niets aan de hand was en hem buitengesloten.
'Ik wilde jou beschermen, je zo lang mogelijk gelukkig laten zijn,' had ze gezegd toen ze de verwoesting die de kanker in haar jonge lichaam aanrichtte, niet meer kon verbergen.
Misschien had Keith Malvern problemen gehad, maar had hij die voor Claire willen verbergen. Dat klonk zo droevig vertrouwd
'Luister je, Nick? Ik zei: er staat hier een aantekening dat het enige wat op het lichaam werd aangetroffen zijn trouwring was.'
Nicks hoofd klaarde op. 'Geen sleutels in zijn broekzakken?'
'Niets, maar je weet hoe die rivier dingen kan wegrukken. Weet je nog, die blauwrugzalm van meer dan vier kilo die ik daar in juli aan de haak had? Goed, eens kijken,' vervolgde hij terwijl hij zijn aandacht weer op de fax richtte toen hij zag dat Nick niet in de stemming was voor vissersverhalen. 'Dan zal ik je de feiten van de lijkschouwing maar even voorlezen.
'Tijdstip van overlijden op grond van rigor mortis,' las hij, zijn leesbril opzettend, 'was circa twee uur 's nachts, op vijf september. Uiteraard een groot aantal kneuzingen en schaafplekken, vier ribfracturen en de gebruikelijke schetsen om de locatie ervan op het lichaam aan te geven. En een gebroken nek - dit is de wervel die de patholoog heeft gecontroleerd.'
Nick keek naar de twee schetsen. 'Het probleem bij iemand die tien meter omlaagspringt in een woeste rivier vol rotsen,' zei hij, 'is dat blauwe plekken en gebroken botten het resultaat kunnen zijn van de klap op het water -'
'Net of je met zestig per uur tegen een stenen muur rijdt.'
'Of van de rotsen die in de stroom liggen.'
'Wacht, hier staat nog een opmerking dat het toxicologische rapport later komt, zoals gewoonlijk,' vervolgde dokter Shaw. 'Het officiële formulier met codes voor de verwondingen et cetera, en foto's van de autopsie worden morgen met het lichaam meegegeven. Ik zal erop letten dat jij die krijgt, en niet de weduwe, al zal ze er vermoedelijk wel op staan ze te zien. Hier staat nog wat. Malvern had twee maagzweren in zo'n vergevorderd stadium dat ze elk moment konden gaan bloeden. Hij moet pijn hebben gehad en problemen met zijn spijsvertering. Heeft ze het daarover gehad?'
'Nee, maar ik heb er ook niet naar gevraagd. Trouwens, de meeste mensen met maagzweren worden gewoon behandeld en passen hun voeding aan, ze springen niet van de brug.' Hij dacht weer aan Susan. Waarin was hij tekortgeschoten waardoor ze haar eigen man niet had verteld dat ze aan een dodelijke ziekte leed? 'En wat geeft de patholoog als conclusies?' vroeg hij.
'Doodsoorzaak: verdrinking,' antwoordde David, de bladzijden doorkijkend. 'Onmiddellijke doodsoorzaak: verstikking, inclusief pneumothorax rechts, een ingeklapte long. Manier waarop - zelfmoord.'
'Verdomme.'
'Wat kan hij anders zeggen, Nick?'
'Ik weet het, ik weet het. Het is geen verrassing. Ik verwachtte het al.'
'Maar je wilde iets anders horen met het oog op haar?'
Nick haalde alleen maar zijn schouders op, maar hij moest toegeven dat de ander de spijker op de kop sloeg.
'Het is jouw ooggetuige die het bevestigt,' ging David verder. 'Hij zag die vent een duik nemen van de zelfmoordbrug, midden in de nacht. Vertel de weduwe maar dat ze rustig mag geloven dat het een ongeluk was als zij dat wil. Of gaat het erom dat de uitspraak invloed kan hebben op een levensverzekering of zo? Hé, je denkt toch niet aan een misdrijf, dat die ooggetuige liegt of omgekocht is of zo, hè?' Hij ging rechtovereind zitten in zijn draaistoel. 'Je wilt toch niet zeggen dat zij je wel bevalt als verdachte?'
'Allemachtig, nee!' riep Nick. 'Nu maak je twee rare kronkels, en die zijn geen van beide gerechtvaardigd. Je kijkt te veel politieseries op tv, verdorie.'
Maar de woorden van de lijkschouwer bleven in zijn hoofd hangen. Nick verdacht Claire nergens van, maar als je Davids woorden anders opvatte - en dat ergerde Nick - beviel Claire hem wél. Hij hoopte alleen maar dat hij haar zo ver kon krijgen dat ze de bevindingen zonder protesteren accepteerde.
Toen hij dokter Shaws kantoor uit kwam en Claire de trap op zag komen, was één blik echter voldoende om hem duidelijk te maken dat dat niet zou gebeuren.