19
Onheilspellend voorteken
‘David, vanwaar dat lange gezicht?’ Het was
middernacht. Arm in arm wandelden we over Fifth Avenue. De
verkeersstroom creëerde een bijna oogverblindende - en zelfs
duizelingwekkende - rivier van licht. Een automotor gaf er met een
daverende knal de brui aan en kwam abrupt tot stilstand. Het
claxonneren was niet van de lucht.
‘David?’ drong Kerris aan.
Ach, niets.’
‘Dat niets schijnt je anders aardig dwars te zitten.’
‘Weet je, al dat gepraat over...’ begon ik korzelig. Mijn stem
stierf weg terwijl ik mijn schouders ophaalde.
‘Mocht je mijn vader niet?’
‘Nee... ik bedoel, het gaat me niet om je vader. Hij is een
bijzondere man.’ Het scheelde maar weinig of ik had gezegd dat ik
hem werkelijk aardig vond. Ik had onder die wervende glimlach een
ijzig soort meedogenloosheid bespeurd. ‘Dat produceren van baby’s
op industriële schaal -ik vind het uitzonderlijk, op z’n zachtst
gezegd.’
‘Ik heb er eigenlijk nooit bij stilgestaan. Aan de andere kant, dit
is voor jou een vreemd land, mister Masen.’
‘En buitenlanders doen de dingen anders, miss Baedekker,’
glimlachte ik. ‘Dat is waar, maar de gedachte jij op zekere dag...
Ach, laat ik het maar zeggen: de gedachte dat jij de hemel weet
hoeveel kinderen zult moeten baren...’
Ze bleef plotseling staan en keek me aan, met die groene ogen van
haar. Toen drukte ze haar hand tegen haar mond en proestte het
uit.
‘Heb ik iets verkeerds gezegd?’ vroeg ik verbaasd.
‘David... O, David. Jij moet nog veel leren. ‘Ik? Tientallen
kinderen? Dat is te gek om over te praten!’
‘Waarom? Je vader zei zelf dat -’
‘Nee, David, luister...’ Ze wiste de tranen van het lachen weg. ‘Ik
heb namelijk geen Moedercertificaat.’
‘Moedercertificaat?’
‘Exact. Meisjes worden op hun dertiende geëvalueerd waarna ze een
bepaald certificaat ontvangen. Ik heb een Carrièrecertificaat; dat
betekent dat ik mocht gaan studeren voor een carrière - zoals de
naam al zegt - waarvoor ik geschikt was. Andere meisjes worden
moeder van beroep.’
‘O.’
‘Ze beschikken over een gerieflijke kamer, eten ervan en kijken
televisie totdat het hun neus komt. Het is geen slecht leventje,
dat van professionele moeder, wist je dat?’ ‘Ah.’
‘Er is trouwens nog iets dat je moet weten.’ Ze kneep even in mijn
arm. ‘Als ik de tijd rijp acht, kan ik zelf kinderen nemen. Op de
ouderwetse manier, wel te verstaan.
Opeens viel het kwartje. Generaal Fieldings visioen y een
springvloed van mensen die het triffidgevaar wegvaagde, had
onbehagen bij mij gewekt. Vooral toen ik hoorde over meervoudige
zwangerschappen, bevorderd door het intensieve gebruik van
vruchtbaarheidspillen.
Als een teefje te vaak wordt gedwongen tot het voortbrengen van
pups, is de arme hond voorbestemd vroegtijdig te sterven. Hoe
weerzinwekkend de strategie van de generaal ook was, ik wist dat er
voordelen aan verbonden waren. Hiermee vergeleken stelde het
indrukwekkende geboortecijfer op het eiland Wight nauwelijks iets
voor. Als we de strijd tegen een gigantisch aantal triffids wilden
winnen, zouden we over een legermacht met een al even gigantische
omvang moeten beschikken. Belangrijker nog was dat generaal
Fielding bewust zijn gemeenschap naar het door de triffids bezette
vasteland dreef, teneinde de wereld voor de mensheid te heroveren.
Terwijl wij ons op ons kleine eiland voor de Engelse kust
tevredenstelden met het gezapig vullen van onze dagen, in
gelukzalige onwetendheid van wat er in de wereld om ons heen
gebeurde. Wij waren passief of zelfs laks; wij hadden geen plannen
om gemeenschappen op het vasteland op te bouwen. In gedachten ging
ik terug naar een gesprek met mijn vader, op die noodlottige avond
nog maar enkele weken geleden. Hij had me toen waarschuwend
voorgehouden dat de eilandgemeenschap die hij had helpen vormen
reëel gevaar liep weg te kwijnen. Hoewel het gevaar nog nauwelijks
zichtbaar was, zou het vredige isolement van Wight zich vroeg of
laat wreken.
Kerris zag mijn sombere gezicht. Zachtjes trok ze aan mijn arm.
‘Tijd voor een kop koffie en een paar smakelijke donuts,’ zei ze
resoluut. ‘En dan naar bed.’
De tijd verstreek op aangename wijze. Toch begon ik last ie krijgen
van schuldgevoel, vanwege mijn dagen van nietsdoen met Kerris. Ik
kwam tot de conclusie dat ik de kwestie van mijn terugkeer naar
Wight aan de orde moest stellen. Ook had ik besloten Kerris
Baedekker te vragen met mij mee te gaan.
Zoals zo vaak in het leven werden mijn plannen achterhaald door de
loop der gebeurtenissen. Er zou binnenkort een eind komen aan mijn
dolce far niente. Hier, in deze metropool, dokterden nuchtere
breinen hun strategie uit. En ik zou opnieuw worden gemanipuleerd,
als pion op een schaakbord.
Op de middag na mijn kennismaking met Kerris’ vader, generaal
Fielding, deed ik mijn uiterste best de rekening met Gabriel Deeds
te vereffenen. Maar helaas voor de zoveelste keer zond zijn
massieve onderarm de tafeltennisbal met een smash naar mijn helft
van de tafel, waar hij omhoog ketste en door het plafond van de
CA-sportzaal werd gestuit.
Hij zei, met die vriendelijke stem van hem: ‘Punt’ voor mij, dacht
ik, meneer Masen.’
‘Puntje voor jou,’ beaamde ik hijgend. Ik vertelde hem dat ik een
verzoek wilde indienen om bij de eerste gelegenheid naar huis te
mogen.
‘Dat zal afhankelijk zijn van de vaarplannen, merkte Gabriel op,
terwijl hij een nieuwe pingpongbal uit h doosje nam, ter vervanging
van de bal die hij zojuist had verpletterd. ‘Atlantische oversteken
worden nog niet al vaak gedaan.’
‘Ik heb anders een paar grote vliegboten in de haven zien liggen.
Daarmee kan ik in minder dat twintig uur thuis zijn.’
Gabriel keek om zich heen om zich ervan te overtuigen dat we niet
werden afgeluisterd. ‘Die vliegboten —’ Hij dempte zijn stem tot
gefluister, alsof hij me een schuin mop vertelde ‘- zijn er alleen
voor de show.’
‘Voor de show? Ze leken mij heel luchtwaardig.’
‘Met de juiste brandstof, misschien.’
‘Ze zijn niet omgebouwd om op alcohol te lopen?’
‘Dat wel, maar de brandstof is niet geschikt genoeg voor een
vliegtuigmotor.’ Hij serveerde. ‘Als je al een van die schatjes in
de lucht krijgt, kom je niet verder dan een rondje om het eiland.
Eén rondje.’
Ik retourneerde de bal met een bedrieglijke topspin die hem
verraste. ‘Goeie bal, meneer Masen.’ En schouderophalend: ‘Het zou
echter zelfmoord zijn om in zo’n toestel de Atlantische Oceaan over
te steken. Je hebt zelf gezien hoe krakkemikkig onze automotoren
lopen; ze moeten het hebben van bidden. De brandstof is zo schraal
dat alles erdoor wordt beschadigd. Een regelrechte aanslag op de
cilinders. Drieduizend kilometer... en bang’ Hij had het woord zo
getimed, dat het samenviel met zijn return. !
‘ Dan zijn de zuigers weer eens hopeloos vastgelopen.’
Kerris kwam met vlugge passen de zaal in. ‘Dag Gabriel, en
goedendag, David. Ze zeiden me al dat ik je hier zou vinden.’
‘Ook goeiemiddag. Jij schijnt je spionnen overal te hebben,’ zei ik
voor de grap. ‘Hoe wist je dat ik hier zou zijn?’
‘Heel eenvoudig. Ik heb je hotel gebeld. De receptionist zei dat je
met een tafeltennisbatje onder je arm wegging, met een tamelijk
wanhopige blik in je ogen.’ Ze grijnsde naar Gabriel. ‘Verliest hij
nog steeds zo beschamend?’
Schouderophalend zei Gabriel: ‘Deze jongeman staat maar zes games
achter, op dit moment.’
‘De kloof wordt smaller,’ protesteerde ik alsof hij me had
gekrenkt.
‘Dat wel, maar langzaam, David, heel langzaam.’
‘David, luister...’ Kerris had een blos op haar wangen, alsof ze
zich had gehaast. ‘Ik heb nieuws voor je. Er is op het directoraat
Onderzoek & Ontwikkeling een vergadering geweest en de
directeur heeft zijn fiat gegeven voor een nieuwe reis naar Europa.
Er zal tevens een diplomatieke missie naar Wight worden
afgevaardigd.’ En een glimlachje voegde ze eraan toe: ‘Je gaat naar
huis, David. Het schip vaart overmorgen uit.’
Verbaasd staarde ik haar aan. ‘Zo gauw al?’
Gabriel zei met een hoofdknik naar mij: ‘Je krijgt je terugreis
alsnog, David. Gelukgewenst.’
Dit was, zoals de New Yorkers vaak zeiden, a whole ballgame. Iets
op mijn gezicht moet me hebben verraden Kerris hield haar hoofd een
beetje schuin. ‘Ben je blij?’
‘Natuurlijk, maar ik had... ik had alleen niet ver dat er al zo
gauw schot in de zaak zou komen.’ Ik ontmoette haar blik. ‘Ik ga,
maar op één voorwaarde.’
‘En die is?’
‘Dat jij meegaat.’
Het voorstel voor een afscheidsborrel kwam van Gabriel Deeds. Op de
avond vóór mijn vertrek wandelden Kerris en ik een bluesclub in,
waar je uitzicht had over het water en het Vrijheidsbeeld kon zien.
Rondom het gigantische beeld bliksemde het. De vochtige lucht was
sterk geladen met statische elektriciteit. Kerris merkte op dat er
boven zee onweer dreigde. Haar adembenemende jurk, vervaardigd van
een glinsterende, rode stof, paste volmaakt het klimatologische
vuurwerk voor de kust.
We vonden een tafeltje en ik bestelde drankjes voor Kerris en
mijzelf, terwijl ik er ook een liet brengen naar Gabriel, die het
op het podium druk had met zijn versterkers en het stemmen van zijn
gitaar. Hij keek onze kant uit en bedankte me door het glas te
heffen.
Het was druk in de club. Het geroezemoes werd steeds luider. Voor
het eerst sinds generaal Fielding tegenover mij uitbundig de
loftrompet had gestoken over meervoudige geboorten ontdekte ik een
eeneiige tweeling in club. Nu ik één stel had ontdekt, zag ik ze
plotseling overal; binnen de kortste keren had ik twaalf stellen
gevonden. Het deed niets af aan de vrolijke stemming in de
club.
‘Zul je dit alles niet missen?’ vroeg ik Kerris.
‘O, ik weet zeker dat ik me zal weten aan te passen,’ zei ze
glimlachend. Haar groene ogen glansden in het schemerduister van de
club. ‘Trouwens, ik ben ontzaglijk benieuwd naar de manier waarop
jullie daarginds leven. Dit wordt voor zowel mijn gemeenschap als
de jouwe een nieuw begin.’
‘Daar drinken we op.’ "We lieten onze glazen zingen.
Op dat moment begon de band te spelen en was praten onmogelijk. In
plaats daarvan verplaatste mijn blik zich voortdurend van de musici
naar Kerris’ gezicht, dat in het schijnsel van de podiumlichten
leek te stralen. Al die tijd speelde en juichte die magische
muziek, waarbij Gabriels gitaar nu eens hemels, dan weer hels
klonk. Ik liet me erdoor meevoeren. En terwijl ik mijn ogen sloot,
werd ik meegenomen op een kosmische sledetocht. Ook deze keer kon
ik dat hartstochtelijke smachten duidelijk in de klanken van de
gitaar horen.
Ik voelde hoe een hand zich over de mijne vlijde. Toen ik mijn ogen
opende, zag ik dat Kerris’ hand op de mijne rustte; haar blik was
gericht op de band en haar hoofd deinde zacht op en neer op de maat
van de muziek.
Opnieuw deed ik mijn ogen dicht, en belandde in een toestand van
volmaakte gelukzaligheid.
Na het ‘concert’ vergezelde Gabriel ons naar de wachtende taxi.
Boven zee flikkerde nog altijd de bliksem, in machtige
uitbarstingen van blauw en zilverkleurig licht. Hij hield het
portier uitnodigend voor Kerris open. ‘Goeie reis, miss Baedekker,’
zei hij, terugvallend in de formele manier van spreken die hij
verkoos zodra we straat stonden. ‘U ook, meneer Masen. Pas goed op
uzelf’
‘Zal ik doen, Gabriel. Jij ook.’
Ik zal dat ogenblik nooit vergeten. Die vriendelijke brede grijns;
de manier waarop hij mij de hand schudde naast het open portier van
de taxi.
Dat was het ogenblik waarop die man uit de schaduw opdook, een
pistool in de hand. Hij duwde Gabriel tegen de taxi, stapte
achteruit en schoot hem in de borst.
Gabriel zakte ineen en zijn bovenlichaam viel over achterbank van
de taxi, waar Kerris al was gaan zitten Wanhopig schoot ik naar
voren, in een poging hem op vangen.
Voordat mijn uitgestrekte handen hem konden bereiken, sloeg iemand
een arm om mijn keel en hield me een wurggreep. Ik voelde een
felle, brandende pijn in mijn nek. Ik hoorde Kerris gillen.
Opeens versmolten de lichten in de haven met de bliksemflitsen tot
één kolkende maalstroom van licht. Toen slokte de duisternis mij
op. Absolute, peilloze duisternis’