58

* *

*

Maandag 13 oktober – 4 dagen voor de vn-deadline

Jon vroeg zich af of hij er net zo bang uitzag als hij zich voelde.

Achtenveertig uur geleden reden Hamid en hij door Iraans gebergte. Vierentwintig uur geleden hadden ze de zuidkust van de Kaspische Zee bereikt, ondanks de menigten Iraanse geheime agenten en Russische militaire eenheden die ze overal zagen. Vanaf dat moment hadden ze zo’n elfhonderd kilometer afgelegd op een twintig uur durende, zenuwslopende tocht over de Kaspische Zee met een vistrawler die gebruikt werd om hasj en kaviaar te smokkelen. Ze waren langs zo veel marineschepen vol met soldaten en wapentuig gevaren dat ze de tel al lang waren kwijtgeraakt. Nu waren ze, vier dagen voor de vn-deadline, eindelijk aangekomen in de Russische havenstad Astrakhan.

De grenswacht bekeek het Russische paspoort zorgvuldig en keek toen naar Jons gezicht. ‘Wat was de reden van uw verblijf in Iran?’

‘Ik heb een bezoek gebracht aan mijn vriend en zijn familie,’ zei Jon in het Russisch, doodsbang dat zijn verstofte accent hem zou verraden. ‘Ze hebben een prachtig huisje aan de kust. Ik ga er elk – ’

‘Bent u niet opgeroepen?’

Jon verstarde. Waar had hij het over? Opgeroepen waarvoor? ‘Sorry, ik weet – ’

‘Iedereen is opgeroepen. Waarom u niet?’

De reservisten, besefte Jon. De oorlog. Alle gezonde Russische mannen tussen de achttien en de tweeëntwintig zaten al in dienst. Hoe lang moest je in Rusland actief reservist blijven? Jon had geen idee. Mordechai had het er nooit over gehad. Hamid ook niet.

‘Ik, eh…’

Hij begon in paniek te raken. Hij was nog maar een paar seconden verwijderd van een arrestatie. Hoe lang zou het duren voordat ze vaststelden dat hij geen echte Rus was? Tien minuten? Een kwartier? Als spion zou hij neergeschoten worden en Hamid ook. En dan zouden ze nog geluk hebben. Als Gogolov of Jibril zou doorhebben dat ze een voormalig topadviseur van de Amerikaanse president te pakken hadden…

Hij moest snel antwoorden.

‘Ik heb op medische gronden uitstel van militaire dienst.’

De wacht kneep zijn ogen tot spleetjes.

Jon hoopte dat hij het juiste woord voor uitstel had gebruikt.

‘Ik vind je er anders aardig gezond uitzien,’ zei de grenswacht.

Jon zag hoe de handen van de man nauwelijks waarneembaar richting zijn revolver bewogen.

‘Ik ben gewond geraakt – neergeschoten… tijdens… een militaire actie.’

‘Wat voor militaire actie?’

‘Daar kan ik niets over zeggen.’

‘In uw papieren staat niets over een medische ontheffing.’

‘Ja maar, mijnheer’ – Jons brein draaide op volle toeren – ‘dat paspoort is zes jaar oud.’

Opnieuw keek de wacht hem onderzoekend aan. Hij leek er niet in te trappen.

‘Waar bent u geraakt?’

‘In mijn beide schouders,’ zei Jon.

‘Nee, nee, ik geloof u niet. Doe uw overhemd maar uit.’

‘Mijnheer, het is midden in de nacht en ik – ’

De grenswacht knarsetandde; zijn hand rustte inmiddels stevig op zijn revolver.

‘Doe… dat… overhemd… uit.’

Jon deed wat hem werd opgedragen.

De man kwam dichterbij en keek naar de akelige gekartelde littekens op Jons beide schouders. De grenswacht had natuurlijk geen idee dat Jon verwond was door Iraakse terroristen in het huis van een voormalig directeur van de Mossad in Jeruzalem. Dat hoefde hij ook niet te weten. Het enkele feit dat de littekens er inderdaad zaten, stelde hem tevreden.

‘Goed,’ zei de man ten slotte. ‘Welkom terug in het moederland.’

Hij snoof, zette een stempel in Jons paspoort en wenkte hem naar binnen.

* * *

MacPherson greep de telefoon.

‘Ja?’

Het was Bob Corsetti. ‘Ik vind het heel jammer, maar cnn meldt zojuist dat het Kremlin uw verzoek om verdere diplomatie afwijst.’

‘Juist,’ zei de president alleen maar. ‘Verder nog iets?’

‘Nee, dat was het.’

Zijn laatste wanhopige poging was mislukt. Het enige wat hij nu kon doen, was afwachten.

* * *

Erin lag in haar bed te luisteren naar de politieradio.

Ze was dankbaar voor de Zorogins, de familie die haar in huis had genomen. Ze was blij met hun warmte en gastvrijheid, maar ze kon zich niet op haar gemak voelen.

Ze wist dat ze geen seconde haar concentratie mocht verliezen, omdat het haar dood zou betekenen.

De jacht op haar hield de autoriteiten overduidelijk erg bezig. Maar ze waren ook aan een andere missie begonnen. De tsaar had bevel gegeven dat alle Joden aangehouden moesten worden en naar de lokale politiebureaus gebracht, waar vingerafdrukken en portretfoto’s voor politiedossiers werden gemaakt en een antecedentenonderzoek werd uitgevoerd.

Officieel werd dat allemaal gedaan ‘om de veiligheid van de Joden te garanderen’ en hen vrij te spreken van betrokkenheid bij de ‘zionistische samenzwering’ om Moeder Rusland te vernietigen. Het bleek echter duidelijk uit de racistische opmerkingen van de politieagenten op de radio – en de afstraffingen van Joodse families, waarover de agenten zaten op te scheppen – dat Gogolov een nieuwe ronde antisemitische pogroms ontketende waarvan Erin vreesde dat Ruslands smerige verleden in verhouding nog gematigd was.

* * *

Astrakhan was een lelijke stad.

Jon was er als kind met zijn vader geweest en het zag er nog steeds hetzelfde uit. Het was een zanderige, verontreinigde, industriële woestenij die bekendstond om het verschepen van petroleum, vis, schoenen en bont. Binnenkort zou de stad weer gesmoord worden onder een laag ijs die de komende vier maanden niet zou smelten. De Mongolen waren dol geweest op deze stad die ze in de dertiende eeuw veroverd hadden. Maar zij waren gewend aan strenge winters. Jon kon er absoluut niet tegen.

Hamid en hij namen een taxi naar het winkelcentrum aan de rand van de stad. Ze gaven de taxichauffeur een flinke fooi, wachtten tot hij verdween en vonden toen het donkergrijze Mercedesbusje dat Mordechais team beloofd had.

Jon had er alles voor overgehad om de tweeënhalf uur durende Aeroflotvlucht van Astrakhan naar het Sjeremetjevo vliegveld in Moskou te nemen. Daar was echter geen sprake van. In plaats daarvan moesten ze 2500 kilometer over land afleggen. Vervolgens moesten ze een van de zwaarst bewaakte steden in de wereld zien binnen te komen.

Terwijl hij achter het stuur ging zitten, maakte hij het rekensommetje.

Als ze achter elkaar zouden doorrijden met een gemiddelde snelheid van honderd kilometer per uur, zouden ze er minstens vijfentwintig uur over doen om bij de buitenwijken van Moskou te komen. Het was maandagmiddag. Met het stilstaan om van bestuurder te wisselen, benzine te tanken, eten in te slaan en naar de wc te gaan, zouden ze hun best moeten doen er woensdagochtend te zijn. En ze hadden nog steeds geen idee of Erin nog leefde en hoe ze haar moesten vinden.

Jon zette voor het eerst de satelliettelefoon aan en belde naar Jeruzalem.

Mordechai nam meteen op. ‘God zij dank! Ik heb me zo’n zorgen gemaakt. Is alles in orde?’

‘Met ons is alles goed, maar we kunnen niet te lang praten. We zijn onderweg. Is er nieuws?’

‘Ze is voortvluchtig.’

‘Heeft u haar gevonden?’

‘Nee, nog niet, maar verder heeft ook nog niemand haar gevonden. Alle toegangswegen naar de stad zijn afgeschermd en er staat een prijs op haar hoofd.’ Mordechai lichtte hem in over de klopjacht.

‘Maar ze leeft nog wel?’

‘Dat is het enige wat ik weet. Ik bel je als ik meer weet,’ zei Mordechai.

‘Bedankt.’

‘O, en nog iets.’

‘Ja?’ zei Jon.

‘Hadassa drie-één-vier,’ zei Mordechai en toen viel de verbinding weg.

* * *

Mordechai werd wakker. Het was dinsdagochtend.

Met twee Mossadagenten aan zijn zijde ging hij de stad in om een paar brieven op de post te doen en een kop koffie te halen. Maar de angst was tastbaar. Hij zag het in de gezichten van de mensen. Hij voelde het overal waar hij was.

Er waren maar weinig mannen op straat, in de kantoorgebouwen, in de winkels en in de fabrieken. Alle gezonde Israëlische mannen tussen de achttien en de vijfenvijftig waren opgesteld aan de grenzen of op een van de ondersteunende bases in het binnenland.

De meeste Israëlische vrouwen tussen de achttien en de dertig waren ook opgeroepen, tenzij ze kinderen hadden. Degenen die op religieuze gronden vrijstelling van dienst hadden, waren samengekomen bij de Klaagmuur waar ze vierentwintig uur per dag een gebedswake hielden waarin ze vroegen om een wonder waarvan ze zeker wisten dat het niet zou gebeuren.

Alle anderen bleven thuis met een gasmasker binnen handbereik.

Ze belden naar hun familie en vrienden over de hele wereld. Ze surften op het internet, e-mailden elkaar over het laatste nieuws en de nieuwste geruchten en deden alles om met anderen in contact te blijven en zich verbonden te voelen. De webpagina’s van Israëlische kranten in het Hebreeuws, Engels en Russisch waren nog nooit zo druk bezocht. Twee kleinere Israëlische nieuwspagina’s waren vastgelopen, maar de meeste verspreidden hun inhoud via gigantische serverstations en enorme breedbandleidingen met weinig tot geen storingen naar alle uithoeken van de aarde.

Discotheken waren gesloten, evenals theaters en de meeste restaurants. De hele economie was eigenlijk halsoverkop tot stilstand gekomen. Er werd geen olie meer geraffineerd. Er werden geen aandelen meer verhandeld. Supermarkten waren zo goed als leeg, de voorraad opgekocht door een volk dat zich opmaakte voor een oorlog.

Tegen de avond begon het luchtalarm voortdurend af te gaan. Israëlische gevechtsvliegtuigen flitsten door de lucht.

Het was bijna middernacht toen Mordechai zich eindelijk op bed liet vallen. Hij voelde de spanning van het volk stijgen. Zijn optreden in vooraanstaande Israëlische praatprogramma’s was het nieuws van de dag. Het leek alsof iedereen in Israël het over de profetieën van Ezechiël had.

De meesten zeiden dat Mordechai zijn verstand had verlo-
ren.

Er waren maar weinig mensen die er kalmer onder bleven.

* * *

Erin werd woensdagochtend vroeg wakker.

Ze vond het verschrikkelijk zo te moeten zitten wachten. Ze vond het verschrikkelijk te moeten luisteren naar politiescanners en nieuws dat gedicteerd werd door Gogolov. Ze vond het verschrikkelijk dat ze niet bij Jon was. Leefde hij nog? Had Jibril hem echt te pakken? Wist hij wat er komen ging?

De afgelopen dagen hadden de Zorogins haar de Ezechiëlprofetie uitgelegd, maar ze had zo veel vragen en zo weinig tijd.

De vn-deadline was over twee dagen. Rusland en de wereld zetten zich schrap voor een oorlog.

Erin wilde wanhopig een telefoontje naar het buitenland plegen, maar dat kon niet. Michail en Karenna Zorogin riskeerden hun leven door haar eten en onderdak te geven; zij riskeerde haar leven door bij hen te blijven.

Plotseling werd het nieuws waarvoor ze gevreesd had uitgezonden via de politiescanner.

Ze sprong op en klopte als een bezetene op de slaapkamerdeur van de Zorogins.

‘We kunnen hier niet langer blijven,’ zei ze zo hard als ze durfde.

Even later ging de deur open.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Michail met een stem die kraakte van vermoeidheid.

‘De fsb heeft zojuist de auto gevonden die ik heb gestolen.’

‘Hoe dan? Waar?’

De angst was te lezen in Karenna’s ogen.

‘Doet er niet toe. Ze doorzoeken op dit moment een flatgebouw twee straten verderop. Het is maar een kwestie van tijd voordat ze hun zoekgebied uitbreiden. Heb je een auto?’

Michail schudde zijn hoofd. ‘Nee.’

‘Kun je er een lenen?’ hield Erin vol.

‘Nee, nee, bijna alle gelovigen die we kennen, zijn de stad uit. Ze zijn naar hun datsja’s – hun vakantiehuisjes – of naar vrienden, familie, of waar dan ook. Als ze maar niet in Moskou hoefden te zijn wanneer het oordeel komt.’

Erin keek Karenna onderzoekend aan. Haar ogen leken iets van haar man te smeken, maar wat? Michail keerde zich van hen beiden af en begon te ijsberen. Hij was de afgelopen dagen de rustigste van het stel geweest. Maar plotseling was daar verandering in gekomen.

‘Het is zover, Misja,’ fluisterde Karenna. ‘We hebben geen keus.’
Een tijd lang zeiden ze allebei niets.

‘Je hebt gelijk,’ zei de predikant ten slotte. ‘Kom, we moeten opschieten.’

* * *

Hadassa drie-één-vier?

Zelfs na er een dag over gediscussieerd te hebben, wisten Hamid en Jon nog steeds niet wat Mordechais mysterieuze afscheidswoorden betekenden.

Het nieuws over Erin gaf hun weer moed. Misschien leefde ze nog, maar Gogolovs krijgsmachten maakten wel jacht op haar. Of misschien was het allemaal één grote leugen. Zelfs al was het waar, hoe konden ze haar dan ooit op tijd vinden – áls ze haar konden vinden?

Jon was ervan overtuigd dat Mordechai hun iets wilde zeggen. De vraag was alleen wat. Hadassa was de naam van een ziekenhuis in Jeruzalem. Trouwens, er waren overal op de wereld ziekenhuizen die Hadassa heetten. Was er ook een in Moskou? Aan wie konden ze dat vragen zonder zichzelf te verraden?

Jon vroeg Hamid de satelliettelefoon aan te zetten, verbinding te maken met het internet en te zoeken naar ‘Hadassa Moskou’. Hij kreeg heel veel treffers. Een vluchtige blik langs de eerste twintig leverde niets op.

Hamid probeerde een nieuwe zoekopdracht. ‘Hadassa 314’.

Hij kreeg meer dan zeshonderd treffers, met als eerste een pagina met informatie over het weer in Ramat Hadassa, een plaats in Israël.

‘Wat betekent Hadassa eigenlijk?’ vroeg Hamid terwijl Jon het busje langs bochten in de bergweg joeg met een snelheid waar zelfs Hamid het van op zijn zenuwen kreeg.

‘Geen idee. Zoek maar even op.’

Even later zei Hamid: ‘Het betekent Ester.’

Ester 3 vers 14? Zou het zo eenvoudig zijn?

Hamid logde in op een online-Bijbelsite en tikte in: ‘Ester 3:14’. Toen het vers op het scherm verscheen, las hij het Jon voor.

In elke provincie moesten

afschriften van de brief

worden verspreid;

de inhoud ervan

moest overal als wet

worden uitgevaardigd

en aan alle volken

bekendgemaakt,

zodat ze zich

tegen de genoemde dag

gereed konden houden.

‘Ik begrijp het niet,’ zei Hamid. ‘Wat betekent dat?’

Jon moest lachen.

De oude man had zijn advies dus toch ter harte genomen. Hij had het Ezechiëlscenario aan Marcus Jackson gegeven. Jon had de uitdrukking op het gezicht van de president willen zien toen het verhaal in de openbaarheid kwam! En op dat van zijn moeder.

* * *

Het echtpaar regelde alles heel snel.

Ze brachten de kamer aan kant zodat het eruitzag alsof ze op vakantie waren. Toen haalde Karenna een ingepakte koffer onder hun bed vandaan, propte een paar reistassen vol met doosjes en blikjes eten uit de voorraadkast, greep een paar zaklampen uit een la en volgde haar man naar de gang, terwijl ze naar Erin gebaarde dat ze stil moest zijn en achter hen aan moest komen.

Het drietal liep naar het achterste trappenhuis in plaats van naar de lift.

Negentien verdiepingen lager duwden ze een branddeur open; ze bevonden zich in de kelder. Ze deden alle drie hun zaklamp aan en communiceerden alleen via gebaren.

Michail leidde hen door een smal gangetje naar een muffe voorraadkamer vol met spinnenwebben. Terwijl Erin vol verbazing toekeek, schoof het paar een oude frisdrankautomaat aan de kant, waardoor een valdeur zichtbaar werd die eruitzag als de voorkant van een bankkluis.

‘Dit is een schuilkelder,’ fluisterde Michail. ‘Die hebben ze in de jaren vijftig gebouwd toen ze dit gebouw hebben neergezet. Niemand weet dat dit hier zit. Vroeger speelde ik hier altijd en ik heb hem nooit gevonden. Maar mijn vader zat bij het Politbureau. Hij had allerlei privileges. Hij hoefde nooit zo bang te zijn voor een kernoorlog als anderen. Net voordat hij stierf, nam hij me mee hiernaartoe. Hij zei tegen mij dat ik het misschien op een dag zou kunnen gebruiken en hij liet me beloven dat ik het geheim zou houden. Ik dacht dat hij gek was.’

Erin liep naar beneden, de grot van staal en beton in.

Langs de muren hingen planken die helemaal volgepakt waren met levensmiddelen en grote flessen water. Er waren drie stapelbedden, schone lakens en handdoeken, gasmaskers en wapens die er geen van allen ouder uitzagen dan een half jaar. Er stond zelfs een geigerteller, maar dat was veruit het oudste voorwerp in deze ruimte.

‘Je hebt dit allemaal zo gepland, hè?’ vroeg Erin.

‘De profetie is heel duidelijk, mevrouw McCoy,’ stemde Michail in, terwijl hij de kluisdeur boven hen vergrendelde. ‘In Ezechiël 38 vers 7 staat: “Bereid je voor.” Dat is niet alleen van toepassing op Gog. Ik vertel mijn gemeenteleden al maanden over deze profetie. Ik heb gezegd dat ze zich moesten klaarmaken. We moeten zorgen dat we in leven blijven en klaarstaan als miljoenen Russen bekeerd worden tot Christus.’

Toen opende Michail een lade en Erin kreeg ogen als schoteltjes.