32

* *

*

Zaterdag 13 september – 8.12 uur – autosnelweg 1

richting Jeruzalem

Jon tuurde uit het raampje.

Hij snorde over autoweg 1 richting Jeruzalem in een kogelvrije Chevy Suburban en zou binnen een uur in het King David Hotel zijn.

Om twaalf uur zou hij een bespreking achter gesloten deuren hebben met de Israëlische premier David Doron, ook al was het vandaag de Joodse sabbat.

Hij wist dat Doron meteen zou vragen of de vs bereid waren het Israëlische leger bij te staan als Moskou een oorlog zou inzetten.

Hij wou dat hij met een bevredigend antwoord kon komen.

Jons gedachten dwaalden onvermijdelijk af naar Erin, maar dat was veel te pijnlijk. Er was nog steeds geen nieuws, geen enkele aanwijzing, helemaal niets waar hij iets aan had. Hij kon zichzelf niet toestaan emotioneel verdoofd te raken. Er was te veel te doen.

Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en probeerde zich te concentreren. Hij tuurde door het raampje en verbaasde zich over alle veranderingen die de afgelopen jaren hadden plaatsgevonden. Waar ooit dorpen en akkerland zich hadden uitgestrekt aan beide zijden van de autoweg lagen nu oliebronnen zover het oog reikte. Het zag er lelijk uit, maar omdat er zoveel geld het land binnenstroomde, konden maar weinig Israëliërs zich daar op het moment druk om maken. Wat had Israël een revolutie meegemaakt! Het was allemaal begonnen in 1999 toen een mariene geoloog die werkte voor National Geografic – dezelfde geoloog die de gezonken Titanic had gelokaliseerd in de Noord-Atlantische Oceaan – de Middellandse Zeebodem in de buurt van de Israëlische stad Ashdod, net ten noorden van de Gazastrook, afzocht met zijn geavanceerde echosysteem. Hij was op zoek naar wrakken van eeuwenoude Fenicische vaartuigen en die vond hij ook: twee schepen zelfs. Ze dateerden van 750 jaar voor Christus.

Dat was echter niet alles.

De geoloog was ook gestuit op de spectaculairste energievondst in de geschiedenis van het Heilige Land: gigantische, verborgen, onderzeese voorraden die 850.000 kubieke meter gas per dag opleverden – élke dag, nog tientallen jaren of wellicht eeuwenlang.

Jon kon zich nog herinneren hoe een schok van adrenaline door zijn lijf trok toen hij op 15 september 2000 een opzienbarende krantenkop las op de voorkant van de New York Times: ‘Zicht op samenwerking door gasvoorraad bij Israël en Gazastrook’.

Dit artikel werd op 28 september 2000 al snel gevolgd door een tweede spectaculaire krantenkop in de Times: ‘Arafat blij met ontdekking gas aan Gazakust’.

En – zo zou blijken – dat was nog maar het begin.

Kort daarna stond er in de Jerusalem Post, de Engelstalige krant van Israël: ‘Aardgas en olie ontdekt in Dode Zee’.

Op 4 mei 2004 stond er in de Haaretz, een van de grootste Hebreeuwse kranten van Israël, een artikel onder de kop: ‘Olie ontdekt ten oosten van Kfar Saba met geschatte waarde van zes miljard dollar’. In het artikel werd verslag gedaan over een Israëlisch bedrijf dat in september van het jaar daarvoor de eerste sporen van olie op die plaats had gevonden. Nieuwe proeven hadden echter tot een verbazingwekkende conclusie geleid: ‘De Meged-4-bron ten oosten van Kfar Saba bevat waarschijnlijk 980 miljoen vaten olie.’ En misschien zelfs meer.

De vooruitzichten waren rooskleurig. Stel je voor dat er nog meer was!

Met Erin aan zijn zijde had Jon snel gehandeld en met Global Strategix de grootste gok van zijn carrière genomen: een inzet van een miljoen dollar op een samenwerkingsverband tussen Medexco – in het bezit van Dmitri Galisjnikov, een Russische immigrant in Israël – en de Palestijnse Olie Organisatie van doctor Ibrahim Sa’id.

Jon had het winnende lot.

Toen de resultaten binnenkwamen, kon hij het ongelooflijke nieuws bijna niet bevatten. De Israëliërs en de Palestijnen zaten boven op de op één na grootste olievoorraad van de wereld en gsx had een monopolie verworven op de markt! In een oogwenk waren het geopolitieke klimaat en Jons hele leven voorgoed veranderd.

Jon werd door het Witte Huis aangenomen om voor de regering een nieuw vredesplan voor het Midden-Oosten op te zetten. Erin kreeg toestemming eerlijk te bekennen dat ze voor de cia werkte en het olie-voor-vredeplan dat ze samen hadden uitgedacht stond al snel op de voorpagina van alle kranten. Als de Israëliërs en de Palestijnen allebei eeuwen van gewelddadige vijandigheden achter zich wilden laten om een serieus vredesverdrag te ondertekenen, een gemeenschappelijke olie-industrie te ontwikkelen en de economie van beide landen van elkaar afhankelijk te maken, dan – en alleen dan – zouden de vs hen financieel steunen met de miljarden dollars aan bankgarantie die ze nodig hadden om deze droom werkelijkheid te maken. Uit de peilingen bleek al snel dat een meerderheid van de Palestijnen bereid was het olie-voor-vredeplan een kans te geven. Wilden ze Israël nog steeds de zee in smijten? Volgens de peilingen wilden velen dat inderdaad. Dezelfde peilingen toonden echter aan dat het overgrote deel van de Palestijnen doodmoe was van het geweld, ziek van de schrijnende armoede, radeloos op zoek naar een sprankje hoop en voor het eerst van hun leven klaar om een nieuwe strategische koers te varen.

Bepalend hierbij was, zoals bij iedere overeenkomst, het tijdstip en naar Jons idee had het op geen beter moment kunnen gebeuren.

Ariël Sharon was vervangen door premier David Doron, een starre, rechtse Likudnik die de oude leer van vergelding voorstond: oog om oog en tand om tand. In feite was hij echter ook een tikje pragmatisch.

Osama bin Laden en zijn Al Qaida terreurnetwerk waren eindelijk uitgeschakeld. Saddam Hoessein, zijn zonen en zijn regime hadden hun laatste jihad gevoerd.

Yasser Arafat had zijn laatste dagen geleefd en zijn regime naderde zijn einde toen Ibrahim Sa’id, ’s werelds rijkste Palestijn en een man met wie de vs en Israël eindelijk zaken konden doen, voor een plotselinge omslag in de loop der gebeurtenissen zorgde.

Binnen enkele maanden werd er een driejarig vredesakkoord getekend. De vs voorzagen in bankgaranties om te helpen met de financiering van de boorplatforms, pijpleidingen en raffinaderijen die nodig waren voor Medexco – nu een gezamenlijk Israëlisch-Palestijns olieconsortium onder leiding van Galisjnikov. Premier Sa’id hield woord. Hij trad met harde hand op tegen radicaalislamitische terreurcellen, blokkeerde hun geldstromen, rolde hun stoottroepen op, gooide honderden militanten in het gevang en vernietigde tientallen terroristische onderaardse gangen van Gaza naar Egypte.

Toen Israël in meer dan twee jaar geen zelfmoordactie meer had meegemaakt, moest David Doron daar wel op reageren.

Alle Israëlische troepen hadden de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook verlaten. Het beleid dat gericht was op het doden van alle topterroristen ging de ijskast in en die beslissing werd vergemakkelijkt door het feit dat de meesten nu toch al dood waren of in de gevangenis zaten. Palestijnse activa die bevroren waren op Israëlische banken werden vrijgegeven. Vergunningen die Palestijnse arbeiders nodig hadden om Israël weer binnen te komen, werden – afhankelijk van de uitkomst van achtergrondonderzoek – uitgegeven.
Israël was zelfs begonnen bepaalde delen van het zogenaamde veiligheidshek af te breken en Doron gaf in het openbaar signalen dat hij de rest van de muur zou neerhalen als het definitieve verdrag met de Palestijnen werd getekend.

Dit had tot gevolg dat de buitenlandse investeringen Israël, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook binnenstroomden. Het toerisme nam toe. In de groene lijn was een recordaantal nieuwbouwprojecten begonnen. Vluchtelingenkampen werden vervangen door gloednieuwe appartementencomplexen, nieuwe scholen, speeltuinen en winkelcentra.

Natuurlijk kwamen er ook honderden miljarden dollars aan vreemde valuta binnen nu de Israëlische en Palestijnse olie en het gas naar buiten stroomde. Een emissie op de beurs van New York trok miljoenen investeerders naar Medexco, maar pas nadat alle Israëlische en Palestijnse gezinnen aandelen hadden gekregen. Terwijl de aandelenprijs van de gemeenschappelijke onderneming omhoog schoot, ging ook het vermogen van elke moslim, Jood en christen in het Heilige Land omhoog.

Hoe konden de vs nu zo gemakkelijk Gogolovs leugens accepteren? Jon kon het niet begrijpen.

Israël daagde de internationale gemeenschap niet uit – juist het tegenovergestelde. Nooit tevoren was Israël zo bereid geweest concessies te doen aan de Palestijnen. Het enige wat nog nodig was om deze winst vast te houden en de weg naar een nog buitengewoner tijdperk van vrede en welvaart te bereiden, was een permanente statusovereenkomst. Was het allemaal voor niets geweest?