40

* *

*

Maandag 15 september – 10.00 uur – Kremlin

‘Staat alles klaar?’ vroeg Gogolov.

‘Jazeker, Uwe Excellentie,’ antwoordde Jibril.

‘Mooi zo. Rijden maar.’

Op Gogolovs commando vertrok de colonne volgens schema. Ze sloegen linksaf bij het Hotel National en reden door naar Tverskaja Boulevard richting het internationale vliegveld Sjeremetjevo 2 en verrasten daarmee onderweg de menigten Moskovieten.

Het was de eerste keer sinds zijn reis naar New York dat de nieuwe tsaar de bescherming van het Kremlin verliet. Hoewel dit uitstapje niet publiek was aangekondigd, zat het al weken in de planning.

Het was ter ere van de aankomst van een hoge diplomatieke delegatie uit Teheran, onder leiding van president Ifshahan Kharrazi. Dinsdag zouden Gogolov en Kharrazi een reeks economische en militaire verdragen tekenen en een persconferentie houden om Washington en zijn navo-bondgenoten versteld te doen staan.

Eerst moest er echter nog een belangrijke zaak worden afgehandeld.

Gogolov zwaaide naar de menigten die hem aangaapten, terwijl Jibril met zijn instructies begon.

‘Kharrazi zegt dat zijn mensen voorliggen op schema.’

‘Hoe snel kunnen ze klaar zijn?’

‘De monteurs werken dag en nacht in ploegendienst. Kharrazi verwacht dat alle vijfentwintig Shahab-3-raketten op 1 oktober uitgerust zullen zijn met onze kernkoppen.’

‘Zes dagen voor op schema?’

‘Ja, en zestien hele dagen voor de deadline van de vn, als onze resolutie het haalt,’ bevestigde Jibril.

‘Dan moeten we alert zijn op een eerste aanslag van Israël, Mohammed.’

‘Doron zal voor 1 oktober niets lanceren, Uwe Excellentie.’

‘Waarom niet?’

‘Dat zou zelfmoord betekenen. De Amerikanen hebben bij hem aangedrongen op een diplomatieke oplossing. Bennett heeft de boodschap zaterdag overgebracht.’

‘Dat lijkt me niet echt een boodschap waar mijnheer Bennett achter zou staan.’

‘Daar heeft u gelijk in, Uwe Excellentie. Onze bronnen zeggen dat Bennett aandrong op een grote Amerikaanse troepenconcentratie of zelfs een pre-emptieve aanval.’

‘Krijgt hij daar steun voor?’

‘Nauwelijks. Het Congres en het Amerikaanse volk willen geen oorlog. Maar Bennett is sluw. Hij zegt niet dat de vs Israël zouden moeten verdedigen.’

‘Wat zegt hij dan wel?’

‘Hij zegt dat de vs niet kunnen toestaan dat een Russisch-Iraanse alliantie de Perzische Golf overneemt en de westerse economieën in gevaar brengt.’

Jibril had gelijk, dacht Gogolov. Bennett was gevaarlijk. Misschien was het tijd hem te vermoorden.

‘De Israëliërs zullen wanhopig worden als ze erachter komen dat het Witte Huis niet van plan is hen te redden, ondanks het verhaal van de president dat hij “pro-Israël” is,’ voegde Jibril eraan toe.

Gogolov knikte. ‘Misschien moeten wij dan als eerste toeslaan.’

* * *

Bennett lag op zijn bed en staarde naar het plafond.

Het was pas twee uur ’s nachts, maar zijn lichaam was nog ingesteld op Israëlische tijd – zeven uur later. Hij kon absoluut niet slapen. Over een paar uur zou hij immers de president onder ogen moeten komen. Zijn maag trok samen bij de gedachte.

MacPherson verwachtte een samenvatting van zijn besprekingen met Doron en Mordechai. Hij kon niet zomaar liegen en zeggen dat de voormalig directeur van de Mossad niets zinnigs te zeggen had over de crisis. Dat zou heel onwaarschijnlijk zijn. Bovendien had hij al een elektronische versie van Mordechais onderzoekspakket naar een aantal andere adviseurs van de president gestuurd. Vroeg of laat zou die er toch achter komen.

Was hij echter werkelijk bereid Mordechais onderzoek direct aan de president te overhandigen? Elk vezeltje van zijn lichaam zei hem dat het de zelfmoord voor zijn loopbaan betekende en dat hij afgeschreven zou worden als een van die ‘zweverige types’. Aan de andere kant was het Ezechiëlscenario Mordechais visie, niet de zijne, toch? Hij was slechts de boodschappenjongen. Waarom zouden ze hem de inhoud van de boodschap kwalijk nemen?

Hij stond op en zette een pot koffie. Hij ging aan de keukentafel zitten, zette zijn draadloze laptop aan, logde in op het beveiligde netwerk van het Witte Huis en bekeek zijn e-mail. Hij had een bericht van Ken Costello van het ministerie en van Indira Rajiv van het nasa-onderzoeksinstituut. Ze bevestigden allebei dat ze Mordechais instructiepakket hadden gekregen en beloofden het die nacht te lezen en te overdenken, zoals hij gevraagd had.

Jon controleerde ook zijn privémail. Hij had bericht van zijn moeder – zes berichten om precies te zijn – waarvan hij er nog niet een gelezen had, laat staan dat hij erop gereageerd had. Een golf van schuldgevoelens overspoelde hem. Waarom was hij zo afstandelijk? Ze was maar een arme weduwe, in ’s hemelsnaam! En hij was het enige wat ze had in deze wereld. Goed, ze was niet de meest ideale moeder. Ze was er niet altijd voor hem geweest. Ze had de carrière van haar man belangrijker gevonden dan het doorbrengen van tijd met hem. Zou hij haar dat altijd blijven verwijten? Deze vrouw voelde zich alleen en verloren. Het enige wat ze wilde, was regelmatig contact met hem. Waarom vond hij dat nu zo moeilijk?

Hij vond het vervelend dat hij zich steeds schuldig voelde als hij aan haar dacht of als haar nummer op zijn telefoon verscheen. Toen kwam het bij hem op dat hij zich misschien schuldig voelde omdat hij ook schuldig wás. Hij was er niet voor haar geweest op de momenten dat ze hem het hardst nodig had en ze verdiende beter. Van haar enige zoon. Van een volgeling van Christus.

Hij kwam in de verleiding haar meteen op te bellen om haar te vertellen dat hij van haar hield en om verslag te doen van Mordechais antwoord op haar vraag. Maar het was geen goed idee haar midden in de nacht wakker te bellen. Hij zou het over een paar uur wel proberen. Hij stuurde een kort mailtje terug om zich te verontschuldigen dat hij niets van zich had laten horen, ging toen op zoek naar een internetbloemist en bestelde drie dozijn rozen. Het was bij lange na niet genoeg, maar het was een begin.

Aan de rand van zijn scherm zag Jon plotseling in een vet lettertype Mordechais naam verschijnen in zijn lijst met contactpersonen. Mordechai was bezig met zijn e-mail. Jon schakelde om en typte snel een berichtje in.

‘doctor m – jon hier.’

Even later kreeg hij antwoord.

‘hallo, jonathan. welkom thuis. hoe was de reis?’

‘lang en eenzaam. maar ik heb een kort vraagje voor u.’

‘kom maar op.’

‘waarom heb ik nooit eerder iets gehoord over al die dingen?’

‘over de gog- en magogprofetieën?’

‘precies. ik bedoel: de opname van de gemeente, het armageddon, de wederkomst van Christus – iedereen die af en toe naar informatieve programma’s op tv kijkt, weet van de profetieën over het grote oordeel, maar waarom heeft niemand het over de dingen die u mij heeft verteld?’

‘hoe bedoel je – niemand? lees de dode zeerollen maar, dan vind je allerlei verwijzingen naar ezechiëls profetieën en de nabije verlossing van israël. lees maar wat in klassieke arabische manuscripten die de chinese muur “de muur van gog en magog” noemen en beweren dat die muur gebouwd is om de russen uit china te houden. lees de ontdekkingsreizen van marco polo maar. wacht even...’

Er ging bijna een minuut voorbij voordat Mordechai weer verder ging. Jon stelde zich voor hoe hij in een van zijn honderden naslagwerken bladerde.

Toen was Mordechai weer terug met het citaat dat hij zocht.

‘marco polo schrijft over een provincie waar “de heersers der tartaren en alle aangrenzende provincies en koninkrijken” woonden, een plaats “die we in onze taal gog en magog noemen; de inheemsen noemen die plaatsen ung en mungul.” wie zijn de tartaren? dat zijn turkssprekende mensen die in Rusland wonen!’

‘nee, nee. dat is allemaal heel interessant. maar dat bedoel ik niet,’ antwoordde Jon. ‘ik bedoel nu. iets hedendaags. iets van tegenwoordig. als er een of andere gigantische profetie tijdens ons leven gaat uitkomen, lijkt het me nogal onwaarschijnlijk dat u het daar als enige over heeft.’

‘jonathan, vriend, dat jij nog nooit van deze profetie gehoord had, wil nog niet zeggen dat niemand er ooit van gehoord heeft.. ooit van de serie de laatste bazuin gehoord?’

‘ik heb er een paar jaar geleden wel iets van gelezen in de newsweek, maar, nee, ik heb die boeken nooit gelezen. te druk met geld verdienen.’

‘hoe kon ik dat nu vergeten? nou, de laatste bazuin is een serie romans van de evangelische profetiedeskundige tim lahaye en de schrijver jerry jenkins. gaat over de eindtijd, de opname van de gemeente, de opkomst van de antichrist. ze hebben meer dan zestig miljoen boeken verkocht.’

‘en?’

‘en het eerste hoofdstuk van de laatste bazuin verwijst naar de gog- en magogprofetie alsof ze al vervuld is voor de opname van de gemeente. waarom? omdat lahaye gelooft dat het goed mogelijk is dat ezechiël 38 en 39 uitkomen voordat Christus terugkomt voor zijn gemeente. in 1984 schreef lahaye zelfs een non-fictieboek onder de titel the coming peace in the middle east. daarin trekt hij de conclusie dat magog rusland is, mesech moskou en tubal tobolsk – precies waar wij het de afgelopen dagen over hebben gehad.’

Was het mogelijk? Was de bestverkochte fictiereeks in de geschiedenis van Amerikaanse uitgeverijen gebaseerd op het idee dat een Russisch-Iraanse alliantie Israël zou aanvallen en daarmee de wederkomst van Christus zou aankondigen?

Voordat Jon kon reageren kwam er alweer een nieuw berichtje binnen.

‘ooit gehoord van hal lindsey?’ vroeg mordechai.

‘nee, hoezo?’

‘hij heeft in 1970 een non-fictieboek geschreven met de titel De planeet die aarde heette. het ging over een aanstaande russisch-islamitische aanval tegen israël en de wederkomst van Christus. meer dan vijftien miljoen boeken verkocht. De New York Times noemde het “de nummer 1 non-fictie van de afgelopen tien jaar”. nu verschillen lindsey en lahaye op sommige punten, zoals het tijdstip waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden, maar ze waren er allebei van overtuigd dat ezechiël aan rusland en iran refereerde en dat de oorlog van gog en magog nabij was.’

Jon schonk nog een kop verse koffie in. Misschien moest hij wat meer lezen dan alleen het Wall Street Journal en Sports Illustrated.

* * *

De colonne reed langs Marriott Tverskaja.

Gogolov pakte de autotelefoon en belde zijn personeelschef.

‘Verbind me door met Andrej,’ zei hij terwijl hij zich weer omkeerde naar het raampje.

De verbinding zou echter nooit tot stand komen.

Uit zijn ooghoeken zag Gogolov hem van links aankomen. Een stadsbus kwam dwars door een politieafzetting aan denderen en boorde zich met volle kracht in de limousine die voor hem reed en als afleiding voor zijn eigen auto diende. Het leidde tot een gigantische explosie en een vuurbal die straten ver te zien was.

Gogolovs lijfwacht trok hem op de bodem van de auto, maar niet voordat de schokgolven van de ontploffing alle ramen van hun auto vergruisde.

De auto stroomde vol met rook en overal zag hij bloed.

Buiten werd de lucht gevuld met machinegeweerschoten.

‘Blijf liggen, blijf liggen!’ schreeuwde de hoofdbeveiliger terwijl hij het lichaam van de tsaar met zijn eigen lichaam bedekte en het beveiligingsdetachement opdracht gaf het vuur te openen op de sluipschutters op de daken.

In de verte begonnen sirenes te loeien.

Al gauw vloog er een helikopter boven hen.

Gogolov zag het bloed over Jibrils gezicht lopen. Hij hoorde hoe de kogels tegen de zijkant van zijn gepantserde wagen beukten en op het trottoir ketsten. Hij hoorde vrouwen gillen en hij hoorde de schrik in de stem van zijn beveiligers toen ze in hun portofoons schreeuwden om versterking, waarvan ze duidelijk vreesden dat die niet op tijd zou zijn.