36
* *
*
Zaterdag 13 september – 23.31 uur – Kremlin
‘Staan ze klaar, Mohammed?’
Joeri Gogolov keek uit het raam van zijn vorstelijke, recent opgeknapte Kremlinkantoor, terwijl Mohammed hem op de hoogte bracht van zijn bezoek aan Teheran.
‘Bijna, Uwe Excellentie. De kernkoppen zijn veilig en op tijd aangekomen in Iran en we hebben geen reden aan te nemen dat Amerika of Israël hun aankomst in de gaten heeft gehad. Ze worden op dit moment in de neuskegels van de Shahah-3-raketten gezet, onder het mom van het gebruikelijke onderhoud. Ik verwacht dat het werk in de eerste week van oktober afgerond kan worden.’
‘En de andere dingen die we besproken hebben?’
‘Allemaal geregeld, Uwe Excellentie.’
‘Mooi. Regel dan maar een persconferentie dinsdagavond om acht uur hier in het Kremlin. Dan is het twaalf uur ’s middags in Washington – net een paar uur voor MacPhersons grote toespraak. Neem daarna contact op met Teheran. Zorg dat president Kharrazi hier is met een delegatie Iraanse wetgevers en hoogwaardigheidsbekleders. Ik wil dat ze naast me staan als ik de aankondiging doe. Maar maak heel duidelijk tegenover Kharrazi dat er absoluut niet gelekt mag worden. We hebben het verrassingselement nodig.’
* * *
‘Slecht nieuws?’
Jon wist niet of hij nog meer aankon.
Mordechai knikte. ‘Joeri Gogolov is niet de antichrist. Ik ben bang dat we echter een ander probleem hebben met mijnheer Gogolov.’
‘Welk probleem?’ vroeg Jon.
‘Iets meer dan vijfentwintighonderd jaar geleden,’ begon Mordechai, ‘had een Hebreeuwse profeet, die Ezechiël heette, een visioen van een samenzwering die zo in de krant van morgen zou kunnen staan. Hij zag moderne landen die toen nog niet bestonden, moderne bondgenootschappen die toen nog niet aangegaan waren en een dag van onuitsprekelijke verschrikkingen die alle veroorzaakt worden door een tiran in het noorden.
Eeuwenlang hebben Bijbelgeleerden gediscussieerd over de betekenis van Ezechiëls cryptische visioen. Sommigen vonden dat het niet meer was dan een allegorie over zonde en oordeel en de geestelijke wereld. Anderen geloven echter dat Ezechiël een glimp van de toekomst heeft gezien. Hij zag een echte leider van vlees en bloed, die op een dag Rusland zou veroveren, een bondgenootschap zou vormen met Iran en de radicaalislamitische wereld en zijn wapens zou opnemen tegen een moderne staat Israël. Door dat te doen zou hij het startsein geven tot een apocalyptische nachtmerrie die leidt tot de opname van de gemeente en de wederkomst van Christus.
Ik moet toegeven dat ik jarenlang niet wist wat ik moest geloven. En, om eerlijk te zijn, kon het me ook weinig schelen. Door de gebeurtenissen van de afgelopen tijd is echter alles voor mij veranderd, Jonathan. Ik vind het niet leuk om te zeggen, maar ik denk dat Ezechiëls profetie voor onze ogen uitkomt.’
Jon wist niet wat hij moest zeggen.
Voor hem zat een van de intelligentste mensen die hij ooit ontmoet had, een man die de oorlog van Irak tegen Iran anderhalf jaar voor hij begon had voorspeld, een man die Iraks inval in Koeweit in 1990 voorspeld had toen bijna alle andere Midden-Oostenexperts zeiden dat de uitspraken van Saddam slechts ‘wapengekletter’ waren om de olieprijs op te drijven.
Mordechais visie op de islamitische wereld was griezelig profetisch en hij had er de hoogste positie van de effectiefste geheime dienst van de wereld mee bereikt. Hoe moest hij echter zoiets als dit zien te begrijpen?
Mordechai wees naar de oude leren bijbel die nog steeds op Jons schoot lag. ‘Blader alsjeblieft naar Jechezchiël – Ezechiël – hoofdstuk 38,’ zei hij zacht.
Jon vond de bladzijde al snel en bekeek de eerste twee verzen.

‘Toe maar,’ zei Mordechai, ‘lees het maar in het Engels.’
Jon begon te lezen.
De Heer richtte zich tot mij:
‘Mensenkind, richt je blik op Gog,
de oppervorst van Mesech en Tubal,
in het land Magog,
en profeteer tegen hem.
Zeg: “Dit zegt God, de Heer:
Gog, oppervorst van Mesech en Tubal,
ik zal je straffen!
Ik kom je halen, ik sla haken door je kaak
en laat je wegtrekken met heel je leger,
met je paarden en ruiters,
met je schitterende krijgers,
met heel die menigte zwaardvechters,
bewapend met kleine en grote schilden;
en dan nog de soldaten uit Perzië, Nubië en Libië,
met hun schilden en helmen,
en Gomer met al zijn troepen,
Bet-Togarma uit het uiterste noorden
met al zijn troepen:
heel veel volken zijn het!
Hij had geen idee wat hij las, maar hij ging verder, nieuwsgierig naar wat de oude man hem duidelijk wilde maken.
Bereid je voor, maak je gereed
om die hele menigte die zich bij je heeft aangesloten
aan te voeren.
Over lange tijd,
in de verre toekomst,
zul je bevel krijgen om op te trekken
tegen een land dat zich nog maar net van de oorlog hersteld heeft,
tegen een volk dat uit vele volken
weer is samengebracht op de bergen van Israël,
die lange tijd verlaten zijn geweest.
Teruggekeerd leeft het daar zonder zorgen.
Met je troepen en al je bondgenoten
zul je optrekken als een stormwind,
als een wolk die het land overdekt.
Jon stopte even en keek op voor uitleg, maar Mordechai gebaarde eenvoudigweg dat hij door moest gaan, dus hij las verder.
Dit zegt God, de Heer:
Als het zover is,
zul je boze plannen uitdenken.
Je denkt: Dat land van niet-ommuurde steden
zal ik aanvallen;
ik zal optrekken tegen die argeloze mensen
die zo onbezorgd leven in hun steden
zonder muren, grendels of poorten.
Je gaat erheen om te plunderen,
te roven en buit binnen te halen,
om de puinhopen
die weer bewoond worden aan te vallen.
Daar woont een volk
dat uit vele volken bijeen is gekomen,
dat vee en bezit verworven heeft
en nu de navel van de wereld bewoont.
De mensen uit Seba en Dedan,
de handelaars en heersers uit Tarsis
zullen tegen je zeggen:
‘Ben je gekomen om te plunderen en te roven?
Heb je die hele menigte bijeengebracht
om buit binnen te halen?
Om goud en zilver weg te graaien,
om vee en goederen mee te nemen,
om alles te plunderen en te roven?’
Mordechai schonk nog een kopje hete, stroperige, Turkse koffie in. Over de tafel heen gaf hij er Jon een aan.
Dankbaar nam Jon een voorzichtig slokje. Hij voelde de cafeïne bijna meteen door zijn lichaam gaan.
Mordechai had hem gewaarschuwd dat Ezechiëls profetie cryptisch was – en dat was ze zeker. Tot zijn verbazing begon Jon echter een glimp op te vangen van de betekenis van de duistere passages. Het was duidelijk dat een of andere koning die Gog heette ‘een volk dat uit vele volken weer is samengebracht op de bergen van Israël’ zou aanvallen. Dat was meer dan duidelijk. Het aantal Joden dat sinds het ontstaan van de staat Israël in 1948 was teruggekeerd, liep in de miljoenen. Verder stond er in de tekst dat ze ‘zo onbezorgd leven’. Jon was zelf betrokken geweest bij het herstel van de veiligheid in Israël de afgelopen jaren. Wanneer eerder kon het volk Israël omschreven worden als ‘onbezorgd’?
Hij moest toegeven dat hij meer en meer geïntrigeerd werd door het idee dat een eeuwenoude profetie uitkwam tijdens hun leven. Was het echt zo?
Het idee leek op het eerste gezicht bespottelijk. Maar zelfs Jon moest toegeven dat er zich iets bizars ontvouwde om hen heen. Hij zette zijn koffie neer en las verder.
Profeteer daarom, mensenkind,
zeg tegen Gog:
‘Dit zegt God, de Heer:
Wanneer mijn volk Israël
een onbezorgd bestaan leidt,
zal dat jou bekend worden.
Dan komen jij en je vele bondgenoten
uit je woonplaats in het uiterste noorden,
al die mannen te paard,
die grote menigte, dat talrijke leger.
Als een wolk die het land overdekt
zul je tegen mijn volk Israël optrekken.
Eens zal ik je naar mijn land brengen,
en als ik alle volken door jou,
Gog, laat zien dat ik heilig ben,
zullen ze beseffen wie ik ben.’”’
‘Oké, Jonathan, daar kun je stoppen,’ zei Mordechai ten slotte. Daarna zette hij zijn koffie neer en keek Jon recht aan. ‘Ik weet dat dit in het begin een beetje moeilijk te bevatten is, maar wat je zojuist gelezen hebt, zijn niet zomaar wat krabbels van een of andere idioot uit de oudheid. Deze woorden zijn ingegeven door God.’
Er liep een rilling over Jons rug.
‘Bijna eenderde van de Schrift bestaat uit profetieën,’ ging Mordechai verder, terwijl hij Jon nog steeds scherp aankeek. ‘En de helft van de Bijbelse profetieën – een stuk of vijfhonderd – is al uitgekomen. De rest heeft te maken met wat de Hebreeuwse profeten “het einde der dagen” noemen: de dagen die aftellen naar de wederkomst van de Messias, de regering van de Messias op aarde en Gods plan de hemel en de aarde te vernietigen en opnieuw te scheppen.
Nu heb je gelezen dat Ezechiël in vers acht verwijst naar een periode die “over lange tijd, in de verre toekomst” zal plaatsvinden. En in vers zestien zegt hij dat het “eens” zal gaan gebeuren. In andere vertalingen staat er “in het laatste der dagen”. Als de Hebreeuwse profeten schrijven over de laatste dagen, bedoelen ze altijd de laatste dagen vóórdat de Messias komt om zijn koninkrijk op aarde te stichten. In Openbaring 20 wordt dat het duizendjarig rijk van Christus genoemd. We weten dus dat Ezechiël een zogeheten eindtijdprofeet is. Zijn woorden verwijzen naar gebeurtenissen die zullen plaatsvinden vlak voor de wederkomst van Christus.
De grote vragen zijn: wie zijn de hoofdrolspelers in dit apocalyptische drama en hoe snel gaat dit allemaal gebeuren?’