53

* *

*

Maandag 29 september – 18 dagen voor de vn-deadline

Iemand haalde de deur van slot.

Erin bad dat het de verpleegkundige was en dat was ook zo. Ze hoorde hoe het metalen karretje over de betonnen vloer rolde terwijl de stalen deur dicht en op slot werd gedaan.

Plotseling kwam er een Bijbeltekst in haar gedachten: ‘Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders,’ en meteen kreeg ze een idee.

Erin hoorde hoe zuster Grizkov aan haar avondritueel begon en de zware verdovingsmiddelen klaarzette die haar in een diepe droomloze slaap zouden laten zinken. Ze hoorde haar tasten naar het juiste flesje. Toen scheurde ze de verpakking open waardoor er een nieuwe injectiespuit tevoorschijn kwam. Erin opende langzaam haar ogen en draaide zich een beetje.

‘Je leeft nog,’ zei Grizkov vlak.

‘Ik moet even naar de wc,’ antwoordde Erin in het Russisch terwijl ze plotseling ineenkromp door het felle licht en ze realiseerde zich dat het tweede peertje vannacht vervangen was.

‘Da, maar wel snel, want ik ben al laat.’

Erin sloot haar ogen weer alsof ze rustte. Toen ze hoorde dat Grizkov de handboeien losmaakte, ging ze over tot actie.

Met haar linkerhand greep ze het id-kaartje dat om Grizkovs nek hing en trok haar gezicht in het kussen, zodat ze geen adem meer kon halen. Met haar rechterhand pakte ze de injectiespuit van het karretje, stak hem in de nek van de vrouw en drukte de stamper naar beneden.

Geschrokken stribbelde de verpleegkundige tegen, maar dat duurde slechts een paar tellen totdat de vrouw verlamd op bed viel. Erin controleerde haar pols. Ze leefde nog.

Erin draaide het gezicht van de vrouw van het kussen, zodat ze weer kon ademhalen. Ze wist dat ze nog maar een paar minuten had. Ze trok Grizkovs uniform uit, pakte haar id en polshorloge en deed het zelf aan. Ze legde Grizkov onder de lakens en gaf de vrouw nog een verdovende injectie om verrassingen te voorkomen.

Vervolgens pakte ze wat stukken gaas en schroefde voorzichtig het nieuwe gloeilampje los. Ze paste goed op dat ze zich niet brandde, pakte het metalen stuk van het lampje vast, legde het onder een van de dekens en brak het glas zo geluidloos als ze kon.

‘Ben je klaar daarbinnen?’ blafte de bewaker in het Russisch.

‘Da, da, laat me er maar uit,’ mompelde ze terug met een stem die ze zo goed mogelijk op die van Grizkov probeerde te laten lijken.

Sleutels rinkelden. De deur ging langzaam open en Erin aarzelde geen moment.

Ze gebruikte al haar kracht, trok de deur open en dreef het hete, scherpe glas van de gloeilamp in de hals van de man. De bewaker zou nooit weten waardoor hij geraakt werd. Hij was al dood voordat hij op de grond in elkaar zakte.

De gang was leeg en alle cellen op deze verdieping waren ook verlaten. Erin sleepte de bewaker haar eigen cel binnen en reed het medicijnenkarretje over de plas bloed in de gang.

Het was onmogelijk het ziekenhuis uit te komen met het ak-47-geweer van de bewaker op haar rug. In plaats daarvan greep ze het pistool en de zender van de man en propte die in haar zakken. Daarna deed ze de celdeur achter zich op slot en liep naar het einde van de gang.

Ze haalde Grizkovs id-kaart langs de elektronische kaartlezer en kreeg toegang tot het schemerige trappenhuis. Ze realiseerde zich dat ze op de vijfde verdieping zat, maar ze had geen idee in wat voor gebouw ze zich bevond. Ze liep naar beneden, naar de vierde verdieping en toen naar de derde. Ze zag helemaal niemand.

Toen ze eindelijk op de tweede verdieping aankwam, zag ze plotseling een videocamera boven de deur hangen. Hingen er nog meer? Zouden ze haar al gezien hebben?

Haar hart begon sneller te kloppen. Ze liep nu op de eerste verdieping. Ze werd opnieuw aangestaard door een videocamera, die haar dreigde te verraden. Ze probeerde rustig te blijven.

Erin haalde haar kaart langs de lezer en hoorde het elektrische slot openspringen. Met haar linkerhand opende ze de stalen deuren en haar rechterhand liet ze in de zak van haar schort zakken en op het wapen rusten.

De nachtbewaking was minimaal, maar toen Erin op de begane grond aankwam en links naar de hoofdingang keek, zag ze drie bewakers met automatische geweren. Ze bad dat er een achteruitgang of personeelsuitgang zou zijn en liep naar rechts terwijl ze de blikken van de collega-kameraden van de hoofdverpleegpost probeerde te vermijden.

Plotseling zag ze een groepje dokters op zich afkomen. Wat als ze haar id zagen? Wat als ze Tatjana Grizkov kenden? Haar ogen schoten van links naar rechts en net toen de dokters vlak bij haar waren, ontdekte ze een personeelskantine en dook naar binnen. Ze haalde opgelucht adem toen ze de dokters langs de deur hoorde lopen.

Ze schonk een kop gloeiend hete koffie voor zichzelf in. Het was
het eerste kopje in weken. Daarna viste ze een half opgegeten muffin
uit de vuilnisbak. Ze sloot haar ogen en dankte God voor het eten.
Plotseling kwamen er twee bewakers binnen.

‘Wie ben jij?’ vroeg een van hen scherp.

Toen ze een moment aarzelde, greep hij naar zijn revolver.

Ze gooide haar koffie in het gezicht van de eerste bewaker en schopte de tweede in zijn kruis, waardoor hij op de grond viel en zijn revolver door de kamer vloog. Ze greep een stoel en sloeg hem kapot op het hoofd van de man. Toen zag ze dat de andere bewaker naar zijn revolver greep.

Erin draaide zich vliegensvlug om. Ze greep de overgebleven pot koffie en slingerde hem van zich af. De bewaker moest bukken en daardoor had ze net genoeg tijd om naar links te duiken, haar eigen pistool te pakken en het eerste schot te lossen. Ze had goed gemikt en de bewaker viel meteen neer.

Erin hoorde een sirene afgaan. Ze was bang dat alle deuren nu automatisch vergrendeld zouden worden.

Als dat zo was, zou ze hier nooit levend uitkomen.

Ze greep het machinegeweer van de eerste bewaker, stormde de gang op en rende naar het dichtstbijzijnde bordje met ‘uitgang’. Ze schoot om zich heen naar de bewakers die van beide kanten op haar af kwamen.

Ze stormde door de eerste deur, maar de buitendeur zat op slot.

Ze probeerde Grizkovs pas. Hij werkte niet.

Ze probeerde terug te gaan. Misschien moest ze flink om zich heen schieten om naar buiten te komen, maar dat was beter dan hier in de val te zitten. De deur terug naar de gevangenis zat echter ook op slot.

Het was te laat. Ze zat al in de val.

De parkeerplaats voor het personeel lag op een paar meter afstand, maar ze was ingesloten. In gedachten zocht ze naar een oplossing. Ze zag de politiewagens al naar de voorkant van het gebouw scheuren. Binnen een paar seconden zouden ze ook aan de achterkant staan en dan was ze omsingeld.

Erin haalde de portofoon uit haar zak. Hij stond bol van heen-en-weergepraat tussen bewakers die erachter probeerden te komen wat er aan de hand was. Ze vond een vrij kanaal.

‘Wie heeft hier de leiding?’ gromde ze in het Russisch.

‘Generaal Stoepatsjkin,’ kwam het antwoord. ‘Hij is onderweg.’

‘Hij is er al, idioot. Maar hij kan niet naar binnen. Maak die buitendeur open voordat hij een kogel door jouw kop jaagt in plaats van door die van de gevangene.’

‘Da, da, wacht even.’

Zes seconden later ging de buitendeur open.

Erin rende naar buiten en liep rechtstreeks tegen een zwarte Mercedes aan die met blauw zwaailicht van de noordkant aan kwam scheuren. Ze herkende meteen generaal Stoepatsjkin van de fsb achterin. De Mercedes kwam met piepende banden tot stilstand. De chauffeur hamerde op zijn claxon, liet zijn raampje zakken en schold tegen haar dat ze uit de weg moest gaan.

Erin haalde de .45 vanachter haar rug en vuurde drie schoten door de voorruit. De claxon gaf geen kik meer, evenmin als de chauffeur. Nog twee schoten en Stoepatsjkin was er ook niet meer. Achter haar barstten de machinegeweren los.

Erin dook naar beneden, haalde het portier door het open raampje van slot, trok de chauffeur naar buiten en sprong zelf achter het stuur.

Ze gooide de auto in zijn achteruit, trapte het gaspedaal in en maakte een halve draai terwijl de kogels de overgebleven ramen van de wagen aan gruzelementen sloegen. Ze kroop ineen en bad dat ze niet geraakt zou worden. Ze reed naar buiten door de poort die zich sloot en botste meteen tegen een Moskouse politiewagen.

Ze vuurde zes schoten door de voorruit van haar auto naar de voorruit van de politieauto. Ze reed iets achteruit om los te komen van de andere auto, trapte toen opnieuw het gas in en slingerde door de smalle straatjes terwijl de nacht gevuld werd met het geluid van geweerschoten en sirenes.

Bij de eerste kruising maakte Erin een scherpe bocht naar links, stuurde over vier banen naar links en reed dwars over een verlaten parkeerplaats bij een winkelcentrum.

Erin wist dat ze de beschadigde Mercedes moest zien kwijt te raken. In een donker hoekje van de parkeerplaats zag ze een oude Volga staan. Ze parkeerde haar auto, stapte uit en rende naar de Volga. Hij zat niet op slot. Ze stapte in en greep onder het dashboard. Ze trok een handvol bedrading onder de stuurkolom vandaan. Ze was hierin getraind. Ze kon het zelfs geblinddoekt. Tien seconden later had ze de isolatie van de accukabel gehaald en strak om de blanke kabel naar het contactslot gewikkeld.

Een adembenemend moment lang gebeurde er niets. Toen kwam de motor van de auto ronkend tot leven.

Zes minuten later reed ze rustig door verschillende steegjes naar de hoofdweg. Toen ze op een recht stuk kwam, keek ze in haar binnenspiegel om te zien of ze werd gevolgd door fsb-agenten. Toen zag ze dat er bloed langs haar gezicht liep.

* * *

Gogolov hoorde het nieuws tegen vier uur ’s ochtends.

Niemand had hem wakker willen maken, zelfs Zjoeganov of Jibril niet.

Medewerkers van de gevangenis en de top van de fsb hadden wanhopig geprobeerd McCoy eerst zelf te vinden voordat ze moesten opbiechten dat ze ontsnapt was. Ze hadden ondertussen de Mercedes gevonden met bloed op het stuur, het dashboard en de stoelen. Ze wisten dat McCoy gewond was. Ze wisten ook dat ze te slim was om medische hulp te gaan zoeken.

Gogolov was ziedend. Hij vervloekte Jibril en dreigde Zjoeganovs kinderen te vermoorden als McCoy niet snel gevonden werd. Hij eiste een gebouw-aan-gebouw-, huis-aan-huiszoeking in Moskou en gaf bevel McCoys foto op flyers door de stad te verspreiden en op de nationale televisie te tonen. Het kon hem niet langer schelen dat de vs wisten dat ze in leven was.

‘Zet haar neer als seriemoordenaar,’ gebood Gogolov. ‘Zeg tegen de pers dat we haar nooit gehad hebben, dat we dachten dat ze was omgekomen in de gevechten rondom de machtsovername. Zeg dat ze onlangs weer is opgedoken en aan het moorden is geslagen. Zeg dat er drie onschuldige vrouwen zijn vermoord, waaronder een zwangere vrouw en haar kind. Laat daarna foto’s van de lichamen zien – beestachtig afgeslacht.’

‘Maar zulke foto’s hebben we helemaal niet.’

‘Vermoord dan een zwangere vrouw en neem die foto’s.’

‘J-ja,’ stamelde Zjoeganov. ‘Had u verder nog iets gewenst, Uwe Excellentie?’

‘Da. Zet een prijs op haar hoofd – tien miljoen roebel, dood of levend… Het liefst dood.’

* * *

Er verscheen een bericht op Mordechais scherm.

Het was van Sasha. Mordechais hart ging sneller kloppen.

‘Oude vriend, we hebben een doorbraak,’ schreef Sasha, ‘De politiezenders worden gek van de berichten dat Erin McCoy in Moskou is gesignaleerd en op de vlucht is geslagen. Verder weet ik nog niets. Ik hou zoveel mogelijk frequenties bij. Stuur uw eerste overboeking maar naar mijn rekening in Zürich. Als ik meer weet, bent u de eerste die het hoort.’

* * *

Twintig minuten later ging de telefoon in het kantoor van de president.

‘Ja, Jack?’

‘Radio Moskou doet verslag van een gigantische klopjacht op Erin McCoy,’ vertelde directeur Mitchell.

‘Leeft ze nog?’

‘De Russen zeggen dat ze van de cia is en dat ze drie mensen heeft vermoord, waaronder een zwangere vrouw. Ze laten straks foto’s zien. Ze zeggen dat ze in Moskou gezien is en dat ze op de vlucht is. Ze hebben een beloning op haar hoofd gezet, mijnheer de president.’

‘Hoeveel?’

‘Meer dan driehonderdduizend Amerikaanse dollars.’

‘Denk je dat ze het echt is?’ vroeg de president.

‘Het zou kunnen, maar…’

‘Maar wat?’

‘Het kan ook een lokmiddel zijn voor Bennett.’

* * *

Erin zette de auto stil onder een groepje bomen in het Gorkipark.

Ze was al uren op de vlucht. Ze wist dat het niet veel langer zou gaan, zo buiten op straat. Ze was doodmoe. Ze verloor bloed. Ze kon op geen enkele manier contact leggen met Washington of met Jon en nu ze naar het nieuws op de autoradio luisterde, probeerde ze zich wanhopig een van de vrijplaatsen van de cia in Moskou te herinneren. Haar hoofd was echter helemaal leeg.

Het was vreemd weer nieuws van de buitenwereld te horen, ook al was het nieuws dat onder censuur van het Kremlin stond. Ze had bijvoorbeeld geen idee van de moordaanslag op Gogolov en ook niet van de vn-resolutie, de deadline en de Russische en islamitische troepen die naar Israël optrokken.

Waarom? Wat was er aan de hand?

Erin vocht tegen haar tranen toen ze dacht aan de mensen die ze had vermoord of verwond. Ze wist dat ze niet anders kon en ze geloofde niet dat God wilde dat ze de moed opgaf en stierf na alles wat ze de afgelopen weken had doorstaan. Toch voelde ze zich verdoofd en leeg. Ze was zo ver gekomen! Het had geen zin nu de hoop op te geven, maar ze voelde zich totaal gedesoriënteerd. Niets kwam haar bekend voor.

Behalve, vreemd genoeg, het Gorkipark.

Waarom deed deze plaats nu juist een belletje rinkelen?

Ze deed de ruitenwissers aan en keek door de bomen naar de rij gebouwen aan de andere kant van de rivier. Wat was het toch?

Haar geest draaide op volle toeren. Aan de andere kant van de rivier stonden rijen appartementen. Nieuwbouw. Ze keek naar links, en naar rechts. Ze zag het niet. Maar het moest er zijn. Ergens aan deze straat stond het verbeurdverklaarde appartement waar Naïna Petrovski ooit gewoond had. Het moest nu leegstaan.

Zou ze het kunnen vinden? Zou ze daar veilig zijn?