22

* *

*

Dinsdag 12 augustus – 19.46 uur – Kremlin

Misleiding is een essentieel onderdeel van de trucs van een illusionist.

Gogolov was een meester in de zwarte kunsten.

Hij begon met het bijeenroepen van de ambassadeurs van Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, Oostenrijk en China en de minister van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie voor een speciaal avondprogramma op het Kremlin. Hij vertelde hun niet waarom.

Terwijl de avond over de stad viel, kwamen de geëerde gasten aan in hun gepantserde limousines en werden ze naar Gogolovs privé-eetkamer geleid. Het was een intieme kamer met houten lambrisering, kaarslicht en een grote ronde tafel voor twaalf personen, gedekt met een wit tafellaken en handbeschilderd servies dat dateerde uit de tijd van tsaar Nicolaas II.

‘Minister Lucente, wat een eer u eindelijk te mogen begroeten,’ zei Gogolov toen hij Salvador Lucente van de EU hartelijk de hand schudde. ‘Hoe is het met je vrouw, Esperanza?’

‘Het gaat goed met haar.’

‘En je zoon, Miguel, net twaalf geworden, toch?’

‘Drie dagen geleden, inderdaad,’ zei Lucente overrompeld door Gogolovs charmeoffensief. ‘U bent goed ingelicht.’

‘Nee, hoor, helemaal niet. Ik heb u zelf een tijdje in de gaten gehouden,’ ging Gogolov verder met zijn ogen strak op Lucente gericht. ‘Je hebt een opmerkelijke carrière voor een jonge man. Summa cum laude afgestudeerd in wiskunde aan de universiteit van Barcelona. Master bedrijfskunde en doctor in de rechten aan Harvard. Doctoraat in Oxford. Vicepresident van at&t-telecommunicatie in Zuid-Europa voordat je je eigen miljoenenbedrijf in telecommunicatie opzette. In ’97 verkozen in het Spaanse parlement, later minister van Industrie, Handel en Toerisme, vervolgens minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en toen Spaanse minister van Buitenlandse Zaken voordat je plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie werd en nu deze waardige post. Een universeel genie – geef me eens ongelijk.’

Lucentes ervaring bleek niet op zichzelf te staan. Gogolov verbaasde alle ambassadeurs met zijn gedetailleerde kennis van hun jaren in Moskou, een lijst van dienstverbanden, universitaire kwalificaties en daarnaast ook de namen van hun echtgenotes en kinderen.

Toen iedereen uiteindelijk zat, had Gogolov nog een verrassing op het menu: hij stelde zijn eigen vrouw voor aan de groep. Niemand wist dat hij getrouwd was en zeker niet met zo’n mooie vrouw als Natasja Gogolov. Er klonk applaus, waarop Gogolov zijn gasten opnieuw verbaasde.

‘Ten slotte,’ zei Gogolov terwijl hij een glas champagne hief om een dronk uit te brengen, ‘wil ik u voorstellen aan mijn nieuwe minister van Buitenlandse Zaken…’

Hij wachtte even en keek naar de zijdeur. Snel volgde iedereen in de kamer zijn blik. Even later hapten verschillende ambassadeurs naar adem, sloegen een hand voor hun mond en keken snel naar Gogolov alsof ze bang waren dat ze hem beledigd hadden. Gogolov glimlachte alleen maar. Hij genoot niet alleen van hun schrik, hij had die ook verwacht, want de man die nu naast hem stond, was een man van wie maar heel weinig mensen wisten dat hij nog in leven was: Andrej Kanetski Zjoeganov.

Gogolov kon de verbaasde gedachten van zijn gasten bijna horen. Hoe was dit mogelijk? Was Zjoeganov niet omgekomen in de nacht van de staatsgreep? Hij was bijna tien jaar lang Vadims stafchef en trouwe adviseur geweest. Was hij omgekocht door Gogolov en Jibril? Of was hij vanaf het begin een spion geweest binnen Vadims regering?

Iedereen in de kamer dacht hetzelfde, maar niemand durfde die gedachte in woorden om te zetten. Ze waren hier niet naartoe gekomen om tegen Gogolov in te gaan. Ze waren hier om te horen wat hij te zeggen had en zonder twijfel had hij nu hun volledige aandacht.

* * *

Tegen het einde van het diner was iedereen de schrik te boven.

Het ijs was gebroken. De wodka en de cognac vloeiden rijkelijk. De lucht was gevuld met de zoete geur van Cubaanse sigaren.

Gogolov ging staan en tikte met een vork tegen zijn waterglas.

‘Heren, Winston Churchill had gelijk. Rusland is een raadsel, verpakt in een geheim, gehuld in een mysterie. Niets is hier zoals het lijkt. In de afgelopen dagen bent u getuige geweest van de Tweede Russische Revolutie, maar anders dan bij de eerste, heeft Europa nu niets te vrezen.

Ik ben niet het monster dat in de pers wordt neergezet. Deel ik de liefde van mijn kameraden voor Moeder Rusland, hun afkeer van de zwakte en de corruptie van de Vadimjunta? Natuurlijk deel ik die. Maak ik me zorgen over de oostwaartse sluipgang van de navo? Ben ik ongerust dat de militaire, politieke en economische alliantie die onder Amerikaanse leiding mijn grenzen nadert onverwachte gevolgen kan hebben? Ik zou liegen als ik zei dat het niet zo was.

Laat me u echter geruststellen, heren. Ik ben niet van plan kernraketten richting Duitsland af te vuren, Polen binnen te vallen, de Baltische staten te bedreigen of enorme ventilatoren te bouwen om radioactief afval over EuroDisney te blazen. Dat is een hele opluchting, niet?’

In de kamer klonk een nerveus gegrinnik.

‘Ik ben Vladimir Zjirinovski niet – of Vladimir de Verschrikkelijke, zoals jullie hem in het westen wel noemen. Ook ben ik Sergej Iljoesjkin niet. Ik deel hun goede eigenschappen noch hun slechte eigenschappen. Die heren waren mijn cliënten en verder niets. Onze relatie was puur zakelijk, niet privé. Zij zijn er echter niet meer en jullie zijn hier wel en er ligt een nieuwe kans in het verschiet.’

Gogolov keek alle heren aan tafel diep in de ogen, terwijl zijn linkerhand speelde met de blonde lokken van zijn vrouw.

‘Vrienden, het nieuwe Rusland zal een volwaardig staatsburger van de wereld zijn en een lid dat op goede voet staat met de vn-Veiligheidsraad. Rusland heeft natuurlijk zijn behoeftes. Rusland heeft belangen en het zal die belangen najagen op een manier die hem juist acht. Wat zijn die belangen? Is Rusland geen onderdeel van Europa? Is zijn lot niet verbonden met dat van zijn mede-Europeanen? Natuurlijk wel. Daarom willen we een hechte band met de Europese Unie. Is Rusland niet op een zelfde manier verbonden met Azië? Is zijn lot niet verbonden met dat van zijn mede-Aziaten? Opnieuw is het antwoord ja. En wij voelen ons verplicht een goede buur van onze Chinese en andere Aziatische vrienden te zijn.

Wat Rusland niet is – en nooit zal zijn – is onderdeel van Amerika. Mijn voorganger was dat vergeten. Hij verpandde Ruslands morele en economische veiligheid in een ijdele poging deal na deal met Amerika te sluiten. Maar wat zijn we daarmee opgeschoten? Hebben de Russen het nu beter dan ze het hadden voordat Grigori Vadim bij de Amerikanen in bed kroop? Helaas is het antwoord duidelijk, maar ik moet daaraan toevoegen dat ook Europa en Azië niet veel beter zijn geworden door hun fortuin en toekomst aan Amerika te verbinden. Niet Moskou, maar Washington gebruikt het vetorecht of negeert verdrag na verdrag en initiatief na initiatief als dat in het voordeel van Europa en Azië is. Heb ik gelijk? Zou de wereld zo moeten werken?’

Gogolov speurde de kamer af en zocht naar een blijk van herkenning in de ogen van degenen die rond zijn tafel zaten. Een voor een toonden de gasten signalen dat zijn woorden tot hen doordrongen.

‘Denk er maar eens over na, heren. Zoals wij hier vanavond zitten, vertegenwoordigen we twee miljard mensen. Twéé miljard! Samen zijn we zeven keer zo groot als de Verenigde Staten. Stel je nu eens voor – heel even maar – wat een vrede en welvaart er kan voortkomen uit een gezamenlijke markt voor twee miljard consumenten. Denk je eens in wat voor innovaties een dergelijk menselijk kapitaal kan ontketenen. Ga eens na wat we samen kunnen bereiken als we onze gezamenlijke belangen ontdekken in plaats van de unipolaire wereld waarin we ons bevinden maar blind te accepteren. Deze wereld wordt gedomineerd – nee, zelfs geregéérd – door de Verenigde Staten van Amerika. Ik meen zelfs te mogen beweren dat de Verenigde Staten een nieuw Romeins Rijk zijn geworden, een juk op onze schouders dat we niet horen te dragen.’

Gogolov liet zijn woorden bezinken. Hij was echter nog niet klaar.

Hij stelde dat ‘het Amerikaanse imperialisme van de eenentwintigste eeuw geen grenzen kende: Haïti, Somalië, Bosnië, Afghanistan, Irak, Palestina; moet ik nog verdergaan?’

Hij merkte op dat Washingtons zogeheten oorlog tegen het terrorisme een vertoon van Amerikaanse arrogantie was, een excuus om alles vertrappend door de vn en het Internationale Gerechtshof te banjeren en een bewijs van Amerika’s koloniale plannen met de olievelden in het Midden-Oosten.

Daarna herinnerde hij de ambassadeurs eraan dat het nog steeds niet omstotelijk bewezen was dat de Aeroflot 6617 daadwerkelijk gekaapt was. Hij suggereerde dat ‘een groot aantal vragen met betrekking tot de acties van Washington nog niet naar tevredenheid van de wereld beantwoord was’.

Hij bekritiseerde Washingtons weigering Russische, Duitse en Franse bedrijven toe te staan te bieden op contracten in het post-Saddamse Irak, ondanks het feit dat Irak alleen al aan Moskou zeven miljard dollar verschuldigd was. Hij noemde het feit dat Washington tegen volledige toelating van Rusland en China tot de Wereldhandelsorganisatie was, ondanks jarenlange inspanningen van de eu om de resterende meningsverschillen te bespre-
ken.

Bovendien zei hij diep teleurgesteld te zijn in Washingtons verzet tegen een grote reeks eu-doeleinden, van het tekenen van het Kyoto-verdrag tot het afbetalen van de schuld bij de vn die nu in de miljarden dollars liep.

Bij elke kwestie werd Gogolov verrast door de bijval die hij kreeg. Dit ging beter dan hij had durven hopen. Hij wilde zijn doel niet voorbij schieten, maar hij wist hoe belangrijk het juiste tijdstip was. Hij wierp een korte blik op Zjoeganov, die hem onopvallend toeknikte en toen besloot hij de stap te wagen.

‘Heren, voordat deze avond voorbij is, moet ik nog een kwestie van gemeenschappelijk belang met u bespreken.’

Het werd stil in de kamer.

‘U moet zelf weten hoe u verslag aan uw regering doet over mij en over deze avond, hoewel ik tijdens het diner heb gezegd dat ik al uw presidenten en premiers graag hier in Moskou zou ontmoeten of in hun eigen hoofdstad of waar ze maar willen. Als het nodig is, ben ik meer dan bereid overal naartoe te reizen om duidelijk te maken dat het nieuwe Rusland niets anders wil dan vrede en welvaart voor alle volken van goede wil.

‘Hoe u ook verslag uitbrengt, ik wil u toch vragen één ding heel erg duidelijk te maken. Ik heb het over een kwestie die de wereld de afgelopen jaren vreselijk verdeeld heeft, maar van groot belang is: de proliferatie van massavernietigingswapens.

U moet weten dat het Russische volk evenals u zich ernstig zorgen maakt over de mogelijkheid dat nucleaire, chemische en biologische wapens in de verkeerde handen vallen. Ik deel die zorgen zelfs persóónlijk. Ik zou niet willen meemaken dat de verspreiding van dergelijke wapens een bedreiging kan vormen voor onze kinderen, onze economie en ons milieu, maar ik zal jullie eerlijk zeggen dat ik het Amerikaanse standpunt hypocriet vind en ik wil daar een punt van maken.

Binnenkort zal ik voor de wereldbevolking mijn zorgen schetsen in een televisietoespraak gericht tot de Verenigde Naties. Laat me in de tussentijd echter eenvoudigweg zeggen dat ik me ernstige zorgen maak om één land in het Midden-Oosten dat zonder twijfel in het bezit is van massavernietigingswapens, inclusief kernwapens, en zeker bereid is die te gebruiken. Jullie weten welk land ik bedoel en ik heb het niet over Irak.’