42
* *
*
Maandag 15 september – 5.49 uur – kantoor van de
Amerikaanse president
‘Jon, zeg me dat de Israëliërs het niet gedaan hebben.’
Geen ‘hallo’. Geen ‘goedemorgen’. Geen ‘hoe durf je mijn kantoor binnen te komen zonder overhemd en das?’ De president was strikt zakelijk en Jon had hem maar zelden zo kwaad gezien.
‘Ik kan alleen maar hopen dat ze het gedaan hebben,’ zei hij. ‘Tenzij wij het gedaan hebben. Is dat de reden waarom de geheime dienst u “het eerste schaakstuk” noemt?’
‘Wij waren het niet, Jon. En je kunt maar beter bidden dat de Mossad het ook niet gedaan heeft.’
‘Ik bid juist het tegenovergestelde.’
‘Dan zul je daarmee heel wat mensen de dood injagen,’ zei de president vinnig. ‘Kijk, Jon, ik weet dat dit hele gebeuren je persoonlijk raakt. En God weet dat ik bid voor een behouden thuiskomst voor Erin. Maar volgens mij begrijp jij het niet goed. Als Doron of ik opdracht zou geven een aanslag te plegen op Gogolov, wat zouden we daar dan precies mee bereiken? Hoe weten we nu zeker dat Andrej Zjoeganov of een andere idioot de macht niet overneemt en besluit wraak te nemen met tienduizend kernraketten? Of desnoods maar met eentje. Heb je gezien hoeveel doden het ministerie van Defensie verwacht bij de inslag van één Russische icbm op New York of l.a.?’
Jon schudde zijn hoofd.
‘Dan moet je dat maar eens gaan bekijken. En als je daar dan toch mee bezig bent, moet je meteen maar even kijken naar de computernabootsing van de gevolgen van een pre-emptieve Amerikaanse aanval tegen Moskou. Er zouden in de eerste uren al honderd miljoen Amerikaanse doden vallen en in de weken die erop volgen nog eens vijfenzeventig miljoen. Ik ga geen Russische roulette spelen met een stelletje psychopaten met kernwapens.’
Jon vroeg of de president het verslag van zijn besprekingen met Doron had gelezen.
‘Ja, dat heb ik gelezen,’ zei MacPherson.
‘Dan weet u ook dat Doron serieus het Simsonscenario overweegt.’
‘Dan zou hij een grote fout begaan.’
‘Maar dan nog…’
‘Jon, moet je horen. Ik doe alles wat ik kan om ervoor te zorgen dat het allemaal goed komt. Maar je moet goed begrijpen dat we op dit moment geen realistische militaire opties hebben.’
‘Mijnheer de president, het hoeft niet op een oorlog uit te lopen,’ wierp Jon tegen. ‘Gogolov is een bullebak. Er is nog nooit iemand tegen hem ingegaan. Waarom doet u het niet? Gebruik uw vetorecht in de Veiligheidsraad. Werk aan een coalitie die tegen hem zal ingaan bij de Algemene Vergadering. Leg een paar oorlogsschepen voor anker aan de Israëlische kust. En verkoop de Israëliërs de wapens die ze nodig hebben om zich te verdedigen.’
‘Zo eenvoudig ligt het niet, Jon. Het overgrote deel van de wereld vindt me al oorlogzuchtig. Je begrijpt niet hoe belangrijk het is dat ik die reputatie op dit moment niet bevestig. Er staat te veel op het spel.’
‘Wat bent u dan van plan?’
MacPherson gaf Jon een leren map met het presidentiële zegel erin gedrukt. Nieuwsgierig opende Jon de map met de kladversie van de toespraak die de president morgenavond voor de televisie zou houden en een voorstel voor een vn-resolutie die de regering woensdagavond aan de Veiligheidsraad wilde voorleggen.
Hij bekeek eerst de toespraak.
Het was een boeiend verhaal over Russische samenzweringen en hypocrisie met betrekking tot het bouwen van kerncentrales en onderzoeksinstituten in Iran. Er werd ook een nauwkeurige beschrijving gegeven van de consequente, ruziezoekerige weigering van Iran om zich aan de iaea-veiligheidsmaatregelen te houden. Bovendien ging de toespraak vergezeld van spectaculaire satellietfoto’s van nieuwbouwprojecten bij verschillende Iraanse kerncentrales en een geluidsfragment van twee Iraanse generaals die het hadden over het verrijken van uranium voor kernwapens.
In de resolutie werden deze beschuldigingen formeel vastgelegd. Het voorstel riep op tot volledige economische sancties tegen Rusland en Iran – inclusief het staken van alle olie- en gasexport vanuit beide landen – totdat Irans nucleaire programma volledig ontmanteld werd en onderworpen aan inspecties van de vs en de iaea.
Het was geen slecht begin.
De toespraak werd verder onderbouwd door meer directe informatie over het Russisch-Iraanse nucleaire verbond dan de Amerikaanse regering ooit in de openbaarheid had gebracht. Moskou en Teheran zouden er meteen door in een defensieve houding gezet worden en de positie van de president zou weer gerespecteerd worden.
Jon was echter nog niet klaar met de president. Nog niet. Als puntje bij paaltje komt, had geen enkel Amerikaans diplomatiek offensief – hoe scherpzinnig ook – succes als er geen indirecte dreiging van uitging.
‘Mijnheer de president, ik moet steeds maar denken aan uw held, Teddy Roosevelt.’
‘“Spreek zacht, maar hou een stevige stok onder de arm.” Is dat wat Eli me aanraadt: een spelletje spelen met Joeri Gogolov om te zien wie het eerst bang is?’
Nu moest het ervan komen.
Jon voelde zijn hart in zijn keel kloppen. Hij was er beslist niet van overtuigd dat dit een goed idee was, maar Mordechais stem echode door zijn gedachten. Misschien was hij inderdaad in het Witte Huis terechtgekomen met het oog op een tijd als deze.
‘Dat bedoel ik niet.’
‘Wat dan wel?’
Jon haalde diep adem, pakte zijn aktetas en gaf de president het Ezechiëlscenario.
‘Wat is dit?’ vroeg MacPherson zichtbaar confuus.
Goede vraag, dacht Jon die er nu van overtuigd was dat zijn dagen in het Witte Huis geteld waren.