Egypte in 1790
In de zevende eeuw was het oude land van de farao's overvallen en tot slavernij gebracht door de Arabieren.
In de dertiende eeuw waren de Koerdische generaal Saladin, de voorvechter in de strijd tegen de kruisvaarders, en vooral sultan el-Ayoed zo onverstandig om twaalfduizend slaven, Georgiërs en Circussen, naar Egypte over te brengen. Deze mannen werden mamelukken genoemd - zij die iemands bezit zijn. Ze werden de heersers over het Nijldal en stichtten hun eigen dynastie.
Daarna trad het onvermijdelijke verval in.
In het begin van de achttiende eeuw werd Egypte veroverd door de Verheven Porte, anders gezegd Turkije, dat echter de mamelukken niet alle autonomie ontnam. Hun leiders, vierentwintig in getal, bleven dan ook de provincies besturen met de titel van bei. De enige voorwaarde was dat ze jaarlijks een schatting aan Istanbul betaalden.
Op het moment waarop dit verhaal begint heeft de Porte sinds een halve eeuw vrijwel alle gezag verloren. En de mamelukken - tien- tot twaalfduizend man - zijn nog steeds de werkelijke heersers over het land.