25 januari

Nog 341 dagen te gaan…

20.56 uur

De laatste paar nachten had ik de grootste moeite gehad om te slapen en dat begon zijn sporen achter te laten.

Ik besloot de tekeningen na te tekenen. Ik wilde ze in mijn hoofd prenten en door en door leren kennen, in de hoop dat ze dan hun geheimen zouden prijsgeven. Maar waar moest ik ze op tekenen?

21.32 uur

Ik haalde een zwarte viltstift uit mijn tas en ging bij een van de muren staan. Aandachtig bekeek ik de commando-engel en tekende hem daarna rechtstreeks op het behang. Ik boog diep en strekte me lang uit om de indrukwekkende figuur weer te geven. Het duurde niet lang voor hij boven me uittorende.

Ik schoof op langs de muur en tekende het aapje met de bal in zijn hand. Daarna de ober met het blad met de kaarten, de Romeinse keizer en de sfinx, de kastdeur met het getal vijf en toen de jongen met de roos… Ik keek om me heen en nog kreeg ik geen antwoorden. De beelden waar ik steeds onophoudelijk naar staarde sinds ik ze in de grafkelder had gevonden, keken me vanaf de muur indringend aan alsof ze om hulp smeekten. Ik weet het niet, seinde ik net zo indringend terug.

Help me, pap, fluisterde ik in mijn hoofd. Wat wilde je me zeggen toen je deze tekeningen maakte?

Ik voelde me wanhopig en belachelijk. Gefrustreerd begon ik het behang waar ik net op had staan tekenen van de muur te trekken. Ik scheurde de reusachtige engel los en trok zijn vleugels eraf. Daarna was het aapje aan de beurt en de sfinx…

Ik liet me op mijn knieën vallen en keek naar de troep die ik had gemaakt. Het enige wat er nog op de muur stond, was de tekening van de ober. Hij keek op me neer tussen de afgescheurde stukken behang en stak me het dienblad toe. Hij bood me de hartenboer en de aas aan. 21. 21! Zijn twee kaarten waren samen precies 21. Hij had blackjack!