Waarom zou je meer betalen als het ook voor minder kan?
Bovenstaande uitdrukking heeft een grote invloed op het leven van alle Egyptenaren, zowel direct als indirect. Naast Onze-Lieve-Heer is het het enige waarin we geloven. In het dagelijkse leven zijn de toepassingen ervan divers. Daarbij zijn twee begrippen van essentieel belang: zuinigheid en gierigheid. Er is trouwens nog een ander credo, en dat is: “Waarom zou je meer doen dan nodig is?” Dat principe is vooral populair onder rijksambtenaren en de spelers van voetbalclub Zamalek…Maar daar hebben we het nu niet over.
Egyptenaren zijn het meest spaarzame en zuinige volk op aarde. De authentieke Egyptische burger beschikt over spaarmethodes die op alle universiteiten over de hele wereld bestudeerd zouden moeten worden. Allereerst heb je de studieboeken die van vader op zoon worden doorgegeven, ook als de inhoud allang is veranderd. Maar wat maakt het uit? Is uiteindelijk niet alles wetenschap? Zo heb je schoenen die regelmatig worden gekeerd en schooluniformen, dames- en herenkleding, schooltassen en ondergoed die meerdere keren van eigenaar wisselen. De rol van onderbroeken en hemden reikt zelfs nog verder, want die worden als ze afgedragen zijn nog gebruikt als pannenlappen, dweilen en viltjes onder de kapotte poten van de keukenkast.
De Egyptische vrouw speelt een actieve en doorslaggevende rol in deze nationale besparingsoperaties. Ze fokt kippen en eenden op het dak, maakt zelf het zuurgoed en de jam en verzamelt lege potten, oude kranten en plastic zakken, die allemaal onder de matrassen worden gestouwd. En als je haar vraagt waarom ze dat doet, zegt ze: “Waarom niet? Morgen kunnen ze van pas komen.” Dit is de nationale culturele erfenis waar elke Egyptische burger die ooit uit de Nijl heeft gedronken zo trots op is.
Maar ik wil het hier niet over zuinigheid hebben, maar over gierigheid, en dan vooral als het gaat om…Ja, zeg het maar…Juist: om het huwelijk! Wat anders?
Het huwelijk, en in het bijzonder het salonhuwelijk, lijkt voor de meeste mensen louter om geld te draaien. De bruidegom zegt: “Aangezien ik haar niet ken en zij mij niet, is het wel zo slim om de zaak met zo min mogelijk verlies te regelen.” En de bruid zegt: “Ik houd toch niet van hem, dus het maakt mij allemaal niet uit, als hij maar betaalt.”
Hij wordt steeds gieriger en zij wordt steeds inhaliger. Zo begint het getouwtrek en het einde van het liedje is dat het touw breekt, of dat beide partners neutraal terrein bereiken, waarna alles toch nog goed afloopt. Als meisje dat op een ruime ervaring met huwelijkskandidaten kan bogen, kan ik zo een aantal situaties opnoemen waaruit duidelijk blijkt hoe gierig mannen zijn. Kennelijk zit het in hun bloed.
– De eerste keer komt hij met lege handen. Waarom zou hij geld aan gebak uitgeven als hij nog niet weet hoe het zal aflopen?
– Als het tot een verloving komt, zullen er afspraken over de sjabka gemaakt moeten worden (als hij al iets van plan was in die richting). Waarschijnlijk zal hij zeggen dat de sjabka al klaarligt en dat hij er speciaal iemand voor naar de Emiraten heeft gestuurd, omdat ze in Egypte geen massief goud meer verkopen en hij je het allerbeste wil geven wat er te vinden is. Uiteindelijk koopt hij iets in een souvenirwinkeltje achter het benzinestation, want dat is voor hem voordeliger dan wanneer hij je zelf je sieraden laat uitzoeken.
– Als de sjabka is geregeld en de verloving heeft plaatsgevonden, zal hij weigeren met je uit te gaan. Hij zal zeggen dat het geloof dat niet toestaat, omdat jullie nog geen officiële band hebben. Later zal blijken dat hij nooit bidt en dat hij het geld voor zichzelf houdt.
– Als je sterk genoeg bent om toch je zin door te drijven, zal hij zeggen: “Waarom zouden we naar een restaurant gaan? Wat is er tegen fastfood?”
– Als hij je heeft overtuigd, zul je merken dat hij de frieten van je bord gapt en het is zelfs niet ondenkbaar dat hij bij het weggaan de broodjes meeneemt die jij hebt laten staan. “Ik wil eten wat jij eet, om me nog meer verbonden met je te kunnen voelen,” zal hij zeggen.
– Gaandeweg merk je dat er tijdens de feestdagen altijd weer iets misgaat. De ene keer is zijn portefeuille gestolen, een andere keer hebben ze geld van zijn salaris ingehouden, en weer een andere keer blijkt hij een blindedarmontsteking te hebben, of heeft zijn moeder last van haar wenkbrauw.
– Als je toch nog plezier aan de feestdagen wilt beleven en hem zonder omwegen om nieuwe kleren vraagt, heeft hij zijn uitvluchten alweer klaar. Bij het kleine feest zal hij zeggen dat het niet om nieuwe kleren, maar om snoep en gebakjes draait en bij het grote feest zal hij zeggen dat het voornaamste is dat er een goed stuk vlees wordt gegeten, en vragen of ze bij jou thuis een schaap hebben geslacht.*
≡ In Egypte is het gebruik om voor het kleine en het grote feest nieuwe kleren te kopen.
– Hij komt dagelijks bij jullie eten, zogenaamd om zijn relatie met zijn schoonouders te versterken, en dat kan volgens hem alleen als je brood en zout met elkaar deelt.
– En als je dan tegen hem zegt dat jij ook je relatie met je schoonouders wilt versterken, zegt hij: “Nee, lieveling. Het eten van mijn moeder is veel te zwaar voor jou en ik wil niet dat je dik wordt.”
– Als jullie naar de winkel gaan om huishoudelijke artikelen te kopen, kiest hij de kleinste ijskast en de kleinste wasmachine uit, en als hij een gasfornuis met één pit zou kunnen vinden, zou hij niet aarzelen dat te kopen.
– En dan natuurlijk het slaapkamerameublement. Als je vader betaalt, kiest hij het meest protserige koning Faroek-bed uit dat er te vinden is, maar als hij zelf moet betalen, neemt hij het allersmalste ledikant. En als je bezwaar maakt, zegt hij: “Ik wil geen groot bed, want ik wil zo dicht mogelijk bij je liggen.”
– Hij weigert dure tegels te laten leggen, zogenaamd omdat hij bang isdat je erover zult uitglijden.
– Hij weigert tapijten te kopen, omdat hij vreest dat daardoor de dure tegels (die je vader uiteindelijk voor jullie zal aanschaffen) nauwelijks nog te zien zullen zijn.
– Hij weigert een kroonluchter aan te schaffen, omdat hij meer van neonlicht houdt.
– Als jullie een afspraak moeten maken over de zaal voor de bruiloft, dan stelt hij voor om het op zijn islamitisch, dus zonder orkestje en zonder DJ te doen. (Jongen toch, we hadden toch net gezegddat je niet bidt?)
Je moet dus een lange adem hebben, steeds alert blijven en goed uit je doppen blijven kijken. Het is een gevecht, mensen, een kwestie van aanvallen en terugtrekken. Als hij van links komt, benader jij hem van rechts en als hij vanuit de lucht aanvalt, sla jij toe vanaf de grond. Eigenlijk kun je maar twee dingen doen: óf je zit hem voortdurend op de huid en verpest uiteindelijk alles, óf je zorgt ervoor dat hij doet wat jij wilt, zodat de trein blijft rijden en het huwelijk alsnog tot ieders tevredenheid kan plaatsvinden.
Maar maak je vooral geen zorgen, want ‘wie het laatst lacht, lacht het best’. Uiteindelijk zul jij de winnaar zijn, want als je eenmaal de sleutels in handen hebt, kun je je wijden aan je heilige taak en de minister van Economische Zaken in huis worden. Vanaf dat moment heeft hij niets meer in te brengen, en al helemaal niet over de uitgaven.