Hoe sla je een bruidegom aan de haak

Wat zijn jullie gebrand op mijn adviezen! Maar waarom eigenlijk? Als ze ook maar iets waard zouden zijn, dan zou ik ze zelf toch wel hebben opgevolgd?

Hoe sla je een bruidegom aan de haak is de titel van een bestseller die net op de markt is verschenen. Nauwelijks had ik er van mijn collega’s over gehoord, of ik zat al bij de directrice om vrij te vragen.

“Kan ik een uurtje vrij krijgen, mevrouw Ibtihaal?”

“Nee, dat kan echt niet, want we krijgen vandaag de inspectie op bezoek. Niemand mag weg.”

“Maar ik vraag toch niets onwettigs? Ik heb er recht op, het staat zelfs in de grondwet.”

De ogen van de directrice schoten vuur. Het zal niet voor het eerst zijn dat een aankomend manager het op haar heupen krijgt zodra een werknemer iets zegt wat ook maar in de verte met politiek te maken heeft.

“Wat zeg je? Heb je het over de grondwet? Hoe kom je aan dat woord?”

“Nou, eh…Ik bedoel eigenlijk de wet. De wet die mijn rechten beschermt.”

“Ik heb toch al gezegd dat het niet kan?”

Handelen was geboden. Het was zaak om zo snel mogelijk alle munitie die ik tot mijn beschikking had in stelling te brengen. Ik probeerde me zo veel mogelijk verdrietige situaties voor de geest te halen: een stervende Leonardo DiCaprio op de Titanic, het moment waarop ik hoorde hoe laag mijn maandsalaris was, de huwelijksfoto van Kariem Abd al-Aziez…Ja, het huwelijk van Kariem Abd al-Aziez, dat was tot nu toe het grootste drama geweest.

“Snif, snif…Als u eens wist hoe erg ik eraan toe ben.”

“Maar meisje, wat is er dan aan de hand? Vertel het me, beschouw me als je moeder. Is er iemand ziek? Er is toch niemand gestorven? Wat is er gebeurd?”

“Ik weet het niet. Ik bedoel…ik kan het u niet uitleggen. Het enige wat ik u kan verzekeren is dat ik geen vrij zou vragen als ik er niet zo slecht aan toe zou zijn.”

“Ik begrijp het, maar de inspectie dan?”

“Aaaaaaaarrch…”

“Oké. Gezien de ernstige omstandigheden waarin je kennelijk verkeert, mag je voor één keer eerder weg. Ik zal de formaliteiten verder wel met madame Amal afhandelen. Die doet de handtekeningen, weet je wel?”

Voordat ze haar zin had afgemaakt, was ik het kantoor al uit en stond ik buiten. Dit was mijn kans. Jullie weten toch hoe die dingen gaan? De kans dat ik dat boek zou bemachtigen was net zo groot als die van de bakker op de hoek om een Nobelprijs te winnen.

Ik moest snel in actie komen. De klok tikte verder en ik had geen tijd meer te verliezen. Als dat boek inderdaad de oplossing was, zoals ze beweerden, moest ik het zo snel mogelijk in handen zien te krijgen.

Ik rende naar meester Soebhi, die naast het ziekenhuis kranten en tijdschriften verkoopt, maar toen ik daar aankwam, zag ik al twee collega-artsen voor de kiosk staan. Dat kon nog een gênante vertoning worden! Ik nam Soebhi, die ik goed ken omdat ik elke dag de krant bij hem koop, ter zijde en vroeg: “Mag ik u iets vragen, meester Soebhi?”

“Ja, dokter?”

“Er is een boek waarvan ik de titel gisteren in de krant heb gelezen…”

“Wat voor boek is het?”

“Het schijnt een komedie te zijn, met veel grapjes en zo, en het heet Hoe…”

“…je een bruidegom aan de haak slaat!” vulde hij aan. Hij praatte zo hard dat ik vreesde dat de andere twee het hadden gehoord, en ik fluisterde: “Wat doet u nou, meester Soebhi, wilt u me soms voor schut zetten?”

“Nee, dokter, natuurlijk niet, maar ik ben bang dat u te laat bent. Ik ben begonnen met twee exemplaren en daarna heb ik er vanwege de enorme vraag nog vijfentwintig nabesteld.”

“Goed, geef me er dan maar één.”

“Dokter, ik zeg toch dat u te laat bent? Die vijfentwintig exemplaren waren al op voordat ze goed en wel uit de auto waren geladen.”

“Wat? Wie heeft ze dan gekocht?”

“Twaalf exemplaren voor de apotheek en nog wat losse voor de verpleegsters.”

Mijn hemel, dus nu worden ook de verpleegsters geconfronteerd met de crisis op de huwelijksmarkt. Het einde is zoek, mensen!

Ik liet meester Soebhi achter en liep snel verder. Ik kon nog net horen hoe beide artsen om een exemplaar vroegen – voor hun zusjes. Voor hen had ik een veel beter alternatief: de een zou met de zus van de ander kunnen trouwen, dan was het probleem opgelost. Wat maakte het nou uit dat ze allebei al getrouwd waren? Vrienden zijn er om elkaar te helpen. Wat zijn mensen toch merkwaardige wezens; ze zijn gewoon niet in staat om logisch na te denken.

Onderweg herinnerde ik me een boekhandel op drie straten afstand van het ziekenhuis die altijd grote stapels recent verschenen boeken had liggen, zelfs als ze elders al niet meer te krijgen waren. Die zou vast nog wel een paar exemplaren hebben.

“Mag ik u iets over een boek vragen? Niet voor mij hoor, maar voor een vriendin.”

“Of het nu voor u is, of voor uw vriendin, dat maakt mij niets uit. Ik ga u heus niet uithoren. Wat is de titel?”

“De titel is…Ze heeft het me wel gezegd, maar ik kan er niet op komen…Zoiets als: Hoe sla je…Hoe krijg je…Hoe…

Hoe sla je een bruidegom aan de haak?

“Ja, zoiets was het.”

Ik zag hoe hij een kleine agenda tevoorschijn haalde en erin begon te schrijven.

“Dat wordt dan juni 2008.”

“Wat zegt u?”

“Dan bent u aan de beurt. Ik zal een exemplaar voor u reserveren. Er is veel vraag naar, dus misschien wordt het later. Maar u hebt nog geluk, want een van mijn klanten heeft zich inmiddels verloofd en heeft haar reservering geannuleerd.”

“Mijn god, dan moet ik dus een jaar wachten?”

“Wat geeft dat nou, mevrouwtje? U bent al zo lang aan het wachten. Dan maakt één zo’n jaar toch ook geen verschil meer?”

Ik raapte mezelf bij elkaar en besloot het boek niet te kopen. Ik hoefde me niet ook nog de beledigingen van een krantenverkoper te laten welgevallen. Maar hij had gelijk: het maakte geen verschil of ik nu een paar dagen of een jaar moest wachten. Hoe het ook zij, ik zou het boek niet aanschaffen, want ik zou er toch niets aan hebben.

Ik nam me voor direct naar huis te gaan. Toen ik vlak bij huis een klein winkeltje met een etalage vol boeken zag, begon het duiveltje zich weer te roeren en ik zei tegen mezelf: je hebt niets te verliezen, je weet maar nooit. Tevergeefs probeerde ik de ontembare innerlijke drang om het nog eens te proberen te weerstaan en uiteindelijk stapte ik aarzelend naar binnen.

“Mag ik u iets over een boek vragen? Het heet: Hoe sla je een bruidegom aan de haak en nog iets.”

“Ja hoor, dat heb ik.”

“Meent u dat? Echt waar?”

Ik haalde drie pond uit mijn tas. Spotgoedkoop weliswaar, maar dat wilde niet zeggen dat het geen zinvolle oplossing te bieden had.

“Dertig, alstublieft.”

“Wat? Dertig? Dertig pond? Wat is dat voor een waanzin? U hebt de prijs opgedreven tot het tiendubbele! Dat is uitbuiterij!”

Hij keek me aan met een blik van: je kunt tot morgenochtend blijven schreeuwen, maar ik geef geen krimp.

Ik keek in mijn tas, terwijl ik de man hartgrondig vervloekte. Toch pakte ik dertig pond tevoorschijn en gaf hem die.

“Dollar.”

“Wat zegt u?”

“Dertig dollar!”

“Ik haal de politie erbij. Grote kans dat u het boek helemaal niet hebt. Hoe weet ik dat u geen bedrieger bent?”

Hij stak zijn hand onder de toonbank en haalde een exemplaar van het boek tevoorschijn, dat uiterst zorgvuldig in meerdere lagen cellofaan was verpakt.

Ik was volkomen uit het veld geslagen en de woorden stokten in mijn keel. Wie geloofde er nou dat de oplossing voor het huwelijksprobleem in een boek te vinden was? En als het zo was, waarom hadden ze het dan niet in de serie ‘Lezen voor Iedereen’* opgenomen?

≡ Project van Suzanne Mubarak, de echtgenote van de president, ter bestrij ding van het analfabetisme.

Dit boek zou meer opleveren dan alle andere boeken die in de serie waren verschenen, want hierdoor zouden alle problemen van de hele Egyptische maatschappij in één keer worden opgelost.

Ik had mijn hand al uitgestoken om het boek aan te pakken, toen ik buiten een auto met gierende banden hoorde remmen. Er stapte een vrouw uit. Ze liet haar auto midden op straat staan en rende naar de kant, alsof ze meedeed aan een marathon. Even later stond ze in de winkel. Ze greep de hand van de winkelier vast en riep: “Hé, wat krijgen we nou? U was toch niet van plan het aan iemand anders te verkopen? Ik heb net twintig dollar gehaald. Ik had u toch gezegd dat ik geld zou gaan wisselen en daarna terug zou komen?”

“Maar deze jongedame is bereid er dertig voor te betalen.”

De vrouw keek me verbluft aan: “Dertig? Bent u van plan om dertig te gaan betalen?”

“Nou ja, ik…”

Maar ze keek alweer naar de winkelier.

“Gelukkig heb ik er rekening mee gehouden dat u zoiets zou doen. Hier hebt u dertig dollar.”

“Misschien is deze jongedame wel bereid om nog meer te betalen…”

De vrouw pakte mijn hand vast en zei: “Alstublieft, ik smeek het u! U weet niet hoe erg ik eraan toe ben! Ik heb vier dochters, en als die niet voor hun dertigste trouwen, dan ben ik er geweest. Ik smeek het u. Hebt u dan geen moeder? Ik smeek het u, laat mij dat boek meenemen en geef me uw telefoonnummer. Als de bruiloften van mijn vier dochters achter de rug zijn, bel ik u op en stuur u het boek.”

Mooie boel. Nu moest ik dus wachten tot haar vier dochters waren getrouwd. Dan was juni 2008 nog een stuk dichterbij. Maar het was uitgesloten dat ik dertig dollar zou betalen. En bovendien: hoe moest ik aan dollars komen? De vrouw deed me inderdaad aan mama denken en de omstandigheden en de dollarcrisis in aanmerking genomen, had ik geen andere keuze dan af te zien van het boek. Juichend rende de vrouw terug naar haar auto.

De moeders van tegenwoordig zijn allemaal gek geworden, mensen!

Na deze episode wil ik iedereen die dit boek aanschaft vragen: koop alsjeblieft ook een exemplaar voor je kleine zusje…Sorry, niet boos worden nu…Ik bedoel: voor je oudere zus…Ik beloof je dat God je zal belonen!