Over gevoeligheid en vrouwelijkheid
Herinneren jullie je die film nog, De takken van de olijfboom, met Ahmad Mazhar en Soe’aad Hoesni? Nee, het was niet Saladin de overwinnaar, want ik weet zeker dat Soe’aad Hoesni daar niet in speelt. In deze film is Ahmad Mazhar leraar op een school en Soe’aad Hoesni zit bij hem in de klas. Hij wordt verliefd op haar en trouwt met haar, maar hij vermoedt dat ze een geheime verhouding heeft met Omar al-Hariri, die op dezelfde school werkt.
Jullie zullen je zeker wel afvragen wat dat met ons onderwerp te maken heeft. Dat zal ik jullie zo vertellen. Even geduld.
In de film zit een scène waarin Omar al-Hariri in een café zit en een paar van zijn collega’s hem vragen naar het merk van die heerlijke aftershave die hij gebruikt. “Het heet Vrouwelijkheid,” zegt hij. Nogal een domme naam voor een mannengeur, moet ik zeggen.
Dat was voor het eerst in mijn leven dat ik het woord ‘vrouwelijkheid’ hoorde en ik heb het heel lang met Omar al-Hariri geassocieerd, tot ik ouder werd en mensen ontmoette die hetzelfde woord heel anders gebruikten, bijvoorbeeld om mensen als Hind Roestoem, Marilyn Monroe en Laila Alawi te beschrijven. Ik begon in mijn omgeving te zoeken naar iemand die aan de beschrijving voldeed, maar eerlijk gezegd kon ik niemand vinden.
Waar kan ik die vrouwelijkheid waarover iedereen het heeft vinden, mensen? Mijn moeder staat de hele dag in de keuken. Onze buurvrouw, tante Soehair, staat dag en nacht te poetsen en kleren te wassen, en als ze ze ophangt, druppelt het water op het balkon van tante Amaal. Tante Amaal maakt ruzie met tante Soehair over het druipende wasgoed, en ze gaat tekeer tegen haar zoon, omdat hij op straat speelt terwijl hij zijn wiskundehuiswerk moet maken.
∗
Goed, genoeg gepraat over de oudere generatie. Laten we het hebben over wat daarna komt: over mijn nicht Manaal, die vijf of zes jaar ouder is dan ik. Vier jaar geleden is ze getrouwd.
Ik heb haar nog gekend als een knappe, levenslustige verschijning. Waar zijn je vrouwelijke charmes gebleven, Manaal?
Na een paar maanden was ze zwanger. Ze werd steeds dikker en dijde aan alle kanten uit. Maar wat gaf het, als ze eenmaal was bevallen, zou ze…Maar nee, dezelfde Manaal die we allemaal als een toonbeeld van verfijning hadden beschouwd, werd steeds dikker. Om haar te plagen zeiden we dat ze steeds meer op die schommels uit de reclames voor boter en waspoeder ging lijken.
Ze was nachtenlang wakker omdat de baby huilde, en overdag moest ze haar man verzorgen. Haar salaris, dat vroeger werd uitgegeven aan parfums en make-up, werd nu aan drie dingen besteed: pampers, pampers en nog eens pampers. Natuurlijk was het aan haar gezicht te zien dat ze vierentwintig uur per etmaal op de been was. Haar hoofd hoefde maar een kussen te raken, of haar gesnurk was in de verre omtrek te horen.
Goed, laat die vrouwelijkheid maar even zitten en laten we het over gevoeligheid hebben, een eigenschap die de meeste Egyptische vrouwen ontberen.
Als een gevoelig en verlegen meisje iets wil zeggen, kijkt ze naar de grond. Ze is zo broos dat het kleinste zuchtje wind haar omver kan blazen, als een beschuitje dat elk moment in tweeën kan breken. De jongens die zich met zo’n meisje verloven, kunnen alleen in poëtische bewoordingen over haar praten: dat ze een briesje is, een veertje, en dat ze een stem heeft als een nachtegaal. En steeds wanneer ze een gevoelig liedje horen, moeten ze aan haar denken, waarna ze de melodie als ringtone op hun mobieltje zetten:
Elk briesje dat speelt met je haar,
hoor ik zuchten van verlangen.
Zelfs de geur die smelt in je huid
hoor ik zuchten, mijn liefste.
Als haar verloofde haar uitnodigt voor het eten, neemt ze alleen een salade. Als hij een duur cadeautje voor haar heeft meegebracht, wordt ze boos en vraagt: “Waarom geef je zo veel geld voor me uit?”
Zo glijdt het leven voorbij als een mooie droom, waarvan niemand kan zeggen wanneer die ophoudt; dat kan één week, of vier weken na het huwelijk zijn – het hangt ervan af hoeveel geluk hij heeft. Dan beginnen de eisen, en ineens merkt hij dat de situatie honderdtachtig graden is gedraaid.
Een meisje dat zo gevoelig en breekbaar is moet in een luchtbel geleefd hebben. Zo iemand heeft nog nooit in een bus gezeten, is nog nooit op straat nagefloten en heeft nog nooit onbeschofte vlegels op hun nummer hoeven zetten. Ze heeft waarschijnlijk nog nooit gewerkt en heeft dus ook nooit met collega’s te maken gehad. Ze heeft nooit haar standpunt hoeven verdedigen, haar gelijk hoeven halen of zich tegen onrecht hoeven verzetten. Ze is vast nog nooit naar de markt geweest om groenten te kopen, laat staan dat ze ze ooit heeft klaargemaakt.
Als zo’n meisje al die dingen ineens wel moet gaan doen, kan ze onmogelijk dat tere veertje blijven dat door het kleinste briesje wordt weggeblazen. Dat zou ze niet overleven.
Natuurlijk wordt de situatie nog ernstiger als er kinderen komen, want in de meeste gevallen komt de opvoeding voor honderd procent op de vrouw neer. Als ze een sterk karakter heeft, dan zullen zowel de kinderen als hun vader bang voor haar zijn, maar als dat niet zo is, zullen ze opgroeien als een stelletje verwende klieren, en wie krijgt dan de schuld? De moeder.
Dus, lieve echtgenoot, word alsjeblieft niet kwaad als je vrouw na het huwelijk een heel ander mens wordt. Ze kan niet anders. Als jij nu wat meer moeite zou doen en haar af en toe zou helpen, dan zou ze misschien wat meer tijd hebben om aan zichzelf toe te komen.
Lieve bruidegom, laat je niet alleen leiden door vluchtige eigenschappen zoals gevoeligheid en vrouwelijkheid, maar vraag je ook af of ze goed is opgevoed, of ze een lief karakter heeft en of ze gelovig is.
∗
Wie zijn leven lang halsstarrig op zoek blijft naar vrouwelijkheid, kan beter een fles aftershave van Omar al-Hariri aanschaffen.