DE LAATSTE MISSIE
Loredana ervan overtuigen om een blind date te hebben was heel moeilijk. Maar ik had geen alternatief. Geen stiekem gekoppel van stelletjes meer, dit keer moest ik het spel openlijk spelen. En nu wist ik zeker dat ik de juiste persoon voor haar had gevonden. Iemand die, zoals de moordenaar in een thriller en zoals Massimiliano al had geopperd, al vanaf het begin vlak voor mijn neus stond, al had ik dat niet gezien.
Zoals altijd kwam ze te vroeg en ze liet zich meteen naar een tafeltje begeleiden. De locatie was een restaurantje in Trastevere, zo’n plek met kaarsen voor stelletjes op vakantie. Haar ‘afspraakje’ bespiedde haar door een raam. Mijn vriendin zag er die avond veel verleidelijker uit dan anders.
Een ober serveerde haar prosecco om de tijd te vullen. Ze proefde ervan en aan haar gezicht te zien vond ze het niet lekker, misschien was het te koud. Ze fatsoeneerde haar haar en keek om zich heen. Ze was de enige die alleen zat.
Een minuut later kwam ik binnen.
Toen ze me zag, was ze even in verlegenheid gebracht.
‘Wat doe jij hier? Toe, je verpest alles. Vergeet niet dat ik alleen heb ingestemd omdat jij zo aandrong. Ik haat blind dates.’
Ik ging zitten zonder iets te zeggen.
Ik schonk mezelf wat water in.
Ik nam een slok.
En ze begreep het.
‘Mijn afspraakje...’ mompelde ze.
‘Dat ben ik.’
Ze barstte in lachen uit.
‘Wat ben je toch een gekkerd! Kon je niet gewoon vragen: “Loreda’, zullen we vanavond pizza gaan eten?”’
‘Dat was niet romantisch geweest.’
‘Wat... wat heeft romantisch er nu mee te maken?’
Ik keek haar aan door het trillende kaarsvlammetje.
Ik liet een paar seconden verstrijken, zoals ik in de rechtszaal doe om de spanning op te voeren.
‘Loredana, wil je met me samenwonen?’
Ze trok wit weg. Ik ging verder.
‘Bij jou of in een ander huis of waar jij wilt. Maar samen.’
Ze keek me in verwarring aan.
Ik voegde er wat belangrijke details aan toe.
‘Ik hou van je. Al bijna dertig jaar, denk ik. Sinds die avond dat we met elkaar naar bed zijn geweest.’
Ze leek ineens heel klein.
‘Waarom hebben we dat niet meer gedaan?’ vroeg ze met een dun stemmetje.
‘Weet ik niet. Maar dat was een vergissing. Misschien heeft mijn moeder wel gelijk en is de eerste liefde de enige echte. Dat is geen woordspelletje, het is het leven. En jij bent mijn eerste echte liefde.’
Ze aarzelde. Toen...
‘En jij de mijne.’
‘Dat weet ik. Misschien heb ik het altijd geweten.’
‘Niet overdrijven.’
‘Herinner je je de dag dat ik trouwde? Iedereen strooide lachend met rijst en in die chaos zag ik een fractie van een seconde jouw gezicht. Je was niet blij, al gooide je even later ook een handvol korrels omhoog. Dat beeld van jou, feestelijk gekleed terwijl je me aankeek zonder te lachen, ben ik nooit vergeten.’
‘Het was de ergste dag van mijn leven.’
‘Niet die van mij. Ik hield van Giulia, dat moet je weten. Mijn liefde voor Giulia was een vuur, en zoals elk vuur is het gedoofd. Maar onze liefde is een vuurpot die nog gloeit. Vind je dat een mooie metafoor?’
‘Afschuwelijk, net als deze prosecco.’
Ik lachte.
‘Weet je, Loredana, ik bedacht dat het leven kort is en dat wij echt goed zijn in Taboe.’
‘Heel goed.’
‘Wereldkampioenen.’
Ze raakte mijn pols aan.
‘Laten we gaan,’ zei ze.
‘Waarheen?’
‘Jouw huis is toch hierachter? Trouwens, je zolderetage is te klein voor mijn kleren.’
‘Heb je er zoveel?’ vroeg ik, eerder geamuseerd dan bezorgd.
‘Minstens zoveel kleren als tekortkomingen.’
‘Ik had erger verwacht.’
Ik keek haar in de ogen en zag dertig jaar onuitgesproken gevoelens, woorden die niet gezegd waren en welwillendheid. We hadden echt al die tijd van elkaar gehouden. Een sterk gevoel dat we opzij hadden geschoven om plaats te maken voor vriendschap. Een vergissing die we nog konden herstellen.
Loredana nam nog een laatste slok prosecco.
‘Zullen we gaan?’ vroeg ze. ‘Na het eten kelderen je prestaties altijd. Dat heb je me verteld toen we gewoon vrienden waren.’
‘Zijn we dat dan niet meer?’
‘Nee.’
De rest laat ik aan jullie verbeelding over. Ik heb al te veel over mezelf verteld. Jullie hoeven alleen te weten dat de kleine Giada sinds die dag een nieuwe papa heeft die ze nog steeds oom blijft noemen en, geloof het of niet, ik ben geen seconde meer depressief geweest. Misschien zal ik in de toekomst nog wel eens verdrietig zijn, daar zal helaas nog vaak genoeg gelegenheid voor zijn, bijvoorbeeld als ik voor altijd afscheid moet nemen van mijn ouders. Ik hoop dat ze in het paradijs een tennisbaan hebben voor papa en dat mama eindelijk haar vrienden terugziet, die de Italiaanse film groot hebben gemaakt. Op dit moment zullen ze allemaal zitten te kletsen en thee te drinken met Massimiliano.
Wat mij betreft kunnen jullie er zeker van zijn dat ik elke terugval in het ravijn zal vermijden. Ik heb geleerd dat er een medicijn bestaat dat in staat is op voortdurende, onbeperkte wijze serotonine en dopamine aan te maken, waardoor wordt voorkomen dat je ten prooi valt aan melancholie. Het is gratis, op elke lengtegraad verkrijgbaar en al sinds jaar en dag bekend. Ze hebben er gedichten en liedjes aan gewijd en de werking wordt erkend door wetenschap en religie. Het is het enige medicijn zonder bijwerkingen en het heeft geen bijsluiter nodig. Het gebruik is natuurlijk en instinctief, al vergeten we het helaas soms in te nemen. Het zit niet in pillen, niet in een flesje, het is er niet in poedervorm; het hangt in de lucht, zoals zuurstof, en het is beschikbaar voor iedereen die het weet te herkennen. Zonder dat heeft niets van wat we doen echt zin.
Het heet liefde.