DE STAND VAN ZAKEN

De deur van de winkel was dicht en binnen waren alleen Giannandrea en ik, die een ratatouille proefden die wel een applausje waard was. Die middag had Massimiliano zichzelf overtroffen en had hij een diner bereid dat een Parijse chef waardig was.

‘Nou, jongens, aangezien jullie me een handje geholpen hebben, waarvoor nogmaals dank, wil ik kijken hoe de stand van zaken is,’ zei ik kauwend.

‘Moet ik aantekeningen maken?’ vroeg Giannandrea.

‘Hoeft niet. Nou, zoals jullie weten is mijn moeder weg bij Riccardo. Ze gaat nu met die Attilio en het lijkt erop dat ze gelukkig is.’

‘Mooi,’ merkte Massimiliano op. ‘Nog wat groente? Een stukje brood?’

‘Nee, dank je. Wat mijn vader betreft, ik heb jullie verteld over onze avond en nou ja, ik zal hem vaker gaan zien. Al denk ik dat we nooit meer samen gaan tennissen.’

‘Ik heb altijd prima geleefd zonder ooit te tennissen,’ zei Giannandrea.

‘Precies. Dan hebben we mijn zus, maar daar weet jij misschien meer van. Hebben jullie elkaar gezien?’

‘Drie keer. Ze heeft waanzinnige tekeningen meegenomen en we hebben het eerste prototype al gemaakt. Ze heeft veel talent, volgens mij. Zodra we een stuk of tien modellen hebben, breng ik ze naar iemand bij Dolce & Gabbana die ik ken en dan kijken we of die ze mooi vindt.’

‘Dat is heel goed nieuws. Nogmaals bedankt.’

‘Graag gedaan.’

‘Luca en Simona zijn nu rustiger dan eerst. De relatie tussen Luca en Daniela duurt voort en na terugkeer van hun reis zijn ze gaan samenwonen. Simona gaat niet meer alleen met Piero om; ze zit in een periode die ik zou omschrijven als “sportief”, maar zegt dat ze zich nog nooit zo goed heeft gevoeld. Misschien is dertig jaar samenwonen wel te veel. En had ik dat niet begrepen.’

‘Wat willen jullie als toetje?’ vroeg Massimiliano. ‘Ik heb Siciliaanse cannoli in de koelkast, of anders ijs.’

We antwoordden in koor ‘Cannoli’ en gingen verder.

‘Ik geloof dat mijn zoon herhaaldelijk zijn maagdelijkheid heeft verloren op de wc van een discotheek in Riccione.’

‘Origineel,’ zei Massimiliano, terwijl hij de cannoli voor ons neerzette.

‘En mijn dochter heeft zich al geïnstalleerd in een huurappartement in Berlijn. Giulia en ik hebben haar samen naar de luchthaven gebracht. Ook Margherita zat bij ons in de auto en ze was minder onaardig dan ik dacht. Laura had gelijk, ze is een beetje verlegen. Soms kan verlegenheid worden verward met stugheid. In november gaan we haar in Duitsland opzoeken voor mijn verjaardag. Wat mij betreft het beste cadeau dat ik kan krijgen.’

‘En de schilderende taxichauffeur?’ vroeg Massimiliano. ‘Je hebt me nog steeds geen Oscar gegeven voor mijn rol als criticus.’

‘Maar je hebt je laten betrappen,’ zei ik glimlachend.

‘Dat telt niet, Loredana kende me al. Geef toe, ik was perfect!’

‘In elk geval heeft Alessandro al twintig doeken verkocht en donderdag vertrekt hij naar Londen omdat het erop lijkt dat er een nieuwe koper is. En dan te bedenken dat ik het echt gekleurde vlekken vond.’

‘Het lijkt me geen slechte stand van zaken. Je liefdadigheid heeft uiteindelijk toch gewerkt,’ merkte de oud-politieman op. ‘Na het onweer is alles weer tot rust gekomen.’

‘Bijna alles,’ preciseerde ik. ‘Voor Loredana heb ik niets kunnen doen.’

‘Het is een leukerd,’ zei Giannandrea. ‘En het is nu onmogelijk om iets te doen zonder dat ze het weet. Er schiet me niets te binnen.’

‘Soms ligt de oplossing vlak voor onze neus, maar zien we hem niet,’ mompelde Massimiliano.

‘Sorry?’ vroeg ik perplex.

‘Niks, let maar niet op mij, het is maar wat geraaskal van een oude politieman. Al met al kun je tevreden zijn met de resultaten.’

‘Dat ben ik inderdaad. Maar het viel niet mee. Vergeet niet dat ik depressief ben.’

‘Was,’ mompelde Giannandrea met zijn mond vol ricotta. ‘Nu ben ik nog de enige die depressief is.’

‘Zeg, depressie is niet zo makkelijk te...’

‘Hou toch op,’ zei Massimiliano zonder me de kans te geven ertegenin te gaan. ‘Je slaapt regelmatig, je eet beter, je doet van alles. Ik weet het, het is moeilijk om toe te geven dat je depressief bent en het is al net zo moeilijk om toe te geven dat je het niet meer bent. Het is net of je je eigen knuffeldekentje verbrandt, alsof je het pantser afdoet dat je beschermt tegen het oordeel van de anderen en je overal een alibi voor geeft.’

Hij lachte naar me en plofte op de bank.

Zoals altijd had hij gelijk.

‘Het is waar. Ik ben niet meer depressief.’

Er volgde een luid applaus van vier handen.

‘Eigenlijk denk ik dat ik het ook niet meer ben,’ voegde Giannandrea eraan toe.

Nu klonk er een kleine ovatie.

‘Jongens, laten we vanavond niet stompzinnig voor de tv gaan zitten, maar naar de bioscoop gaan,’ stelde Giannandrea voor, terwijl hij de koelkast opendeed en twee bakjes bosvruchtenyoghurt pakte. Hij maakte ze van elkaar los en haalde een lepeltje uit een la.

‘Goed.’ Ik liep naar hem toe en pakte het andere bakje. ‘Wat gaan we kijken?’

‘Een Amerikaanse actiefilm,’ opperde hij en hij proefde van de yoghurt. ‘Het is soja, maar niet slecht.’

Ik maakte mijn bakje open en likte het dekseltje af, zoals ik als kind deed.

‘Of een thriller, anders vallen onze ogen dicht bij de laatste scène. Laten we kijken wat er in Adriano draait. Misschien kunnen we een eindje wandelen, dan gaan we lopend. Wat vind jij?’ Ik praatte tegen Massimiliano, die nog steeds achter me op de bank zat.

Geen antwoord.

Ik draaide me om.

Mijn vriend zat, maar leek afwezig.

‘Massimiliano!’

Ik liet mijn yoghurt vallen en haastte me naar hem toe.

Zodra ik hem aanraakte, viel hij op zijn zij. Ook Giannandrea schrok.

‘Wat is er?’

‘Weet ik niet!’

Ik voelde aan zijn pols. Geen hartslag.

Het was duidelijk dat we geen tijd hadden om 112 te bellen. Ik moest ingrijpen. We legden hem op zijn rug op de grond en ik gaf hem hartmassage, wat je op de scouting leert en nooit hoopt nodig te hebben. Massimiliano reageerde niet.

Giannandrea keek hoe ik ritmisch op de borst van onze vriend drukte terwijl ik elk moment bad dat ik hem zou horen hoesten en overeind zou zien komen, zoals in de film. Ik hield niet op, maar bleef doorgaan tot ik geen kracht meer in mijn armen had en het bewijs onweerlegbaar was.

‘Bel een ambulance,’ zei ik, en ik richtte me op.

Giannandrea handelde als een robot. We hadden nog niet de tijd gehad om het te bevatten. Of misschien viel er wel niets te bevatten. Ik boog me weer over Massimiliano heen en sloot met een lichte handbeweging zijn ogen. Hij had zijn gebruikelijke glimlach om zijn lippen. Ik pakte een plaid en legde die over hem heen, alsof hij het koud kon hebben. En terwijl Giannandrea door de telefoon routeaanwijzingen gaf, keek ik om me heen. De Praatjeswinkel leek al veel leger.