De geheimzinnige vrachtauto
’Oh! Genade!’
Met een kreet tuimelde Joe Hardy op de grond, terwijl zijn broer zich over hem heen boog en hem bedreigde met een gesloten paraplu.
’Geef je het op?’ grinnikte Frank, en porde Joe tussen zijn ribben. Even was het stil.
’Nee!’ zei Joe toen opeens. Hij sprong overeind, greep ook een paraplu en ogenblikkelijk was het gevecht weer in volle gang. Plotseling trof Joe’s wapen doel en nu was het Frank’s beurt om over de grond te rollen.
’Jongens! Jongens! Wat is hier aan de hand? Houdt dadelijk op!’
Met een wit gezicht staarde tante Gertrude over haar brillenglazen de wanordelijke kamer in. Frank draaide zich op z’n zij en steunde op zijn ellebogen.
’O, niets, tante Gertrude. We zijn alleen maar een beetje aan het oefenen,’ probeerde hij haar gerust te stellen.
’Aan het oefenen!’ snoof de oude dame. ’Lieve help! Kijk de kamer nu toch eens! Alle stoelen ondersteboven en je moeders schone kleedjes in de war...’
Joe ging naar zijn tante toe en klopte haar op de schouder.
’Toe nou, tante, we zullen alles opruimen. We waren ons aan ’t oefenen in het duelleren. We doen mee aan een toneelstuk en daarvoor moeten we het kunnen.’
’Ja, Chet Morton en z’n zus Iola hebben gevraagd of we mee wilden doen. ’t Is voor een liefdadig doel,’ legde Frank verder uit.
Tante Gertrude was nog maar half overtuigd. ”t Is me het toneelstuk wel!’ zei ze verontwaardigd. ’Wat is dat nu voor een stuk waarin twee jongens elkaar met paraplu’s te lijf gaan!’
’O, maar in het stuk hebben we echte degens,’ viel Joe haar in de rede. ’Heel scherp geslepen. Tjonge, we zullen...’
’Ja, nu is het wel genoeg,’ zei tante Gertrude snibbig, ’Ik zal het er met jullie vader over hebben als hij thuiskomt. Hij vindt het vast niet goed dat jullie aan zulke gevaarlijke dingen meedoen.’
Hoofdschuddend verliet tante Gertrude de kamer.
’Eén ding is nu wel duidelijk,' grinnikte Joe, ’tante Gertrude ziet niet veel in onze toneelcarrière.’
’Arme vader, ik ben benieuwd hoe hij haar kwijtraakt. O, daar is hij al, geloof ik.’
Zware voetstappen klonken op de veranda, de deur ging open en een slanke, knappe man met grijzend haar en helblauwe ogen kwam binnen. Als hij schrok van de bende in de kamer, liet hij het in ieder geval niet merken.
’Hallo, jongens! Is er een aardbeving geweest?’ begroette hij zijn zoons met een glimlach.
’Ha, vader!’ riepen de jongens, terwijl ze, een beetje met hun figuur verlegen, van hun vader naar de chaos om hen heen keken.
’We waren aan ’t duelleren, vader,’ zei Frank tenslotte, ’en tante Gertrude...’
’Ja, ja, ik kan me voorstellen hoe tante Gertrude over jullie denkt, nu je moeder er niet is.’
Meneer Hardy zette een omgevallen stoel overeind.
’Gaan jullie even mee naar de studeerkamer? Ik heb een paar interessante dingen te vertellen.’
Meneer Hardy hoefde het geen twee keer te vragen. Als de beroemde detective zoiets vroeg, was er meestal een avontuur in het vooruitzicht en daar waren de jongens altijd voor te vinden. Meneer Hardy legde een uitpuilende map met brieven en paperassen op zijn bureau en ging er op zijn gemak bij zitten.
’Moeilijke opdracht,’ zei hij, op de map wijzend. ’Drie kerels heb ik te pakken, maar nummer vier is me tot nu toe te slim af geweest.’
Hij hield op en staarde peinzend uit het raam. ’Maar daar wilde ik het nu niet met jullie over hebben.’
Frank en Joe zaten op het puntje van hun stoel van spanning.
’Ik heb reden om aan te nemen dat een van de grootste misdadigersbenden, die we op het ogenblik hebben, vlak onder onze ogen aan het opereren is,’ zei meneer Hardy.
’Hier in Bayport, vader?’ riep Joe uit.
Meneer Hardy knikte.
’Ik weet niet zeker of ze al in Bayport zitten, maar ze zijn in ieder geval in de buurt. Niet verder weg dan bijvoorbeeld Aberdeen.’
Frank floot tussen zijn tanden.
’Dat klinkt interessant! En waar houden ze zich mee bezig?’
'Voornamelijk diefstal,’ antwoordde de detective grimmig. ’Maar ze deinzen niet terug voor moord, als het zo uitkomt. Hun werkwijze is zo brutaal, jongens, als ik nog nooit heb meegemaakt. Ze schijnen over een aantal vrachtauto’s te beschikken en ze hebben de gewoonte met die wagens op scheepswerven en stations te verschijnen en...’
’...en de aangevoerde ladingen te stelen, veronderstel ik,’ viel Joe zijn vader in de rede.
’Je slaat de spijker precies op z’n kop, jongen. En het resultaat is, dat er iedere week voor duizenden dollars aan goederen verdwijnt.’
Frank keek zijn vader onderzoekend aan.
’Is het de bedoeling dat we je helpen, vader?’
Meneer Hardy knikte.
’Daar wilde ik het juist over hebben, Frank. Zoals de zaken er nu voor staan, zal ik voorlopig in beslag genomen worden door een detail van deze affaire en ik zou willen weten of jullie zin hebben intussen een ander spoor, dat ik heb gevonden, te volgen.’
’Zin? Natuurlijk!’ riep Joe uit. ’We helpen je toch altijd als het nodig is!’
Fenton Hardy keek zijn zoons ernstig aan.
'Jongens, ik ben bang dat deze kerels bijzonder gevaarlijk zijn. Zij zullen voor niets terugdeinzen als ze merken dat jullie hen op het spoor zijn. Neem dus geen enkel onnodig risico.’
’We zullen voorzichtig zijn,’ beloofde Frank.
’Luister dan. De vrachtboot Nordic wordt vanavond in de haven van Aberdeen verwacht met een lading zilveren munten, die bestemd is voor de Liberty Compagny. Sommige zijn erg oud en bijzonder waardevol. Het zal me niets verwonderen als de bende probeert deze lading in te pikken. Jullie taak is, een oogje in het zeil te houden en mij verslag uit te brengen.’
De jongens renden naar hun kamer om de nodige spullen in te pakken. Ze besloten, om in de haven niet op te vallen, oude overals aan te trekken en hun gewone kleren mee te nemen. Na een haastig afscheid van hun vader sprongen ze in hun auto en stoven weg in de richting van de hoofdverkeersweg.
’We kunnen er in een uur zijn,’ merkte Joe op, terwijl ze voortsnorden. 'Kijk, daar heb je het Old Mill Restaurant al. Zullen we eerst even wat eten?’
Twintig minuten later zetten ze hun reis voort en de schemering begon juist te vallen, toen ze de buitenwijken van Aberdeen binnenreden.
’Ik hoop dat we nog op tijd zijn, Frank.’
’Nou, we hebben het anders vlot gedaan, vlugger kan haast niet. Help eens even zoeken naar de haven.’
Frank manoeuvreerde de wagen een lange, drukke straat in, die bleek uit te komen op de haven.
’Daar heb je de Nordic, Frank. Hij komt net binnen. Is dat even mazzel!’
Twee pruttelende sleepbootjes waren juist bezig een enorme vrachtboot naar de aanlegsteiger te loodsen. Terwijl hun harten bonsden van opwinding baanden de jongens zich een weg door de menigte nieuwsgierigen en ze waren precies op tijd om het schip te zien meren.
’Als ze wat van plan zijn, zullen ze er toch vlug bij moeten zijn,’ mompelde Frank.
Recht tegenover de plaats waar de broers stonden, zwaaiden de grote luiken van het ruim open.
’Wat een laadruim, Frank! Hartstikke volgestouwd! Ik vraag me af...’
Frank trok zijn broer opzij. Een enorme vrachtauto daverde de steiger op en kwam vlak naast de jongens tot stilstand.
'Opletten, Joe!’ zei Frank half binnensmonds.
’Weten jullie wanneer er gelost wordt, jongens?’ vroeg de chauffeur vanuit zijn cabine. 'Ik heb haast. Ik moet een paar waardevolle kisten ophalen. De bazen zijn bang dat ze gestolen worden.’
De jongens staarden naar de naam die op de zijkant van de truck stond geschilderd. Liberty Company!
’We zullen eens voor u informeren,’ bood Frank aan. Terwijl ze wegliepen, fluisterde hij tegen Joe:
'Ik geloof dat we op het verkeerde spoor zijn. Toch nog maar even opletten.’
’O.K.,’ zei Joe, op een scheepsofficier toe stappend, die met een stapel papieren in zijn hand de loopplank afkwam.
’Heeft u lading die bestemd is voor de Liberty Company?’ vroeg Frank.
De chauffeur was intussen ook naderbij gekomen en overhandigde de officier zijn papieren. Alles scheen in orde te zijn en de man kreeg toestemming om de kisten te verladen.
’Willen jullie wat verdienen?’ vroeg hij de jongens. 'Ik wil zo gauw mogelijk weg zijn met het zaakje.’
’Best,’ zei Frank en toen de man naar achteren liep om de laadbak van zijn wagen open te maken, fluisterde hij tegen Joe: ’Als we de dieven niet te pakken krijgen, hebben we tenminste de voldoening dat we geholpen hebben ze te vlug af te zijn.’
’Ik ga even de andere vrachtwagens bekijken,’ antwoordde Joe. ’Ben zo terug.’
Hij zag niets bijzonders en ging terug om te helpen. En twintig minuten later was een opgeluchte chauffeur met zijn kostbare lading vertrokken.
’Onze eerste poging is in ieder geval op niets uitgedraaid,’ zuchtte Frank, toen de jongens terugliepen naar hun wagen.
’Vader zal wel teleurgesteld zijn,’ antwoordde Joe.
Ze stapten in en reden met een kalm gangetje Aberdeen uit. Nauwelijks op de autoweg werden ze door de schijnwerper van een tegenligger volkomen verblind.
’Waarom dimt die idioot niet!’ schold Frank, terwijl hij zo ver mogelijk uitweek.
De tegenligger scheen met daverend geraas recht op hen af te komen. Frank begon als een bezetene op zijn claxon te drukken.
’Hij ziet ons niet, Frank!’ schreeuwde Joe.
Maar plotseling klonk een geluid van piepende remmen, een grote vrachtwagen schoof rakelings langs de jongens heen en kwam een paar meter verderop tot stilstand. De jongens stapten uit en liepen met nog knikkende knieën erheen.
’Frank! Kijk eens wat er op die wagen staat!’ riep Joe opeens uit. 'Liberty Company!’
De chauffeur leunde uit zijn wagen en schreeuwde:
’Sorry, jongens! Ik heb haast. Moet naar een schip!’
’Een schip?’ vroeg Frank. ’Soms de Nordic?’
’Precies! Is hij al binnen?’ informeerde de man in spanning.
’Ja,’ antwoordde Frank. ’We komen er net vandaan. We hebben geholpen een van jullie wagens te laden.’
’Wat zeg je!’ De man staarde hen ontzet aan. ’Een wagen van de Liberty Company?!’
Frank knikte, zijn hart bonsde.
De chauffeur kwam uit zijn wagen en zei met een verslagen gezicht: ’Jongens, er is maar één wagen van de Liberty Company die de lading van de Nordic moest overnemen. En dat is deze!’