32
Als er zoiets als gecontroleerde chaos bestond, vond die plaats aan boord van de Southwest Chief. De crisis die zich nu voordeed, was de onmiddellijke dreiging van een volgende lawine, die de Chief naar de vergetelheid zou jagen. De sneeuwstorting had de rechterkant van de trein getroffen en was zo hoog opgehoopt dat men niet meer uit de ramen kon kijken. Door de verpletterende druk van de sneeuw tegen de trein kwamen de wagons scheef te hangen. Het plan dat nu in werking moest treden was simpel: totale evacuatie van de trein, wat, onder de omstandigheden, veel eenvoudiger was gezegd dan gedaan. Toch baanden 341 passagiers zich een weg van wagon naar wagon, tot ze het laatste rijtuig bereikten, terwijl Amtrak-personeel hoofden telde en opnieuw telde, en alle hoeken en gaten van de trein afzocht om zich ervan te vergewissen dat er niemand was achtergebleven.
Met dekens om zich heen geslagen, gewapend met paraplu's en allerlei andere voorwerpen die beschutting konden bieden tegen de storm, legde de lange rij mensen, geleid door zoeklichten en op batterijen werkende zaklantaarns, de korte weg naar de tunnel af. Oudere en invalide passagiers en de allerjongsten werden gedragen of op een andere manier geassisteerd. De kerstgeest moest een magische werking hebben, want onbekenden hielpen elkaar en de lichamelijk fitten stonden de invaliden bij. Niemand klaagde of zeurde over zijn of haar plaats in de rij, of over de taken die hun werden opgedragen.
Zoeklichten, zaklantaarns, water, dekens, kussens, eerstehulpdo-zen, het eten dat er nog over was en verder alles wat misschien nog van pas zou kunnen komen, werd uit de trein gehaald. De enige klacht was afkomstig van de machinist, die zichzelf de schuld gaf dat hij de trein niet achteruit de tunnel in had gereden toen hij nog brandstof had en die nu zijn post niet wilde verlaten. Nadat Roxanne en Higgins met hem hadden gesproken, waarbij laatstgenoemde verklaarde dat hij er ook niet aan had gedacht dat de opgewaaide sneeuw aan de achterkant van de trein die manoeuvre waarschijnlijk belet zou hebben en ten slotte dat de machinist de trein vanuit de tunnel in het oog kon houden, stemde de machinist, die Ralph Perkins heette, er eindelijk in toe zijn plaats te verlaten. Higgins zei maar niet dat de machinist zijn geliefde trein wel eens in het ravijn kon zien storten, gevolgd door een enorme hoeveelheid sneeuw.
Tom, Eleanor, Max, Misty, pater Kelly en Agnes Joe werkten even hard als' het treinpersoneel, ze duwden, trokken, droegen, hielpen en sjouwden tot iedereen veilig verschanst zat in de massieve tunnel. Agnes Joe bleek buitengewoon bedreven in het aanvoeren en leiden van mensen, en bovendien had ze geweldig veel kracht in haar lichaam, wat ze gedurende de evacuatie talloze malen bewees. Tom had het slimme idee om zijn ski's en skispullen mee te nemen en Eleanor leende een paar ski's van een medereizigster, die ook van plan was om met vakantie naar Tahoe te gaan. Het tweetal vervoerde met betrekkelijk grote snelheid flinke pakken met voorraden over de samengepakte sneeuw.
In de tunnel werd een kamp opgezet en Tom liep rond om alles te inspecteren. Het licht was slecht, de hoeveelheid voedsel gering en er waren te weinig dekens. Het ergste probleem was echter de koude. Met een temperatuur ver beneden het vriespunt, het lage zuurstofgehalte als gevolg van de hoogte waarop ze zich bevonden en de tunnel die als trekgat fungeerde voor de krachtige windvlagen, werd snel duidelijk dat veel passagiers, voornamelijk de ouderen die toch al verzwakt waren als gevolg van de tocht door de sneeuw, het hier niet lang zouden uithouden. Nadat Tom dit alles had overwogen, kwam hij tot de onvermijdelijke conclusie. Hij ging naar de conducteur, de machinist en Roxanne, en begon zacht en dringend met hen te spreken. Eleanor, die juist gereed was met het installeren van het jongenskoor, keek op en zag de bespreking. Ze was er juist op tijd bij om Roxanne te horen zeggen: 'Tom, je hoeft dit niet te doen, maar ik vind het heel lief dat je het wilt.' 'Ik ga mee.'
Ze draaiden zich allemaal om en keken Eleanor aan. 'Nee, je gaat niet mee,' zei Tom.
Eleanor keek de anderen aan. 'Alles wat hij van skiën weet heeft hij van mij geleerd.'
'Eleanor, ik kan je niet meenemen.'
'Het spijt me, misschien was ik niet duidelijk genoeg. Ik vraag je niet om toestemming. Als je solo wilt reizen, mij best, ik zal zorgen dat er in het skidorp koffie voor je klaarstaat wanneer je eindelijk komt opdagen.'
Roxanne trok haar wenkbrauwen op. 'Ik denk dat het veel slimmer zou zijn om samen met deze vrouw op weg te gaan, dan het in je eentje te proberen.'
Tom keek hen beurtelings aan en ten slotte bleven zijn ogen op Eleanor rusten. 'Nog één karwei, met zijn tweeën?' 'Kom op.'
Terwijl Eleanor zich gereedmaakte, kwam Max naar haar toe. Hij ging zitten. 'Ik heb gehoord dat je op de ski's hulp gaat halen, met Langdon.'
'Ja, we gaan het in elk geval proberen.'
'Het is gevaarlijk daarbuiten, Eleanor, weet je het wel zeker?'
'Ik ben de laatste tijd nog nooit ergens zo zeker van geweest.' 'Tom is een grote, sterke kerel, hij kan het wel alleen. Ik geloof dat hij me zelfs verteld heeft dat hij een keer iemand tegen een berg op heeft gedragen, terwijl overal om hen heen de mortiergranaten insloegen.'
Eleanor hield op met inpakken en ze keek hem aan. 'Degene die hij droeg was ik, Max.'
Max bleef haar enkele ogenlikken aankijken en daarna zei hij heel zacht, zonder een spoor van zijn gebruikelijke bravoure: 'Ik wil je gewoon niet kwijt, Eleanor.'
Ze ging naast hem zitten en ze omhelsden elkaar. 'Ik kom terug, al is het alleen maar om dit script te schrijven en er een Oscar mee te winnen.'
'Je houdt echt van die man, hè?' 'Geloof jij in een tweede kans, Max?' 'Ja, ik denk het wel, ik heb er meer dan genoeg gehad.' Nou, ik geloofde er niet in, tot nu. En ik ben niet van plan deze kans te verknallen. Ik betwijfel of ik er nog een zal krijgen.' Nadat ze afscheid genomen hadden, gingen Tom en Eleanor, beladen met hun uitrusting, in noordoostelijke richting door de tunnel terug. Higgins had een kaart van het gebied voor hen getekend en de aanwijzingen om bij de Dingo te komen, die hij zich nog kon herinneren, erbij gedaan. Tom had ze in plastic verpakt en in zijn zak gestopt. Na de tunnel zouden ze via een kloof naar het noorden gaan en vandaar naar het noordwesten, in de richting van het skidorp. Met een beetje geluk zouden ze tegen lunchtijd hete koffie drinken bij een laaiend haardvuur. De lucht was koud en heel ijl op deze hoogte, en tegen de tijd dat ze de warmere, sneeuwvrije tunnel bereikten, hijgden Tom en Eleanor allebei zwaar. Het was volslagen donker in de tunnel, dus deden ze de op batterijen werkende lampen op hun helm aan. Het was er griezelig stil en ze moesten hun ski's dragen omdat daar geen sneeuw lag. 'We hoeven ons tenminste geen zorgen te maken dat er een trein aankomt,' zei Tom. "Nou, boffen wij even.'
Terwijl ze ongeveer een kilometer aflegden, met als enige verlichting die van hun eigen lampen, hoorden ze het geritsel van onzichtbare diertjes, die zich in het duister ophielden. Tom en Eleanor pakten elkaars hand stevig vast. Aan het eind van de tunnel bonden ze hun ski's onder.
'Ben je zover?' vroeg Tom. Eleanor knikte.
Ze stapten naar buiten, de sneeuwstorm in, slaagden erin de kloof te lokaliseren in het felle wit en ze zetten zich af, de stokken met moeite in de sneeuw prikkend bij het beklimmen van de helling. Na slechts enkele minuten waren ze compleet onzichtbaar in een muur van sneeuw.
Ze worstelden tegen de wind in door de sneeuw. Hun lichaam was met ijs bedekt, hun ledematen raakten steeds meer verdoofd. Ze veranderden voortdurend van richting wanneer Tom had berekend waar ze waren. Hij had weliswaar iets aan het beschadigde kompas, maar hij vertrouwde er niet op dat het instrument hem de waarheid vertelde. Het viel niet mee een skidorp vinden, al was het groot, midden in een sneeuwstorm, op de top van een berg. Maar ze zwoegden door.
Tom en Eleanor hadden verscheidene steile hellingen genomen, waarbij ze vaak hun benen en skistokken schrap moesten zetten tegen de rotsige hellingen om in evenwicht te blijven. Op sommige plaatsen moesten ze hun ski's afdoen, die aan elkaar binden en gewoon klimmen. Na al deze obstakels te hebben genomen, bereikten ze een stuk vlak terrein, waar ze op hun ski's een behoorlijke tijd konden neerzetten. Tom raadpleegde geregeld de kaart en zijn kompas en wees dan naar de juiste richting. Higgins had een goed geheugen en de aanwijzingen waren heel gedetailleerd. Ze bleven snel vooruitkomen, in aanmerking genomen dat ze recht tegen de wind in moesten die met elke duw van hun stokken leek toe te nemen. De eerste ramp vond plaats toen Tom door een dun ijslaagje zakte en een meter of drie lager in een gat viel. Eleanor trok aan een eind touw dat ze hem had toegeworpen en hij zag kans eruit te klauteren, maar hij had zijn mobiele telefoon verloren en, wat veel erger was, het kompas werkte nu helemaal niet meer. Ze overwogen om terug te keren, aangenomen dat ze de weg konden vinden, maar daarna besloten ze door te gaan. Tom had een goed idee, hij wist nog welke richting ze uit moesten en hij had een paar herkenningspunten uitgezocht om hem te helpen op de juiste koers te blijven. Natuurlijk waren herkenningspunten, met de sneeuw die van alle kanten kwam aanwaaien en rotsen die werden bedekt en even later weer blootgelegd wanneer de storm de sneeuw eraf blies, niet echt betrouwbaar. Elke stap, elke helling, elke klim werd honderd keer lastiger vanwege de barre weersomstandigheden; ze moesten voortdurend stoppen, zich van de wind afkeren of een spleet tussen de rotsen zoeken om op adem te komen. Ze hadden beiden een brandende pijn in hun borst en hun moderne skikleding bood nauwelijks beschutting tegen deze ijzige condities.
Ze vonden een redelijk beschutte plek, waar ze een eenvoudige maaltijd gebruikten, hoewel het water dat ze hadden meegenomen, grotendeels in ijs was veranderd. Na nog een poosje gerust te hebben, gingen ze weer op weg.
Toen het donker begon te worden, zei Eleanor: 'Ik weet niet of ik vannacht wel op ski's wil blijven voortstrompelen. Misschien kunnen we beter een kamp opslaan.'
'Goed idee. We kunnen niet meer zo ver van het skidorp zijn.' Althans, dat hoopte hij. Wat hem betrof konden ze zich net zo goed op drie meter afstand van de trein bevinden. Ze zetten hun tentje op en Tom maakte een vuurtje met behulp van vaste spiritus uit een blikje. Daarop kookten ze snel een maaltijd en ze konden er tevens het bevroren water op ontdooien. Na het eten kropen ze dicht tegen elkaar aan onder de dekens om de warmte vast te houden, en ze bleven kijken hoe de sneeuw zich om de tent heen ophoopte.
De storm scheen iets af te nemen en het werd stil. Nu konden ze met elkaar praten zonder te hoeven schreeuwen.
'Ik wil je even zeggen dat ik nee gezegd heb tegen Lelia. Ze nam het heel goed op.'
'Dat verbaast me.'
'Ik was ook verrast, tot ik begreep waarom. Lelia heeft een nieuwe vriend.'
'O, ja? Wie dan?' 'Kristobal.'
'Kristobal? Dat meen je niet.' 'Ze worden samen vast heel gelukkig. Lelia kan een nieuw tekenfilmfiguurtje bedenken, misschien gebaseerd op een boa, en het Kris the Stick noemen.'
Ze zwegen en nestelden zich dichter tegen elkaar aan.
'We moeten warm blijven,' verklaarde Tom.
'Ja, natuurlijk.' Ze zuchtte, en daarna zei ze: 'Hoor eens, als we niet terugkomen...'
Hij legde zijn hand op haar mond. 'Laten we proberen positief te denken. Misty zou het waarschijnlijk een paarse aura noemen of een kracht, of iets dergelijks.'
Ze legde haar hand over die van hem. 'Als we niet terugkomen, wil ik dat je iets weet.'
Zijn gezicht werd ernstig. 'Wat dan?'
'Ik ben altijd van je blijven houden. Zelfs na al die jaren.'
Hij legde zijn arm om haar heen. 'We komen terug, en dan doen we het goed.'
'Wat doen we?'
'Wat we jaren geleden hadden moeten doen.' Eleanor rilde en Tom sloeg zijn armen om haar heen, in een poging zo veel mogelijk warmte van zijn lichaam op het hare over te brengen.
'Wie had kunnen denken dat we elkaar zouden vinden na al die tijd, boven op een berg, midden in een sneeuwstrorm?' zei ze.
'Hé, als het zo gemakkelijk was zou iedereen het kunnen doen.' Hij probeerde te lachen, maar zijn mond werkte niet mee.
Hij herinnerde zich wat voor dag het was.
'Eleanor?'
Ze keek naar hem op. 'Geen Ellie?'
'Eleanor,' zei hij opnieuw. 'Vrolijk kerstfeest.'
Ze slaagde erin een lachje tevoorschijn te toveren en zei: 'Vrolijk kerstfeest.'
Hij trok de rits open van een zakje in zijn jack en viste er iets uit. Ik weet dat dit de allerberoerdste timing is die er bestaat, maar ik ben nu eenmaal een ster in slechte timing.' Hij stond op, liet zich vervolgens op een knie zakken en schoof de ring aan haar vinger. Ze keek hem aan, met haar lippen vaneen geweken en haar ogen groot van verrassing om wat er gebeurde.
'Ik weet dat ik hier veel te lang mee heb gewacht. Jij bent de enige vrouw van wie ik ooit heb gehouden, en ik zal alles doen wat ik kan om je gelukkig te maken. Wil je me accepteren, met al mijn fouten, zwakheden, eigenaardigheden, koppigheid en enorme stommiteiten? Wil je met me trouwen, Eleanor?' Eleanor begon te huilen, meteen nadat ze ja gezegd had.
Ze hadden de officiële verlovingskus nog niet gewisseld of de tent waaide weg en ze werden bedolven onder een dikke laag sneeuw, die hen bijna levend begroef. Tom vocht zich door de lagen sneeuw heen en trok Eleanor eruit.
'We moeten ergens beschutting zien te vinden,' riep Tom boven het gehuil van de wind uit.
Nu ze officieel verloofd waren, was Tom van plan alles te doen wat in zijn vermogen lag om ervoor te zorgen dat het huwelijk ook daadwerkelijk zou plaatsvinden.
Ze ploeterden verder. Eleanor werd met de minuut zwakker, zelfs zo zwak dat ze niet zonder hulp vooruit kon komen. Tom droeg haar nog een paar honderd meter, tot zijn krachten het ten slotte ook begaven. Hij legde haar neer, trok een van de jacks uit en dekte haar ermee toe. Daarna overzag hij de omgeving. Voorzover hij kon zien bevonden ze zich op een hoogvlakte, met overal om hen heen de silhouetten van bergtoppen. Dat was het enige wat hij waarnam voor de sneeuwval hem belette meer te zien. Hij sprak nog een gebed uit en daarna ging hij boven op Eleanor liggen, om haar met zijn grote lichaam tegen de sneeuw te beschermen. Hij zocht haar in een handschoen gehulde hand en hield die stevig vast. De herinnering aan het vergeefse wachten in het ziekenhuis tot zijn moeder de foto zou oppakken, kwam bij hem boven, en hij concentreerde zich op zijn mentale scherpzinnigheid en tastzin, om ook maar de geringste verslapping van Eleanors greep op zijn vingers op te merken. Hij wist niet wat hij zou moeten beginnen als ze begon weg te glijden. Misschien zou hij eenvoudig vaarwel zeggen. Iets wat hij al die jaren geleden niet had gedaan. Ze leken er uren te liggen, de storm huilde, de sneeuw viel op zijn rug, elke plof trof hem als een dolkstoot. In gedachten zag hij het jongetje dat zijn hand naar hem uitstak. Dat was hijzelf, als kind, zijn hand uitstrekkend naar zijn volwassen alter ego, om hem terug te trekken naar de betrekkelijke veiligheid van de jeugd. In momenten als deze haalde je geheugen vreemde dingen met je uit; dat wist Tom heel goed. Hij had eerder in hachelijke omstandigheden verkeerd, maar hij moest toegeven dat geen ervan zo gevaarlijk was geweest als deze. Nu was het, besloot hij, na tal van keren bijna te zijn omgekomen tijdens zijn wilde loopbaan, waarschijnlijk tijd voor hem om te gaan. Hij keek naar Eleanor en kuste haar lippen. Ze reageerde niet en ten slotte biggelden de tranen Tom over de wangen. Het beeld van het jongetje werd steeds levendiger. Tom kon nu zelfs de vingers over zijn wang voelen aaien en door zijn haar strijken. De jongen zei iets tegen hem, vroeg of alles goed was. Het visioen was echter dan alle dromen die hij ooit gehad had. Hij bleef Eleanors hand stevig vasthouden terwijl hij zijn andere hand uitstak naar de jonge Tom en hem antwoord gaf.
Het kind stootte hem weer aan en Tom deed even zijn ogen open, sloot ze en opende ze opnieuw, en het zonlicht deed pijn, zo lang was het geleden dat hij daarin had gekeken.
'Is alles goed met u, meneer?' vroeg de jongen, die op zijn hurken naast hem zat.
Tom slaagde erin rechtop te gaan zitten en hij keek om zich heen. De storm was voorbij, de hemel één groot, fel blauw geheel, de zon was warm en de lucht had die kille, zuivere frisheid die alleen hoog in de bergen wordt aangetroffen. Tom staarde naar de jongen, niet precies wetend hoe de hemel eruitzag, en ten slotte vroeg hij: 'Wat doe jij helemaal hier?' 'Ik woon hier,' antwoordde de jongen. 'Hier? Waar is hier?'
De jongen wees naar een punt achter Tom. 'De Dingo.' Tom keek om. Daar stond het grote Dingo-vakantieoord, in al zijn schoonheid en met enorme, sequoiahouten gebouwen. Hij en Eleanor waren op een afstand van nog geen twee meter van gloeiende haardvuren, hete chocolademelk en warme badkuipen, bijna omgekomen.
Met trillende benen stond Tom op en daarna maakte hij Eleanor voorzichtig wakker.
'Zijn we dood?' vroeg Eleanor, nog steeds met haar ogen dicht.
'Nee,' zei Tom, 'maar ik moet zeggen, je bent verloofd met een idioot.'
Hij droeg haar naar het hoofdgebouw. Een aantal volwassenen kreeg hen eindelijk in het oog en snelde toe om hen te helpen.
De uitgangen van de tuimel baadden in het zonlicht, maar er was geen geur van voedsel te ruiken, want er was niets meer over. De storm was tenminste voorbij, en Higgins, Roxanne, de conducteur, Max, Misty, Lelia, Kristobal, pater Kelly en Agnes Joe gingen op de grond zitten om te overleggen wat ze nu moesten doen. 'Ik denk,' zei pater Kelly diep bedroefd, 'dat we een herdenkingsdienst moeten houden. Voor Tom en Eleanor, bedoel ik.' Max zei kribbig: 'Daar is het nog een beetje te vroeg voor, padre.' 'Als ze de Dingo hadden bereikt, zouden we het nu wel gehoord hebben, het weer is opgeklaard,' zei de conducteur. 'Niemand kan zo lang in die kou overleven. Ik had hen nooit moeten laten gaan. Het is mijn schuld.'
Roxanne zei: 'Ze probeerden alleen maar te helpen, het zijn de twee dapperste mensen die ik ooit ontmoet heb.' Ze haalde een zakdoek tevoorschijn en veegde ermee over haar ogen. Barry, de slaapwagenconducteur, kwam naar de kring zittende mensen gestormd en riep: 'Vlug, dit moeten jullie zien. Ik was bij het andere eind van de tunnel,' zei hij hijgend, 'jullie moeten meegaan om te kijken.'
Ze liepen achter hem aan door de tunnel, tot ze bij de andere uitgang waren. 'Kijk,' zei hij.
Ze staarden naar de paarden en hun berijders, die in een lange, indrukwekkende stoet hun kant op kwamen. Er waren zelfs een paar reusachtige sleden, getrokken door spannen paarden en beladen met allerlei goederen. Het leek alsof ze in de tijd waren teruggereisd en dit een konvooi pioniers was, op weg om een nieuw leven te beginnen in het ongerepte westen.
Een van de ruiters die vooropreden, wuifde met zijn pet naar hen en riep hem iets toe.
'Dat is Tom,' zei Roxanne.
De ruiter naast hem zwaaide.
'En dat is Eleanor,' zei Max.
Hij rende naar voren om hen tegemoet te gaan, glibberend en glijdend over de sneeuw, maar de regisseur gaf geen krimp. Misty zei zachtjes voor zich heen: 'Zes benen.' 'Wat?' zei Kristobal.
'We worden gered, door zes benen. Vier van het paard en twee van de ruiter. Zes benen.' Ze slaakte een vreugdekreet en daarna holde ze achter Max aan, haar lange sjaal glinsterde in het prachtige, welkome zonlicht.
Het voedsel en de andere zaken die de goede mensen van de Dingo juist op tijd hadden gebracht, zorgden ervoor dat iedereen er snel weer bovenop was. Terwijl de passagiers aten en dronken, dromden de mensen om Tom en Eleanor heen om het verbazingwekkende verhaal van hun redding te horen.
'Ik heb nog nooit zo veel geluk gehad,' zei Tom. 'Nog geen twee meter van de voordeur en ik wist het niet.'
'Het was geen geluk, Tom,' zei pater Kelly. 'Het was een wonder. Ik had er een besteld, speciaal voor jou.'
De walkietalkie van de conducteur begon te kraken; hij pakte hem en drukte de knop in. 'Ik luister,' zei hij.
'Amtrak-centrale aan Southwest Chief, over.'
De conducteur gilde bijna: 'Dit is de Southwest Chief, centrale.'
'Waar is iedereen?' vroeg de stem.
'We hebben de trein geëvacueerd. We zijn in de tunnel. Hoe staat het met de reddingsploeg?'
'Kijk maar eens uit de tunnel, Homer,' zei de stem. Iedereen rende naar de ingang van de tunnel, waar een oorverdovend gebulder klonk toen over de top van de berg twee helikopters verschenen, die naast de trein bleven hangen. 'We hebben een reservetrein aan de westzijde van de lawine, met drie volgetankte locomotieven,' zei de stem. 'Maar hoe komen we daar?' vroeg Homer. 'Er ligt een berg sneeuw tussen ons en die trein. En de sneeuw is bovendien hoog opgewaaid tegen de rechterkant van de Chief.'
'Dat duurt niet lang meer, we zijn er al een tijdlang mee bezig. Blijf stand-by.'
'Begrepen en uit,' zei Homer.
Er verstreken tien minuten, toen hoorden ze een reeks luide knallen en daarna zagen ze de zeven meter hoge sneeuwmuur voor de Chief in elkaar zakken en zonder schade aan te richten langs de berg omlaagglijden. De lichte explosieven die heel zorgvuldig op cruciale plekken waren aangebracht, hadden een magische uitwerking. Nu kwam de reservetrein in zicht, de motoren draaiden; het was een geweldig, fantastisch geluid voor iedereen uit de lange, zwijgende Chief. Daarna kregen ze opdracht om weer de tunnel in te gaan, terwijl de helikopters met de neus omlaagdoken naast de rechterkant van de trein om de droge sneeuw weg te blazen, zodat de Chief weer stevig op de rails kwam te staan.
Honderden vrijwilligers zwermden uit de reservetrein en begonnen de rest van de rails sneeuwvrij te maken. Ze werden gevolgd door een tweede team, dat de schade herstelde die door de lawine was veroorzaakt, en nog meer vrijwilligers maakten de zijkanten en de daken van de wagons van de Chief sneeuwvrij. Gedurende al deze activiteiten klommen de passagiers rustig weer in de trein. Het duurde bijna de hele dag voor alle werkzaamheden voltooid waren, en de passagiers van de Chief gebruikten de tijd om voor foto's te poseren, hun familie en vrienden te bellen en op gepaste wijze een verfraaid verslag uit te brengen van hun avonturen, verhalen die, telkens als ze herhaald werden, spannender en wilder klonken. Journalisten spraken met een paar passagiers via hun mobiele telefoon en even later ging het verhaal over de dramatische redding de hele wereld over, en er zou nog veel meer publiciteit volgen zodra de trein in Los Angeles aankwam. De kinderen speelden in de sneeuw en maakten sneeuwengelen, wat Roxanne de opmerking ondokte dat de Chief beslist door veel van deze wezens omringd moest zijn geweest.
De volgende ochtend vroeg waren de rails schoon, de pas aangekomen locomotieven werden aangekoppeld en voor het eerst sinds lange tijd begonnen de wielen van de Southwest Chief te draaien. Er waren speciale regelingen getroffen zodat de Chief slechts in enkele van de stations die hij volgens de dienstregeling moest aandoen zou stoppen, waaronder een lange stop om brandstof in te nemen en de passagiers te laten uitstappen, zodat ze een poosje in de hogere temperaturen van Albuquerque konden wandelen alvorens door te gaan naar Los Angeles. Terwijl de trein de berg afreed, door New Mexico, vervolgens Arizona in en ten slotte naar Californië, deden de mensen aan boord iets wat ze geruime tijd niet hadden kunnen doen: ze sliepen vredig.