31
De passagiers die zich met hun kinderen verzameld hadden in het salonrijtuig, waren verbaasd dat er aan het ene eind van de wagon een soort toneel was opgebouwd. Max had zich opgeworpen als ceremoniemeester en hij bracht het publiek in een verwachtingsvolle stemming, alvorens naar het toneel te wijzen en te roepen: 'Hoor ik iets? Hoor ik dat er iets heel bijzonders gaat gebeuren?' Aller aandacht was op het toneel gericht, toen er een marionet verscheen en een kind opgewonden riep: 'Het is Cuppy the Magic Beaver!' Daarna riep een ander jongetje: 'En daar is Petey the Pickle.' Vervolgens voegden Sassy Squirrel en Freddy the Futon zich bij hun beroemde vriendjes en het feest kon beginnen. Achter het toneel bedienden Lelia en Kristobal de marionetten. Lelia had de figuurtjes uit de tekenfilms altijd bij zich, voor het geval ze kinderen tegenkwam; ze gaf ze vaak cadeau. Ze deed alle stemmetjes perfect na, van een meubelstuk tot een augurk tot een bosdiertje, met het gemak van de ware professional. Tijdens een korte pauze fluisterde Kristobal haar toe dat hij zich 'van zijn leven nog niet zo vereerd had gevoeld'. Achter het toneel gaven ze elkaar een kus terwijl Sassy en Cuppy elkaar op het toneel om de oren sloegen en alle kinderen, en ook de meeste volwassenen, gierden van het lachen. Het was een welkome afleiding voor iedereen, terwijl de wind en de sneeuw hen van alle kanten bleven belagen. De kerstman arriveerde precies op tijd, in de gedaante van de dikke Barry, in een echt kerstmannenpak dat speciaal voor deze gelegenheid aan boord van de Chief werd bewaard. De rol van de kerstman was zelfs zo populair, dat Amtrak-medewerkers elk jaar de gewoonte hadden om te vechten, te gokken, om te kopen en zich anderszins te misdragen, om die belangrijke rol te mogen spelen. Zoals altijd werden de pakjes uitgedeeld door de helpers van de kerstman, gespeeld door Tom, Eleanor, Max en Misty. De meeste geschenken waren bijdragen van de passagiers, die ze in cadeauverpakking bij zich hadden. Iedereen deed vol overtuiging mee, de kinderen waren tevreden en ze lachten, waardoor de spanning voor iedereen ietwat afnam.
Pater Kelly ging hun met behulp van Agnes Joe voor in gebed en een soort kerstdienst. De dominee die Steve en Julie had getrouwd, was gevraagd om eraan deel te nemen, maar hij had geweigerd en was in zijn coupé gebleven. Steve en Julie hadden zich alleen vertoond om te komen eten en waren daarna teruggekeerd naar hun luxesuite. De crisis had hun huwelijksreis blijkbaar niet bedorven, en wie kon het hen kwalijk nemen?
Het jongenskoor zong kerstliederen met Roxanne en iedereen zong uit volle borst mee, het leek erop of ieders stem vanavond een extra lieflijke klank bezat. Naarmate het later begon te worden en men steeds vaker begon te geeuwen, wensten de mensen elkaar goedenacht, onbekenden sloegen elkaar voor ze naar bed gingen op de schouder en zeiden dat het een mooie kerstavond was geweest, in feite de beste sinds jaren.
Eleanor en Tom gingen met Roxanne mee om de jongens van het koor naar bed te brengen. Ze wilden juist weggaan toen Oliver, een van de jongens, Roxanne riep. Ze ging bij hem zitten. 'Wat is er?' vroeg ze, terwijl Tom en Eleanor erbij kwamen staan. Olivers ogen waren zo groot als schoteltjes. Hij had een stem die de gemeenste persoon op aarde nog zou vertederen en gewoonlijk was het een vrolijk kind, maar nu keek hij bezorgd.
'Patrick zegt dat God niet bestaat.'
Roxannes mond viel open. 'Wat? Patrick, kom jij eens even hier, jongen.'
Patrick kwam aangelopen in een gestreepte pyjama en met zijn bril op. Hij was een van de oudere jongens, lang en mager, en hij kwam heel zelfverzekerd over. Hij las voortdurend en was academisch begaafd.
Roxanne torende boven hem uit en zette haar handen in haar gevulde zij. 'Leg dat eens uit. Waarom heb je dat tegen hem gezegd?' Alle andere jongens staken hun hoofd over de rugleuning van hun stoel, om te kijken en te luisteren. Tom en Eleanor keken elkaar aan. 'Het is eenvoudig een kwestie van eliminatie, eigenlijk een evolutionaire cyclus.' Hij schoof zijn bril wat hoger op zijn neus, als een heel jonge professor die zich tot zijn studenten richt. 'Zeg dat nog eens.'
'Nou, eerst was er de tandenfee. Je raakt een tand kwijt, die leg je onder je kussen en de volgende morgen is de tand weg en in plaats daarvan ligt er geld. Dat was een sprookje waar de meeste kinderen achter komen wanneer ze een jaar of vijf zijn, hoewel ik het natuurlijk veel eerder heb ontdekt.'
'Je bent nu tien, Patrick,' zei zijn broer Tony, 'en je legt nog steeds je tanden onder je kussen.'
'Dat doe ik omdat ik het geld wil hebben, Tony, niet omdat ik er nog in geloof.' Patrick richtte zich weer tot Roxanne. 'Daarna had je de paashaas, weer zo'n leugen die misschien op zevenjarige leeftijd doorzien wordt. De volgende is de kerstman. Die man die hem vanavond speelde, bijvoorbeeld, was dat niet een van de trein...' Roxanne keek naar de jongere kinderen, die op het punt leken in huilen uit te barsten om wat Patrick zou gaan zeggen over hun geliefde kerstman. 'Ga door, Patrick,' zei ze snel, 'laten we het dan nu over God hebben.'
'Heel goed. Als God zo goed is, waarom zou hij dan zoiets als dit laten gebeuren? We zouden nu allang thuis moeten zijn om Kerstmis te vieren. In plaats daarvan zitten we hier midden in een sneeuwstorm vast en de brandstof en het eten raken op. Hoe kan een god, als hij zou bestaan, zoiets toelaten?' Ondanks zijn zelfverzekerde argumenten kreeg Roxanne het gevoel dat Patrick even bang was als de rest van de jongens en dat hij eigenlijk van haar verwachtte dat ze hem zou uitleggen waarom er een god bestond, in plaats van het met hem eens te zijn dat die met bestond.
Ze liet Patrick naast zich plaatsnemen en nam Oliver op schoot. 'Weet je, jij gaat ervan uit dat het erg is dat we hier vastzitten.' Patrick schoof zijn bril weer recht. 'Nou, dat is toch ook zo?' 'Niet helemaal, nee. Laten we er eens goed over nadenken. Laten we naar de feiten kijken. Wat is er vanavond gebeurd?' 'Het begon harder te sneeuwen en er was bijna geen eten meer in de keuken.'
'En wat nog meer?'
Nu zei Oliver iets. 'We hebben kerstavond gevierd en pakjes opengemaakt. Dat was leuk.'
'Dat hadden we ook thuis kunnen doen,' wierp Patrick tegen. 'Dat is waar,' zei Roxanne, 'maar zouden jullie families bang zijn en hongerig, en zouden ze op een vreemde plaats zijn met mensen die ze niet kennen?'
Patrick dacht erover na. 'Nou, nee.'
'Met de passagiers in deze trein is dat wel het geval, dat weet je. Ze willen niet echt hier zijn, omdat dit niet hun huis is, ze willen bij hun dierbaren zijn, bij hun familie.' 'Dat is waar,' zei Oliver enthousiast. 'Maar daar gaat het nu juist om,' zei Patrick. Nee, als ik het me goed herinner was jouw vraag, hoe er een god kon bestaan als zoiets ergs kan gebeuren, en ik vraag me af of het eigenlijk wel zo erg is dat een groep mensen die elkaar niet kennen, die bang zijn en honger hebben en overal elders willen zijn met Kerstmis behalve hier, de avond samen doorbrengen en zo veel plezier hebben dat ze lachten en zongen en cadeautjes weggaven die ze hadden meegenomen voor hun eigen familie, aan mensen die ze niet eens kennen.' Ze keek naar Tom en Eleanor. 'Jullie hebben toch een leuke avond gehad, of niet?' Eleanor lachte tegen de kinderen. 'Het was een van de beste kerstavonden van mijn leven.'
'Ja, daar valt iets voor te zeggen,' moest Patrick toegeven. Tom merkte op: 'Misschien heeft God er wel voor gezorgd dat jullie in deze trein zouden zitten zodat jullie konden zingen en bange mensen een poosje hun problemen konden vergeten door naar prachtige muziek te luisteren.'
'Dat zou heel goed zijn,' zei Oliver opgewonden.
'Ja, dat is waar,' zei Patrick.
'Weet je,' zei Roxanne terwijl ze Oliver in bed stopte en vervolgens Patrick naar zijn plaats terugstuurde, 'er wordt vaak gezegd dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Je moet goed nadenken over wat Hij probeert te doen. Je kunt niet lui zijn en in God geloven, zo gemakkelijk maakt Hij het niet. Er is geestkracht voor nodig en geloof en liefde, om echt te geloven. Net als met de meeste dingen in het leven, je krijgt terug wat je erin gestoken hebt. Maar met geloof krijg je veel meer terug.' Ze dekte Patrick toe. 'Zijn er nog vragen?' zei ze.
Oliver stak zijn hand op. 'Eentje nog, mevrouw Roxanne.' 'Zeg het maar.'
'Wilt u me naar het toilet brengen?'
Een paar uur later stonden Tom en Eleanor naast elkaar voor het raam naar de sneeuw te kijken.
'Nou,' zei Tom, 'het is bijna Kerstmis en ik hoor niets bewegen, nog geen muis.'
'Op dit moment geef ik de voorkeur aan een reddingsteam boven de oude kerstman met zijn rendieren die op het dak trappelen.'
'Waar is je gevoel voor avontuur, voor romantiek?'
'Ik heb het allemaal opgebruikt, met jou,' kaatste ze terug. Ze tikte hem even op zijn arm. 'Waarom ben je niet gegaan?'
'Ik was vergeten mijn ski's in te vetten.'
'Ik meen het, Tom.'
Hij keek haar aan. 'Ellie, ik ben aan deze reis begonnen om mezelf te ontdekken, min of meer. Ik bedoel, eerst zei ik tegen mezelf dat het kwam doordat ik niet mocht vliegen, en daarna was het om een verhaal af te maken dat Mark Twain niet voltooid zou hebben en daarmee aan de wens van mijn vader te voldoen, maar de echte reden voor deze reis is dat er een enorme leegte in mijn leven is en ik er geen idee van had hoe ik die moest opvullen. Het is er eigenlijk al een hele tijd. En schrijven voor La-dies Home Journal gaf me geen voldoening.' Moeizaam ging hij verder. 'Maar de reden waarom ik niet daar naartoe ben gegaan,' hij wees naar het raam, 'is iets wat jij gezegd hebt. Weet je, al die jaren heb ik geloofd dat jij bij me was weggegaan, dat je me in de steek had gelaten. Ik heb nooit begrepen dat het andersom was.' Hij zweeg even. 'Het spijt me, Eleanor, het spijt me verschrikkelijk.' Langzaam pakte ze zijn hand beet.
Tom keek verbaasd om zich heen. 'Weet je, ik maakte daarnet geen grapje. Het is echt stil. Té stil.'
Ze konden het niet weten, maar kort tevoren was de laatste druppel brandstof van de laatste dieselmotor opgebruikt. En terwijl ze zo bleven staan, hadden ook de reservelampen, die door accu's werden gevoed, geen energie meer. Ten slotte zweeg de Southwest Chief en het werd aardedonker.
Opeens werd de stilte verscheurd door een rommelend geluid, de Chief begon te trillen en in alle wagons werd gegild. Tom en Eleanor keken elkaar aan. 'Mijn god,' zei Eleanor, 'nog een lawine.'