16

Tom schonk zich een kop koffie in bij het apparaat boven aan de trap en liep ermee naar het salonrijtuig. Op dit tijdstip was het donker in de meeste coupés en in de corridors kwam hij niemand tegen. Hij had helemaal alleen kunnen zijn in deze voortdenderende trein met zijn acht wagons. Het restauratierijtuig was eveneens verlaten en donker, het personeel had allang het slaapverblijf opgezocht, nam hij aan. In het salonrijtuig waren de lichten ook gedoofd en voorzover Tom kon zien was het leeg. De trein trok weer op en hij hield zich vast aan een van de rugleuningen. Hij gaf bijna een gil toen zijn hand huid aanraakte.

Eleanor keek naar hem op. Ze leek even geschrokken als hij. Ze had ook een kop koffie bij zich. 'God,' zei ze, 'ik had je niet horen binnenkomen.' Hij keek naar de koffie. 'Heb jij ook nog steeds last van slapeloosheid?' Daar hadden ze beiden problemen mee gehad, misschien als gevolg van te veel tijdzones, te veel reizen en te veel horrorverhalen die hen in hun slaap kwamen kwellen.

Eleanor wreef over haar slapen. 'Gek, ik dacht dat ik eroverheen was. Het lijkt heel kort geleden weer te zijn begonnen.'

'Oké, ik begrijp het. Ik ga wel een andere plek zoeken om mijn koffie te drinken en na te denken over mijn werkelijk onbegrensde toekomst.'

'Nee, ik ga wel weg,' zei ze.

'Hoor eens,' zei Tom, 'we zijn allebei volwassen mensen. Ik denk dat we het wel met elkaar kunnen uithouden in zoiets groots als een trein, althans voor een poosje.'

'Dat klinkt erg volwassen uit jouw mond.'

'Zo nu en dan heb ik dat.'

Ze zwegen beiden terwijl de Gap de snelheid opvoerde en met bijna 150 kilometer per uur over de rails joeg. De duisternis was nog nooit zo snel aan hem voorbijgeflitst, dacht Tom. 'Ik heb me afgevraagd waarom je eigenlijk deze trein genomen hebt,' zei Eleanor, 'jij was altijd iemand die zo snel mogelijk ergens wilde komen.'

'Dat heb ik je toch verteld? Ik schrijf een artikel over een treinreis en dat is een beetje moeilijk te verwezenlijken wanneer je zelf niet een keer zo'n reis maakt.' 'Is dat alles?'

'Waarom zou het dat niet zijn?'

'Omdat ik je te goed ken, denk ik. Je hoeft het me niet te vertellen. Je bent me geen verklaring schuldig.'

Tom dacht na over de tweeledige betekenis van die uitspraak, alsof zij hem ook geen verklaring schuldig was. Toch besloot hij er niet op in te gaan. Hij vertelde haar wel over de wens van zijn vader en wat hij eraan deed.

'Ik geloof dat je vader het wel weet,' zei ze zacht. 'Oké, nu moet ik je, als de achterdochtige, paranoïde, onderzoekende journalist met theorieën over samenzweringen die ik nu eenmaal ben, zeggen dat jouw aanwezigheid in deze trein me een verdraaid toevallige samenloop van omstandigheden lijkt.' 'We hadden eigenlijk gisteren de Capitol Limited zullen nemen.' Ze keek op haar horloge. 'Nou, omdat het al morgen is, zou ik moeten zeggen, eergisteren. Maar toen veranderden Max' plannen opeens, hij kwam een dag later in Washington en daarom moesten we de trein nemen waar jij mee reist.'

Tom haalde zijn schouders op. 'Dan is het misschien toch toeval.' 'Geloof me, als ik geweten had dat jij in deze trein zat, was ik niet meegegaan.' 'Was het echt zó erg?'

'Hoor eens, het klikte niet tussen ons. Dat overkomt miljoenen mensen. Sommigen zijn nu eenmaal niet voor het huwelijk in de wieg gelegd.'

'Ik ben een keer getrouwd geweest.'

Eleanor was daar kennelijk stomverbaasd over. 'Wat?'

'Nou, het was zo snel voorbij, het huwelijk bedoel ik, dat ik het me nauwelijks herinner.'

Eleanor stond op, ze had moeite haar woede te bedwingen. 'Nou, ik ben blij dat je genoeg van een vrouw gehouden hebt om haar te vragen met je te trouwen, ongeacht hoelang het geduurd heeft.' 'Ellie, zo was het niet. Het was de stomste beslissing van mijn leven.'

Ze stond op en liep de wagon uit. Terwijl Tom haar nakeek kwam de Cap tot stilstand. Hij stond op en leunde tegen het raam. Zachtjes zei hij bij zichzelf: eerlijk gezegd was het de op één na stomste beslissing van mijn leven. Daarna vervolgde hij hardop: 'Wat is er verdomme nu weer? Ik had vlugger naar Chicago kunnen lopen.' 'Wat er nu weer is,' zei een stem, 'is, dat er een vrachttrein voor ons op de rails staat die de Cap belet om door te rijden. Dat is er aan de hand.'

Tom keek in de richting waar de stem vandaan gekomen was. In de uiterste hoek van het salonrijtuig, in het donker, zag hij het silhouet van een man. Terwijl het naar hem toe zweefde, dacht Tom dat hij op het punt stond de Geest van Kerstmis Verleden Tijd te ontmoeten, die hem een sombere toekomst kwam voorspellen. Toen de gestalte in de streep licht die door het raam naar binnen viel, kwam te staan, slaakte Tom een zucht. De man was groot van postuur en mager, met peper-en-zoutkleurig haar, een jaar of zestig, met knappe, scherpe gelaatstrekken; in zijn jonge jaren zou hij heel wat meisjes het hoofd op hol gebracht hebben. Hij was gekleed in een wit buttondown overhemd, een stropdas en een nette broek. Op zijn hoofd stond iets wat eruitzag als een conducteurspet.

'Werkt u op de trein?' vroeg Tom, met zijn blik op de pet gericht. 'Nee,' zei de man. Hij zette zijn pet af en gaf Tom een hand. 'Hoewel ik dat wel gedaan heb. Ik ben nu gepensioneerd. Mijn naam is Herrick Higgins.'

Tom stelde zich voor en ze gingen zitten.

'Zei je dat er een vrachttrein voor ons rijdt?' zei Tom. 'Waarom zetten ze die dan niet op een ander spoor?'

'Nou,' zei Higgins, 'de meest voor de hand liggende verklaring is dat Amtrak niet de eigenaar is van de rails, maar de vrachtvervoersmaatschappij wel, dus vracht heeft voorrang boven passagiers.' 'Meen je dat?'

'Amtrak bezit geen van de sporen waar hun treinen op rijden, behalve langs de Noordoost Corridor en hier en daar een klein stukje. Toen de particuliere spoorwegondernemingen ophielden met het vervoeren van passagiers, gaven ze niet hun rails op. Zie je, vrachtverkeer per trein is heel winstgevend, passagiersvervoer niet. Amtrak heeft afspraken met een heleboel bedrijven. En soms betekent dat logistieke hoofdpijn.'

Ik bedoel het niet kwaad, maar het lijkt me geen goede manier om een spoorwegonderneming te leiden,' merkte Tom op. 'Amtrak heeft nooit genoeg geld gehad om óf de rails te kopen, óf nieuwe aan te leggen. De enige optie was onderhandelen met de eigenaren. Dus als een vrachttrein vertraging heeft of ontspoort, moeten we wachten. Het gebeurt voortdurend en we kunnen er echt niets aan doen. Sorry, ik zeg nog steeds "we", oude gewoonten raak je moeilijk kwijt.' 'Hoelang heb je voor Amtrak gewerkt?'

'Soms lijkt het wel mijn hele leven. Ik was er al bij toen ze begonnen, in 1971. Ik ben spoorman geweest sinds ik voor het eerst ademhaalde, net als mijn vader. Die werkte voor UP, de Union Pacific.'

Higgins keek naar Toms koffie en hij lachte. 'De slaap komt moeizaam, of helemaal niet, tijdens je eerste nacht in een trein, maar de tweede nacht slaap je overal doorheen, geloof mij maar.' Hij keek uit het raam. 'Dit is de oude B en O-lijn. Die loopt over een oude tolweg. George Washington had aandelen in het bedrijf dat de tolweg exploiteerde. Ik heb me dikwijls afgevraagd wat de vader van ons land gezegd zou hebben als hij de oude Cap over diezelfde weg heen en weer had zien rijden. Maar misschien duurt het niet lang meer. De toekomst ziet er niet goed uit voor langeafstandstreinen met passagiers. De regering heeft plannen om Amtrak over te nemen, te privatiseren, en de Noordoost Corridor af te splitsen.' 'Nou, ons land is zo groot, per trein reizen lijkt weinig zin te hebben.'

Higgins keek hem aan. 'Je hebt gelijk. Per trein reizen zoals dat tegenwoordig hier gedaan wordt, heeft niet veel zin en ik zal je vertellen waarom niet. Die lui van Amtrak zijn de creatiefste en meest toegewijde mensen die er bestaan, omdat ze moeten werken met een heel klein budget en oud materieel. De meeste beschaafde landen geven twintig tot dertig procent van het geld dat voor vervoer beschikbaar is uit aan spoorwegen, omdat het goedkoper is, efficiënter en veel minder vervuiling geeft dan vliegtuigen en auto's. De hele Noordwest Corridor is geëlektrificeerd. Er ontsnapt letterlijk geen druppel diesel uit een Amtrak-trein op dat traject. Heb je de Jerseytolweg wel eens gezien in een weekend, of de hemel boven La Guardia? Milieurampen zijn het. Ze zeggen dat vervoer per spoor een financiële aderlating is, dat we per hoofd meer uitgeven aan treinen dan aan auto's en vliegtuigen. Nou, ik vraag me af wat het de milieubeweging waard is om tien miljoen vervuilende auto's van de snelweg te halen of een stel lawaaierige vliegtuigen boven de huizen van mensen weg te houden. Wist je dat de Verenigde Staten meer geld uitgeven aan het weghalen van aangereden dieren van de snelwegen dan aan passagiersvervoer per trein? Het is een lachertje.'

'Nou, de spoorwegmaatschappijen die passagiers vervoeren, krijgen subsidie, de luchtvaartmaatschappijen niet,' merkte Tom op. 'Hebben de luchtvaartmaatschappijen de vliegvelden aangelegd? Betalen ze voor de luchtverkeersleiding? Het staat vast dat luchtvaartmaatschappijen tientallen miljoenen dollars van de regering hebben gekregen, en nog maken ze bijna geen winst. De snelwegen krijgen tachtig cent van elke dollar die aan vervoer wordt gespendeerd en het gevolg is dat we wegen blijven aanleggen en benzine-slurpende auto's blijven kopen om op die wegen te rijden, en dat we één enorme verkeersopstopping zijn die afhankelijk is van olie uit het buitenland. Met niet meer dan een cent van de belasting die geheven wordt op vijf liter brandstof zou Amtrak een spoorwegstelsel van wereldklasse kunnen aanleggen dat waarschijnlijk nog winst zou opleveren ook. Eén cent! Dat vragen we al jaren en ze blijven nee zeggen. Passagiersvervoer per trein is in dit land absoluut een ondergeschoven kindje.'

Higgings zette zijn pet weer op en schoof die met een geroutineerd gebaar recht, zodat de rand dwars over zijn voorhoofd liep. 'De ironie is dat dit land is gebouwd met behulp van spoorwegen. Die hebben het oosten en het westen met elkaar verbonden en de Verenigde Staten tot middelpunt van de wereld gemaakt. En Amtrak stopt in kleine steden, honderden, die geen ander openbaar vervoer hebben.'

'Ik moet toegeven dat ik er nooit aan denk om de trein te nemen. Vliegtuigen zijn nu eenmaal veel sneller.'

Higgins haalde zijn schouders op. 'Weet je, ik heb gehoord dat de ontwerpers bij Boeing, of een soortgelijke onderneming, werken aan een commercieel vliegtuig dat dertigduizend kilometer per uur kan vliegen. Dat is meer dan dertig keer zo snel als de passagiersvliegtuigen van nu. Om een voorbeeld te noemen, je zou in ongeveer een kwartier van New York naar Londen kunnen vliegen. Je zou zelfs dagelijks naar Europa op en neer kunnen reizen voor je werk,' liet Higgins erop volgen. 'Nou, daar is iets voor te zeggen.'

'O, natuurlijk, als het je alleen om de bestemming gaat en niet om de reis. Zelfs zonder zo'n snel vliegtuig zijn Amerikanen het volle ter wereld dat het meest reist.' 'Reizen is goed. Je ziet nieuwe dingen.'

'Zie je, dat argument gaat niet op. We reizen het meest en we zien niets van wat er allemaal bestaat.' 'Ik kan je niet volgen,' zei Tom.

'Je vliegt van Florida naar Boston. Je vliegt over een stuk of twaalf staten om daar te komen en dan ga je bij het zwembad liggen. Je vliegt over eenvijfde deel van je land en je ziet er niets van. De meeste Amerikanen hebben niet meer dan tien van de vijftig staten bezocht. De meeste mensen aan de Oostkust kunnen je niet vertellen hoe New Mexico eruitziet en evenmin iets over de mensen die er wonen. Mensen van de Westkust zijn nog nooit in Maine geweest. Lui uit Texas weten niets over North Dakota en bewoners van Alabama hebben geen flauw idee over New Jersey. We zien ons land vanuit een vliegtuigraampje op vijftien kilometer hoogte of vanaf een strook beton waar je nergens af kunt, behalve bij een McDonald's.'

'Tja, je ziet meer van het land vanuit de trein, maar het is toch niet zo dat je Amerika dan echt leert kennen.'

'Met alle respect, daarin ben ik het niet met je eens. Weet je, bij elk station waar deze trein stopt, is er een stukje Amerika, een stukje van jóuw land, dat je begroet. De ervaring heeft me geleerd dat het de meeste mensen die per trein reizen totaal niets kan schelen waar ze naartoe gaan. Voor hen gaat het om de reis zelf en om de mensen die ze onderweg ontmoeten. Daarom zijn treinen zo populair rond Kerstmis. Om deze tijd van het jaar zitten ze altijd vol. De mensen willen iets van hun land ontmoeten tijdens de feestdagen. Ze zijn op zoek naar vriendschap, een warm lichaam om tegen te praten, om vragen aan te stellen en om hun eigen verhaal aan te vertellen. Mensen in een trein hebben geen haast, want daar zijn treinen niet voor. Hoe kun je dat in dollars uitdrukken! In welke boekhouding past dat? En god weet dat we anders altijd haast hebben, in een vliegtuig of een auto.' Higgins spreidde zijn handen uit. 'Maar waar gaan we nu eigenlijk zo snel naartoe? Om bij een zwembad te zitten en niet met iemand te praten? We wonen in Amerika en we zeggen dat we van het land houden, maar we hebben het nog nooit gezien. Hoe valt dat met elkaar te rijmen? Nu kun je me blijven vertellen dat de Verenigde Staten gewoonweg te groot zijn om ze te leren kennen, maar ik zeg je dat de mensen het niet eens proberen.' Hij schudde zijn hoofd. Nee, ze proberen het niet eens.'

Higgins zweeg, met gebogen hoofd wreef hij over zijn kin. Ten slotte keek hij op. 'Ik zeg niet dat met de trein reizen je leven zal veranderen of dat passagiersvervoer op een dag veel geld in het laatje zal brengen. Maar, hoe snel we ook vinden dat we moeten gaan, er zou toch ook ruimte moeten zijn voor een trein, waarin je gewoon onderuit kunt zakken, diep ademhalen en heel even mens kunt zijn. Heel even maar. Is dat zo erg?'