3
Buiten was het erg koud; de dikke wolken droegen de belofte met zich mee aan sneeuw, of althans aan hagel. Bij dergelijk weer zouden vliegtuigpassagiers zich zorgen maken over vertragingen en ijsafzetting op de vleugels, maar zulke omstandigheden betekenden kennelijk niets voor de dappere Cap; zij gingen naar Chicago. Toms humeur werd er steeds beter op; het begin van een reis joeg zijn adrenalinespiegel altijd omhoog. Het laatste artikel van zijn hand, dat was gepubliceerd in een tijdschrift over gezondheid, had de enorme voordelen behandeld van een zes weken durend dieet dat slechts bestond uit sappige pruimen en de nabijheid van een badkamer. Tom was wanhopig toe aan een avontuur. Hij wandelde naar de voorkant van de trein, waar hij de twee elektrische dieselmotoren zag die de Cap zouden trekken. Het waren General Electric P-42's. Elke loc woog een verbijsterende 125.000 kilo, had zestien cilinders en een capaciteit van 42.000 pk. Terwijl Tom zijn blik over deze reusachtige locomotieven liet dwalen snakte hij ernaar er een te bezitten, alleen om er een paar keer mee over de rondweg om Washington te rijden. Wat een P-42 niet kon inhalen zou hij eenvoudigweg overrijden. Teruglopend zag Tom op een zijspoor dat de tunnel in ging een oude, groene spoorwagon die hem interessant leek. Naast Tom liep een employé van Amtrak, dus hij vroeg hem wat het voor wagon was. De man antwoordde: 'Dat is Franklin D. Roosevelts oude wagon, de Marco Polo, trein nummer zeven, nu eigendom van Norfolk en Southern. Hij wordt gebruikt om vips te onthalen, precies daar waar hij nu staat.'
Terwijl ze stonden te kijken stopte een verlengde limousine in de tunnel, naast Roosevelts voormalige wagon. Tom zei: 'Hebben ze een vroeg diner in de Marco Polo? Wellicht met Churchill en Stalin?' liet hij er met een glimlach op volgen. De man begreep de grap blijkbaar niet. 'Nee, dat is een of andere hoge ome die met de Cap meereist. Zo brengen ze die lui hiernaartoe, er is een afrit onder het station waar de limo naar buiten kan rijden. Dat doen we om de privacy te beschermen, op dezelfde manier als ze filmsterren door een vliegveld loodsen.' 'En, wie is die hoge piet die met mijn trein meegaat? Zeker een of andere politieke figuur, klopt dat?'
De man keek Tom aan. Hij zag eruit als een veteraan onder het spoorwegpersoneel, die vermoedelijk heel wat geweldige anekdotes zou kunnen vertellen, als Tom maar de tijd had. 'Nou, als ik u dat zou verklappen is het geen geheim meer, nietwaar?' zei hij. Tom wachtte nog even om te kijken wie er uit de limo zou stappen, maar er gebeurde niets. Het geluk was echter aan zijn kant, want wanneer die belangrijke persoon eenmaal aan boord van de trein was, zou hij zich moeilijk de hele reis kunnen verbergen. Als je Tom Langdon een trein gaf die zich over de rails spoedde, een pen, papier, een goede verrekijker en een behoorlijke onkostenvergoeding, dan kon hij elke dag van de week een vip opsporen. Vandaag bestond de opbouw van de Cap, in spoorwegjargon het treinstel genoemd, uit twee locomotieven, een bagagerijtuig, drie passagiersrijtuigen, een restauratiewagen en een doorgaande slaapwagen. In de laatste was het grootste deel van het treinpersoneel ondergebracht. De wagon had hoge en lage deuren, zodat men via de dubbeldekswagons toegang had tot de lagere rijtuigen, vandaar de term 'doorgaande wagon'. Tom bleef lopen tot hij een conducteur van het slaaprijtuig zag en liet hem zijn kaartje zien. 'Daar is de slaapwagen, meneer. Regina zal u de weg wijzen,' zei de man tegen hem.
Tom ging op zoek naar Regina. Ze stond voor een indrukwekkend groot, ruim vijf meter hoog dubbeldeksrijtuig, dat in Amtrak-bewoordingen een Superliner werd genoemd, het zwaarste passagiersrijtuig ter wereld. Treinen, hoewel sommigen het een ouderwetse vorm van transport vonden, hadden voor Tom iets mysterieus. Hij had de meeste klassieke detectiveverhalen gelezen die zich afspeelden tijdens een treinreis en die alle elementen bevatten om je op het puntje van je stoel te laten zitten. Je had de romantiek van comfortabel, ongehaast reizen in een beperkte ruimte, met een vast aantal verdachten uit allerlei milieus. Dan, terwijl je in het donker je adem inhield, de dekens tot je kin opgetrokken omdat je gewoonweg voelde dat er iets verschrikkelijks stond te gebeuren, volgden er een lichtstraal, een gil en de doffe bons van een vallend lichaam. Het lijk, met wijdopen ogen en een krijtwitte huid, werd in de kleine uurtjes ontdekt door een ongelooflijk dom, vrouwelijk personeelslid dat zich tien minuten lang de longen uit het lijf krijste, terwijl een paar sombere ogen toekeken vanuit een in schaduw gehuld hoekje van de trein. Iedereen die niet door zo'n scenario werd meegesleept moest zich laten nakijken, was Toms vaste overtuiging. Hij kon begrijpen waarom Mark Twain een dergelijke treinreis had willen maken en er vervolgens over had willen schrijven. Het was echter algemeen bekend dat Twain de voorkeur gaf aan de diligence boven andere transportmiddelen, althans in zijn jonge jaren en vroegste geschriften, zoals de verhalen in Roughing It, weer zo'n grappig reisboek, over zijn onzalige tochten door het pasgekoloniseerde westen. Toen Twain het Midden-Oosten bezocht merkte hij op dat, terwijl het Mozes veertig jaar had gekost om dwars door de woestijn naar het Beloofde Land te trekken, de betrouwbare postkoets het in minder dan twee dagen zou hebben klaargespeeld. Toch nam Twain vele malen de trein, zowel in de Verenigde Staten als overzee. Het was zelfs voorgekomen dat, tijdens zijn reizen naar Azië, Twain en zijn gezelschap een héle trein hadden gekregen om naar Efeze te reizen. Mark Twain, met een hele trein tot zijn beschikking! Tom werd tegelijkertijd duizelig en nieuwsgierig bij de gedachte aan wat er allemaal gebeurd kon zijn dat de man wijselijk nooit op papier had gezet.
Regina had een gave, donkerbruine huid en leek te jong om te werken, in een trein of waar dan ook; in Toms ogen leek ze meer op een studente die zich opmaakte voor haar eerste schoolbal en haar eerste, echte kus. Regina was ook lang en slank, voorkomend, en het was duidelijk dat ze van haar werk hield. Ze had een rood-witte kerstmuts op, zo een als de helpers van de kerstman in een groot warenhuis dragen. Ze hielp het jonge, nerveuze stel dat Tom had gezien terwijl ze in de wachtkamer eikaars hand vasthielden. De priester was al ingestapt en hees nu zijn grote, duffelse tas de wagon in. Nadat Regina het jonge stel wegwijs had gemaakt, deed Tom een stap naar voren en liet haar zijn kaartje zien. Ze keek naar de naam en streepte die af op haar lijst. 'Oké, meneer Langdon, u zit bovenin. Coupé D. De trap is linies van u, en daarna loopt u linksaf de gang in.' Tom bedankte haar en zette voorzichtig een voet in de machtige Capitol Limited. Zijn ervaring met slaapcoupés beperkte zich uitsluitend tot de film North by Northwest, geregisseerd door Alfred Hitchcock, met in de hoofdrollen de onberispelijk elegante Cary Grant, de aantrekkelijke Eva Marie Saint en de zeer sinistere James Mason. De meeste fans van de film herinneren zich de beroemde scène met het sproeivliegtuigje waarin Cary Grant, gekleed in zijn volmaakt gesneden grijze pak, alleen midden in het uitgestrekte, eenzame land staat, wachtend op een ontmoeting met de mysterieuze George Caplin, die natuurlijk niet bestaat. Een paar sluwe figuren bij de CIA hadden Caplins identiteit gecreëerd voor hun eigen misdadige doeleinden. Die lui van de CIA logen altijd ergens over om van de wereld een veilige democratie te maken. Toch, om eerlijk te zijn, was het allemaal goed bedoeld en ging het uitsluitend ten koste van de belastingbetaler.
De scène uit de film die Tom het meest was bijgebleven, was de kus in Eva Marie Saints ruime slaapcoupé. Cary en Eva raakten er behoorlijk opgewonden van, zelfs volgens de normen van vandaag. Tom herinnerde zich dat, terwijl hij ernaar keek, al zijn hormonen in vuur en vlam waren geraakt en dat hij onzedelijke gedachten was gaan koesteren over alle vrouwen, of althans over de paar die op Eva Marie Saint leken.
Het enige wat Tom over slaapcoupés in treinen wist, kwam dus uit die film. Hij wist bijvoorbeeld dat ze luxueus ingericht en ruim waren, plaats boden aan een paar bedden, een aardig hoekje om te werken, een kleine ruimte om bezoekers formeel te ontvangen, een complete badkamer met een whirlpool, een bediendeverblijf naar keuze, en misschien een gecombineerd balkon/patio. Het was geen wonder dat Cary en Eva aan het eind van de film hun huwelijksreis hadden gemaakt in diezelfde slaapcoupé. Die was groter dan alle flats waar Tom Langdon ooit gewoond had. Hij wilde de trap beklimmen, zoals hem door Regina was opgedragen. Met bagage ging het een beetje lastig, omdat de trap een draai maakte van zo'n negentig graden, maar hij vertrouwde erop dat het kwam doordat alle extra ruimte in beslag genomen werd door de reusachtige slaapcoupés. Op dat moment keek Tom op en besefte hij dat hij zich tegenover een behoorlijk obstakel bevond. Ze was oud, gekleed in iets wat op een nachtjapon leek, hoewel het nog niet eens vier uur was, en ze balanceerde op de bovenste trede, met de bedoeling naar beneden te komen. Tom bevond zich op de op een na bovenste trede. Hij hoefde dus nog slechts één stap te gaan, één smalle hindernis te nemen, en dan kon hij zich in zijn rijdende penthouse overgeven aan zijn fantasie over Eva Marie. 'Pardon,' zei hij beleefd.
'Ik kom eraan,' kondigde de vrouw aan met zo'n donderende bariton dat de ruwe, geharde, voormalige oorlogscorrespondent zich gevaarlijk verwijfd voelde.
'Kunt u me er misschien even doorlaten,' antwoordde hij. Nu was er van 'even doorlaten' geen sprake. Ze was lang niet zo groot als Tom, maar ze was, om het voorzichtig uit te drukken, aanzienlijk breder in omvang dan de gemiddelde vrouw. 'Hallo, Regina,' riep de vrouw naar beneden. 'Hallo, Agnes Joe,' zei Regina.
Omdat ze geen van beiden achteruit wilden, raakten Tom en Agnes Joe verzeild in een reeks imitatie-tangopassen, een voet naar voren, een voet terug. Omdat deze dans in verticale houding op de trap werd uitgevoerd, werd Tom er zelfs een tikje duizelig van. Ten slotte zei hij: 'Agnes Joe, ik ben Tom Langdon. Ik heb coupé D. Als je nu misschien even ach...'
Hij kon de zin niet afmaken, omdat Agnes Joe, in plaats van een stap achteruit te gaan, hem een duwtje gaf. Eigenlijk was het meer de vlezige onderarm van een bokser die naar de rechterkant van zijn hoofd uithaalde. Toch al wankel op zijn benen, daverde hij achterwaarts de trap af, om beneden languit op zijn rug te belanden. Agnes Joe was hem na zijn val gevolgd en was wel zo beleefd om voorzichtig over zijn uitgestrekte lichaam te stappen. Tom twijfelde er sterk aan dat dit de manier was waarop Mark Twain aan zijn treinrit door het land was begonnen. Agnes Joe liep naar Regina, die druk bezig was een paar andere mensen aan boord te helpen en gelukkig niet gezien had wat er gebeurd was, wat Tom dankbaar stemde. Tenslotte had een oudere vrouw hem zojuist verpulverd. 'Alsjeblieft, lekkertje. Bedankt dat je mijn koffers hebt gebracht.' Agnes Joe overhandigde Regina wat kleingeld. Tom krabbelde overeind en ging op weg naar Regina, na in het voorbijgaan de oudere vrouw een nijdige blik te hebben toegeworpen. 'Ik zal uw koffers nemen, meneer Langdon. Zet u ze daar maar neer, ik moet eerst zorgen dat iedereen de trein in komt.' 'Graag. En zeg maar Tom.' Hij gaf Regina een handvol dollars. Ze verblijdde hem met een vriendelijke blik. Tom keek achterom naar Agnes Joe, die langzaam de trap opliep. 'Werk je al lang op deze trein?' vroeg hij Regina. 'Vier jaar.' 'Dat is een hele tijd.'
'Ach, er zijn mensen die al twintig jaar op deze trein werken.'
Tom keek opnieuw naar Agnes Joe, die nog steeds op dezelfde trede stond. Haar benen bewogen, maar ze leek niet hoger te komen. Het was werkelijk boeiend om haar te zien, dacht hij, zoiets als kijken naar een stroom gesmolten lava. 'Dus je kent Agnes Joe?'
'O, ja, ze reist al zo'n, o, wel tien jaar met deze trein, tenminste, dat hebben ze me verteld.'
'Tien jaar! Dan moet ze wel genieten van de rit.'
Regina lachte. 'Ik geloof dat ze haar familie gaat bezoeken. Ze is aardig.'
Tom wreef over zijn hoofd waar de 'aardige' Agnes Joe hem had geraakt. 'Heeft Agnes Joe een coupé in deze slaapwagen?'
'Ja, vlak naast de jouwe.'
Bof ik even, dacht hij bij zichzelf.
Tom liep terug naar de trap, waar Agnes Joe om onverklaarbare redenen nog steeds op precies dezelfde trede stond. 'Agnes Joe, heb je hulp nodig?'
'Het gaat prima, lekkertje. Je moet me alleen een beetje tijd gunnen.'
'Als ik nu eens voor je ga staan en je omhoogtrek?' Het lag in Toms bedoeling om vóór haar te komen, er dan als de bliksem vandoor te gaan en zich op te sluiten in zijn grandioze suite, met Eva Marie, terwijl Cary Grant buiten de wacht hield. 'Geef me de ruimte, jochie!'
Ze sloot deze laatste opmerking af met een zware elleboog die op de een of andere manier Toms linkernier vond. Tegen de tijd dat de pijn was weggetrokken en hij weer rechtop kon staan om de tranen van zijn gezicht te vegen, was Agnes Joe verdwenen. Langzaam zocht hij coupé D. Verdomd als het niet waar was, hij voelde zich weer oorlogscorrespondent.