6
Nadat hij pater Kelly had verlaten, liep Tom door het volgende gedeelte met slaapcoupés. Dit waren de standaardcoupés, zonder toilet- of douchegelegenheid. Gemeenschappelijke toiletten bevonden zich op beide verdiepingen, en zoals Regina hem had meegedeeld, waren er ook grotere douches in het onderste gedeelte, die hij waarschijnlijk zou gebruiken omdat hij niet het risico wilde lopen klem te komen zitten in het hokje in zijn coupé. In het luxe gedeelte bevonden de coupés zich, vanwege hun grotere afmetingen, allemaal aan één kant, met het gangpad ernaast. In het standaardgedeelte lagen de veel kleinere coupés aan beide kanten van de wagon, met een corridor in het midden. Tom zag dat in deze doorgang een paar handen zich naar elkaar uitstrekten, die elkaar vasthielden.
Toen Tom dichterbij kwam zag hij dat de handen van het jonge, nerveuze stel waren. Ze hadden coupés recht tegenover elkaar, die van de jongen aan de rechterkant, die van het meisje links. 'Oké, moet ik tol betalen om te mogen passeren?' zei Tom vrolijk. Ze keken allebei naar hem en lachten terug.
'Sorry,' zei de jongen, terwijl het meisje verlegen haar ogen afwendde. Ze waren een jaar of twintig en leken broer en zus, met hun blonde haar en blanke huid.
'Zo, zijn jullie op weg naar Chicago, voor de feestdagen?' 'Eigenlijk...' begon de jongeman, een beetje onnozel. 'Steve,' viel het meisje hem in de rede, 'we kennen hem niet eens.' 'Nou,' zei Tom, 'in een trein gaat het anders. We zijn allemaal samen op deze lange reis. Dat maakt mensen openhartig. Ik begin. Ik ben schrijver en ik ben bezig aan een artikel over een transcontinentale reis. Dat is mijn verhaal. En wat is jullie verhaal?' De twee keken elkaar aan en Steve zei: 'Nou, eerlijk gezegd gaan we trouwen.'
Tom knielde neer en stak zijn hand naar hen beiden uit. 'Gefeliciteerd. Dat is geweldig. Tussen twee haakjes, ik ben Tom.' 'Ik ben Steve en mijn verloofde heet Julie.' 'Stappen jullie in Chicago in het huwelijksbootje?' 'Eh, nee, we trouwen in de trein,' zei Steve. 'De trein? Deze trein?'
'Nee,' zei Julie. 'In de Southwest Chief, op weg naar Los Angeles. Die vertrekt morgenmiddag.' Haar accent klonk Tom als zuidelijk in de oren, terwijl aan Steve's stem te horen was dat hij oorspronkelijk uit New England kwam. 'Dat is fantastisch. Ik reis ook met die trein.' Tom was ooit nog eens van plan geweest om Eleanor ten huwelijk te vragen in een trein op weg naar Frankfort, nadat ze de grote kathedraal in Keulen hadden bezocht. Ze zaten in een derdeklascoupé, hoewel ze kaartjes voor de eersteklas hadden, maar het niet begrepen omdat hun Duits niet al te goed was. Destijds liep de spoorlijn evenwijdig aan de Rijn, en Tom had zich afgevraagd wat het volmaakte moment zou zijn om de vraag te stellen. Oorspronkelijk had hij haar in de kathedraal willen vragen, maar er waren een heleboel toeristen met camera's en jengelende kinderen in de buurt geweest en het leek hem niet de juiste plek. Hij wilde dit maar één keer in zijn leven doen en hij wilde dat het absoluut volmaakt zou zijn. De trein reed vlot, ze hadden een drukke dag achter de rug, een paar glazen bier, dik, Duits brood en sappige worstjes naar binnen gewerkt; gecombineerd met het maanlicht dat op de legendarische, romantische Rijn weerkaatste, leek dat alles een ideale situatie. Tom stelde zich voor hoe hij zich op zijn knieën zou laten vallen in het gangpad, de ring tevoorschijn halen, zijn liefde voor haar uitspreken en haar op die plek vragen of ze met hem wilde trouwen. Hij verwachtte dat ze zou gaan huilen en dat zou hij ook doen. Alle prijsbewuste Duitsers in de derdeklaswagon zouden opstaan en hen toejuichen, omdat het huwelijksaanzoek vanzelfsprekend alle taal- en cultuurbarrières zou overschrijden. Wanneer ze in Frankfurt arriveerden zouden volslagen onbekenden het pasverloofde paar feliciteren, in het Duits en in tamelijk goed Engels, en sommigen zouden hun zelfs verfrommelde markenbiljetten in de hand stoppen.
Toch was er niets van dat alles gebeurd, omdat hij Eleanor die avond niet ten huwelijk had gevraagd en evenmin op een andere avond. Hij was gewoon op de bank blijven zitten, terwijl de ring in zijn zak zo zwaar woog als een kanonskogel; hij kon de moed niet opbrengen die tevoorschijn te halen en aan haar vinger te schuiven.
Hij richtte zijn aandacht weer op het jonge stel. 'En, zijn de bruiloftsgasten en de familie al aan boord, of ontmoeten jullie elkaar in Chicago?'
Julie keek de andere kant op en Steve bevochtigde zijn lippen. Tom had kennelijk een zenuw geraakt. 'Nou, eerlijk gezegd, onze familie weet het niet, zie je.' 'Weten ze niet dat jullie gaan trouwen?'
'Ze weten het niet en ze vinden het niet goed dat we gaan trouwen,' zei Julie, en ze veegde haar ogen af met de rug van haar hand. 'Laat maar, Julie, dat hoeft Tom toch niet te weten.' 'Nou, hij vroeg het toch,' zei ze fel.
Steve keek Tom aan en probeerde er luchtig over te doen. 'Daarom doen we het met zijn tweetjes. Omdat we van elkaar houden.' Julie ging toch verder. 'Zijn familie vindt me niet geschikt. Ze denken dat ik, omdat ik uit een gehucht uit Virginia kom, in de
Appalachen, blank uitschot ben. Nou, mijn vader mag dan vanaf zijn zestiende in de mijnen gewerkt hebben en mijn moeder mag dan nooit haar middelbareschooldiploma hebben gehaald, terwijl jouw ouders tot de betere kringen van Connecticut behoren, maar mijn familie is geen uitschot. Ze zijn zeker zo goed als die van jou en in veel opzichten beter,' voegde ze er met vurig zuidelijk temperament aan toe.
Tom begreep dat hij het bij het rechte eind had gehad, wat hun afkomst betrof; het meisje uit Virginia en de jongen uit Connecticut. 'En zijn jouw ouders het wel eens met het huwelijk?' vroeg hij Julie, in een poging haar wat te kalmeren, of althans haar aandacht af te leiden van Steve's familie.
'Ze mogen Steve erg graag, maar ze vinden me te jong. Ik zit op de universiteit. Wij allebei, we studeren aan de George Washington University, in Washington. Daar hebben we elkaar leren kennen. Ze willen dat ik mijn studie afmaak voor ik ga trouwen.' 'Ja, dat is begrijpelijk, zeker omdat ze zelf niet de kans hebben gehad om te studeren. Ik ben ervan overtuigd dat ze het beste met je voor hebben.'
'Nou, het beste voor mij is Steve.' Ze lachte naar hem, en Tom begreep dat het hart van de jongeman smolt bij wat ze moest doormaken. Deze twee mochten dan jong zijn, maar ze waren oud genoeg om absoluut tot over hun oren verliefd te zijn. Tom herinnerde zich dat het een bedwelmend gevoel was. Julie vervolgde: 'Ik ga mijn studie ook afmaken, en daarna ga ik rechten studeren, aan de universiteit van Virginia. Ik zal ervoor zorgen dat mijn ouders trots op me kunnen zijn. Maar dat alles doe ik als Steve's vrouw.'
Nou,' zei Tom, 'het is jouw leven, en ik denk dat je moet doen wat je hart je ingeeft.'
'Dank je, Tom,' zei Julie en ze klopte hem op zijn hand. Als Tom dat advies nu maar had gevolgd waar het Eleanor betrof, zou alles heel anders gelopen zijn. De ironie wilde dat zij elkaar ook op de universiteit hadden ontmoet. Eleanor was zo'n ongelooflijk knappe leerlinge geweest die op haar zestiende van de middelbare school kwam, en op haar negentiende afstudeerde. Na de universiteit hadden ze als verslaggever in de Verenigde Staten gewerkt en een paar grote reportages gemaakt, voor ze de sprong waagden en buitenlandcorrespondent werden voor een pas beginnend nieuwsagentschap. Ze hadden er de ervaring van hun leven, van een aantal levens, om precies te zijn. Ze waren verliefd op elkaar geworden, net als Steve en Julie. Ze hadden zich ook moeten verloven om daarna te gaan trouwen, maar er was zo abrupt een eind aan gekomen dat Tom het nog steeds zeer pijnlijk vond terug te denken aan de laatste momenten dat Eleanor en hij bij elkaar waren. 'Is de dominee aan boord?' Even dacht Tom dat pater Kelly misschien de plechtigheid zou voltrekken, maar die had gezegd dat hij met pensioen was en hij zou zeker over een huwelijk gesproken hebben, dacht Tom.
Steve zei: 'Hij komt in Chicago. De ceremonie vindt de volgende dag plaats. Het bruidsmeisje en de ceremoniemeester komen ook in Chicago aan boord van de trein.'
'Ik wens jullie beiden veel geluk. Ik neem aan dat iedereen in de trein wordt uitgenodigd,' voegde hij eraan toe. 'Nou, we hopen zeker dat er iemand wil komen,' zei Steve. 'Ja,' viel Julie hem nerveus bij, 'anders wordt het wel een heel eenzame trouwpartij.'
'Daar hoeft geen enkele bruid genoegen mee te nemen. Ik zal er zijn, Julie, en ik breng al mijn treinvrienden mee.' Tom had nog geen treinvrienden, maar dat moest toch lukken aan boord van de Cap? Hij had Agnes Joe al min of meer in zijn achterzak. 'In het salonrijtuig, 's morgens om negen uur,' zei Steve. 'De halte is La Junta.'
'Dat betekent "samenvoeging" in het Spaans,' zei Julie. 'Het leek ons toepasselijk voor een huwelijk.'
'Waar ik nieuwsgierig naar ben, waarom eigenlijk in een trein?' Julie lachte. 'Ik denk dat het raar klinkt, maar nadat mijn grootvader terugkwam uit de Tweede Wereldoorlog, ontmoette mijn grootmoeder hem in New York. Ze hadden zich verloofd voor de oorlog begon, maar ze hadden hun huwelijk uitgesteld omdat opa dienst nam als vrijwilliger.'
'Je zou denken dat ze wilden trouwen voor hij wegging,' zei Tom. Julie schudde haar hoofd. 'Nee, dat is juist de reden waarom ze het niet deden. Opa weigerde, omdat hij oma niet als weduwe wilde achterlaten als hem iets overkwam. Hij zei dat als hij de oorlog overleefde dat Gods manier was om hun te vertellen dat ze voor elkaar bestemd waren.' 'Dat is een heel mooie gedachte.'
'Nou, hij kwam dus terug, en oma had vier lange jaren gewacht, dus ging ze naar New York met de bedoeling om daar te trouwen, maar er waren zoveel andere soldaten die hetzelfde plan hadden, dat het weken zou hebben geduurd. Daarom betaalden ze een dominee om met hen mee te gaan in de trein en toen ze de grens naar Virginia overstaken zijn ze getrouwd.' 'Ik neem aan dat het een goed huwelijk is geworden?' 'Ze zijn vijfenvijftig jaar getrouwd geweest. Ze stierven twee jaar geleden, een week na elkaar.'
Tom stond op. 'Nogmaals, ik wens jullie heel veel geluk.' 'Denk je echt dat een paar volslagen vreemden bij ons huwelijk willen zijn?' vroeg het meisje.
Tom was iemand die zijn twijfels had over het huwelijk, maar toch begreep hij hoe belangrijk het was voor de bruid. Bij haar vergeleken had de bruidegom het gemakkelijk. Die hoefde alleen maar redelijk nuchter te komen opdagen, 'ja, ik wil' te zeggen, de bruid te kussen terwijl de oude dames onder de genodigden zaten te kwetteren en niet dronken te worden tot na de officiële verplichtingen van de huwelijksnacht waren volbracht en het geld dat ze cadeau hadden gekregen, was geteld.
'Maak je geen zorgen,' zei Tom. 'Er is iets aan een trein wat mensen enthousiast maakt. Bovendien, je gasten kunnen nergens heen.' Hij wenste hun nogmaals het allerbeste en daarna ging hij op zoek naar Tyrone, in de bar, maar zijn gedachten dwaalden opnieuw af naar Eleanor. Nadat ze hem in Tel Aviv in de steek had gelaten, was hij zo gekwetst, boos en verward geweest, dat hij totaal niet meer in staat was redelijk te handelen. Tegen de tijd dat hij alles weer op een rijtje had, was er zoveel tijd verstreken dat hij uiteindelijk geen pogingen had gedaan om contact met haar op te nemen. Daarna gingen de jaren snel voorbij en had hij het gevoel dat elke poging om haar terug te zien, snel en pijnlijk de kop in zou worden gedrukt. Waarschijnlijk was ze allang met iemand anders getrouwd.
Hij liep door de restauratiewagen en knikte tegen het bedienend personeel. Ze hadden allemaal iets van kerstversiering op hun kleding. Ze waren druk bezig met het diner, dus hij besloot hen niet lastig te vallen met een heleboel vragen. Daarna ging Tom naar het salonrijtuig. Een paar mensen zaten tv te kijken; anderen keken lui uit de ramen naar het voorbijglijdende landschap. Hij nam de wenteltrap naar beneden, waar hij Tyrone de barman aantrof. De ruimte waarin de man werkte was klein, maar goed georganiseerd. Tegen de wanden waren koelkasten geplaatst vol broodjes, ijsjes en andere koude lekkernijen. Ook stoffen er mandjes met andere etenswaren, chips en zoutjes, en waren er warme en koude dranken verkrijgbaar. Er was een balie in cafetariastijl, waarover men zijn blad met aankopen kon schuiven. Aan het eind bevond zich een deur met het bordje rokersrijtuig Tyrone was een jaar of dertig, even groot Tom, en hij leek op Elvis, maar hij was zwart. Eerst dacht Tom dat de man een pruik droeg, maar bij nader inzien bleek het zijn eigen haar te zijn. De man was echt The King, maar dan uitgevoerd in schitterend ebbenhout. Tom vond het een fraai effect.
'Ik ga over ongeveer twintig minuten open meneer, zei Tyrone. 'Mijn spullen zijn te laat afgeleverd. Meestal heb ik de zaak nu al draaiend. Ik zal het omroepen via de luidsprekers 'Hindert niet, Tyrone. Regina zei me dat ik hiernaar toe kon gaan als ik iets nodig had.'
Tyrone keek belangstellend naar Tom, terwijl hij intussen zijn eetwaren methodisch uitstalde. 'Hé, bent u die schrijver over wie Regina me heeft verteld?' 'Ja, ik ben de schrijver.' 'Cool. Wat wilt u weten?' 'Om te beginnen, of je een fan van Elvis bent-Hij lachte. 'Vanwege mijn haar, zeker? Het is altijd het haar.' 'Oké, het was je haar.'
'Dank u, dank u zeer.' Tyrone maakte een paar swingende bewegingen.
'Dat doe je goed.'
'Ik ken alle songs, elke heupbeweging. Die man bracht het er heel goed af, voor een blanke.' 'Werk je al lang op deze trein?'
'Ik ben sinds 1993 bij Amtrak. Nu bijna zeven jaar op deze trein.' 'Dan zul je wel veel meegemaakt hebben.'
'O, dat kan ik u wel vertellen, ik heb het een en ander gezien. Als de mensen in een trein stappen, man, dan lijkt het net of ze alle remmen losgooien. Nu weet ik wat voor gekke dingen er gebeuren in vliegtuigen, wanneer mensen dronken worden en zo, maar dat haalt het niet bij de lui in een trein. Zeg, wilt u misschien een flesje frisdrank of zo?' 'Liever iets sterkers, als dat kan.'
Tyrone maakte een flesje bier voor Tom open en deze ging tegen de muur leunen en luisterde.
Tyrone zei: 'Op mijn eerste rit met deze trein, naar het noorden, rijden we Pittsburgh uit, tegen middernacht, en ik hoor gegil uit een van de slaapcoupés. Het salonrijtuig is gesloten en ik heb geen dienst, maar ik ga eropaf omdat er per slaaprijtuig maar één conducteur is en ik de nieuwe man ben en ervoor wil zorgen dat alles goed verloopt. Nou, ik kom daar en daar staat een vent, spiernaakt, in het gangpad, met een knap grietje dat een handdoekje om zich heen geslagen heeft. En dan is er nog een pissige dame in pyjama die de vent naar de keel vliegt, terwijl Monique, die dienst heeft in het slaaprijtuig, haar probeert tegen te houden.'
'Wat was er gebeurd, hadden ze zich in de coupé vergist?' 'O, ik durf te wedden dat het mannetje dat graag had gewild. Ziet u, het zat zo, die naakte kerel was op heterdaad betrapt met zijn maitresse, die hij had betaald om in haar eigen slaapcoupé mee te reizen, twee deuren verder dan waar hij en zijn vrouw sliepen. Hij moet wel erg verkikkerd op haar geweest zijn. De man dacht dat hij zijn vrouw maar een slaappil moest geven, dan kon hij zelf een beetje plezier maken met juffrouw Wippelien, maar zijn vrouw had door dat er iets loos was, dus ze nam de pil niet in, ging achter haar man aan en betrapte het stel.' 'Hoe is het afgelopen?'
'De maitresse is bij de volgende halte uitgestapt. En het laatste wat ik van de man heb gezien, was dat hij en zijn miezerige vrouw uitstapten in Chicago.'
Terwijl Tyrone bezig was en praatte, glipte een ketting uit zijn overhemd. Tom zag het voorwerp dat eraan was bevestigd. 'Waar heb je het Purple Heart gekregen?' vroeg hij. 'Perzische Golf,' zei Tyrone, en hij stopte de ketting weer tussen zijn overhemd. 'Leger. Kreeg een lading granaatscherven in mijn been toen onze Bradley werd beschoten.'
'Ik heb reportages gemaakt over die oorlog. De gevechten waren heviger dan het nieuws wat erover doordrong in het vaderland.'
'Nou, voor mij was het heftig genoeg.' 'Ik neem aan dat je het prettig vindt om hier te werken?' 'Och, het is een baan, maar het is ook leuk. Ik heb een truc die ik altijd opvoer, met optellen en aftrekken. Ik heb lol met de passagiers, en in het bijzonder met de kinderen. Man, treinen en kinderen, die hebben iets, ze passen gewoon bij elkaar, begrijpt u wat ik bedoel?' Onder het werk bleef hij doorpraten. 'Ik werk drie dagen en daarna ben ik vier dagen vrij. Zo is het rooster voor het restauratiepersoneel op de langeafstandstreinen. Op de treinen die een heel lang traject rijden, zoals de Chief en de Zephyr, werk je zes dagen en dan ben je acht dagen vrij. Het lijkt heel wat vrije tijd, en dat is het ook, maar zes dagen heen en weer, heen en weer, dat begint na een poosje toch zwaar te vallen. Je hebt tijd nodig om bij te komen. Want wanneer je op deze trein zit, moet je in wezen voortdurend beschikbaar zijn. Dat hoort bij de baan, maar ik vind het prettig. We vormen een team, we helpen elkaar altijd en we dekken elkaar, het is één grote familie.' 'Denk je dat je op de Cap blijft?'
'Dat weet ik niet. Maar ik zou eigenlijk best wel hogerop willen in de voedselketen, waar het grote geld is.' 'Waar is dat? In de directie?'
Tyrone lachte. 'Directie? Maak het nou. Weet u wanneer je een hoop geld verdient? Als je kruier bent. Die lui krijgen zoveel fooien, het lijkt wel of ze de biljetten zelf drukken.' 'Ik wil een borrel en die wil ik nu!'
Tom en Tyrone draaiden zich om en staarden de man aan. Hij droeg een driedelig krijtstreeppak en zag eruit of hij op dit moment geen plezier in zijn leven had.
Tyrone sloeg zijn ogen ten hemel, keek Tom aan en zei daarna: 'Hoe gaat het met u, meneer Merryweather?'
'Het gaat helemaal niet goed en ik wil die borrel. Whisky met ijs. En vlug een beetje.'
'Ik ben nog niet open, meneer. Als u straks terug wilt komen...' Merryweather deed een stap naar voren. 'Deze meneer heeft een biertje en ik neem aan dat hij het van jou gekregen heeft. Als je weigert om de bar voor me te openen, voor mij, een betalende passagier, dan...' hij keek snel naar Tyrones naamkaartje, '...dan, Tyrone, stel ik voor dat je vast begint een andere baan te zoeken, want zodra ik uit deze trein gestapt ben, ben jij ontslagen.' Merryweather keek op zijn dure horloge. 'Ik wacht, Tyrone.' 'Natuurlijk, komt eraan, geen punt.'
Tyrone mixte de whisky en gaf het glas aan de man. Merryweather nam een slokje. 'Méér whisky! Jullie doen er nooit genoeg drank in.
Wat doe je ermee, hou je het voor jezelf achter?'
'Hé,' zei Tom, 'kan het niet wat rustiger?'
Merryweather keek hem aan. 'Weet je toevallig wie ik ben?'
'Ja, je bent een onbeschofte vent en daar ben je blijkbaar heel trots op.'
Merryweathers lachje was zo strak dat het leek of zijn wangen elk moment konden scheuren.
'Zeg hem wie ik ben, Tyrone, jij weet het toch wel?'
'Hoor eens, ik doe nog wat whisky in uw glas en ik mix het goed en zullen we dan vrede sluiten?'
'Ik ben Gordon Merryweather. En ik ben de koning van de rechtszaal.
Als je me de pest injaagt, sleep ik je voor de rechter en dan loop ik weg met alles wat je hebt, hoewel je zo te zien kennelijk niet veel hebt.'
Met gebalde vuisten deed Tom een stap naar voren.
'O, ik hoop dat je het doet,' zei Merryweather. 'Dan kan ik er ook nog voor zorgen dat je de gevangenis in draait.'
Tyrone ging tussen beide mannen in staan.
'Hé,' zei hij, 'alles is zo cool, het lijkt wel of het in de trein ook sneeuwt. Laten we er nu allemaal mee ophouden, het is Kerstmis, zo is het toch? U gaat zeker naar huis, meneer Merryweather, naar uw vrouw en kinderen? Ik durf te wedden dat u heel wat cadeautjes voor hen bij u hebt.' 'Ik ben gescheiden. Mijn kinderen zijn een stelletje verwende apen, die noch mijn genegenheid, noch mijn goedgeefsheid waard zijn.' Na dat gezegd te hebben liep Gordon Merryweather weg, nippend van zijn whisky. Toen hij zowat halverwege de corridor was hoorden ze hem lachen.
Tom keek Tyrone aan. 'Het verbaast me dat hij niet zei: "Poeh, wat een flauwekul."'
Tyrone schudde zijn hoofd. 'U moet geen ruzie met die man krijgen. Hij sleept u voor de rechtbank en het duurt jaren. De foto van die man staat in het woordenboek, naast het woord nachtmerrie.'
'Ik wil je niet beledigen, maar waarom neemt de "koning van de rechtszaal" de trein? Hij kan zich toch zeker zijn eigen privé-jet veroorloven?'
'Ik heb horen zeggen dat die o-zo-keiharde meneer Merryweather bang is om te vliegen. Ik wou dat hij zijn eigen trein kocht en uit de mijne wegbleef.'
Nou, bedankt dat je me hebt tegengehouden toen ik hem die whisky door zijn strot wou duwen. Ik heb bepaalde plannen voor mijn leven en daar hoort de gevangenis niet bij.' Tyrone lachte. 'Geen punt, graag gedaan.'
Tom zag dat Tyrone zich nu echt moest haasten om alles op orde te brengen, dus hij besloot hem verder met rust te laten. 'Bedankt voor je informatie en voor het bier.' 'Komt u na het diner maar terug, dan schenk ik sterk spul.' 'Sterk spul, laat dat nu altijd mijn lievelingsdrank zijn geweest.'