5

Na toestemming voor vertrek te hebben gekregen van de spoorverkeersleiding, zoefde de Capitol Limited keurig weg over de metalen rails met houten dwarsliggers. Hij klapperde een keer met zijn roestvrijstalen vleugels om een passerende vlucht vogels te groeten, verstoorde een nest lobbyisten die hun plannen smeedden in de buurt van Capitol Hill en koerste vervolgens naar het westen, zoals Mark Twain had gedaan toen hij nog zo ongeveer in de puberteit verkeerde. Er was nog geen spoorlijn naar de Stille Oceaan toen de legendarische auteur van Missouri naar het territorium van de Nevada reisde, de tocht die Twain had beschreven in Roughing It. Omdat hij gelukkig al vroeg had beseft dat zijn ware kracht niet lag op het gebied van musket en kogels, was de jonge Sam Clemens uit het leger van de Confederates ontsnapt om zich bij zijn oudere broer, Orion, aan te sluiten bij een van diens noodlottige pogingen om snel rijk te worden. Ze maakten de tocht in een hobbelige diligence, waar ze 's nachts op de postzakken sliepen en overdag in hun ondergoed boven op de koets meereden. Hoewel ze veel tegenkwamen wat mooi was en zeldzaam, vochten ze ook tegen zoutwoestijnen, desperado's, gemene Mexicaanse boeven, slecht eten en verveling, terwijl Tom Langdon duizend ton razende locomotieven vóór zich had, een comfortabel bed, een toilet, en Agnes Joe in de coupé naast hem. Tom wist echter nog niet precies of hij of Mark Twain de beste manier van reizen had gekozen.

Hij belde Lelia met zijn mobiele telefoon. Hij had haar niets verteld over de treinreis, omdat hij haar wilde verrassen. Ze was inderdaad verrast, maar niet op de manier die hij had verwacht. Het kwam Tom goed uit dat ze op dat moment ongeveer vijfduizend kilometer van hem verwijderd was. Hij zou voor zesduizend kilometer hebben gekozen als hij die afstand tegen een redelijke prijs had kunnen afleggen.

Ze schreeuwde in de telefoon: 'Je neemt een trein, dwars door de Verenigde Staten van Amerika? Ben je gek geworden?'

Door de manier waarop ze het zei, kreeg Tom het gevoel van wel.

'Mensen hebben dit aldoor gedaan, Lelia.'

'Ja, in het stenen tijdperk.'

'Het is voor een artikel, over Kerstmis.' Tom wilde haar de andere reden waarom hij het deed niet vertellen, omdat hij niet zeker wist hoe Lelia in zijn toekomst paste, of althans de toekomst die hij op deze reis hoopte te ontdekken.

'Ik heb een privé-jet gecharterd die om precies zes uur 's middags vertrekt, op 24 december.' 'Ik heb mijn ski's, ik ben er op tijd. De trein komt die ochtend al in Los Angeles aan.'

'En als hij nu eens vertraging heeft?'

'Toe nu, het is een trein. We stoppen bij stations, we nemen passagiers aan boord, we laten passagiers uitstappen, we rijden door en zijn ruim op tijd in Los Angeles.'

Hij hoorde dat ze een diepe zucht slaakte. Eerlijk gezegd had ze de laatste tijd veel diepe zuchten geslaakt. Ze hadden een zo op het oog ideale relatie, waarin ze niet elke dag samen hoefden te zijn. Waar bij anderen zaken als koken, schoonmaken, wie de tandpastatube had stukgeknepen, wie welke kant van de badkamer gebruikte, of het toilet, en andere mogelijke valstrikken in de loop der jaren de zaligheden van het huwelijk hadden veranderd in iets minder zaligs door plotseling op te doemen en een crisis te veroorzaken, gingen Tom en Lelia vaak buitenshuis eten, maakten ze romantische wandelingen over het strand van Santa Monica of winkelden ze op Fifth Avenue, sliepen ze uit tot het middaguur en zagen ze elkaar daarna weer een paar maanden niet. Als meer huwelijken op die manier verliepen, zou het echtscheidingspercentage veel lager zijn, was Toms vaste overtuiging. Daarom vroeg hij zich af waar al het gezucht van de laatste tijd voor nodig was geweest.

'Je zorgt maar dat je er bent. Ik wil de plannen van de anderen niet in de war sturen.'

'Anderen? Welke anderen?'

'De mensen die met ons meegaan naar Tahoe.'

Dit was nieuw voor hem. 'Welke mensen?'

'Vrienden van mijn werk, mijn agent, mijn manager en een paar anderen. Daar hebben we het toch over gehad?'

'Nee, daar hebben we het niet over gehad. Ik dacht dat jij en ik samen zouden gaan. Dat hebben we de laatste twee jaar toch ook gedaan?'

'Ja, dat is waar, en ik dacht dat het leuk zou zijn om nu eens iets anders te doen.'

'Wat bedoel je daarmee? Dat het je verveelt om alleen met mij met vakantie te gaan?'

'Dat heb ik niet gezegd!' 'Dat hoefde ook niet. Het legertje mensen dat je voor ons kerstfeest hebt uitgenodigd, zegt het luid en duidelijk.' 'Ik wil hier geen ruzie over maken: Ik dacht alleen dat het leuk zou zijn om samen met een groepje aardige mensen naar Tahoe te gaan. Je kent de meesten van hen, het zijn geen vreemden, en het is ook niet dat we geen tijd voor elkaar zullen hebben, die hebben we heus wel. Ik heb één slaapkamer voor ons gereserveerd, schat. En ik heb een nieuwe bodystocking gekocht, speciaal voor jou. Versierd met kerstfiguurtjes, een beetje ondeugend,' voegde ze er zeer verleidelijk aan toe. Toms huid begon te prikkelen. Geen wonder dat de vrouw zoveel verdiende met haar stemmetjes. Toch had het Tom altijd geïrriteerd dat vrouwen dachten dat ze een ruzie met een man konden winnen door simpelweg de kans op een geweldige vrijpartij in het vooruitzicht te stellen. Het was een oorlog tussen de twee seksen, die gelijkstond aan een preventieve kern-aanval. Nou, Tom vond het niet eerlijk en, eerlijk gezegd, nogal denigrerend voor de hele mannelijke bevolking. Het enige wat hij echter zei, was: 'Hoor eens, popje, ik wil ook geen ruziemaken. Ik ben op tijd, ik zweer het je.' Tom beëindigde het gesprek, met onbedwingbare visioenen van ondeugende bodystockings die in zijn hoofd dansten. Soms ben ik toch zo'n sukkel, dacht hij, en dat zat hem lelijk dwars. Terwijl hij hierover nadacht ontstond er enige opschudding in de corridor van de wagon. Tegen de tijd dat Tom bij zijn coupédeur was en die opendeed, zag hij alleen nog maar de arm en het been van iemand, de laatste van een groepje mensen dat om de hoek verdween. Hoewel hij niet meer dan een glimp had kunnen opvangen, was er iets bekends aan die arm en dat been. Hij nam aan dat ze op weg waren naar een ander gedeelte van het slaaprijtuig. Vips hadden natuurlijk eersteklasaccommodatie. Tom dacht er even over om hen achterna te lopen, om te zien of het echt de mensen uit de limousine waren, maar besloot dat hij hen later wel zou tegenkomen. Misschien zouden ze wel een rol spelen in zijn verhaal. Hij kon altijd de namen veranderen en hen lelijk en dom maken, dat was de macht van de pen die hij hanteerde.

Hij ging weer zitten en keek naar het voorbijglijdende landschap. Tot dusver verliep de rit heel vlot, en het geluid van de rondwentelende wielen had een kalmerende uitwerking. Het was geen klik-klak-geluid, dacht hij. Het was meer een langgerekt gezoem en vervolgens een luid sisss, boem, bam. Het was goed te weten dat hij die belangrijke kwestie uitgedacht had.

De eerste halte was Rockville, Maryland, nauwelijks 25 minuten na het vertrek uit Washington. Vlak bij Rockville lag St. Mary's, een bescheiden, wit kerkje dat op een lage heuvel stond. Hier lag F. Scott Fitzgerald begraven, om geen andere duidelijke reden dan dat aan zijn verzoek om voor eeuwig op het platteland te blijven gehoor was gegeven. Tom maakte in gedachten een aantekening om heel specifieke instructies op te schrijven met betrekking tot zijn eigen toekomstige begrafenis. Daarna haalde hij zijn laptop tevoorschijn en voerde een paar notities voor zijn artikelen in, hoewel hij nog niet echt veel gezien had. Behalve dat hij door Agnes Joe was mishandeld en door Lelia was vernederd, was de reis tot dusver tamelijk rustig verlopen.

Hij stond op om te gaan zien of er iemand was met wie hij kon praten. De trein zette zich weer in beweging en Tom legde een hand tegen de wand van de corridor om zich in evenwicht te houden. Iemand had kerstslingers in de gang opgehangen en er hing zelfs een kerstkrans op de deur tussen de wagons. Toen hij langs coupé A liep, kwam de bejaarde priester die hij eerder die middag in de wachtkamer had gezien naar buiten. Hij stootte tegen hem aan toen de trein op gang kwam. 'Hallo, eerwaarde,' zei Tom. Hij stak zijn hand uit, ter begroeting en ook om de oudere man te helpen in evenwicht te blijven. Eleanor Carter was katholiek, en waar zij en Tom ook waren, gingen ze naar de mis. Eleanor had bij wijze van grapje altijd gezegd dat ze net zolang zou blijven doorhameren tot Tom op een gegeven moment gered zou worden, of een spirituele hersenspoeling zou ondergaan. In feite was er een tijd geweest, toen Tom op de middelbare school zat, dat hij priester had willen worden. Als tiener was hij mager en stuntelig, omdat hij zo snel groeide dat zijn spieren en zijn coördinatievermogen het niet konden bijhouden. Door zijn onbeholpenheid was hij enorm impopulair, en zijn opvallende, hardnekkige acne deed hem ook geen goed. Als gevolg daarvan was hij gaan denken aan een toekomst van eenzaamheid, zelfbeschouwing, gebed en het helpen van anderen om het licht te vinden, als alternatief om niet zijn hele leven een slappeling genoemd te worden. Twee dingen weerhielden hem er echter van: hij was niet katholiek en dan was er nog die heel vervelende gelofte van het celibaat. Nadat hij daar achter was gekomen, wilde Tom liever rockartiest worden. 'Nu gepensioneerd,' zei de gewijde man vriendelijk. 'Hoewel ik me nog steeds kleed als geestelijke, omdat ik geen andere kleren heb dan een chocoladebruin, polyester pak uit de jaren zeventig, waarvoor ik nog steeds vergiffenis vraag.' 'Eens een priester, altijd een priester.'

'Ik ben pater Paul Kelly, en heb het laatst gewerkt in de St. Thomas van Aquino.'

'Tom Langdon. Gaat u de kerstdagen in Chicago doorbrengen?' 'Nee, ik ga door naar Los Angeles. Daar woont mijn zus, met haar kinderen. Ik logeer bij hen tijdens de feestdagen.' 'Ik reis ook door. U neemt ook de Southwest Chief?' 'Precies. Van wat ik over het landschap gehoord heb dat we te zien krijgen, moet dat waarlijk Gods werk zijn.'

'Misschien zien we elkaar in het salonrijtuig, na het diner. Dan kunnen we de sigaren oproken die ik heb meegenomen.' Tom had de steel van een pijp uit de jaszak van de priester zien steken, en Tom had een paar echte havanna's die hij dolgraag wilde opsteken. Pater Kelly schonk Tom een ondeugend lachje en zijn sneeuwwitte haar leek bij het horen van die woorden te gaan glanzen, terwijl hij vriendelijk zijn hand op Toms mouw legde. 'Nou, God zegene je, mijn zoon, treinen zijn inderdaad een beschaafde manier van reizen, nietwaar? En misschien krijgen we die filmmensen ook te zien,' liet hij erop volgen.

'Welke filmmensen?' Pater Kelly kwam wat dichterbij staan terwijl hij de gang inkeek, blijkbaar om te zien of ze afgeluisterd konden worden. Tom zag zich onmiddellijk als een undercoverspion voor de baptisten of de methodisten, met een opdracht uit Rome, bezig een loslippige priester goedbewaarde kerkelijke geheimen te ontfutselen, om er later met winstgevende hilariteit over te schrijven terwijl in het Vaticaan ziedende memo's woedend rondvlogen.

'Ze kwamen in een grote auto, die bijna tot aan de trein reed. Ik informeerde discreet wie het konden zijn, omdat ik van nature een nieuwsgierig man ben en omdat de mensen er natuurlijk geen bezwaar tegen hebben om allerlei dingen aan een priester op te biechten. Geloof me, Tom, als mensen iets kunnen verzinnen zullen ze het opbiechten, of ze het nu gedaan hebben of niet, en godzijdank hebben ze het meestal niet gedaan. Nu, voorzover ik gehoord heb, zijn het er twee. Ik heb begrepen dat een van hen een beroemde filmregisseur is, of een producer of zoiets, hoewel ik zijn naam niet heb kunnen loskrijgen. De andere is een ster, of misschien een schrijver. Ze nemen de trein dwars door het land ter voorbereiding op een film die ze maken over een dergelijke reis.' Filmmensen, dacht Tom, een ster. Misschien was een van hen hem daarom bekend voorgekomen. 'Dat is heel toevallig,' zei hij. 'Hoezo?' vroeg pater Kelly verbaasd.

Tom legde hem uit dat hij een artikel ging schrijven over de treinreis, en de oude priester leek er zeer mee ingenomen. 'Nou, je hebt het juiste onderwerp voor je artikel gekozen. Ik heb in mijn leven heel wat treinreizen gemaakt en ze zitten altijd vol verrassingen.' 'Dat begin ik te begrijpen,' zei Tom.