·59·
Sean reed naar het pension waar Horatio oorspronkelijk had gelogeerd. ‘Joan zou hier wat informatie naartoe faxen,’ legde hij uit.
Ze haalden de documenten van de fax en gingen in de eetkamer zitten. Michelles maag was weer enigszins tot rust gekomen, en ze bestelden allebei een sandwich en een kop koffie.
Terwijl ze zaten te eten, namen ze de documenten door. ‘Oké,’ zei Sean. ‘Het ziet ernaar uit dat Monk Turing tijdens zijn buitenlandse vakantie inderdaad in Wiesbaden is geweest.’
‘Hoe zijn ze daar zo snel achter gekomen?’
‘Joans firma heeft een zusterorganisatie in Frankfurt. Die wist hem te traceren via zijn creditcardafrekeningen. In Wiesbaden heeft hij onder meer die bierpul gekocht die hij Champ cadeau heeft gegeven.’
‘Heel geruststellend dat Big Brother zo efficiënt is.’
‘Hé, als Big Brother voor óns werkt, vind ik dat prima.’
Daarna bladerde hij verschillende vellen papier door. ‘Dit,’ zei hij plechtstatig, ‘is de lijst van Duitse krijgsgevangenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Camp Peary zijn vastgehouden.’
‘Hoe is Joan daar dan zo snel aan gekomen?’
‘Een van hun topmanagers is ooit schout-bij-nacht geweest en heeft ook een tijdje de leiding gehad over het nsa . Hij was in staat om korte metten te maken met een hoop bureaucratische rompslomp. Niet dat deze gegevens nog geheim zijn trouwens. Ze lagen gewoon stof te verzamelen in een of ander kantoor in het Pentagon.’
Ze lazen de lijst door. Achter elke naam stond aangegeven wanneer de betreffende persoon gevangen was genomen, wat destijds zijn rang was geweest en wat er van hem geworden was.
‘Er zijn er een paar overleden aan longontsteking,’ zei Michelle.
‘Vergeet niet dat de meeste van die lui uit zee zijn opgepikt nadat hun schip of onderzeeboot was vergaan,’ zei Sean. ‘Het is een godswonder dat ook maar één van hen dat heeft overleefd. De meesten zijn aan het eind van de oorlog vrijgelaten, maar ik zie er geen Henry Fox tussen staan.’
‘Wacht eens even. Kijk deze hier.’ Michelle wees op een lege plek. ‘Er staat niet bij wat er naderhand met hem is gebeurd.’ Ze keek snel de andere vellen even door. ‘En wat dat betreft, is hij de enige.’
Sean keek hoe de man heette. ‘Henreich Fuchs.’
‘Henreich Fuchs,’ herhaalde Michelle langzaam. ‘Dat zou je kunnen vertalen als Henry Fox.’
Sean keek haar aan. ‘Ik denk dat je gelijk hebt, en daar heb ik een heel goede reden voor.’
‘Wat dan?’
‘Omdat ik er alles om durf te verwedden wat ik maar heb, hoe weinig dat dan ook mag zijn, dat Henreich Fuchs marconist was en dat hij ook de enige is die ooit heeft weten te ontsnappen uit het gevangenkamp dat tegenwoordig Camp Peary is.’
Michelle hapte naar adem. ‘Hij is ontsnapt en heeft zijn naam veranderd in Henry Fox?’
‘En hij is naar New York verhuisd en daar een nieuw leven begonnen. En jaren later kwam hij in dezelfde flat te wonen als Monk en Viggie.’ Sean sprong op. ‘Kom mee. We moeten Viggie spreken.’
‘Waarom?’
‘Horatio zegt dat ze geprogrammeerd is. Misschien is de naam Henreich Fuchs wel de sleutel die ze nodig heeft om ons meer te kunnen vertellen. Misschien vertelt ze ons nu alles wel.’
Ze reden naar Babbage Town en renden gehaast het klaslokaal binnen waar Viggie en de andere kinderen les kregen. Maar Viggie was er niet.
‘Ze zei dat ze zich niet lekker voelde,’ zei de lerares.
‘Heeft ze u dat zelf gezegd?’ vroeg Sean.
‘Nee, ik heb een briefje gekregen.’
‘Hoe dan? Wie is het komen brengen?’
‘Dat weet ik niet. Het lag op mijn tafel toen ik vanochtend binnenkwam.’
Een paar minuten later liepen Sean en Michelle haastig over de veranda van Alicia’s huis. Ze stormden naar binnen en Michelle riep: ‘Viggie! Viggie!’
Ze rende de trap op en smeet de deur van Viggies slaapkamer open. Geen Viggie. Samen met Sean doorzocht ze de rest van het huis.
‘Geen spoor van haar te bekennen,’ zei hij en er klonk paniek in zijn stem.
‘Waar is haar bewaker, verdomme?’ zei Michelle boos.
De voordeur ging open en Alicia kwam binnen. Ze had een bundeltje papieren onder haar arm en zag er moe uit. ‘Ik heb die verdomde muzieknoten in elke mogelijke configuratie door onze krachtigste computerprogramma’s gehaald, maar dat heeft helemaal niets opgeleverd. Dus óf deze code gaat ons vermogen om hem te ontcijferen te boven, óf het is helemaal geen code, en ik neig nu naar die laatste conclusie. Door de noten in te scannen en het internet af te zoeken heb ik zelfs de naam van dat nummer weten te achterhalen. En dus kan ik jullie vertellen dat het Shenandoah is, een lied uit de negentiende eeuw. Volgens mij heeft Woody Guthrie het weleens gezongen. Maar hoe dan ook, en wat een verrassing, er hoort een tekst bij! Niets spectaculairs, maar het hééft een tekst. En dus kreeg ik de briljante ingeving dat de tekst misschien wel de sleutel tot de code zou kunnen zijn. Ik heb er alles op losgelaten wat we maar hebben, in elke mogelijke combinatie. We hebben hier parallelgeschakelde computers staan die zo’n beetje elk probleem dat je maar kunt verzinnen de baas kunnen. Maar dat heeft helemaal niets opgeleverd. Nog steeds alleen maar wartaal!’
Ze stonden haar met bleke gezichten aan te staren.
‘Wat is er?’ zei ze argwanend.
‘Waar is Viggie?’ vroeg Michelle zachtjes.
Alicia keek op haar horloge. ‘Op school. Daar is ze al sinds acht uur vanochtend.’
‘Nee, Alicia,’ zei Sean. ‘Volgens de lerares lag er vanochtend een briefje op haar bureau waarin stond dat Viggie ziek was.’
Ze keek hen allebei strak aan. ‘Ik ben de hele nacht opgebleven om die muzieknoten te ontcijferen. Jullie zouden op haar passen.’
‘Vanochtend vroeg ging het goed met haar,’ legde Michelle uit. ‘Kort voor zonsopgang kwam ze mijn slaapkamer binnen met.... Nou... met wat informatie. Daarna is ze teruggegaan naar haar eigen kamer.’
‘En toen?’ zei Alicia.
Sean en Michelle keken elkaar eens aan. ‘En toen zijn we weggegaan om een paar aanwijzingen na te trekken,’ zei Sean, met een klank in zijn stem waaruit duidelijk bleek dat hij zich niet op zijn gemak voelde.
‘Jullie hebben haar alleen achtergelaten!’ riep Alicia uit. ‘Dat is nou al de zoveelste keer!’
‘We dachten dat je thuis was,’ legde Michelle uit.
Alicia gooide de vellen papier hoog de lucht in. ‘Jullie dachten dat ik hier was? Hoe kan ik nou hier zijn, verdomme, als jullie me met deze rotzooi hebben opgezadeld?’ Ze haalde even diep adem. ‘Haar bewaker wordt verondersteld haar elke ochtend op te halen en naar school te brengen. Heeft iemand die vent gezien? Ik heb een nieuwe gevraagd nadat die eerste bewaakster Viggie had laten weglopen, waarna ze bijna verdronken is.’
Sean keek haar nieuwsgierig aan. ‘Wie heb je om die nieuwe bewaker gevraagd?’
‘Onder normale omstandigheden zou ik dat aan Len Rivest gevraagd hebben, maar omdat hij dood is, ben ik naar Champ Pollion gegaan.’
Michelle en Sean keken elkaar snel even aan. ‘Champ is me vanochtend om negen uur komen ophalen om naar het vliegtuig te gaan,’ zei Michelle.
‘Waar hebben jullie het over? Welk vliegtuig?’ zei Alicia woest. ‘Viggie zit toch niet samen met Champ in zijn vliegtuigje?’
‘Rustig maar, Alicia. Misschien is er niets aan de hand. Misschien is Viggie er gewoon alleen vandoor gegaan.’
‘Niets aan de hand noem je dat? Kijk eens wat haar de vorige keer is overkomen.’
‘Ze heeft gelijk, Sean. Ik ga meteen bij de rivier kijken.’
‘En ik laat een beveiligingsteam het terrein afspeuren,’ zei hij.
Ze liepen allebei de deur uit en lieten Alicia Chadwick alleen achter terwijl ze hulpeloos naar de op de grond gevallen vellen papier stond te kijken.