•40•
LuAnn droeg een lange leren jas met bijpassende hoed en verborg haar ogen achter een Ray-Ban. Ze stond voor de Ordinary, een oud houten gebouw dat deel uitmaakte van Michie’s Tavern, een historisch bouwwerk dat oorspronkelijk uit het eind van de achttiende eeuw dateerde en aan het eind van de jaren twintig van de twintigste eeuw naar zijn huidige locatie aan de weg naar Monticello was verplaatst. Het was lunchtijd en het restaurant begon vol te lopen met toeristen die na een rondrit langs het huis van Thomas Jefferson en het naburige Ash Lawn hun maag vulden met gebraden kip, of juist aan het bunkeren waren voordat ze die rondrit gingen maken. Er brandde een vuur in de open haard. LuAnn, die wat eerder was gekomen om de situatie te verkennen, had zich eerst binnen staan warmen, maar had toen besloten buiten op hem te wachten. Ze keek op toen de man naar haar toe liep. Ook zonder zijn baard herkende ze hem meteen.
‘Laten we gaan,’ zei Donovan.
LuAnn keek hem aan. ‘Waarheen?’
‘Je volgt me in jouw auto. Als ik ook maar vaag de indruk heb dat iemand ons volgt, neem ik mijn mobiele telefoon en ga jij naar de gevangenis.’
‘Ik volg jou nergens heen.’
Hij boog zich dicht naar haar toe en zei zachtjes: ‘Daar zou ik nog maar even over nadenken.’
‘Ik weet niet wie je bent of wat je wilt. Je zei dat je me wilde ontmoeten. Nou, hier ben ik dan.’
Donovan keek naar de rij mensen die het restaurant in gingen. ‘Ik had een plaats met meer privacy in gedachten dan dit.’
‘Jij hebt deze plaats gekozen.’
‘Dat is zo.’ Donovan stak zijn handen in zijn zak en keek haar aan. Hij voelde zich niet op zijn gemak.
LuAnn verbrak de stilte. ‘Weet je wat? We gaan een eind rijden in mijn auto.’ Ze keek hem dreigend aan en sprak met een diepe stem. ‘Maar je haalt geen geintjes uit, want als je dat doet, zal ik je mores leren.’
Donovan snoof even, maar hield daar meteen mee op toen hij in haar ogen keek. Er ging onwillekeurig een huivering door hem heen. Hij liep met grote passen achter haar aan naar haar auto.
LuAnn nam de Interstate 64 en zette de grote bmw in de cruise control.
Donovan keek haar aan. ‘Weet je, je hebt me daarstraks met lichamelijk letsel bedreigd. Misschien heb je die man in de caravan inderdaad vermoord.’
‘Ik heb niemand vermoord. Ik heb niets verkeerds gedaan in die caravan.’
Donovan keek aandachtig naar haar gezicht en wendde toen zijn ogen af. Toen hij weer sprak, klonk zijn stem zachter en rustiger. ‘LuAnn, ik heb er enkele maanden over gedaan om je op te sporen. Dat heb ik niet gedaan om je leven kapot te maken.’
Ze keek hem aan. ‘Waarom heb je mij dan opgespoord?’
‘Vertel me wat er in die caravan is gebeurd.’
LuAnn schudde geërgerd met haar hoofd en zweeg.
‘Ik heb in de loop van de jaren een hoop vuiligheid boven water gebracht en ik kan erg goed tussen de regels door lezen. Ik geloof niet dat jij iemand hebt vermoord,’ zei Donovan. ‘Kom op, ik ben niet van de politie. Als je wilt, mag je controleren of ik een zendertje bij me heb. Ik heb alle krantenberichten gelezen. Ik zou graag jouw versie willen horen.’
LuAnn slaakte een diepe zucht en keek hem aan. ‘Duane handelde in drugs. Ik wist daar niets van. Ik wilde alleen uit dat leven weg. Ik ging naar de caravan om hem dat te zeggen. Duane had lelijke steekwonden opgelopen. Een man greep me vast, probeerde mijn keel door te snijden. We vochten. Ik sloeg hem met de telefoon en hij ging dood.’
Donovan keek verbaasd. ‘Je sloeg hem alleen met de telefoon?’
‘Erg hard. Ik denk dat ik zijn schedel kapot heb geslagen.’
Donovan wreef peinzend over zijn kin. ‘Daar is die man niet aan gestorven. Hij is doodgestoken.’
De bmw vloog bijna van de weg, maar toen kreeg LuAnn hem weer onder controle. Ze keek Donovan met wijd open ogen aan. ‘Wat?’ zei ze bijna fluisterend.
‘Ik heb de sectierapporten gezien. Hij had wel een hoofdwond, maar die was niet dodelijk. Hij is overleden aan steekwonden in zijn borst. Geen twijfel mogelijk.’
LuAnn had niet veel tijd nodig om te beseffen hoe het gegaan was. Rainbow. Rainbow had hem vermoord. En daarna tegen haar gelogen. Ze schudde haar hoofd. Waarom verbaasde ze zich daar eigenlijk over? ‘Al die jaren heb ik gedacht dat ik hem had gedood.’
‘Dat is iets verschrikkelijks om mee rond te lopen. Ik ben blij dat ik je geweten van die last kan verlossen.’
‘De politie is vast niet meer geïnteresseerd in dit alles. Het is tien jaar geleden,’ zei LuAnn.
‘Nou, wat dat betreft, heb je ongelooflijke pech. Duane Harveys oom is nu de sheriff van Rikersville.’
‘Is Billy Harvey sheriff?’ zei LuAnn geschokt. ‘Hij is daar een van de grootste schurken. Hij deed in gestolen auto’s, verhandelde de onderdelen. Hij organiseerde gokpartijen in de achterkamers van de bars. Hij zat in alles waarmee je illegaal iets kon verdienen. Duane wou steeds ook meedoen, maar Billy wist dat Duane te stom was en bovendien onbetrouwbaar. Daarom ging hij waarschijnlijk drugs verkopen in Gwinnett.’
‘Dat zou best eens kunnen. Maar het is een feit dat hij de sheriff is. Hij zal wel hebben gedacht dat hij het best uit de klauwen van de politie kon blijven door zelf de politie te worden.’
‘Dus je hebt hem gesproken?’
Donovan knikte. ‘Volgens hem is de hele familie er nooit overheen gekomen dat die arme Duane zo onverwachts de dood vond. Hij zei dat die drugshandel een smet was op de hele familie. En het geld dat je hebt gestuurd, zien ze niet als zalf op hun wonden, maar als zout dat daarin gestrooid wordt. Ze denken dat je ze op de een of andere manier probeert af te kopen. Natuurlijk hebben ze het wel uitgegeven, maar toch zat het ze niet lekker, tenminste als je de illustere Bill Harvey moet geloven. Maar goed, hij zei dat het onderzoek nog gaande is en dat hij niet zal rusten voordat hij LuAnn Tyler terecht heeft laten staan. Als ik zijn theorie goed heb begrepen, ben jij degene die in de drugshandel zat, omdat je aan Duane en het saaie leven wilde ontsnappen. Duane stierf toen hij je probeerde te beschermen, en daarna heb je die andere man vermoord, die volgens hem je compagnon was.’
‘Dat zijn allemaal leugens.’
Donovan haalde zijn schouders op. ‘Jij weet dat het leugens zijn, ik weet dat het leugens zijn. Maar de mensen die moeten beslissen zitten in een jury van je gelijken in Rikersville, Georgia.’ Hij keek even naar haar dure kleren. ‘Nou ja, een jury van wat vroeger je gelijken waren. Ik raad je niet aan die outfit op het proces te dragen. Daarmee neem je de mensen tegen je in. Duane als voer voor de wormen, en jij al die tien jaar maar een luxe leventje leiden, als een tweede Jackie Onassis: dat valt vast niet goed bij de brave burgers daar.’
‘Je vertelt me niets nieuws.’ Ze zweeg een ogenblik. ‘Dus dat is je voorstel? Als ik niet praat, lever je me uit aan Billy Harvey?’
Donovan klopte op het dashboard. ‘Het zal je verbazen dat ik me helemaal niet voor al die dingen interesseer. Als je die man hebt geslagen deed je dat uit zelfverdediging. Dat geloof ik.’
LuAnn schoof haar zonnebril omhoog en keek hem aan. ‘Waar interesseer je je dan wel voor?’
Hij boog zich naar haar toe. ‘De lotto.’ Hij trok zijn wenkbrauwen op.
‘Wat is daarmee?’ vroeg LuAnn kalm.
‘Je hebt hem tien jaar geleden gewonnen. Honderd miljoen dollar.’
‘Nou en?’
‘Hoe heb je dat gedaan?’
‘Ik nam een lottoformulier en ik bleek de winnende getallen te hebben. Hoe doe je het anders?’
‘Dat bedoel ik niet. Laat me je iets vertellen. Ik zal proberen het niet te ingewikkeld te maken. Ik heb gekeken naar de mensen die in de loop van de jaren de lotto hebben gewonnen. Het bleek dat telkens ongeveer evenveel van die winnaars failliet gingen. Elk jaar ongeveer negen van de twaalf. Daar kun je de klok zowat op gelijk zetten. En toen stuitte ik opeens op twaalf achtereenvolgende winnaars die een faillissement wisten te vermijden, met jou midden in die groep. Hoe zou dat toch mogelijk zijn?’
Ze keek hem even aan. ‘Hoe moet ik dat weten? Ik heb goede vermogensbeheerders. Misschien hebben zij die ook.’
‘Je hebt in negen van de afgelopen tien jaar geen belastingen over je inkomsten betaald. Dat zal ook wel helpen.’
‘Hoe weet jij dat?’
‘Nogmaals: er is allerlei informatie te krijgen. Je moet gewoon weten waar je moet zoeken. Ik weet dat.’
‘Dat zou je met mijn financiële mensen moeten bespreken. Ik ben in die tijd in andere delen van de wereld geweest. Misschien was het inkomen niet belastbaar in de Verenigde Staten.’
‘Dat betwijfel ik. Ik heb genoeg financiële verhalen geschreven om te weten dat er bijna niets is wat Uncle Sam niet belast, als hij het kan vinden, natuurlijk.’
‘Nou, bel dan naar de belastingen en geef me aan.’
‘Dat is niet het verhaal waarnaar ik op zoek ben.’
‘Verhaal?’
‘Ja. Ik heb je nog niet verteld waarom ik je heb opgezocht. Ik heet Thomas Donovan. Je zult wel niet van me hebben gehoord, maar ik ben al dertig jaar journalist van de Washington Tribune en ik ben een verrekte goeie, om maar even de loftrompet over mezelf te steken. Een tijdje geleden besloot ik een verhaal over de nationale lotto te schrijven. Ik vind het een idiote instelling. Dat onze eigen regering onze armste mensen zoiets aandoet! Met al die pakkende reclame hangen ze de mensen een worst voor de neus. De mensen worden overgehaald om hun uitkering aan de lotto uit te geven, waar ze maar een kans van één op miljoenen maken. Neem me mijn demagogische taal niet kwalijk, maar ik schrijf alleen over dingen waarvoor ik warm kan lopen. Hoe dan ook: waar ik oorspronkelijk over wou schrijven, was dat de rijken geld terughalen van de armen nadat die de hoofdprijs hebben gewonnen. Je weet wel, beleggingshaaien, mensen die met het ene na het andere beleggingsplan komen, en de overheid die ze gewoon hun gang laat gaan. En als de financiën van de winnaars helemaal overhoop liggen, blijkt opeens dat ze niet genoeg belastingen hebben betaald of zoiets, en dan staat de belastingdienst op de stoep en pakt ze hun alles af, tot en met hun laatste cent, zodat ze nog armer zijn dan voordat ze de lotto hadden gewonnen. Een goed verhaal waarvan ik vind dat het verteld moet worden. Nou, toen ik research voor dat verhaal deed, ontdekte ik dat interessante toeval: geen van de lottowinnaars uit jouw jaar verloor zelfs maar een cent van zijn geld. Sterker nog, ik vroeg hun belastinggegevens op en ontdekte dat ze nu allemaal nog rijker zijn dan tien jaar geleden. Veel rijker. En dus besloot ik jou op te sporen, en hier ben ik dan. Wat ik wil, is heel eenvoudig: de waarheid.’
‘En als ik het je niet vertel, kom ik in een gevangenis in Georgia terecht. Is dat het? Dat suggereerde je door de telefoon.’
Donovan keek haar kwaad aan. ‘Al voor mijn vijfendertigste had ik twee keer de Pulitzer-prijs gekregen. Ik heb verslag uitgebracht vanuit Korea, China, Bosnië, Zuid-Afrika. Ik heb twee keer een kogel in mijn donder gehad. Mijn hele leven heb ik op alle brandpunten van de wereld gezeten. Ik ben zo legitiem als het maar kan. Ik ga je niet chanteren, want zo werk ik niet. Ik zei dat door de telefoon tegen je om je tot een ontmoeting met mij te bewegen. Als sheriff Billy je te pakken krijgt, is dat niet met mijn hulp. Ik hoop dat het hem nooit lukt.’
‘Dank je.’
‘Maar als je me niet de waarheid vertelt, kom ik er ergens anders wel achter. En dan ga ik dat verhaal schrijven. En als je me niet jouw kant van het verhaal vertelt, kan ik je niet garanderen dat ik je erg vleiend zal beschrijven. Dan breng ik de feiten en kan het me niet schelen wie daar goed uit naar voren komen en wie niet. Als je bereid bent met me te praten, kan ik je maar één ding garanderen: dat jouw kant van het verhaal ook aan bod komt. Maar als je op de een of andere manier de wet hebt overtreden, kan ik daar niets aan doen. Ik ben geen politieman, en ik ben geen rechter.’ Hij zweeg even en keek haar aan. ‘Nou, wat wordt het?’
Ze zweeg enkele minuten, haar blik strak op de weg gericht. Hij kon zien dat ze in tweestrijd verkeerde.
Ten slotte keek ze hem aan. ‘Ik wil je de waarheid vertellen. God, wat wil ik graag iemand de waarheid vertellen.’ Ze haalde diep adem, het was bijna een huivering. ‘Maar ik kan het niet.’
‘Waarom niet?’
‘Je verkeert al in erg groot gevaar. Als ik met jou zou praten, zou dat tot je dood leiden.’
‘Kom nou, LuAnn, ik heb wel vaker in gevaar verkeerd. Dat hoort bij het vak. Wat is het, en wie zit erachter?’
‘Ik wil dat je het land uit gaat.’
‘Pardon?’
‘Ik zal ervoor betalen. Je kiest een land uit en ik tref alle regelingen. Ik zal een rekening voor je openen.’
‘Is dat jouw manier om problemen op te lossen? Je stuurt ze naar Europa? Sorry, maar ik heb hier een leven.’
‘Dat is het nou net. Als je hier blijft, heb je geen leven meer.’
‘Je zult toch echt met iets beters moeten komen. Als je met mij samenwerkt, kunnen we erg veel bereiken. Praat nou met mij. Vertrouw me. Ik ben hier niet naartoe gekomen om je uit te schudden. Maar ik ben hier ook niet gekomen om een hoop gezwets aan te horen.’
‘Ik spreek de waarheid. Je verkeert in groot gevaar!’
Donovan luisterde niet meer. Hij wreef over zijn kin en begon hardop te denken: ‘Allemaal ongeveer dezelfde achtergronden. Allemaal arm en wanhopig. Dat leverde geweldige verhalen op: er kwamen opeens veel meer deelnemers.’ Hij keek haar aan en pakte haar arm vast. ‘Kom nou, LuAnn, je had hulp toen je tien jaar geleden het land verliet. Je bent veel rijker geworden. Ik ruik het verhaal. Je hoeft me alleen maar een beetje op weg te helpen. Dit kan van dezelfde orde van grootte zijn als de ontvoering van de Lindbergh-baby en de moord op president Kennedy. Ik moet de waarheid weten. Zit de overheid hier achter, of wie dan wel? Ze verdienen hier elke maand miljarden aan, zuigen die miljarden uit het volk. Belasting zonder belastingwetten.’ Donovan wreef opgewonden in zijn handen. ‘Gaat dit helemaal tot aan het Witte Huis? Alsjeblieft, vertel het me.’
‘Ik vertel je niets. Ik zwijg omdat dat in het belang van jouw eigen veiligheid is.’
‘Als je met me samenwerkt, winnen we allebei.’
‘Ik zou het geen winnen noemen als je vermoord wordt. Jij wel?’
‘Laatste kans.’
‘Wil je me alsjeblieft geloven?’
‘Wat geloven? Je hebt me niets verteld,’ zei hij verontwaardigd.
‘Als ik je vertel wat ik weet, is dat net zoiets als een pistool tegen je hoofd zetten en de trekker overhalen.’
Donovan zuchtte. ‘Breng me dan maar terug naar mijn auto. Ik weet het niet, LuAnn, ik geloof dat ik meer van je had verwacht. Je bent straatarm opgegroeid, moest een kind grootbrengen, en toen kreeg je opeens een ongelooflijke kans. Ik dacht dat het toch wel iets voor je zou betekenen.’
LuAnn zette de auto in de versnelling en ze reden weer weg. Ze keek hem een of twee keer aan en begon toen erg zacht te spreken, alsof ze bang was dat iemand haar hoorde. ‘Donovan, degene die op dit moment op zoek naar je is, is niet iemand om mee te spotten. Hij heeft tegen me gezegd dat hij je gaat doden omdat je misschien te veel weet. En dat zal hij doen ook. Als je niet meteen weggaat, zal hij je vast en zeker vinden en dan zal het lelijk met je aflopen. Die persoon kan alles. Alles.’
Donovan snoof, en toen verstrakte zijn hele gezicht. Hij draaide zich langzaam om en keek haar aan. Het was eindelijk tot hem doorgedrongen. ‘Ook een arme vrouw uit Georgia rijk maken?’
Donovan zag LuAnns gezicht even vertrekken toen hij die woorden uitsprak. Zijn ogen gingen wijd open. ‘Jezus, dat is het, hè? Je zei dat die man alles kan. Hij heeft jou de lotto laten winnen, hè? Een vrouw, amper de tienerjaren te boven, op de vlucht voor de politie omdat ze denkt dat ze een moord heeft begaan...’
‘Donovan, alsjeblieft.’
‘Ze koopt ergens een lottoformulier en gaat dan toevallig naar New York, waar de lottotrekking plaatsvindt. En wat gebeurt er? Ze wint honderd miljoen dollar!’ Donovan sloeg met de palm van zijn hand op het dashboard. ‘Jezus, er was met de lotto geknoeid.’
‘Donovan, je moet dit laten schieten.’
Donovans gezicht liep rood aan. ‘Vergeet het maar, LuAnn. Dit laat ik heus niet schieten. Zoals ik al zei: het zou je in je eentje nooit zijn gelukt de politie van New York en de fbi te slim af te zijn. Je had hulp, veel hulp. Dat ingewikkelde dekmantelverhaal dat je in Europa had. Je ‘‘perfecte’’ vermogensbeheerders. Die kerel heeft het allemaal geregeld. Alles, hè? Dat is toch zo?’ LuAnn gaf geen antwoord. ‘God, ik snap niet dat ik het niet eerder in de gaten had. Nu ik hier met jou zit te praten, begin ik het allemaal te begrijpen. Maandenlang loop ik in kringetjes rond, en nu ineens...’ Hij draaide zich naar haar toe. ‘En jij bent ook niet de enige, hè? Die andere elf die niet failliet zijn gegaan… misschien zijn het er wel meer. Heb ik gelijk of niet?’
LuAnn schudde heftig met haar hoofd. ‘Alsjeblieft, hou op.’
‘Hij deed het niet voor niets. Hij moet iets van jullie winst hebben gekregen. Maar jezus, hoe heeft hij het klaargespeeld? Waarom? Wat deed hij met al dat geld? Het kan niet één man zijn geweest.’ Donovan vuurde links en rechts vragen af. ‘Wie, wat, wanneer, waarom, hoe?’ Hij greep haar schouder vast. ‘Goed, ik wil wel van je aannemen dat degene die hier achter zit een erg gevaarlijk individu is. Maar je moet de macht van de pers niet onderschatten, LuAnn. Daar zijn grotere boeven dan die kerel aan bezweken. We kunnen het voor elkaar krijgen, als we samenwerken.’ Toen LuAnn geen antwoord gaf, liet Donovan haar schouder los. ‘Het enige wat ik van je vraag, is dat je erover nadenkt, LuAnn. Maar we hebben niet veel tijd.’
Toen ze bij zijn auto terug waren, stapte Donovan uit, en toen stak hij zijn hoofd weer naar binnen. ‘Ik ben op dit nummer te bereiken.’ Hij gaf haar een kaartje. LuAnn pakte het niet aan.
‘Ik wil niet weten hoe ik je kan bereiken. Dat is veiliger voor jou.’ LuAnn stak plotseling haar arm uit en pakte zijn hand vast. Donovan huiverde van de druk van haar vingers.
‘Wil je dit alsjeblieft aannemen?’ Ze greep in haar tasje en haalde een envelop tevoorschijn. ‘Daar zit tienduizend dollar in. Pak je koffers, ga naar het vliegveld, stap in een vliegtuig en maak dat je hier weg komt. Bel me als je op je bestemming bent, dan stuur ik je genoeg geld voor hotels en restaurants zolang als je wilt.’
‘Ik wil geen geld, LuAnn. Ik wil de waarheid.’
LuAnn moest zich bedwingen om niet te schreeuwen. ‘Verdomme, ik doe mijn best om je leven te redden!’
Hij liet het kaartje op haar voorbank vallen. ‘Je hebt me gewaarschuwd, en dat stel ik op prijs. Maar als je me niet helpt, haal ik de informatie ergens anders vandaan. Het verhaal komt in elk geval in de publiciteit.’ Hij keek haar onheilspellend aan. ‘Als die persoon zelfs maar half zo gevaarlijk is als jij zegt, zou je er zelf ook over kunnen denken om hier weg te gaan. Misschien heeft hij mij op dit moment in het vizier, maar dan hebben we het over mij alleen. Jij hebt ook nog een kind.’ Hij zweeg weer even, en net voordat hij zich omdraaide om weg te gaan, zei hij: ‘Ik hoop dat we hier allebei goed doorheen komen, LuAnn. Dat meen ik.’
Hij liep over het parkeerterrein naar zijn auto, stapte in en reed weg. LuAnn keek hem na. Ze haalde diep adem om te proberen haar gespannen zenuwen tot rust te brengen. Als ze niets ondernam, zou Jackson de man doden. Maar wat kon ze doen? In elk geval zou ze Jackson niets over haar ontmoeting met Donovan vertellen. Ze keek op het parkeerterrein om zich heen. Hij was nergens te zien. Maar wat betekende dat? Hij kon iedereen zijn. Haar hart sloeg over. Hij kon haar telefoonlijnen hebben afgetapt. In dat geval zou hij van Donovans telefoontje weten, zou hij weten dat ze elkaar zouden ontmoeten. Als hij dat wist, was het erg waarschijnlijk dat hij haar had gevolgd. Dan was hij nu al op het spoor van Donovan. Ze keek naar de weg. Donovans auto was al uit het zicht verdwenen. Ze sloeg met haar vuisten op het stuurwiel.
Hoewel LuAnn het niet wist, had Jackson haar telefoonlijn niet afgetapt. Maar wat ze, terwijl ze wegreed van haar parkeerterrein, ook niet wist, was dat onder haar voorbank een klein zendertje was aangebracht. Haar hele gesprek met Donovan was zojuist door iemand afgeluisterd.