•30•

‘Heb je hem voor de lunch uitgenodigd?’ Charlie keek LuAnn aan. Op zijn grauwe gezicht tekende zich een mengeling van woede en ergernis af. ‘Wil je me vertellen waarom je dat hebt gedaan? En wil je me dan ook vertellen waarom je daar eigenlijk heen bent gegaan?’

Ze waren in Charlies kantoor. LuAnn stond naast het grote bureau en Charlie zat ervoor. Hij had een dikke sigaar uit zijn verpakking gehaald en wilde hem net aansteken toen LuAnn met het nieuws van haar uitstapje was gekomen.

LuAnn keek hem uitdagend aan. ‘Ik kon gewoon niet stilzitten en afwachten.’

‘Ik heb je gezegd dat ik het zou regelen. Vertrouw je niet meer op mij?’

‘Natuurlijk wel, Charlie, dat is het niet.’ LuAnn liet haar uitdagende houding varen. Ze ging op de rand van zijn stoel zitten en streek met haar vingers over zijn kalende hoofd. ‘Ik dacht dat als ik Riggs benaderde voordat hij de kans kreeg om iets te doen, en me bij hem verontschuldigde en hem overhaalde om de zaak te vergeten, dat we dan van alle problemen verlost waren.’

Charlie schudde zijn hoofd en huiverde meteen, want de pijn prikte in zijn linkerslaap. Hij haalde diep adem en sloeg zijn arm om haar middel. ‘LuAnn, ik heb vanmorgen een erg informatief gesprek met John Pemberton gehad.’

‘Met wie?’

‘De makelaar die ons het huis heeft verkocht. Maar daar gaat het nu niet om. Waar het om gaat, is dat Pemberton alles weet wat er in dit stadje gebeurt. Op dit moment probeert hij die kerel in die Honda voor ons te achterhalen.’

LuAnn keek hem geschrokken aan. ‘Je hebt hem toch niet verteld...’

‘Ik heb een verhaal verzonnen. Hij slurpte het op alsof het de lekkerste soep van de wereld was. In de loop van de jaren hebben we allebei erg goed geleerd dingen te verzinnen, nietwaar?’

‘Soms te goed,’ zei LuAnn somber. ‘Het wordt steeds moeilijker om te onthouden wat waar is en wat niet.’

‘Ik heb het met Pemberton ook over Riggs gehad. Ik probeerde iets over de voorgeschiedenis van die kerel aan de weet te komen. Ik wilde weten met wat voor iemand we te maken hebben.’

‘Hij heeft niet bij de politie gewerkt. Ik heb het hem gevraagd en hij zei van niet. Jij zei van wel.’

‘Ik weet het. Dat was een vergissing van me, maar Riggs wekte die indruk. Nou, wat was hij dan wel? En waar is al die geheimzinnigheid goed voor?’

‘Gek dat uitgerekend jij dat vraagt.’ LuAnn porde speels met haar elleboog in Charlies zij. Haar glimlach verdween toen ze Charlies volgende woorden hoorde: ‘Pemberton denkt dat Riggs een spion is geweest.’

‘Een spion? Bijvoorbeeld van de cia ?’

‘Wie zal het zeggen? Die kerel gaat heus niet op zijn gevel zetten voor welke dienst hij heeft gewerkt. Niemand weet het helemaal zeker. Voor zover Pemberton weet, is zijn voorgeschiedenis nogal wazig.’

LuAnn huiverde. Ze dacht aan de informatie die Riggs in zo’n korte tijd boven tafel had gekregen. Nu begreep ze dat iets beter. Toch was ze nog niet overtuigd. ‘En nu bouwt hij omheiningen in Virginia. Ik dacht dat ze spionnen nooit met pensioen lieten gaan.’

‘Jij hebt naar te veel gangsterfilms gekeken. Zelfs spionnen veranderen van baan of gaan met pensioen, zeker nu de Koude Oorlog voorbij is. En er zijn in het inlichtingenwerk veel specialismen. Het zijn niet allemaal types in een regenjas en met pistolen in hun mouw, types die het ene na het andere complot tegen buitenlandse dictators smeden. Misschien was hij gewoon een of ander kantoorpiepeltje dat de hele tijd op luchtfoto’s van Moskou zat te turen.’

LuAnn herinnerde zich haar gesprek met Riggs in zijn huis. Zijn handigheid met dat jachtgeweer, zijn scherpzinnigheid, zijn kennis van vuurwapens. En ten slotte zijn zelfverzekerde, kalme houding. Ze schudde haar hoofd. ‘Hij lijkt me geen kantoorman.’

Charlie slaakte een diepe zucht. ‘Mij ook niet. Nou, hoe ging het?’

LuAnn stond weer op en leunde tegen de deurpost, met haar vingers in de riemlusjes van haar spijkerbroek. ‘Hij had al wat informatie over mij en de Honda verzameld. Wat mij betrof, vond hij alleen de dekmantelgegevens, dus daar hoeven we ons niet zoveel zorgen om te maken.’

‘Ook iets over de Honda?’

LuAnn schudde haar hoofd. ‘Een huurauto uit Washington. De naam leek vals. Waarschijnlijk een doodlopend spoor.’

‘Riggs is snel in actie gekomen. Hoe heb je dat ontdekt?’

‘Ik snuffelde wat rond in zijn kantoor. Toen hij me betrapte, had hij een jachtgeweer.’

‘Jezus, LuAnn, als die kerel een spion is, mag je blij zijn dat hij je hoofd niet van je romp heeft geschoten.’

‘Het leek me niet zo riskant toen ik het deed. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen.’

‘Jij en je risico’s. Net als toen je die avond in New York naar de lottotrekking ging. Het wordt hoog tijd dat ik mijn poot eens stijf ga houden. Wat nog meer?’

‘Ik heb toegegeven dat we ons druk maakten om de achtervolging en dat we eraan werkten.’

‘En hij accepteerde dat? Zonder vragen te stellen?’ Charlie klonk sceptisch.

‘Ik sprak de waarheid, Charlie,’ zei ze opgewonden. ‘Mijn huid tintelt een beetje, die heel enkele keer dat ik dat kan doen.’

‘Goed, goed. Ik wilde geen spaak in je wiel steken. Jezus, we praten net als een oud echtpaar.’

LuAnn glimlachte. ‘We zíjn ook een oud echtpaar. We hebben alleen wat meer geheimen dan de meesten.’

Charlie keek haar even grijnzend aan en nam toen de tijd om zijn sigaar aan te steken. ‘Dus je denkt echt dat je Riggs hebt afgehandeld? Dat hij niet blijft snuffelen?’

‘Ik denk dat hij erg nieuwsgierig is, en dat is te begrijpen. Maar hij heeft tegen me gezegd dat hij niet verder gaat zoeken, en ik geloof hem. Ik weet niet precies waarom, maar ik geloof hem. Hij lijkt me een man van zijn woord.’

‘En dat hij morgen komt lunchen? Ik neem aan dat je hem een beetje beter wilt leren kennen.’

LuAnn keek even aandachtig naar Charlies gezicht. Stond daar een tikje jaloezie op te lezen? Ze haalde haar schouders op. ‘Nou, het is een manier om hem in de gaten te houden, en misschien komen we ook wat meer over hem aan de weet. Misschien heeft hij ook een paar geheimen. Daar lijkt het wel op.’

Charlie nam een trek van zijn sigaar. ‘Nou, als Riggs geen probleem meer is, hoeven we ons alleen nog druk te maken om de man in die Honda.’

‘Is dat nog niet genoeg?’

‘Het is beter dan twee hoofdpijnen tegelijk. Als Pemberton hem kan opsporen, zijn we misschien een heel eind verder.’

LuAnn keek hem nerveus aan. ‘Als hij hem vindt, wat ga je dan doen?’

‘Daar heb ik over nagedacht. Ik denk dat ik gewoon naar hem toe ga. Ik ga met hem praten en vraag hem wat hij wil. Als het geld is, kunnen we misschien wel iets regelen.’

‘En als het hem niet alleen om geld begonnen is?’ Ze had moeite om haar volgende woorden uit te spreken. ‘Als hij nu eens van de lotto weet?’

Charlie nam de sigaar uit zijn mond en keek haar aan.

‘Dat lijkt me onmogelijk, een kans van één op een miljard. Maar goed, in het geval dat hij het weet, zijn er nog genoeg landen op de wereld waar we heen kunnen gaan, LuAnn. We kunnen morgen al weg, als het moet.’

‘Weer op de vlucht,’ zei ze met een zucht.

‘Denk aan het alternatief. Dat is niet aangenaam.’

Ze pakte de sigaar tussen zijn vingers vandaan, stak hem tussen haar tanden, nam een trek en liet de rook langzaam ontsnappen. Ze gaf hem aan Charlie terug.

‘Wanneer zou Pemberton weer contact met je opnemen?’

‘Dat hebben we niet afgesproken. Het kan vanavond zijn, het kan ook volgende week zijn.’

‘Laat het me weten als je iets van hem hoort.’

‘Je bent de eerste die het te horen krijgt, dame.’

Ze maakte aanstalten om weg te gaan.

‘O ja, ben ik ook uitgenodigd voor die lunch van morgen?’ vroeg hij.

Ze keek om. ‘Daar rekende ik al min of meer op, Charlie.’ Ze glimlachte poeslief en ging weg. Hij stond op en zag haar gracieus door de gang lopen. Toen sloot hij de deur van zijn studeerkamer en ging achter zijn bureau zitten. Peinzend nam hij trekjes van zijn sigaar.

Riggs had een kakibroek aangetrokken, en het boord van zijn overhemd kwam boven zijn trui uit. Hij was komen aanrijden in een Jeep Cherokee die hij geleend had terwijl zijn pick-up in de werkplaats was voor reparatie van de bumper. De jeep paste ook beter bij deze luxueuze omgeving dan zijn gehavende truck. Nadat hij zijn pas gewassen haar had gladgestreken, stapte hij uit de Cherokee en liep naar de bordes-trap van het landhuis. Tegenwoordig trok hij niet vaak meer een pak aan, behalve die enkele keer dat hij naar een officiële gelegenheid in de stad ging. Uiteindelijk had hij een colbertje en bijpassende broek te pretentieus gevonden. Per slot van rekening was het maar een lunch. En wie zou het zeggen? De dame des huizes zou hem misschien vragen meteen wat werk te doen.

Er werd opengedaan door de huishoudster. Ze bracht Riggs naar de bibliotheek. Riggs vroeg zich af of hij was gadegeslagen toen hij voor het huis stopte. Misschien hadden ze daar videocamera’s en zaten Catherine Savage en haar duvelstoejager Charlie in een kamer die van vloer tot plafond was volgestouwd met televisiemonitoren.

Hij wierp een blik om zich heen en keek met gepast respect naar de talloze boeken langs de wanden van het grote vertrek. Hij vroeg zich af of ze alleen voor de show waren. Op de een of andere manier geloofde hij dat niet. Zijn aandacht viel op de foto’s die op de schoorsteenmantel stonden. Er waren foto’s van Charlie en een klein meisje dat sterk op Catherine Savage leek, maar niet een van Catherine Savage. Dat leek hem vreemd, maar de vrouw was ook vreemd, dus eigenlijk was het niet zo verwonderlijk.

Hij draaide zich om toen de dubbele deur van de bibliotheek openging. Zijn eerste echte ontmoeting met de vrouw, op zijn verbouwde hooizolder, had hem onvoldoende op deze tweede ontmoeting voorbereid.

Haar gouden haar golfde over de stijlvol gewelfde schouders van haar zwarte jurk, die bij haar blote kuiten eindigde en onderweg geen enkele ronding van haar lange lichaam oversloeg. Hij bedacht dat het kledingstuk net zomin op een jaarbeurs als op een banket in het Witte Huis zou misstaan. Ze droeg bijpassende zwarte schoenen met lage hak. Onmiddellijk drong zich het beeld aan hem op van een slanke, gespierde panter die op hem af kwam sluipen. Nadat hij daar even over had nagedacht, concludeerde Riggs dat de schoonheid van deze vrouw onmiskenbaar maar niet volmaakt was. Maar ja, voor wie gold dat wel? En er drong nog een ander opmerkelijk detail tot hem door: terwijl zich fijne lijntjes begonnen af te tekenen bij haar ogen, had ze bijna helemaal geen lijnen bij haar mond, alsof ze nooit had gelachen.

Vreemd genoeg maakte dat kleine litteken op haar kin haar nog aantrekkelijker dan ze al was, vond hij. Misschien kwam dat doordat het litteken aan gevaar deed denken, aan een avontuur uit haar verleden?

‘Ik ben blij dat je kon komen,’ zei ze. Ze kwam vlug naar voren en stak haar hand uit. Riggs schudde die hand. Hij stond weer versteld van haar krachtige greep; het voelde aan alsof haar lange vingers zijn grote, eeltige hand verslonden. ‘Ik weet dat bouwbedrijven overdag vaak spoedklussen hebben. Je tijd is nooit van jezelf.’

Riggs keek naar de muren en het plafond van de bibliotheek. ‘Ik heb iets gehoord over de renovatie van dit huis. Hoe goed de aannemer ook is, als het om zo’n complex gebouw gaat, raken de dingen zo nu en dan uit het lood.’

‘Dat heeft Charlie allemaal geregeld. Maar ik denk dat alles tamelijk soepel is verlopen. In elk geval ben ik blij met het eindproduct.’

‘Daar kan ik in komen.’

‘De lunch is over een paar minuten klaar. Sally is de tafel aan het dekken op de achterveranda. In de eetkamer is plaats voor zo’n vijftig mensen, dus die leek me een beetje groot voor drie personen. Wil je eerst iets drinken?’

‘Nee, dank je.’ Hij wees naar de foto’s. ‘Is dat je dochter? Of je jongere zusje?’

Ze kreeg een kleur en keek waar hij wees, maar ging eerst op de bank zitten voordat ze antwoord gaf. ‘Mijn dochter Lisa. Ze is tien jaar oud. Ik kan dat bijna niet geloven. De jaren gaan zo vlug voorbij.’

Riggs keek verlegen naar haar. ‘Je moet toen nog erg jong zijn geweest.’

‘Jonger dan ik waarschijnlijk had moeten zijn, maar ik zou haar voor niets ter wereld terug willen geven. Heb jij kinderen?’

Riggs schudde vlug zijn hoofd en sloeg zijn ogen neer. ‘Dat geluk heb ik nooit gehad.’

LuAnn had gezien dat hij geen trouwring droeg. Sommige getrouwde mannen dragen geen trouwring. Ze nam aan dat een man die de hele dag met zijn handen werkte misschien om veiligheidsredenen geen ring droeg.

‘Je vrouw...’

‘Ik ben gescheiden,’ onderbrak hij haar. ‘Dat is nu bijna vier jaar geleden.’ Hij stak zijn handen in zijn zakken en liet zijn blik weer door de kamer gaan. Hij voelde dat ze zijn blik volgde. ‘En jij?’ vroeg hij toen hij haar weer aankeek.

‘Ik ben weduwe.’

‘Neem me niet kwalijk.’

Ze haalde haar schouders op. ‘Het is lang geleden,’ zei ze simpelweg. Haar stem had een ondertoon die Riggs vertelde dat de jaren nog niet veel afbreuk aan het verdriet hadden gedaan.

Hij kwam naast haar zitten. ‘Waar is Charlie?’

‘Die is wat dingen aan het regelen. Maar hij komt wel met ons lunchen.’

‘Dus hij is je oom?’

LuAnn knikte. ‘Zijn vrouw is jaren geleden gestorven. Mijn beide ouders zijn dood. We zijn de enige familie die over is.’

‘Ik neem aan dat wijlen je man het erg goed heeft gedaan. Of misschien jij wel. Je moet niet denken dat ik niet politiek correct ben.’

Riggs begon plotseling te grijnzen. ‘Of anders moet je de lotto wel hebben gewonnen.’

LuAnn verstrakte merkbaar. ‘Mijn man was een briljante zakenman die mij erg goed heeft achtergelaten, zoals je ziet.’ Ze slaagde erin dat op een nonchalante manier te zeggen.

‘Dat heeft hij zeker,’ beaamde Riggs.

‘En jij? Heb jij hier je hele leven gewoond?’

‘O, na mijn bezoek dat ik hier gisteren heb gebracht, zou ik denken dat je al grondig naar mijn achtergronden hebt geïnformeerd.’

‘Ik ben bang dat ik niet over de bronnen beschik waarover jij blijkbaar wel beschikt. Ik wist niet dat aannemers zo’n goed informatienetwerk hadden.’ Ze bleef hem strak aankijken.

‘Ik ben hier zo’n vijf jaar geleden komen wonen. Ik ging in de leer bij een plaatselijke aannemer die me het vak leerde. Hij is ongeveer drie jaar geleden gestorven en toen ben ik voor mezelf begonnen.’

‘Vijf jaar. Dus je vrouw heeft hier een jaar met je gewoond.’

Riggs schudde zijn hoofd. ‘De scheiding werd vier jaar geleden definitief, maar we waren toen al meer dan een jaar uit elkaar. Ze woont nog in Washington. Daar zal ze altijd wel blijven.’

‘Zit ze in de politiek?’

‘Ze is advocate. Een belangrijke partner in een grote firma. Ze heeft cliënten met politieke connecties. Ze heeft veel succes.’

‘Dan moet ze wel goed zijn. Dat is nog steeds nogal een mannenwereld. Zoals in veel sectoren.’

Riggs haalde zijn schouders op. ‘Ze is slim en ze is geweldig goed in het binnenhalen van cliënten. Ik denk dat we daarom uit elkaar zijn gegaan. Het huwelijk kwam haar in de weg te staan.’

‘Ik begrijp het.’

‘Niet echt een origineel verhaal, maar het is het enige wat ik heb. Ik ben hierheen gegaan en ik heb nooit achterom gekeken.’

‘Ik neem aan dat je van je werk houdt.’

‘Het is soms wel vervelend, zoals elk werk. Maar ik houd ervan om dingen in elkaar te zetten. Het is therapeutisch. En rustig. Ik heb geluk gehad, ik kreeg al gauw een goede reputatie en het werk blijft gestaag binnenkomen. Zoals je waarschijnlijk wel weet, zit er hier in Charlottesville en omgeving veel geld. Al voordat jij hier kwam.’

‘Dat heb ik gehoord. Ik ben blij dat je verandering van carrière een succes is geworden.’

Hij leunde achterover en liet haar woorden op zich inwerken, zijn lippen op elkaar, zijn handen tot vuisten gebald, maar niet op een dreigende manier.

Hij grinnikte. ‘Laat me eens raden. Je hebt gehoord dat ik een ex- cia -agent, of een ex-huurmoordenaar ben die plotseling genoeg van dat werk kreeg en toen aan het zagen en hameren is geslagen in een rustiger omgeving.’

‘Nou, dat van die huurmoordenaar had ik niet gehoord.’

Ze wisselden een glimlachje uit.

‘Weet je, als je de mensen gewoon de waarheid vertelde, zouden ze ophouden met speculeren.’ Ze kon niet geloven dat ze het had gezegd, maar het was er nu eenmaal uit. Ze keek hem in volslagen onschuld aan, hoopte ze.

‘Nu ga je ervan uit dat het mij iets kan schelen of de mensen over me speculeren. Dat is niet zo.’

‘Dat is beneden je waardigheid, neem ik aan.’

‘Als ik iets in het leven heb geleerd, dan is het dat je je niet druk moet maken over wat andere mensen denken of zeggen. Je maakt je druk om jezelf en dat is genoeg. Anders ga je eronderdoor. Mensen kunnen wreed zijn. Vooral mensen die zogenaamd iets om je geven. Geloof me, ik spreek uit ervaring.’

‘Ik neem aan dat jij en je vrouw niet als vrienden uit elkaar zijn gegaan?’

Hij keek haar niet aan toen hij sprak. ‘Ik wil niets afdoen aan jouw verdriet, maar soms is het niet zo traumatisch of pijnlijk om je partner te verliezen dan om een scheiding door te maken. Het zijn twee verschillende soorten verdriet.’

Hij sloeg zijn ogen neer. Er klonk een duidelijke oprechtheid in zijn woorden door en LuAnn voelde zich meteen schuldig, omdat ze in werkelijkheid geen weduwe was, tenminste niet in die zin dat ze een rijke echtgenoot had verloren. Het was of hij zijn wonden liet zien opdat LuAnn dat ook zou doen. Zoals gewoonlijk, had zij van haar kant alleen maar leugens te vertellen. Zou ze ooit nog de waarheid kunnen spreken? Hoe zou ze dat ooit kunnen? Als ze de waarheid sprak, werd dat haar ondergang. Dan zouden alle leugens als een kaartenhuis in elkaar vallen, of als een gebouw dat door explosieven wordt gesloopt.

‘Dat kan ik begrijpen,’ zei ze.

Riggs was blijkbaar niet geneigd om verder te gaan.

Ten slotte keek LuAnn op haar horloge. ‘De lunch zal straks wel klaar zijn. Na het eten kun je even naar een plaats in de tuin kijken, waar ik je misschien een klein atelier wil laten bouwen.’ Ze stond op en Riggs deed dat ook. Zo te zien vond hij het een grote opluchting dat dit gesprek voorbij was.

‘Dat klinkt goed, Catherine. In mijn vak is werk altijd welkom.’

Toen ze naar de achterkant van het huis liepen, kwam Charlie bij hen. De twee mannen gaven elkaar een hand. ‘Blij je weer te zien, Matt. Ik hoop dat je honger hebt. Sally zet meestal heel wat op tafel.’

Onder de lunch genoten ze alleen van het eten en drinken en spraken ze over onschuldige onderwerpen van plaatselijk belang. Maar Riggs kon duidelijk merken dat Charlie en Catherine Savage een erg hechte band met elkaar hadden. Een onverbrekelijke band, dacht hij. Ze waren dus toch familie.

‘Hoe staat het met het tijdschema van de omheining, Matt?’ vroeg Charlie. Hij en Riggs zaten op de achterveranda over het terrein uit te kijken. De lunch was voorbij en LuAnn was Lisa gaan ophalen. De school ging vroeg uit omdat er een workshop van de leerkrachten op het programma stond. Ze had Riggs gevraagd om te blijven tot ze terug was, dan konden ze over de bouw van het atelier praten. Riggs vroeg zich af of ze naar de school ging om Charlie de kans te geven informatie uit hem los te krijgen. Wat de reden ook was, hij bleef op zijn hoede.

Voordat Riggs de kans kreeg hem antwoord te geven over de omheining, haalde Charlie een sigaar tevoorschijn. ‘Rook je die dingen?’

Riggs nam hem aan. ‘Na een maaltijd als deze, en op zo’n schitterende dag als deze, zou ik zelfs in de verleiding komen als ik ze nooit rookte.’ Hij knipte de punt af met een schaartje dat Charlie hem gaf, en de volgende ogenblikken waren ze bezig hun sigaren aan het branden te krijgen.

‘Ik denk dat ik een week nodig heb om alle stijlgaten te graven. Twee weken om het terrein vrij te maken en de omheining in elkaar te zetten en te installeren. Dat is inclusief beton storten voor de stijlen. Nog een week om het hek en de beveiligingssystemen te installeren. Een maand in totaal. Dat komt overeen met mijn raming in het contract.’

Charlie keek hem aan. ‘Dat weet ik, maar soms zet je iets op papier en wil het in de realiteit niet op die manier lukken.’

‘Daarmee vat je het aannemersbedrijf wel zo ongeveer samen,’ beaamde Riggs. Hij nam een trek van zijn sigaar. ‘Maar we krijgen het klaar voordat het gaat vriezen, en het terrein is niet zo ongunstig als ik eerst dacht.’ Hij zweeg even en keek Charlie weer aan. ‘Na gisteren wou ik dat ik dat ding er vandaag nog in kon hebben. Dat zouden jullie vast ook wel willen.’

Het was een duidelijke voorzet en Charlie stelde Riggs niet teleur. ‘Ga zitten, Matt.’ Charlie wees naar twee witte smeedijzeren stoelen bij de balustrade. Charlie ging zelf heel voorzichtig zitten. ‘Die dingen zijn zo oncomfortabel als het maar kan, en als je nagaat wat ze kosten, zou je denken dat ze van goud zijn. Ik denk dat de binnenhuisarchitect die we in de arm hebben genomen er commissie op heeft gekregen.’ Hij rookte zijn sigaar en keek uit over het landschap. ‘Wat is het hier toch mooi.’

Riggs volgde zijn blik. ‘Dat is een van de redenen waarom ik hier ben gaan wonen. Een belangrijke reden.’

‘Wat waren de andere redenen?’ Charlie keek hem grijnzend aan. ‘Ik maak maar een grapje. Dat zijn jóúw redenen.’ De nadruk op dat woord ontging Riggs niet. Charlie wriemelde op zijn stoel tot hij een enigszins comfortabele houding had gevonden. ‘Catherine heeft me verteld over het gesprekje dat jullie vandaag hebben gehad.’

‘Dat had ik wel verwacht. Maar ze zou niet in huizen van andere mensen moeten rondsnuffelen. Dat is niet altijd gezond.’

‘Dat zei ik ook tegen haar. Misschien heb je het nog niet gemerkt, maar ze is nogal koppig.’

De twee mannen keken elkaar grinnikend aan.

‘Ik stel het op prijs dat je er geen werk van maakt,’ zei Charlie.

‘Ik heb al tegen haar gezegd: zolang die man me niet lastig valt, val ik hem niet lastig.’

‘Dat is redelijk. Je begrijpt natuurlijk wel dat Catherine met al haar rijkdom de aandacht trekt van allerlei bedriegers, oplichters en regelrechte gangsters. We hebben ook nog Lisa om ons zorgen over te maken. We houden haar erg goed in het oog.’

‘Zo te horen spreek je uit ervaring.’

‘Dat doe ik. Dit is niet de eerste keer. En het zal niet de laatste keer zijn. Maar je moet je niet op je kop laten zitten. Ik bedoel, Catherine zou ergens een afgelegen eiland kunnen kopen, waar niemand bij haar kon komen, maar wat voor leven zou ze dan leiden? En Lisa?’

‘En jij. Het is niet bepaald zo dat je al met één been in het graf staat, Charlie. Je ziet eruit alsof je zondag met de Redskins zou kunnen meedoen.’

Charlie straalde bij het horen van dat compliment. ‘Ik heb vroeger inderdaad als semi-prof gespeeld. En ik zorg goed voor mezelf. En Catherine zeurt me aan mijn kop over eten. Ik denk dat ze me uit medelijden deze dingen laat roken.’ Hij hield de sigaar omhoog. ‘Al voel ik me de laatste tijd ouder dan ik ben. Maar nee, ik zou niet op een afgelegen eiland willen leven.’

‘Nog geluk gehad met het vinden van de man in die Honda?’ vroeg Riggs.

‘Daar werk ik aan. Ik laat iemand het onderzoeken.’

‘Je moet je niet beledigd voelen, maar als je hem vindt, wat wil je dan doen?’

Charlie keek hem aan. ‘Wat zou jij doen?’

‘Dat hangt van zijn bedoelingen af.’

‘Precies. Dus totdat ik hem vind en erachter kom wat zijn bedoelingen zijn, weet ik niet wat ik ga doen.’ Er klonk een zekere vijandigheid in Charlies stem door, maar Riggs deed alsof hij dat niet merkte. Hij keek weer naar het landschap.

‘Catherine zegt dat ze een atelier in de tuin wil laten bouwen. Weet je waar?’

Charlie schudde zijn hoofd. ‘Ik heb dat nog niet echt met haar besproken. Ik denk dat het een impuls van haar was.’

Riggs keek hem weer aan. Had hij zich dat bewust laten ontglippen? Het leek wel of Charlie hem indirect vertelde dat de mogelijke nieuwe opdracht de beloning was voor Riggs’ stilzwijgen. Of was er een andere reden?

‘Waar zou ze het voor gebruiken, dat atelier?’

Charlie keek hem aan. ‘Maakt dat iets uit?’

‘Nou, eigenlijk wel. Als het een kunstatelier is, zou ik zorgen dat er voldoende licht was. Misschien moeten er dan een paar dakramen in, en misschien moet er ook een ventilatiesysteem komen om de verfdampen af te voeren. Als ze het alleen wil gebruiken om er even uit te zijn, om te lezen of te slapen, zou ik het anders bouwen.’

Charlie knikte peinzend. ‘Ik begrijp het. Nou, ik weet niet waarvoor ze het wil gebruiken. Maar ze schildert niet. Dat weet ik wel.’

De mannen zwegen tot hun stilte verbroken werd door de stemmen van LuAnn en Lisa, die naar hen toe kwamen. De deur van het terras ging open en ze kwamen naar buiten. Lisa Savage leek in persoon nog meer op haar moeder dan op de foto. Ze hadden dezelfde manier van lopen, soepel en licht, zonder enige energieverspilling.

‘Dit is meneer Riggs, Lisa.’

Riggs had in zijn leven niet veel met kinderen te maken gehad, maar hij gedroeg zich heel natuurlijk. Hij stak zijn hand uit. ‘Zeg maar Matt, Lisa. Leuk je te ontmoeten.’

Ze glimlachte en gaf een kneepje in zijn hand. ‘Leuk je te ontmoeten, Matt.’

‘Dat is nogal een greep.’ Hij keek op naar LuAnn en Charlie. ‘Die eigenschap moet in de familie zitten. Als ik hier nog vaker kom, trek ik misschien een stalen handschoen aan.’

Lisa glimlachte.

‘Matthew gaat een atelier voor me bouwen, Lisa. Daar ergens.’ Ze wees naar de achtertuin.

Lisa keek met onverholen verwondering op naar het huis. ‘Is ons huis niet groot genoeg?’

Alle volwassenen barstten in lachen uit en ten slotte lachte Lisa mee.

‘Waar is dat atelier voor?’ vroeg Lisa.

‘Nou, misschien is het een soort verrassing. Sterker nog, misschien mag jij het soms ook gebruiken.’

Lisa begon meteen te stralen.

‘Maar alleen als je goede cijfers blijft halen,’ zei Charlie. ‘O ja, hoe ging je proefwerk?’ Charlie sprak op barse toon, maar dat was duidelijk een façade. Riggs zag meteen dat de oude man net zoveel van Lisa hield als van haar moeder, zo niet meer.

Lisa trok een pruilmondje. ‘Ik had geen negen.’

‘Dat geeft niet, liefje,’ zei Charlie vriendelijk. ‘Waarschijnlijk is het mijn schuld. Ik was nooit zo goed in wiskunde.’

Lisa begon opeens weer te lachen. ‘Ik had een tien.’

Charlie streek speels over haar hoofd. ‘Je hebt het gevoel voor humor van je moeder. Dat staat vast.’

‘Sally heeft nog wat eten voor je klaarstaan,’ zei LuAnn. ‘Ik weet dat je op school geen kans hebt gehad om te eten. Ga maar naar haar toe, dan zie ik je weer als ik klaar ben met Matthew.’

LuAnn en Riggs liepen door de achtertuin. Charlie had zich geëxcuseerd. Hij had nog wat te doen, zei hij.

Toen Riggs over het terrein had gelopen, wees hij naar een vlak veldje dat een onbelemmerd zicht op de bergen in de verte bood maar waar aan twee kanten nog bomen langs stonden die veel schaduw boden. ‘Dat lijkt me een mooie plek. Met zoveel land heb je waarschijnlijk nog wel meer geschikte plaatsen. O ja, als ik wist waar je het atelier voor ging gebruiken, zou ik je beter kunnen helpen bij de keuze van de plaats.’ Hij keek om zich heen. ‘En je hebt al bijgebouwen. Je zou ook een daarvan tot atelier kunnen verbouwen.’

‘Sorry, ik dacht dat ik daar duidelijk over was geweest. Ik wil dat het van de grond af wordt opgebouwd. Geen van de andere gebouwen zou geschikt zijn. Ik wil dat het net zo wordt als dat gebouwtje van jou. Twee verdiepingen. De begane grond kan een werkplaats voor sommige van mijn hobby’s worden, dat wil zeggen, als ik eraan toe kom om hobby’s te hebben. Lisa houdt van tekenen en ze is daar zo langzamerhand vrij goed in. Misschien kan ik met beeldhouwen beginnen. Dat lijkt me een erg ontspannend tijdverdrijf. Op de bovenverdieping wil ik een houtkachel, een telescoop, comfortabel meubilair, ingebouwde boekenkasten, misschien een keukentje, erkerramen.’

Riggs knikte en keek om zich heen. ‘Ik zag dat je een zwembad hebt. Ben je van plan daar een gebouwtje bij te zetten en misschien ook een tennisbaan te laten aanleggen?’

‘Volgend voorjaar. Hoezo?’

‘Ik dacht dat we die projecten en het atelier misschien tot één project kunnen samenvoegen. Je weet wel, dezelfde materialen gebruiken, of een combinatie daarvan, voor het zwembadgebouw en het atelier.’

LuAnn schudde haar hoofd. ‘Nee, ik wil dat het afzonderlijke dingen zijn. We maken een groot tuinhuis voor tuinfeesten en zo. Het zwembad en de tennisbanen zullen vooral door Lisa worden gebruikt. Die wil ik dan ook dichter bij het huis hebben. Het zwembad is al dichtbij. Het atelier wil ik verder weg hebben. Een beetje verborgen.’

‘Dat kan. Je hebt daar genoeg land voor.’ Hij ging de helling van het terrein na. ‘Dus je zwemt of tennist?’

‘Ik kan zwemmen als een vis, maar ik heb nog nooit getennist en ik heb ook niet veel zin om daarmee te beginnen.’

‘Ik dacht dat alle rijke mensen tennisten. En golf speelden.’

‘Als je met geld geboren bent, misschien wel. Maar ik ben niet altijd rijk geweest.’

‘Georgia.’

LuAnn keek hem scherp aan. ‘Wat?’

‘Ik probeer de hele tijd je accent thuis te brengen. Lisa heeft allerlei accenten door elkaar. Dat van jou is erg zwak, maar het is er nog wel. Ik denk dat je veel jaren in Europa bent geweest, maar je weet wat ze zeggen, je kunt wel het meisje uit Georgia halen, maar je kunt Georgia niet uit het meisje halen.’

LuAnn aarzelde even voordat ze antwoord gaf. ‘Ik ben nog nooit in Georgia geweest.’

‘Dat verbaast me. Meestal kan ik dat vrij goed inschatten.’

‘Niemand is volmaakt.’ Ze streek wat haar uit haar ogen weg. ‘Nou, wat denk je?’ Ze keek naar het veldje.

Riggs keek haar even nieuwsgierig aan en zei toen: ‘We moeten een tekening maken. Dat helpt je om het precies zo te krijgen als je het hebben wilt, al heb ik de indruk dat je daar al een vrij goed idee van hebt. Afhankelijk van de grootte en de complexiteit duurt het twee tot zes maanden.’

‘Wanneer zou je kunnen beginnen?’

‘Dit jaar niet meer, Catherine.’

‘Heb je het zo druk?’

‘Daar heeft het niets mee te maken. Geen enkele bouwer die bij zijn verstand is, zou op dit moment aan zo’n project beginnen. We moeten bouwtekeningen hebben en we hebben ook een bouwvergunning nodig. Binnenkort komt de vorst in de grond. Het lijkt me niet verstandig om daarna een fundering te leggen. We zouden het ook niet opgebouwd en onder dak krijgen voordat de winter begint. Het kan hier
’s winters erg guur worden. Dit is duidelijk een project voor volgend voorjaar.’

‘O.’ LuAnn klonk erg teleurgesteld. Ze keek naar het veldje alsof ze haar schuilplaats al helemaal voltooid voor zich zag.

Om haar wat op te monteren zei Riggs: ‘Het is hier voorjaar voor je het weet, Catherine. En dan hebben we de hele winter de tijd om goede plannen te maken. Ik ken een eersteklas architect. Ik kan een afspraak voor je maken.’

LuAnn luisterde nauwelijks. Zou ze hier volgend voorjaar nog zijn? Riggs’ mededeling dat hij pas in het voorjaar kon beginnen had veel van haar enthousiasme voor het project weggenomen.

‘Ik zie nog wel. Dank je.’

Toen ze naar het huis terugliepen tikte Riggs op haar schouder. ‘Ik merk dat je het niet leuk vindt je plannen uit te stellen. Als ik het nu meteen voor je kon bouwen, zou ik het doen. Sommige derderangs bouwers zouden het karwei aannemen en een extra bedrag in rekening brengen en dan een gedrocht uit de grond stampen dat over een jaar of twee in elkaar zakt. Maar ik ben trots op mijn werk en ik wil iets goeds voor je bouwen.’

Ze glimlachte naar hem. ‘Charlie zei dat je uitstekende referenties had. Nu begrijp ik waarom.’

Ze kwamen langs de paardenstal. LuAnn wees ernaar en zei: ‘Dat kun je ook een hobby noemen, denk ik. Doe jij aan paardrijden?’

‘Ik ben er niet erg goed in, maar ik val er ook niet af.’

‘We kunnen een keer gaan rijden. Er zijn hier een paar mooie paden.’

‘Dat weet ik,’ was Riggs’ verrassende antwoord. ‘Ik wandelde daar vroeger voordat dit landgoed verkocht werd. Je hebt trouwens een erg mooi landgoed uitgekozen.’

‘Charlie heeft het gevonden.’

‘Je hebt veel aan hem.’

‘Hij maakt mijn leven veel gemakkelijker. Ik weet niet wat ik zonder hem zou moeten beginnen.’

‘Het is goed om zo iemand in je leven te hebben.’

Terwijl ze naar het huis terug liepen, wierp ze hem een heimelijke blik toe.

Duister lot / druk 1
titlepage.xhtml
Duister_lot_split_0.xhtml
Duister_lot_split_1.xhtml
Duister_lot_split_2.xhtml
Duister_lot_split_3.xhtml
Duister_lot_split_4.xhtml
Duister_lot_split_5.xhtml
Duister_lot_split_6.xhtml
Duister_lot_split_7.xhtml
Duister_lot_split_8.xhtml
Duister_lot_split_9.xhtml
Duister_lot_split_10.xhtml
Duister_lot_split_11.xhtml
Duister_lot_split_12.xhtml
Duister_lot_split_13.xhtml
Duister_lot_split_14.xhtml
Duister_lot_split_15.xhtml
Duister_lot_split_16.xhtml
Duister_lot_split_17.xhtml
Duister_lot_split_18.xhtml
Duister_lot_split_19.xhtml
Duister_lot_split_20.xhtml
Duister_lot_split_21.xhtml
Duister_lot_split_22.xhtml
Duister_lot_split_23.xhtml
Duister_lot_split_24.xhtml
Duister_lot_split_25.xhtml
Duister_lot_split_26.xhtml
Duister_lot_split_27.xhtml
Duister_lot_split_28.xhtml
Duister_lot_split_29.xhtml
Duister_lot_split_30.xhtml
Duister_lot_split_31.xhtml
Duister_lot_split_32.xhtml
Duister_lot_split_33.xhtml
Duister_lot_split_34.xhtml
Duister_lot_split_35.xhtml
Duister_lot_split_36.xhtml
Duister_lot_split_37.xhtml
Duister_lot_split_38.xhtml
Duister_lot_split_39.xhtml
Duister_lot_split_40.xhtml
Duister_lot_split_41.xhtml
Duister_lot_split_42.xhtml
Duister_lot_split_43.xhtml
Duister_lot_split_44.xhtml
Duister_lot_split_45.xhtml
Duister_lot_split_46.xhtml
Duister_lot_split_47.xhtml
Duister_lot_split_48.xhtml
Duister_lot_split_49.xhtml
Duister_lot_split_50.xhtml
Duister_lot_split_51.xhtml
Duister_lot_split_52.xhtml
Duister_lot_split_53.xhtml
Duister_lot_split_54.xhtml
Duister_lot_split_55.xhtml
Duister_lot_split_56.xhtml
Duister_lot_split_57.xhtml
Duister_lot_split_58.xhtml
Duister_lot_split_59.xhtml
Duister_lot_split_60.xhtml
Duister_lot_split_61.xhtml
Duister_lot_split_62.xhtml
Duister_lot_split_63.xhtml
Duister_lot_split_64.xhtml
Duister_lot_split_65.xhtml
Duister_lot_split_66.xhtml