•22•

Matt Riggs zat in zijn pick-up langs de kant van een scherpe bocht in de weg. Hij tuurde door een lichtgewicht veldkijker. Met zijn ervaren oog zag hij dat het beboste, nogal steil hellende terrein nagenoeg ondoordringbaar was. De achthonderd meter lange kronkelende privéasfaltweg die naar rechts leidde, vormde een T-kruising met de weg waar hij nu langs stond. Daarachter, wist hij, lag een groot landgoed vanwaar je een schitterend uitzicht had op de nabijgelegen bergen. Maar dat landgoed, omgeven door dicht bos, was vanaf geen enkele plaats te zien, behalve vanuit de lucht. Daardoor vroeg hij zich opnieuw af waarom de eigenaar zoveel geld aan een dure omheining wilde besteden. Het landgoed had al de beste natuurlijke omheining.

Riggs haalde zijn schouders op en bukte zich om een paar Overland-laarzen aan te trekken, en daarna trok hij zijn jas aan. Toen hij uit zijn wagen stapte, sloeg de kille wind tegen hem aan. Hij zoog de frisse lucht in zijn longen en streek door zijn ongekamde donkerbruine haar. Nadat hij eerst zijn spieren wat losser had gemaakt, trok hij leren handschoenen aan. Hij zou er bijna een uur over doen om langs de lijn te lopen waar de omheining moest komen. Volgens de plannen moest de omheining twee meter tien hoog worden. Hij moest van massief staal zijn dat glanzend zwart was gelakt, en elke stijl moest in zestig centimeter beton worden geplaatst. Met onregelmatige tussenruimten moesten elektronische sensoren worden aangebracht, en langs de bovenrand moesten gevaarlijk scherpe pieken komen. De toegangshekken aan de voorkant, bevestigd aan betonnen zuilen van een meter tachtig hoog en een meter twintig in het vierkant, voorzien van een buitenlaag van baksteen, zouden in dezelfde stijl worden opgetrokken. Verder was gevraagd om een videocamera, een intercomsysteem en een slotmechanisme op de grote hekken, sterk genoeg om te zorgen dat iemand wel met een Abrams-tank frontaal in de aanval moest gaan om die hekken zonder toestemming van de eigenaar open te krijgen. Riggs had de indruk dat die toestemming niet vaak zou worden gegeven.

In Albemarle County, grenzend aan Nelson County in het zuidwesten, Greene County in het noorden, en de county’s Fluvanna en Louisa in het oosten, woonden veel rijke mensen. Sommigen waren beroemd, anderen niet, maar ze hadden allemaal één ding met elkaar gemeen: ze hunkerden naar privacy en wilden daar royaal voor betalen. Daarom verbaasde het Riggs niet zo erg dat de bewoners van dit landgoed deze voorzorgsmaatregel wilden nemen. Alle onderhandelingen waren door een gemachtigde tussenpersoon gevoerd. Riggs veronderstelde dat iemand die zich zo’n omheining kon veroorloven, waarvan de kosten moeiteloos in de honderdduizenden dollars liepen, waarschijnlijk wel wat beters te doen had dan met een eenvoudige aannemer om de tafel te gaan zitten.

Met de kijker aan zijn hals sjokte hij over de weg, tot hij een smal paadje vond dat het bos in leidde. Het was duidelijk wat de twee moeilijkste aspecten van het karwei waren: het transport van het zware materiaal naar boven en het feit dat zijn mannen zo weinig ruimte hadden om te werken. Beton mengen, stijlen inslaan, de secties klaarleggen, het terrein vrijmaken, de zware secties op hun plaats zetten; dat alles vereiste ruimte, en die ruimte zouden ze hier niet hebben. Hij was blij dat hij een fors extra bedrag had gevraagd, plus een voorziening voor het geval dat de kosten om precies die redenen hoger zouden oplopen dan werd verwacht. De eigenaar had blijkbaar geen maximumprijs vastgesteld, want de gemachtigde was prompt akkoord gegaan met het enorme bedrag waar Riggs op uitkwam. Niet dat hij klaagde. Dit ene karwei maakte dit jaar tot het beste jaar sinds hij in het vak zat. En hoewel hij nog maar drie jaar geleden voor zichzelf was begonnen, had zijn bedrijf vanaf de eerste dag in de lift gezeten. Hij ging aan het werk.

De bmw kwam langzaam de garage uit en reed over de oprijlaan. De weg naar beneden werd aan weerskanten geflankeerd door een hek van eikenhout, vier planken hoog, dat maagdelijk wit was geverfd. Het grootste deel van het vrijgemaakte terrein was omgeven door hetzelfde soort hek. De witte lijnen contrasteerden scherp met het groene landschap. Het was nog geen zeven uur in de morgen en de stilte van de dag was nog niet verbroken. Die ritjes in de vroege ochtend waren een kalmerend ritueel voor LuAnn geworden. Ze keek in haar spiegeltje naar het huis achter haar. Het was opgetrokken van prachtige Pennsylvania-steen en verweerde bakstenen, met een rij nieuwe witte zuilen om de diepe voorveranda heen. Ondanks zijn imponerende grootte was het een stijlvol huis, met een dak van leiplaten, oud uitziende koperen goten en talloze openslaande tuindeuren.

Toen de auto, rijdend over de oprijlaan, uit het zicht van het huis verdween, richtte LuAnn haar blik weer op de weg. Plotseling nam ze haar voet van het gaspedaal en trapte op de rem. Een man zwaaide naar haar. Hij hield haar met zijn armen over elkaar aan. Ze reed langzaam door en stopte. Hij kwam naar het raam aan de bestuurderskant en vroeg haar met een gebaar het open te doen. Vanuit haar ooghoek zag ze de zwarte Honda op een grasstrook langs de weg staan.

Ze keek hem met grote argwaan aan, maar drukte toch op de knop en het raam kwam een klein eindje omlaag. Ze hield haar voet op het gaspedaal om in volle vaart weg te kunnen rijden als dat nodig was. Overigens zag hij er onschuldig genoeg uit. Hij was een man van middelbare leeftijd, tenger gebouwd, met een baard die grijs aan de randen was.

‘Kan ik u helpen?’ vroeg ze. Ze probeerde zijn blik te ontwijken en was tegelijk bedacht op plotselinge bewegingen van zijn kant.

‘Ik geloof dat ik de weg kwijt ben. Is dit het oude Brillstein-landgoed?’ Hij wees over de weg naar het huis.

LuAnn schudde haar hoofd. ‘We wonen hier nog maar kort, maar dat was niet de naam van de eigenaars voor ons. Het heette Wicken’s Hunt.’

‘O, ik had kunnen zweren dat ik hier goed was.’

‘Wie zoekt u?’

De man boog zich naar voren. Het was of zijn gezicht haar hele raam opvulde. ‘Misschien kent u haar. Ze heet LuAnn Tyler en ze komt uit Georgia.’

LuAnn zoog een mondvol lucht in, zo vlug dat ze bijna kokhalsde. De verbijstering op haar gezicht was niet te verbergen.

Thomas Donovan, zijn gezicht een en al tevredenheid, boog zich nog verder naar voren. Zijn lippen bevonden zich nu ter hoogte van haar ogen. ‘LuAnn, ik wil met je praten. Het is belangrijk en...’

Ze trapte op het gaspedaal en Donovan moest achteruit springen om te voorkomen dat de bmw over zijn voeten reed.

‘Hé!’ riep hij haar na. De auto was al bijna uit het zicht verdwenen. Donovan rende naar zijn auto, startte hem en reed met grote snelheid achter haar aan. ‘Jezus!’ zei hij in zichzelf. Hij was asgrauw.

Donovan had de telefoondienst in Charlottesville gebeld, maar ze hadden geen nummer van Catherine Savage. Het zou hem ook hebben verbaasd als ze dat wel hadden gehad. Iemand die al zoveel jaren op de vlucht was, had er geen behoefte aan dat iemand haar telefoonnummer kon opvragen. Na lang nadenken had hij besloten dat een directe benadering waarschijnlijk de beste en in elk geval de productiefste methode was. Hij had het huis de afgelopen week geobserveerd, had gezien dat ze elke ochtend in alle vroegte een eind ging rijden, en had deze dag uitgekozen om contact te leggen. Hoewel hij bijna overreden was, deed het hem goed dat hij gelijk bleek te hebben. Hij had haar die vraag zonder omhaal gesteld, omdat het de enige trefzekere manier was om achter de waarheid te komen. En nu wist hij het. Catherine Savage was LuAnn Tyler. Ze zag er heel anders uit dan op de videobeelden en foto’s van tien jaar geleden. Haar gezicht was erg subtiel veranderd. Geen enkele individuele verandering was echt dramatisch, maar het algeheel effect was duidelijk. Als ze niet zo verbijsterd had gekeken en niet zo hard was weggereden, zou Donovan nog niet hebben geweten dat ze het was.

Hij keek nu naar de weg die voor hem lag. Hij had net een glimp van de grijze bmw opgevangen. Die reed nog een heel eind voor hem uit, maar op de bochtige bergweg kon zijn kleinere, meer wendbare Honda snel inlopen. Hij hield er niet van om de waaghals uit te hangen. Daar had hij in zijn jongere jaren al niet van gehouden, toen hij gevaarlijke gebeurtenissen op de hele wereld versloeg, en hij had er nu een nog grotere hekel aan. Aan de andere kant moest hij haar aan het verstand brengen wat hij probeerde te doen. Hij moest haar zo ver krijgen dat ze naar hem luisterde. En hij moest zijn verhaal krijgen. Hij had de afgelopen zeven maanden niet dag en nacht aan haar opsporing gewerkt om haar nu gewoon weer te zien verdwijnen.

Matt Riggs bleef even staan om het terrein weer in ogenschouw te nemen. De lucht was hier boven zo zuiver, de hemel zo blauw, de vrede en stilte zo etherisch, dat hij zich weer afvroeg waarom hij toch zo lang in de grote stad was blijven wonen, waarom hij niet eerder in een rustiger, zij het misschien wat minder opwindende, streek was gaan wonen. Na jaren omringd te zijn geweest door miljoenen gestresste, steeds agressievere mensen, kon hij nu weer het gevoel hebben dat hij alleen op de wereld was, soms zelfs minutenlang, en dat was rustgevender dan hij zich ooit had kunnen voorstellen. Hij wilde net de kadasterkaart uit zijn jasje halen om nog eens gedetailleerd te kijken waar de grens van het terrein liep, toen alle gedachten aan werk in dat vredige landschap in één klap verdwenen.

Hij keek met een schok om en bracht bliksemsnel de kijker naar zijn ogen om zich te concentreren op wat het ook was dat de stilte van de ochtend zo wreed verstoorde. Hij had de bron van de geluidsexplosie al gauw gevonden. Tussen de bomen door zag hij twee auto’s over de weg van het landgoed racen, allebei met veel geronk. De voorste auto was een grote bmw Sedan. De auto daarachter was kleiner. Wat de kleinere auto aan kracht tekortkwam, maakte hij op de bochtige weg meer dan goed met zijn wendbaarheid. Gezien de snelheid waarmee ze alle twee reden, leek het Riggs niet onwaarschijnlijk dat ze tegen een boom zouden eindigen, of ondersteboven in een van de diepe greppels aan weerskanten van de weg.

Wat hij daarna door zijn kijker zag, was voldoende aanleiding voor hem om zich meteen om te draaien en zo hard als hij kon naar zijn wagen terug te rennen.

De rauwe angst op het gezicht van de vrouw in de bmw , zoals ze achterom had gekeken om te zien of haar achtervolger dichterbij kwam, en het grimmige gezicht van de man die kennelijk achter haar aan zat, wekten alle instincten die hij in zijn vorige leven had opgebouwd ogenblikkelijk tot leven.

Hij startte de auto, al wist hij nog niet precies wat hij ging doen. Niet dat hij veel tijd kreeg om daarover na te denken. Hij reed de weg op en maakte onderwijl zijn gordel vast. Meestal had hij een jachtgeweer achterin liggen om zich tegen slangen te verweren, maar dat was hij vanmorgen vergeten. Hij had wat schoppen en een koevoet achterin liggen, al hoopte hij dat hij die dingen nu niet hoefde te gebruiken.

Terwijl hij over de weg reed, doken de twee auto’s op de hoofdweg voor hem op. De bmw nam de bocht bijna op twee wielen alvorens zich te stabiliseren, op de voet gevolgd door de andere auto. Maar er kwam nu een recht stuk en de bmw kon zijn meer dan driehonderd paardenkrachten ten volle gebruiken. In een ommezien had de vrouw de afstand tussen haar en haar achtervolger tot tweehonderd meter vergroot, een afstand die met de seconde groter werd. Dat zou niet zo blijven, wist Riggs, want er naderde nu een bocht die aanspraak kon maken op dodemansstatus. Hij hoopte vurig dat de vrouw het wist. Zo niet, dan zou hij de bmw straks in een bal van vuur zien veranderen, wanneer de vrouw van de weg af vloog en in een leger van dikke loofbomen terechtkwam. Toen dat bijna dreigde te gebeuren, had hij eindelijk een plan gemaakt. Hij drukte op het gaspedaal, zijn truck vloog naar voren en hij probeerde de tweede auto in te halen, waarvan hij nu zag dat het een zwarte Honda was. De man had blijkbaar al zijn aandacht op de bmw gericht, want toen Riggs hem links passeerde, keek de man niet eens zijn kant op. Maar hij reageerde wel meteen, en woedend, toen Riggs hem sneed en de snelheid onmiddellijk terugbracht tot dertig kilometer per uur. Riggs zag dat de vrouw, een eind verder, in haar spiegeltje keek, haar blik gericht op Riggs, die zo fortuinlijk voor haar op het toneel was verschenen. Intussen leverden Riggs en de Honda een felle strijd om dominantie op de weg. Riggs probeerde haar met gebaren te kennen te geven dat ze langzamer moest rijden, probeerde haar te laten begrijpen wat hij aan het doen was. Hij kon niet zien of ze het begreep of niet. Als de lussen van een ratelslang slingerden de truck en de Honda heen en weer over de smalle weg. Ze kwamen gevaarlijk dicht bij de steile afgrond aan de rechterkant. Op een gegeven moment gleden de wielen van de truck een eindje weg in de grindberm. Riggs zette zich al schrap voor de duik over de rand, maar kreeg zijn voertuig toen weer onder controle. De bestuurder van de Honda deed zijn uiterste best om hem te passeren en drukte constant op de claxon. Maar in zijn verleden had Riggs zijn portie gevaarlijk en snel rijden gehad. Het was dan ook geen enkel probleem voor hem om alle manoeuvres van de andere man te volgen. Een minuut later gingen ze de bijna V-vormige bocht door, met links een steile rotswand en rechts een bijna verticale afgrond. Riggs keek angstig de steile helling af, bang dat hij daar het wrak van de bmw zou zien liggen. Hij slaakte een zucht van verlichting toen hij niets zag. Hij keek op naar de weer rechte weg, zag in de verte nog even een bumper glinsteren en toen was de grote Sedan helemaal uit het zicht verdwenen. Eerst had hij vooral bewondering. De vrouw was niet of nauwelijks langzamer gaan rijden toen ze die bocht doorging. Zelfs met een snelheid van dertig kilometer per uur had Riggs het geen veilig gevoel gevonden. Verdraaid nog aan toe.

Riggs stak zijn hand naar het handschoenenvakje uit en pakte zijn mobiele telefoon. Hij wilde net 911 intoetsen toen de Honda opeens veel agressiever werd en zijn truck van achteren ramde. De telefoon vloog uit zijn hand en sloeg tegen het dashboard aan stukken. Riggs vloekte, herstelde zich, klemde het stuurwiel vast, schakelde terug en ging nog langzamer rijden. De Honda bleef tegen hem opbotsen. Uiteindelijk gebeurde wat hij hoopte dat zou gebeuren: de voorbumper van de Honda en de zware achterbumper van de truck raakten aan elkaar vast. Aan het geknars van de versnellingsbak van de Honda kon hij horen dat de andere bestuurder verwoede pogingen deed zijn voertuig los te krijgen, maar zonder succes. Riggs keek in het spiegeltje en zag de hand van de man naar zijn handschoenenvakje gaan. Riggs was niet van plan om af te wachten of daar een wapen uit zou komen of niet. Hij bracht de truck abrupt tot stilstand, zette hem in zijn achteruit en de twee auto’s gingen ronkend achteruit de helling af. Tot zijn voldoening zag hij dat de man in de Honda met een ruk overeind ging zitten en in paniek het stuurwiel vastgreep. Riggs ging langzamer rijden toen hij bij de bocht kwam, ging daaromheen en vloog toen weer naar voren. Toen hij op een recht stuk kwam, gooide hij het stuur opeens naar links, zodat de Honda tegen de rotswand langs de weg sloeg. Door de schok raakten de twee voertuigen van elkaar los. De andere bestuurder was zo te zien niet gewond. Riggs gooide de truck in de versnelling en ging er snel vandoor om de bmw te achtervolgen. De eerste minuten keek hij voortdurend in zijn spiegeltje, maar de Honda was nergens te bekennen. Misschien kon de wagen niet meer rijden, of misschien had de bestuurder besloten een punt achter zijn roekeloosheid te zetten.

De adrenaline werd nog enkele minuten door Riggs lichaam gestuwd, en toen kwam hij enigszins tot rust. Hoewel de gevaren van zijn vroegere beroep vijf jaar achter hem lagen, hadden deze vijf minuten hem weer levendig herinnerd aan de vele gevaarlijke situaties die hij ternauwernood had overleefd. Hij had nooit verwacht, en nooit gewenst, dat hij in de slaperige ochtendmist van het landelijke Virginia die angsten opnieuw zou beleven. Zijn beschadigde bumper kletterde tegen de weg. Uiteindelijk ging Riggs langzamer rijden, want de achtervolging van de bmw was zinloos. Er waren talloze zijwegen, die de vrouw kon inslaan. Ze was waarschijnlijk allang verdwenen. Riggs zette de truck langs de kant van de weg, haalde een pen uit zijn borstzakje en noteerde de kentekens van de Honda en de bmw op de blocnote die aan zijn dashboard geplakt zat. Hij scheurde het velletje papier los en stak het in zijn zak. Hij wist tamelijk zeker wie in de bmw had gezeten. Iemand die in het grote huis woonde. Hetzelfde grote huis waar hij een dure omheining omheen moest zetten. Hij begreep opeens veel beter waarom de eigenaar dat wilde. En de vraag die hem nu het meest interesseerde, was: waarom? Peinzend reed hij weg. De vredigheid van de ochtend was onherstelbaar verstoord door de uitdrukking van pure angst op het gezicht van een vrouw.

Duister lot / druk 1
titlepage.xhtml
Duister_lot_split_0.xhtml
Duister_lot_split_1.xhtml
Duister_lot_split_2.xhtml
Duister_lot_split_3.xhtml
Duister_lot_split_4.xhtml
Duister_lot_split_5.xhtml
Duister_lot_split_6.xhtml
Duister_lot_split_7.xhtml
Duister_lot_split_8.xhtml
Duister_lot_split_9.xhtml
Duister_lot_split_10.xhtml
Duister_lot_split_11.xhtml
Duister_lot_split_12.xhtml
Duister_lot_split_13.xhtml
Duister_lot_split_14.xhtml
Duister_lot_split_15.xhtml
Duister_lot_split_16.xhtml
Duister_lot_split_17.xhtml
Duister_lot_split_18.xhtml
Duister_lot_split_19.xhtml
Duister_lot_split_20.xhtml
Duister_lot_split_21.xhtml
Duister_lot_split_22.xhtml
Duister_lot_split_23.xhtml
Duister_lot_split_24.xhtml
Duister_lot_split_25.xhtml
Duister_lot_split_26.xhtml
Duister_lot_split_27.xhtml
Duister_lot_split_28.xhtml
Duister_lot_split_29.xhtml
Duister_lot_split_30.xhtml
Duister_lot_split_31.xhtml
Duister_lot_split_32.xhtml
Duister_lot_split_33.xhtml
Duister_lot_split_34.xhtml
Duister_lot_split_35.xhtml
Duister_lot_split_36.xhtml
Duister_lot_split_37.xhtml
Duister_lot_split_38.xhtml
Duister_lot_split_39.xhtml
Duister_lot_split_40.xhtml
Duister_lot_split_41.xhtml
Duister_lot_split_42.xhtml
Duister_lot_split_43.xhtml
Duister_lot_split_44.xhtml
Duister_lot_split_45.xhtml
Duister_lot_split_46.xhtml
Duister_lot_split_47.xhtml
Duister_lot_split_48.xhtml
Duister_lot_split_49.xhtml
Duister_lot_split_50.xhtml
Duister_lot_split_51.xhtml
Duister_lot_split_52.xhtml
Duister_lot_split_53.xhtml
Duister_lot_split_54.xhtml
Duister_lot_split_55.xhtml
Duister_lot_split_56.xhtml
Duister_lot_split_57.xhtml
Duister_lot_split_58.xhtml
Duister_lot_split_59.xhtml
Duister_lot_split_60.xhtml
Duister_lot_split_61.xhtml
Duister_lot_split_62.xhtml
Duister_lot_split_63.xhtml
Duister_lot_split_64.xhtml
Duister_lot_split_65.xhtml
Duister_lot_split_66.xhtml