34
Ik sliep zes uur aan een stuk, werd wakker, nam een late lunch en
viel een uur later weer in slaap. Het was al dinsdagochtend toen ze
me uiteindelijk uit de Urgent Care-kliniek ontsloegen, weliswaar
verzwakt en gehavend, maar min of meer gezond. De dokter had mijn
borst gehecht (het bleek slechts een vleeswond te zijn) en me vol
gestopt met antibiotica. Hij had de diverse snij- en schaafwonden
gewassen en ontsmet en de behandeling afgerond met een
tetanusinjectie. De marathon zou ik de daaropvolgende weken niet
lopen, maar ik liep ten minste weer zonder hulp. Daarna begon de
vervelendste episode. Ik moest mijn verklaring bij de politie
afleggen. Omdat Lisa twee staatsgrenzen had overschreden, was het
een federale misdaad en er waren inmiddels twee fbi-agenten gearriveerd. Het leek me het eenvoudigst
om bij het begin te beginnen. 'Waarom belde u de politie niet
meteen toen u haar had gevonden?' vroegen ze steeds. Ik kon
tegenover hen alleen maar herhalen wat ik tegen Larkin McCray had
gezegd, namelijk dat ik destijds had gedacht dat ik er goed aan
deed.
Ze hadden heel veel belangstelling voor de identiteit van Ken, maar ik dacht niet dat we hem ooit terug zouden vinden. Later, toen ik ze naar het huisje van Jimmie bij Burney had geleid, vonden ze tussen het afval mijn visitekaartje waarop ik het kenteken van Ken had genoteerd. Ken werd nog diezelfde avond opgepakt. Lisa en ik zullen ergens in dit decennium wel een keer tegen hem moeten getuigen, gezien de structuur van ons rechtssysteem. Het goede nieuws was dat Ken de borgsom van een miljoen dollar niet kon ophoesten en daarom in de federale gevangenis op Terminal Island, Washington, wacht tot zijn zaak voorkomt.
Ray, de man die ik in het Belair Motel met de lampvoet had geslagen, hebben ze nooit gevonden. (Toen ik weer thuis was, heb ik George een cheque van honderd dollar gestuurd als compensatie voor de kapotte lamp en de ingetrapte deur. Achteraf gezien vond ik dat ik hem dat schuldig was.)
Het lijk van Eric werd door een paar wandelaars gevonden op een paar honderd meter van de 299, zo'n vijftien kilometer ten westen van Burney. Er werd wel een gerechtelijk vooronderzoek ingesteld, maar toen de fbi-agenten een afschrift van hun rapport voorlegden en Carlos Ramirez erheen ging om namens mij een verklaring af te leggen, werd Erics dood al gauw gezien als een duidelijk geval van noodweer.
Ik maakte me een beetje ongerust over de pick-up vol met marihuana, maar de dienders luisterden slechts naar dat deel van mijn verhaal, zonder aantekeningen te maken, en ze kwamen nooit meer op het incident terug. En ik evenmin.
Ik belde de predikant op toen ik uit het ziekenhuis werd ontslagen om te zeggen dat ik zijn auto over een paar dagen zou terugbrengen. Ik slaagde erin een garagebedrijf te vinden dat de wagen kon reinigen en zelfs het bloed uit de zitting kreeg. Ik vertelde Isaiah dat ik zijn gereedschapskist kwijt was geraakt, maar dat ik hem een nieuwe zou geven. Volgens mij had hij best in de gaten dat ik een paar details uit mijn verhaal wegliet, maar hij was te veel heer om er een opmerking over te maken.
Dinsdagavond at ik bij de ouders van Lisa. Carlos reed me erheen en het leek wel of er een volksfeest aan de gang was - overal hingen gele linten, aan huizen, verkeersborden, takken. En waar het lint op was, hadden ze garen, plakband en zelfs guirlandes van gele memovelletjes gebruikt.
Woensdagmorgen vertrok ik. Bill en Peggy zwaaiden me uit. Bill verzekerde me met klem dat hij me alles wilde schenken wat hij bezat, maar dat hij me onmogelijk kon vergoeden wat ik voor Lisa had gedaan. Ik trachtte hem duidelijk te maken dat de zaak voor mijn gevoel precies andersom lag.
Toen het tijd was om te gaan, nam ik Lisa apart om afscheid te nemen. Ik zei tegen haar dat ze alles wat er met haar was gebeurd, moest vergeten en de draad van haar eigen leventje weer moest oppakken. Ze moest zich niet laten kisten door de Jimmies van deze wereld. Ik zei nog meer van dat soort dingen, waarvan ze een groot deel waarschijnlijk niet eens snapte. Naarmate ik langer doorpraatte, voelde ik me steeds ouder en dwazer worden. Maar toen verraste ze me.
'Ik zal doen wat je hebt gevraagd,' zei ze. 'Heb ik je iets gevraagd? Wat dan?'
'Dat ik iemand anders help, net zoals je mij hebt geholpen. Dat vergeet ik heus niet.' Ik keek haar aan en probeerde te zeggen wat ik in mijn binnenste voelde, maar dat lukte niet. Ik gaf haar een knuffel en fluisterde in haar oor: 'Je bent een lieve schat.' Ik bracht het filmpje weg en liet de foto waarop Lisa, Bill en Peggy stonden, uitvergroten. Vrijdagmorgen ging ik naar kantoor. Ik haastte me langs de receptioniste en liep rechtstreeks door naar mijn kamer, waar ik de ingelijste foto ophing. Daar was ik net mee klaar, toen Rick Barnes binnenkwam.
'Wat is er in vredesnaam aan de hand, Peter?' wilde hij weten. 'Ook goeiemorgen, Rick.'
'Er liggen boodschappen voor je van de fbi. Iets over data afspreken voor het opnemen van je getuigenverklaring? Je auto werd verlaten aangetroffen in de buurt van Tulare. Tulare, nou vraag ik je! Je ziet eruit alsof je een veldslag hebt geleverd. Wat is er gebeurd?' Ik keek hem aan en probeerde het uit te leggen.
'Er was een klein meisje... Vorige week donderdag, toen ik onderweg was naar Baumbach, stopte ik ergens om aspirines te kopen. Daar zag ik een kind, dat meisje, en ze had, ze had, die man had...' Mijn stem haperde. Ik wendde me af, haalde diep adem, knipperde met mijn ogen en maakte me los van het raam.
'Ik kan het niet uitleggen, Rick,' zei ik ten slotte. 'Nog niet. Misschien schrijf ik het allemaal wel op, dan kun je het lezen. Wie weet komt het dan wat logischer over.'
En dat heb ik gedaan. Ik heb het opgeschreven, maar ik weet niet of ik het ooit aan Rick of iemand anders zal laten zien, die er niet rechtstreeks bij betrokken is geweest. De predikant laat ik het wel lezen, denk ik. Ik heb het gevoel dat hij alles nog het beste van iedereen zal begrijpen. Hij is over een maand jarig en ik ga naar zijn verjaardagsfeestje. Hij viert het samen met Lisa in Oakdale. Ik heb al uitnodigingen getypt voor Larkin McCray en Sal Gianinni en Bella. Die willen ook vast wel weten hoe het is afgelopen.
Bill vertelde me dat het stadje deze gelegenheid aangrijpt om Lisa's terugkeer te vieren. Iedereen is druk in de weer met het organiseren van een ouderwets barbecuefestijn, waarop de predikant, Lisa en ik eregasten zijn. Bill verwacht dat we twee of drie dagen lang niets anders zullen doen dan eten, drinken en dansen. Ik verheug me er op. Sterker nog, ik kan haast niet wachten.
Toen Rick met tegenzin mijn kamer wilde verlaten, viel zijn oog op de foto die ik net had opgehangen en hij bleef stokstijf staan. Zo'n foto is het namelijk, alleen een volstrekt gevoelloos iemand kan er zomaar aan voorbijlopen. 'Wat is dit?' vroeg hij verrast.
'Dat is de beste foto die ik ooit heb genomen. Ik heb hem daar opgehangen, zodat ik er elke dag naar kan kijken.' 'Wie zijn die mensen? Je zei iets over een klein meisje. Is ze dat? Wie is zij?'
Ik keek Rick aan en mompelde het enige wat ik sindsdien tegen wie dan ook over mijn lippen heb kunnen krijgen over de gebeurtenissen van die week. Ik wees naar de foto, naar het lachende kind dat zich koesterde en geborgen wist in de liefdevolle omhelzing van haar ouders en zei: 'Ze heet Lisa.'