7



Hoe ben ik in deze handel verzeild geraakt, vroeg Jimmie zich weleens af. Maar niet vaak. Hij had geen beschouwende natuur. Jimmie Devries dacht zelden aan het verleden, laat staan dat hij erover nadacht. Hij kende geen spijt en geen langetermijn-doelstellingen, behalve dan een vaag verlangen om zo rijk te worden dat hij de hele dag met een rum-cola onder een palmboom kon zitten en met willig vrouwvolk de koffer in kon duiken. Niet dat hij er echt plannen voor had gemaakt. Eigenlijk had hij nooit over zijn toekomst nagedacht. Jimmie was opgegroeid op de Texaanse vlakte en kwam al jong tot de slotsom dat er betere plekken moesten zijn om te wonen dan in een uitgedroogd stadje dat door vrachtwagens werd aangedaan en omgeven was door zand, cactussen en struikgewas. Hij ontsnapte aan Stone Flats in Texas door bij het leger te gaan. Jimmie maakte nog net het staartje van de oorlog in Vietnam mee en snapte niet waarom er zo op gemopperd werd. Veel opwinding, geld, als je wist hoe je eraan kon komen, en meer vrouwen dan je in je hele leven kon naaien. En het leger waardeerde zijn werk.

Jimmie wist meer informatie, meer 'medewerking' los te krijgen van verdachte vc-aanhangers en geheime agenten dan wie ook van zijn onderdeel. Het was een goed leven, tot de oorlog voorbij was. Jimmie had wel in het leger willen blijven, maar toen hij thuiskwam begon de ellende. Regels, regels en nog eens regels. Je kon niet eens gaan pissen zonder schriftelijke toestemming. Hij had de hele dag niets anders te doen dan papieren schuiven en salueren naar meerderen. Het Amerikaanse leger was saai geworden, krenterig, en bood maar weinig uitzicht op verbetering of beloning voor iemand met Jimmies talent.

In '74 keek Jimmie uit naar ander werk en hij was nog steeds een jongen, als je niet te diep in zijn uitdrukkingsloze grijze ogen keek. Hij had waardevolle lessen geleerd in het leger: de voordelen van het plannen, organiseren en beramen van een doortimmerde strategie, toegesneden op het doel van je missie.

Een poos lang liet Jimmie zich inhuren voor allerlei klussen, nu eens een overvalletje op een supermarkt, dan weer een juwelierszaak, maar zijn eerste arrestatie genas hem van elke ambitie om loopjongen te blijven. Een van de halvegaren waarmee hij de juwelierszaak overviel, sloeg de winkelbediende met de kolf van zijn pistool neer. Daardoor deden ze bij de politie een beetje beter hun best dan anders waarschijnlijk het geval zou zijn geweest, wat inhield dat ze een verklikker honderd dollar toestopten om erachter te komen wie te veel geld uitgaf en wie er dameshorloges vanuit de kofferbak van zijn auto verkocht. Jimmies maat werd al snel opgepakt en hij verlinkte Devries onmiddellijk.

Ondanks de dreigementen van de rechercheurs, gepaard gaande met vage beloften over 'strafvermindering' als hij meewerkte, hield Jimmie zijn mond stijf dicht en werd zijn zaak uiteindelijk geseponeerd toen de politie geen bewijs kon vinden om de beweringen van zijn maat te staven, want alleen de verklaring van een medeplichtige is volgens de wet onvoldoende om iemand te veroordelen. Jimmie leerde zijn lesje. Van toen af aan was hij zelf de baas. Om te voorkomen dat hij nog eens zou worden verlinkt, werd Jimmies voormalige partner negen maanden later op de stoep voor de Gray Bar Tavern aangetroffen met een uitgesneden tong, dood. De politie had nooit iets kunnen bewijzen, maar de boodschap was duidelijk: met Jimmie Devries viel niet te spotten.

Daarna werkte Jimmie een hele poos als leermeester, hij beraamde overvallen voor een percentage van de opbrengst, maar deed zelden persoonlijk mee. Zijn legertraining kwam hem goed van pas bij het organiseren van de misdaad en bij het opeisen van zijn aandeel in de buit.

Naarmate de jaren verstreken, breidde Jimmie zijn activiteiten uit: af en toe wat drugssmokkel, elk jaar een of twee grote roofovervallen, en hij genoot een groeiende reputatie als specialist. Als het genoeg opleverde en niet te link was, ruimde Jimmie iemand voor je uit de weg, voorgoed. Aangezien Jimmie nooit belasting betaalde, had hij aardig wat geld opgepot, totdat hij Linda ontmoette. Het leek wel alsof hij al zijn domheid had opgespaard voor één grote braspartij. Tegen de tijd dat die voorbij was, was hij anderhalve ton armer - een bedrag dat grotendeels tegelijk met Linda was verdwenen. Jimmie speelde vaak met de gedachte hoe hij haar van kant zou maken, hoe hij het precies zou aanpakken en hoe lang ze erover zou doen om dood te gaan - als hij haar kon vinden. Maar Linda heette nu Debbie, woonde in Miami en was getrouwd met een succesvol orthopedisch chirurg. Het was niet erg waarschijnlijk dat hun paden elkaar ooit nog zouden kruisen.

Dus omdat hij omhoog zat en inmiddels te oud was om geldloketten te overvallen, legde Jimmie zich toe op het ontvoeren van kinderen. Het juiste kind bracht tussen de vijfentwintig en vijftigduizend dollar op, misschien nog wel meer als je een 'gemotiveerde' koper kon vinden. Bovendien kon je ze herhaaldelijk verkopen. Als de koper het kind zat werd en een nieuw speeltje wilde, dan kon je het kind, als hij het niet had vermoord, doorverkopen aan iemand anders. Als het kind de leeftijd van twaalf of dertien jaar haalde, kon je nog eens tien of vijftienduizend dollar krijgen van een pooier die haar voor zich liet tippelen. Er was natuurlijk niet veel meer van ze over tegen de tijd dat ze negentien of twintig jaar oud waren, als ze al zo lang leefden, maar dat was Jimmies probleem niet. En tot nu toe was het allemaal goed gegaan. Zijn huidige problemen waren niet onoverkomelijk. Het lijk van Ray zou in het bos verdwijnen. Niemand zou hem missen. Lisa en Peter Howard waren nog op vrije voeten, maar Jimmie was ervan overtuigd dat Eric en hij dat probleem binnenkort zouden hebben verholpen.