21



Vlak na het eten kreeg Carlos het telefoontje.

'Carlos, met Bob Jamison. Ik heb een paar keer beet gehad met je foto.'

'O ja?'

'Een dienster in het cafetaria heeft hun ontbijt geserveerd en een winkelbediende van een tweedehandswinkel heeft ze kleren verkocht.'

'Ze? De man en het meisje?'

'Ze zeggen dat zij het is. De winkelbediende wist het niet helemaal zeker, maar de dienster wel. Ze durft te zweren dat zij het kind van het pamflet is. Maar je weet hoe diensters zijn.' 'Hoe ging het met haar? Mankeerde ze niks? Was ze angstig? Probeerde ze te ontsnappen?'

'Nee, juist het tegenovergestelde. De dienster zei dat hij heel goed voor haar zorgde. Ze zei dat het meisje naar hem glimlachte en een vrolijke indruk maakte. Niet het kenmerkende gedrag van een ontvoeringsslachtoffer, maar je weet hoe het zit met het Stockholm-syndroom.'

Weet je ook waar ze heen gingen? Zijn ze nog in de stad?' 'De winkelbediende zei dat de man de eigenaar hielp om een vracht meubels naar zijn winkel in Adin te brengen. Ik heb het nummer in Adin gebeld, maar krijg geen gehoor. We weten wel waar de eigenaar verblijft als hij in Adin is. Ik vermoedde dat je hem persoonlijk wilde spreken. Hij heet Salvatore Gianinni. Hier is zijn nummer.' Carlos pakte een papiertje en schreef Bella's telefoonnummer op. Even later ging bij haar de telefoon over. Bella nam op en riep Sal aan de lijn.

'Meneer Gianinni? Met brigadier Carlos Ramirez van de recherche in Oakdale, Orgeon. Ik heb uw nummer van de politie in Burney.' 'De politie in Burney? Wat is er gebeurd? Is er in mijn winkel ingebroken?'

'Nee, daar gaat het niet om. We trekken een melding na die we vandaag kregen. Vlakbij uw winkel in Burney hebben we een auto gevonden die daar was achtergelaten en uw winkelhulp vermoedde dat u de bestuurder een lift had gegeven.' 'Pete? Zoekt u Pete?'

'Mogelijk. Hoe heet hij verder?

'Zijn achternaam... Ik kan er niet opkomen, ik ben zo opgewonden. Ik weet zeker dat hij niets verkeerd heeft gedaan. Hij leek me een aardige kerel.'

'Dus hij heette Pete, Peter? Weet u zijn achternaam nog?'

'Ja, die probeer ik me te herinneren. U weet hoe dat gaat met namen.

Hij schiet me zo wel te binnen. Geef me even de tijd.'

'Wat kunt u me over hem vertellen? Waar ging hij heen?'

'Hij ging dat meisje naar huis brengen. Ach, hoe heette hij nou?'

'Ging hij het meisje naar huis brengen?'

'Ja, lief kind. Ze had belangstelling voor astrologie. Ik zei dat ik ze niet helemaal thuis kon brengen, maar ik heb gezorgd dat hij met een van mijn klanten kon meerijden.' 'Wie was dat?'

'McCray, Larkin McCray. Hij heeft een boerderij in de buurt van Alturas. Ik heb zijn nummer in de winkel. Ik kan het wel voor u halen.' 'Dat zou geweldig zijn, meneer Gianinni. U zei dat meneer McCray de man, Peter, en het meisje een lift gaf. Waarheen?' 'Naar huis, naar Alturas.' 'Hoe laat was dat?'

'Rond drie uur, half vier vanmiddag, iets in die geest. Wat heeft Peter gedaan? Hij leek me zo aardig.'

'Voor zover ik weet, meneer Gianinni, heeft hij niets gedaan. We hebben alleen een paar vragen over die bestelbus waarin hij reed. Zal ik u mijn nummer van kantoor geven zodat u me terug kunt bellen voor het telefoonnummer van meneer McCray?'

'Uitstekend. Over een kwartier, is dat snel genoeg?'

'Geweldig. Dan bel ik hem meteen. Misschien logeren ze vannacht wel bij hem. Hebben ze gezegd waar ze naartoe gingen?'

'Na Alturas, bedoelt u?'

'Ja.'

'Peter zei dat hij het meisje naar haar ouders bracht. 'Waar was dat?'

'Oregon? Ja dat was het, Oregon. Hij zei dat hij haar naar Oregon bracht. Wacht eens even, waar kwam u ook alweer vandaan?'

'Ik ben van de recherche in Oakdale, Oregon.'

'Nu snap ik het. Daarom zoekt u hem. U bent ongerust omdat hij te laat is. Ik denk dat hij autopech heeft. Ik zou me geen zorgen maken als ik u was. Hij leek me een echte doordouwer. Hij laat u hier niet stikken.'

Carlos staarde een poosje naar de muur tegenover hem en vroeg toen met een veel zachtere stem: 'Weet u de naam van het meisje nog?'

'Jazeker. Die ben ik niet vergeten. Ze zei dat ze Lisa heette.' Carlos legde de hoorn neer en probeerde te gissen wat er gebeurde, maar slaagde er niet in. Het was zo onlogisch allemaal. Enkele minuten later belde de wachtcommandant met het telefoonnummer van Larkin McCray. Carlos draaide het meteen, maar kreeg geen gehoor. Hij belde nog drie keer in het daaropvolgende halfuur, en vroeg toen aan de politie in Alturas of ze iemand langs wilden sturen. Enkele minuten later belden ze terug om te zeggen dat het huis leeg was. Wat had dit te betekenen? Lisa was vorig voorjaar ontvoerd en spoorloos verdwenen. Plotseling doemt ze uit het niets op in het gezelschap van een of andere zwerver met een bestelbus vol kogelgaten. En nu trekken ze samen liftend rond. Het zou haar toch niet echt zijn? Hij durfde het niet eens te hopen.

Moest hij Bill en Peggy bellen om een boodschap in te spreken? Nee, hij kon beter wachten tot hij meer wist. Het had geen zin om valse hoop te wekken. Morgenavond zouden ze weer thuis zijn. Waarschijnlijk bevonden de man en het meisje zich in het gezelschap van deze Larkin McCray. Zondagavond moest hij toch meer weten. Misschien was Lisa zondagavond wel... Nee, dat mocht hij niet denken. Allereerst moest hij het kenteken van het voertuig van McCray natrekken en vervolgens alle bureaus tussen Adin en Oakdale ernaar laten uitkijken. Daarvandaan liep er maar één doorgaande weg naar Oregon. Als McCray zich op de 299 of de 395 bevond, zou hij tot stoppen worden gedwongen. Carlos kon niets doen, alleen de snelweg afsluiten. En zulke extreme maatregelen waren ook weer niet nodig. De politie zou McCray beslist ergens tussen Adin en Oakdale aantreffen, nog voor middernacht, daar was Carlos van overtuigd.