Bas Banning 11 - Bas Banning en de schatgravers
Het begon in Frankfort, waar Bas Banning met zijn goede vriend Heiligers een reportage moest maken. Ze logeerden in een luxueus hotel, waar je tot je enkels wegzakte in de tapijten en twee volwassen bedienden toeschoten om het versleten schooltasje van Bas te dragen. Maar zelfs in zo'n hotel kun je zonderlinge dingen meemaken. Het gevolg was dat Bas twee dagen later op het vliegveld van Londen stond en de koffer wilde ophalen, die hij op een bepaald adres moest bezorgen. Maar toen hij bij de douane kwam, bleek heel de koffer verdwenen.
Bas wist wat hem te doen stond. Hij had de paperassen doorgekeken die zich in de koffer bevonden, en herinnerde zich de inhoud maar al te goed. Hij had een voorsprong op degenen die de papieren nu in bezit hadden, want hij kende Petershof, waarvan in de documenten sprake was. Al was Bas graag langer in Londen gebleven, hij maakte meteen rechtsomkeert naar Nederland. De volgende dag was hij al in Horsten-berg en binnen de kortste keren wist-het kleine, slaperige plaatsje dat er een zekere Bas Banning was gearriveerd. Het dorpje stond gewoon te trillen op zijn vermolmde grondvesten en werd het toneel van een wilde jacht op de schat van Petershof. En die lieve, oude tantes Anna en Hanna keken maar vol schrik en beven toe, hoe hun neef Bas gewaagde capriolen uithaalde. Maar ze deden meer dan kijken, zoals Bas later tot zijn opluchting ontdekte. Voor het echter zover was, had hij weer heel wat spannende avonturen achter de rug.