'Ik heb geen anderen gekend voor wie ik respect kon hebben.' 'Hmmpfl'
'Dat is waar! Warakan is Lahontay dankbaar dat hij deze jongen de kans geeft zich te bewijzen. Ik zal je niet teleurstellen!' Lahontay trok een zuur gezicht, maar bromde noch sprak. Ongeduldig gebaarde hij Warakan door te lopen.
Zwijgend liepen ze over het land. In het kille ochtendlicht kwam de broosheid van de oude man duidelijk uit. Hij hield vaak halt en rechtvaardigde deze rustpozen als noodzakelijk om Warakan les in spoorzoeken te geven. De jongen deed net of hij het niet doorhad. Zijn wantrouwen jegens Lahontay was verdwenen. Af en toe, als de oude man over de jacht en over rituelen vertelde, hing Warakan zelfs aan zijn lippen.
'Een man moet de plek waar Grote Poten ligt te slapen in een geest van broederliefde naderen. In een geest van broederliefde moet een man bedenken hoe hij deze prooi wil doden, want dit moet zowel voor de jager als voor de gejaagde op eervolle wijze gebeuren. Alleen dan zal de jager de eigenschappen van hem die hij gedood heeft aannemen en zo veel status in de ogen van de geesten en van zijn stam verkrijgen. Er valt alleen meer eer te behalen door het doden van een mammoet.'
'Eens zal ik mammoets doden!' pochte Warakan. Lahontay bleef plotseling stilstaan en gaf de jongen een forse por. 'Geen man mag zeggen dat hij dit of dat dier zal doden. Een man moet zijn prooi vragen om zijn leven op te geven en voedsel voor hem te worden. Als hij het dier niet eert, zal dat er niet in toestemmen te sterven en zal het volk honger lijden! Zoals ons volk hongerig geworden is! Heb je niets van onze leer en tradities opgestoken sinds je bij ons bent? Misschien is het wel jouw onbeheerste en oneerbiedige tong die ons van veel vlees heeft beroofd, jongen van de wakende ster! Geen wonder dat Namaray en de andere jongens je de hele tijd op je huid zitten!'
Berouwvol sloeg Warakan zijn blik neer. Hij wilde zich verontschuldigen en uitleggen dat hij met Namaray en de anderen in de buurt zelden de kans kreeg om aan een oudere vragen te stellen. Maar hij had al te veel gezegd. Met opeengeklemde kaken wachtte hij tot Lahontay verder zou lopen. Toen de oude man dat deed, volgde Warakan zonder iets te vragen.