13. Op het nippertje
In de daaropvolgende week had ik drie sessies met dokter
Southerby. Hij was blij dat ik zijn raad opvolgde en mijn dagboek
vulde met gedachten en gevoelens. De eerste tien minuten besteedde
hij aan het lezen ervan en stelde me dan vragen over de dingen die
ik had geschreven. Hij drong nooit op een antwoord aan als ik ook
maar enige tegenzin liet blijken. Ik bracht mijn gebarentaal zo
spontaan en elegant, dat hij er een grapje over maakte en zei dat
ik vroeger doof moest zijn geweest. Toen werd hij weer serieus en
kwam terug op het idee dat ik dagelijks gepraat moet hebben met
iemand die doof was.
'Dat lijkt me logisch, vind je niet, Laura?' vroeg hij.
Ik knikte, al wilde ik eigenlijk liever niet antwoorden. Hij
kon zijn vriendelijke ogen op een bepaalde manier strak op me
gericht houden zonder intimiderend te zijn. Ik voelde me zo
gevangen door die blik, een blik vol oprechtheid en medeleven, dat
ik mijn ogen nauwelijks kon afwenden. Ze waren biologiserend.
Tijdens de derde zitting besloot hij hypnose toe te passen. Ik had
geen idee of hij iets te weten kwam. Het ene ogenblik staarde ik
voor me uit en het volgende knipperde ik met mijn ogen en vroeg me
af hoe lang ik in zijn spreekkamer was geweest. Had hij me onder
hypnose aan het praten gekregen ? Als dat al zo was, zei hij er
niets over.
'Het is heel goed dat je je steeds minder angstig gaat voelen,
Laura, vooral over je verblijf hier.' legde hij uit nadat ik erin
had toegestemd te worden gehypnotiseerd. 'Dat is essentieel als we
vooruitgang willen boeken.'
Ik knikte glimlachend. Ik begon hem steeds meer le vertrouwen
en me zelfs te verheugen op onze sessies. Sommigen, vooral Megan,
vonden dat vreemd.
'Het is net of je het leuk vindt dat iemand zijn vingers door
je schedel boort en rondtast in je hersens,' zei ze, toen ze me
iets had gevraagd over onze sessies en zag dat ik het fijn vond met
dokter
Southerby te praten en naar hem te luisteren.
Toen ze hoorde dat ik erin had toegestemd me door hem te laten
hypnotiseren, had ze het niet meer.
'Ben je helemaal gek geworden? Je hebt geen idee wat hij met
je doet. Misschien heeft hij je kleren wel uitgetrokken," opperde
ze. Ik begon te lachen; haar gezicht vertrok, niet van woede, maar
van droefheid.
Ik probeerde een verklaring te gebaren, probeerde haar te
vertellen hoe goed dokter Southerby was en dat hij zoiets nooit zou
doen, maar de tranen sprongen algauw in haar ogen.
'Ik dacht dat jij anders was. Ik dacht dat jij me geloofde en
begreep. Alle anderen lachen me uil.'
'Ik lachje niet uit,' gebaarde ik.
Maar de tranen stroomden over haar wangen. Ze had haar handen
tot vuisten gebald en even was ik bang dat ze me zou slaan.
'Let op mi jn woorden,' sloof ze op. 'Op een dag zal het je
berouwen dat je niet naar me geluisterd hebt. Reken maar," eindigde
ze kwaad en nadrukkelijk, alsof ze mijn doodvonnis uitsprak. Toen
liep ze weg, haar rug kaarsrecht, de armen gestrekt en stijf
zwaaiend als een speelgoedsoldaatje. De laatste tijd deed ze dat
steeds vaker, liet ons alleen en ging in haar eentje weg, deed de
deur van haar kamer achter zich dicht of liep buiten rond, iedereen
mijdend.
Mijn eigen depressieve periodes, het nerveuze gevoel, waren
verminderd, maar niet de innerlijke stemmen en flashbacks. Dokter
Southerby liet me zoveel mogelijk nadenken over de dingen die ik in
mijn dagboek had opgeschreven. Hij onderzocht mijn geest; zijn
suggesties en vragen leken een scalpel in de hand van een
deskundige chirurg. Hij wist precies wanneer hij door moest gaan en
wanneer hij zich moest terugtrekken. Als iets te gevoelig werd,
begon mijn hele lichaam te trillen en bonsde mijn hart zo luid en
snel dat ik amper kon ademhalen.
Dan stopte hij, raakte mijn schouder aan, vroeg me mijn ogen
te sluiten en dieper adem te halen. Vervolgens veranderde hij van
onderwerp, en was ik even later weer rustig. Tijdens onze eerste
sessie liet hij juffrouw Dungan het borduurwerk binnenbrengen dat
ik had gemaakt. We praatten over de afbeelding, waarom ik me
daartoe aangetrokken voelde en waaraan ik dacht als ik ernaar
keek.
Het grootste deel van mijn vrije tijd bracht ik nu in het
atelier door.
De tweede keer dat ik daar was, ging ik over op borduurwerk.
Die dag zag ik een andere patiënte rustig in een hoekje zitten
borduren. Ik liep op haar af en keek een tijdje toe. Mijn vingers
voelden of ik samen met haar werkte. Miss Dungan zag mijn
belangstelling en stelde voor het ook eens te proberen. Na enkele
minuten borduurde ik of ik nooit anders had gedaan.
'Als ik dat zo zie,' zei juffrouw Dungan met een vriendelijk
knikje, 'kan ik veilig stellen datje dat heel vaak gedaan moet
hebben. Ik denk datje vingers geen amnesie hebben.' besloot ze
glimlachend.
Ze liet me een afbeelding uitzoeken en ik koos die van een
klein meisje dat op het strand speelde. Toen ik haar benen
borduurde, haar jurk en haar gezicht, stond ze me steeds
duidelijker voor ogen. Flitsen van haar glimlach, haar ogen en
zelfs het geluid van haar stem gingen mijn geheugen in en uit. Het
was iemand die ik kende en van wie ik veel hield. Maar wie? Haar
naam lag op het puntje van mijn long en haar stem tinkelde in mijn
hoofd. Het enige dat ik moest doen was ingespannen nadenken.
Maar elke keer als ik een van de geheime deuren begon te
openen waarachter de waarheid over mijn verleden verscholen lag,
vond ik hem stevig gesloten. Iets binnenin me zei dat als ik me één
ding duidelijk zou herinneren, alles uit de duistere plekken in
mijn geest zou komen tuimelen en daarmee een afschuwelijke,
afschuwelijke herinnering. Soms benam de inspanning me letterlijk
de adem en moest ik ophouden, mijn ogen sluiten en wachten tot het
trillen en de pijn in mijn hart voorbij waren.
'Dit is niet ongebruikelijk,' vertelde dokter Southerby toen
hij hierover in mijn dagboek had gelezen en zag hoezeer ik van
streek was. 'Er is een touwtrekkerij in je aan de gang, Laura, en
op een dag, over niet al te lange tijd, zal die kant het winnen die
wil dat je terugkeert in de wereld en zal het voorbij zijn. Ik
beloof het je,' zei hij.
Hij gaf me hoop en ik voelde me weer wat beter.
Ik besprak het meeste met Lawrence, die na elke sessie op me
wachtte. Hij deed of hij heel toevallig net naar de bibliotheek of
de recreatiezaal liep. Ik wist dat hij deed alsof, maar dat kon me
niet schelen. Ik vond het leuk hem meer van de gebarentaal te leren
en dan met behulp van wat ik hem geleerd had dingen uil te leggen
en met hem te bespreken.
t
'Misschien zou de hele wereld in gebarentaal moeten
spreken,
Laura,1 zei hij op een middag. 'Als je je gedachten visueel
moet uitbeelden, denk je er meer over na en zeg je niet zoveel
domme of wrede dingen tegen mensen van wie je houdt.'
Te oordelen naar de manier waarop hij zijn ogen neersloeg en
afwendde, zodat ik zijn verdriet niet kon zien, vermoedde ik dat
hij het feitelijk over zijn ouders had. Alleen zijn moeder had hem
de laatste keer bezocht en toen ik ernaar informeerde, zei hij dat
zijn vader op zakenreis was.
'Het is moeilijk via de gebarentaal tegen mensen te liegen,'
ging hij verder. 'Er is een grotere betrokkenheid. En later is het
moeilijker om tegen mensen te zeggen: "Dat heb ik niet gezegd" of
"Zo bedoelde ik het niet".'
Hij draaide zich naar me om en zuchtte diep, glimlachte toen
door zijn depressie heen.
'Misschien bof je dat niemand je komt opzoeken,' zei hij. 'Dan
kan niemand die je na staat tegen je liegen.'
Ik schudde mijn hoofd.
'We hebben altijd tegen elkaar gelogen in mijn familie,' ging
hij verbitterd verder. 'Mijn moeder zegt dat het beter is een
leugentje om bestwil te vertellen en onaangenaamheden te vermijden.
Waar het om gaal is dat iedereen weet dat de ander niet de waarheid
vertelt, maar we doen allemaal of we dat niet weten. Het is of...
of we op onze tenen op dun ijs lopen en er maar een klein duwtje
van de waarheid voor nodig is om de wereld onder onze voeten te
doen breken en ons in de vergetelheid te doen verdwijnen.
Het enige dat ik deze laatste keer hoefde te doen was te
zeggen: "Ik weet dat je liegt, mam. Pa is niet op reis. Hij wilde
gewoon niet komen." Hij vindt het vreselijk hier te komen. Altijd
als hij komt trekt hij een zuur gezicht en kijkt vol afkeer om zich
heen. Ik weet wat hij denkt. Hij denkt: wat doet hij hier? Wat doet
een zoon van mij hier?
Ik wil hier ook niet zijn,' protesteerde Lawrence. ik wil het
niet. Ik... ik wil niet dat er op deze manier aan me gedacht wordt.
Ik ben al mijn vrienden in de buitenwereld kwijtgeraakt. Hoe moet
ik daar ooit weer in terug? Wat moet ik zeggen als mensen me vragen
waar ik geweest ben en wat ik al die tijd heb gedaan? De meesten
van hen weten het trouwens en zullen me als een soort lepralijder
behandelen.'
Hij boog zijn hoofd en hief het pas weer op toen ik mijn hand
uitstak en zijn wang aanraakte. Toen glimlachte hij weer.
'Nu jij hier bent, vind ik het minder erg.' zei hij. 'Jij
luistert tenminste naar me en ik ben niet bang om met jou te
praten.'
'Dat komt omdat ik niet praat; ik gebaar alleen maar, dus kun
jij sneller tussenbeide komen,' gebaarde ik. Hij begon te lachen.
Toen stopte hij abrupt.
'Ik lach met niemand anders,' zei hij. 'Echt niet, zelfs niet
met mijn ouders. Jij bent heel bijzonder. Laura. Ik weet datje dat
bent. Daarom heb ik mezelf gedwongen me te concentreren en zoveel
mogelijk van de gebarentaal te leren. Als dat de manier is waarop
je de rest van je leven moet communiceren, zal ik er zijn om je te
begrijpen en met je te praten voor de rest van mijn leven,' bezwoer
hij me.
De zachte blik in zijn ogen deed me denken aan de ogen van
iemand anders. Zelfs de klank van zijn stem kwam me meer dan vaag
bekend voor. Als ik mijn ogen sloot en naar hem luisterde, viel ik
bijna... bijna door de duisternis terug in het licht.
Ik vertelde dokter Southerby over Lawrence en over onze
gesprekken toen hij me vroeg of ik vrienden had gemaakt. Ik vroeg
hem naar Megan. Mary Beth en Lulu. Hij trad niet in details, maar
zei wel dat ze ernstige problemen hadden. Hij verzekerde me dat ze
op den duur beter zouden worden als ze werkelijk hun best
deden.
'Je moet jezelf willen helpen. dat is de sleutel,' zei hij
docerend. Ik wist dat hij dat evenzeer voor mij bedoelde als voor
de anderen.
Ik vertelde dat aan Lawrence en hij knikte.
'Ik geef toe dat ik mezelf niet zoveel wil helpen als ik zou
moeten.' zei hij. 'Nog niet. Maar,' ging hij snel verder, 'de dag
waarop jij hier vertrekt, zal ik erg mijn best doen om je te
volgen.'
is dat een belofte?' informeerde ik.
Hij knikte en ik was zo blij voor hem dat ik me naar hem toe
boog en hem een zoen op zijn wang gaf. Zijn ogen rolden bijna uit
zijn hoofd. Langzaam hief hij zijn handen op en raakte de plek aan
waar mijn lippen hem hadden geraakt, alsof hij zich ervan wilde
overtuigen dat ze daar werkelijk geweest waren.
Vanaf die dag bekeek Lawrence me anders. Zijn ogen bleven
langer op mijn gezicht rusten. Hij was niet bang erop betrapt te
worden dat hij naar me keek, en als ik hem erop betrapte, lachte
hij alleen maar. En het belangrijkste was dat hij niet meer met
beefde als hij bij me was. Ik zag aan kleine dingen dat hij sterker
werd; hij al beier, deed meer mee aan recreatieve activiteiten,
praatte meer met de anderen.
Op een bezoekdag verscheen hij plotseling in het atelier.
Megan, Lulu en ik waren de enigen daar. Weer was Megans moeder niet
gekomen en Lulu's moeder had geschreven dat ze een belangrijke
juridische afspraak had. Megan zei dat het waarschijnlijk een
nieuwe minnaar was.
'Ze is liever bij hem dan hier bij jou in het gekkenhuis,' zei
Megan.
Ik wou dat ze dat niet gezegd had. Altijd als Lulu problemen
had met haar familie, gedroeg ze zich als een baby. huilend en
pruilend tot ze naar haar kamer moest worden gebracht.
Toen ik Lawrence in de deuropening zag, wist ik dat er iets
dramatisch was gebeurd. Zijn gezicht zag rood, maar hij stond
kaarsrecht, zijn ogen vol opwinding. Hij liep haastig door het
atelier heen naar mij. Ik keek met een vragende glimlach op van
mijn borduurwerk.
ik heb het gedaan," zei hij en liep met grote passen naar het
raam. Hij keek naar de tuin, naar de andere patiënten en hun
familie, en draaide zich toen weer om naar mij. ik heb vandaag de
zeepbel doorgeprikt. Ik heb het risico genomen dat ik door het ijs
zou zakken.'
Ik onderdrukte een glimlach.
'Ze kwam weer zonder hem. Deze keer was het zogenaamd een
belangrijk probleem met de firma. Het is zondag!' riep hij met
stemverheffing. Hij hief zijn armen omhoog. 'Hoe kan er dan in
vredesnaam een belangrijk probleem met de zaak zijn? Ik heb haar
gezegd dat ze voor hem loog en ze kon het niet ontkennen!'
De opschudding trok Megans aandacht. Ze liet haar klei in de
steek en kwam dichterbij, haar gereedschap in de hand.
'Wat is er?' vroeg ze.
Lawrence draaide zich om en keek van haar naar mij.
'Niets,' zei hij snel.
Ze keek eerst naar hem en toen naar mij en toen weer naar
hem.
'Ooooo, ik begrijp het, geheimpjes. Jullie hebben geheimen,'
zei ze grijnzend. Toen kwam er een woedende uitdrukking op haar
gezicht, haar ogen schoten vuur, haar lippen werden dunne strepen.
'Hou je stomme geheimen maar voor je. Kan mij wat schelen. Wie kan
het überhaupt wat schelen.'
'Precies,' zei Lawrence plotseling, die tot mijn verbazing
niet zoals gewoonlijk terugkrabbelde. 'We hebben geheimen. Dus
bemoei je met je eigen zaken, ja?'
Megans mond viel open en ze draaide zich naar mij om. Ik wilde
naar haar lachen, maar ze kneep haar ogen samen en schudde haar,
hoofd. Een vreemd glimlachje speelde om haar lippen.
'Jullie hebben het gedaan, hè?' zei ze naar Lawrence toe
lopend.
'Wal?' Hij deed een stap achteruit toen ze naar voren
kwam.
'Je hebt het gedaan, hè, Lawrence?' zei ze minachtend, en
lachte sluw. 'Jij en juffrouw Laura Perfect zijn vanaf het middel
samengekomen...'
'Wat? Nee,' zei Lawrence heftig zijn hoofd schuddend.
'O, jawel.' hield ze vol. 'Waar heb je het gedaan ? In jouw
kamer? In de hare ? In het gras? Waar?' schreeuwde ze.
'Wat gebeurt daar?' zei juffrouw Dungan vanuit de andere
ruimte. Ze had een een andere patiënt zo intensief geholpen met
vingerverven, dat ze niet had gemerkt wat er zich in mijn hoek
afspeelde. Ze had Lawrence zelfs niet zien binnenkomen. Hij keek
met panische ogen haar kant uit.
'Nou, toe dan, Lawrence. Vertel het juffrouw Dungan maar.
Vertel haar maar waar jullie tweeën het hebben gedaan,' daagde
Megan hem uit.
Lawrence werd doodsbang. Hij leek niet in staat zich te
bewegen. Het was of zijn voeten aan de grond genageld waren.
Ik begon naar hem te gebaren, maar hij beefde steeds heviger.
Megan lachte. Juffrouw Dungan stond op en kwam naar ons toe.
Lawrence keek me hulpeloos aan.
'Dan zal ik het haar wel vertellen," zei Megan, ik zal haar
vertellen wat jullie hebben gedaan. Ik zal het iedereen vertellen,"
zei ze spottend en liep naar juffrouw Dungan.
Lawrence rende op Megan af. Ik hief mijn armen op en wist een
keelgeluid uit te brengen, maar het was te laat. Hij greep Megan
bij haar nek. Juffrouw Dungan gilde toen hij Megan achteruit trok.
Megans gezicht werd vuurrood en ze stak haar boetseermes in
Lawrence's pols, maar hij liet pas los toen juffrouw Dungan zijn
arm vastgreep en ik opstond om hem bij Megan vandaan te halen. Toen
holde hij het atelier uit.
'Hij bloedt,' gebaarde ik naar juffrouw Dungan.
ik weet het. Megan, gaat het?'
Ze leunde tegen de tafel, snakkend naar adem, hoestend en over
haar nek wrijvend.
'Ja, het is in orde,' bracht ze er met moeite uit. Ze
knipperde hevig met haar ogen voor ze zich tot juffrouw Dungan
wendde. 'U hebt het gezien,' zei ze. 'Hij probeerde me te
verkrachten.'
'Wat?'
Ik schudde mijn hoofd toen juffrouw Dungan naar me keek.
'Hij probeerde me te verkrachten. Plotseling was hij bij me en
als ik me niet verweerd had -' Ze keek naar mij. 'Hij heeft jou ook
verkracht, hè? Vertel het haar! Hij kwam op een avondje kamer
binnen,' vervolgde ze terwijl ze haar ogen wijdopen sperde, 'en
legde zijn hand op je mond en -'
Ik schudde nog krachtiger met mijn hoofd.
'Nee, nee,' gebaarde ik.
Megan zweeg, de tranen rolden over haar wangen. Ze haalde diep
en pijnlijk adem.
'Waarom geloven jullie me niet?'jammerde ze.
'Misschien kun je beter naar de ziekenzaal gaan, Megan,' zei
juffrouw Dungan zacht. Ze liep naar haar toe en sloeg haar arm om
Megans middel. 'Kom mee. Laat mevrouw Cohen even naar je
kijken.'
'Ik mankeer niets,' hield Megan vol en trok zich abrupt los.
'Ik heb hem van me af weten te krijgen. Hij heeft niets gedaan.
Maar hij had het kunnen doen,' voegde ze er snel aan toe. Ze
richtte haar verwilderde, woedende ogen op mij. 'Jij hebt ook niet
erg geholpen,' zei ze. Toen draaide ze zich met een ruk om en wierp
zich verwoed op haar boetseerwerk.
ik moet naar Lawrence gaan kijken,' zei juffrouw Dungan. 'Met
jou alles in orde?'
'Ja,' gebaarde ik. 'Maar ik maak me ongerust over
Lawrence.'
'Ik zorg wel voor hem,' zei ze en liep naar haar
intercom.
Lawrence maakte zichzelf banger dan iemand anders zou kunnen.
De begeleiders vonden hem bij de zee, waar hij op een rots zat. Hij
had door het water gelopen, zijn schoenen, sokken en broek waren
kletsnat. Toen ze hem vonden, zat hij met zijn armen om zijn knieën
geslagen en met gebogen hoofd. Hij beefde zo hevig van paniek en de
kou van het zeewater, dat hij naar de ziekenzaal gebracht moest
worden.
Later ontdekte ik dat zijn handen zo stevig tot vuisten gebald
waren geweest, dat hij de bloedcirculatie naar zijn vingers bijna
had gestopt. Hij had zijn vingernagels in zijn palmen gedrukt tot
ze bloedden. Hij kreeg kalmerende pillen voorgeschreven. Ze belden
zijn moeder, maar noch zijn moeder, noch zijn vader kwam op bezoek.
Ik maakte me zo ongerust over hem dat ik dagenlang nauwelijks aan
mezelf dacht, en mijn sessies met dokter Southerby gingen minder
goed dan gewoonlijk.
Een week later werd Lawrence ontslagen uit de ziekenzaal.
Intussen gedroeg Megan zich of er niets gebeurd was. Ze had niemand
iets over het incident verteld en begon er met mij ook nooit over.
Vaak was ze net als ik met stomheid geslagen, en dan weer praatte
ze aan één stuk door over alles en iedereen, voornamelijk aan de
eettafel. Lulu en Mary Beth informeerden naar Lawrence en kregen
slechts te horen dat hij zich niet goed voelde. Iedereen
accepteerde dat als voldoende en stelde geen verdere vragen.
Alsof ze voelde dat ze haar pijlen op iemand anders moest
richten, concentreerde Megan zich op verschillende patiënten in de
eetzaal en klaagde over de manier waarop ze aten, praatten of
mokten. Ze scheen de problemen van iedereen te kennen en gaf altijd
de schuld aan zijn of haar vader. Ze was soms zo wreed tegen Lulu
als het om haar vader ging, dat ik tussenbeide moest komen. Ik
leidde Lulu's aandacht af en leerde haar gebarentaal.
'Waarom hou je daar niet eens mee op.' viel Megan tegen mij
uit. 'Je praatte toen je hier kwam. Je speelt toneel, alleen maar
om ieders medelijden te wekken. O,' zei ze plotseling, haar ogen
van mij afwendend, 'kijk eens wie weer beter is.'
Iedereen draaide zich om toen Lawrence de eetzaal binnenkwam.
Hij leek weer helemaal de oude; helaas wilde dat zeggen dat hij
weer onzeker en verlegen was en zijn ogen neersloeg. Hij vermeed
onze blikken en liep rechtstreeks naar de rij wachtenden bij het
buffet. Hij deed een stap achteruit toen een andere patiënt een
tweede dessen wilde pakken. Hij kwam ook niet aan onze tafel
zitten, maar ging naar de eerste de beste tafel waar een plaats
vrij was, een tafel waaraan twee jongens zaten, die geen van beiden
enige belangstelling voor hem toonden -voor niemand trouwens.
'Waarom komt Lawrence niet bij ons zitten?' vroeg Mary
Beth.
'Waarschijnlijk schaamt hij zich,' zei Megan. 'Hij heeft in
zijn broek geplast,' fluisterde ze tegen Lulu. 'Net als jij soms
doet. Wisten jullie dat Lulu soms luiers moet dragen?'
'Hou op!' schreeuwde ik nadrukkelijk met mijn handen terwijl
ik opstond.
'Wat mankeertje, Laura Perfect?' plaagde Megan. 'Heb jij nooit
luiers gedragen?'
Ik liep weg van de tafel en ging naast Lawrence zitten. Hij
keek verbaasd op. Ik glimlachte naar hem en vroeg hoe het met hem
ging.
'Goed,' zei hij zacht en sloeg zijn ogen neer. 'Het spijl me
als ik je in een beschamende positie heb gebracht.'
Ik dwong hem naar me te kijken en zei dat ik me helemaal niet
schaamde. Megan was degene die zich hoorde te schamen. Nu deed ze
net of er nooit was gebeurd was. Hij keek snel in haar richting. Ze
staarde ons kwaad aan.
'Je hoeft je over haar geen zorgen te maken,' ging ik verder.
'Ze wil niet dat iemand erover praal. Het is bijna alsof zij
plotseling amnesie heeft.'
Hij keek een beetje opgelucht, maar ik zag hoe ziek en moe hij
eruitzag. Later hoorde ik dat het waarschijnlijk het gevolg was van
de medicatie die hij had gekregen. Het duurde nog het grootste deel
van de volgende dag voor hij weer iets van zijn nieuw gevonden moed
en openhartigheid terugkreeg. Hij kwam na de lunch bij ons in de
recreatiezaal en keek naar me toen ik zat te dammen met Mary
Beth.
Megan had een van haar zwijgzame buien. Ze zei amper een
woord, en toen Lawrence naast me ging zitten, wendde ze haar blik
af en begon zachtjes te zingen. Na een tijdje draaiden we ons
allemaal naar haar om. Ze staarde uit het raam en we hoorden:
'Twinkle, twinkle, little star, how I wonder what you are. Up above
the world so high, like a diamond in the sky...' (Fonkel, fonkel,
kleine ster, ik wil graag weten watje bent. Hoog boven de wereld,
als een diamant in de lucht).
Ze draaide zich om toen ze zich realiseerde dat we naar haar
keken.
'Mijn papa... kwam vroeger in mijn kamer en zong dat liedje
voor me. Hij zei dan dat ik naar het plafond moest kijken, dat de
sterren dan tevoorschijn zouden komen. Dus keek ik terwijl
hij...'
Tranen rolden uit haar ogen.
'Ik haat geheimen.' zei ze, kijkend naar Lawrence. ik haat het
om geheimen te moeten bewaren!'
Ze stond op en liep snel de zaal uit.
'Wat is er met haar?' vroeg Mary Beth.
Ik schudde mijn hoofd en keek naar Lawrence, die haar nakeek
en toen weer vol droefheid en medelijden naar mij keek. Ik
glimlachte naar hem. Hij haatte haar niet om wat ze hem had
aangedaan. Hij had echt medelijden met haar.
De rest van de middag liet Megan zich niet meer zien. Evenmin
kwam ze 's avonds naar de eetzaal. Billy, de begeleider, kwam
achterdochtig naar ons toe.
'Waar is koningin Megan?' vroeg hij. 'Ze weet wat het betekent
als ze niet komt eten,' zei hij nadrukkelijk. Hij richtte zich tot
Mary Beth, die haastig haar ogen neersloeg.
'Ze zei dat ze zo zou komen,' zei Lawrence resoluut. Billy
trok zijn wenkbrauwen op.
'Wie ben jij, haar advocaat?'
Lawrence werd vuurrood. Billy lachte en liep terug naar zijn
plaats, maar bleef van onze tafel naar de deur kijken.
'Ik ga haar halen,' gebaarde ik naar Lawrence en stond zo
onopvallend mogelijk op. Ik liep de eetzaal uit en haastte me de
gang door naar de kamers.
Megans deur was gesloten. Ik klopte en wachtte en klopte toen
nog eens. We konden onze deuren niet aan de binnenkant op slot
doen, dus wist ik dat ik naar binnen kon. Ze was echter niet
bepaald het type dat het je zou vergeven als je ongevraagd
binnenkwam. Maar ik wilde haar waarschuwen voor Billy en wat hij
zou doen als ze niet gauw kwam. Ik deed de deur open en keek naar
binnen.
Eerst dacht ik dat ze er niet was. Ze zat niet in een stoel en
lag niet op bed, maar ik hoorde water in de wasbak stromen. Ik ging
naar binnen en klopte weer om haar aandacht te trekken. Ze kwam
niet. Langzaam liep ik naar de badkamer en keek naar binnen. Daar
zat ze op een dicht toilet met haar handen in een wasbak vol
donkerrood water, zo donker dat het leek of ze haar handen had
afgehakt. Ze keek naar me op met ogen vol tranen die in strepen
over haar wangen rolden, en glimlachte.
'Dag, papa,' zei ze. En toen begon ze te zingen: 'Twinkle,
twinkle, little star...'
Ik had het gevoel dat mijn keel werd dichtgeknepen door de
schok van wat ik zag. Ik holde naar de deur, snakkend naar adem,
terwijl ik
mijn verloren stem probeerde terug te vinden.
'He... hel... help!' schreeuwde ik. En plotseling had ik mijn
stem terug. 'HELP, HELP! HELP!'
Twee begeleiders en mevrouw Kleckner kwamen aangehold.
'Wat is er? Waarom gil je zo?'
'Megan!' riep ik. wijzend naar de badkamer. 'Ze probeert
zichzelf te doden!'
Ze renden langs me heen en ik viel tegen de muur, gleed
langzaam omlaag tot ik tegen de plint gehurkt zat. Door de
opschudding kwamen een paar stafleden uit de eetzaal en ook
Lawrence en Mary Beth kwamen naar buiten. Lawrence zag me op de
grond zitten en liep haastig naar me toe.
'Wat is er gebeurd?' vroeg hij.
'Megan heeft geprobeerd zelfmoord te plegen,' zei ik ernstig.
Hij keek de gang door naar de staf die zich bij haar kamer had
verzameld en toen weer naar mij.
'Je hebt je stem terug,' zei hij.
Ik knikte. Soms gebeuren wonderen op de vreemdste
momenten.
Gelukkig had ik Megan op tijd gevonden. Ze hoefde maar één dag
op de ziekenzaal te blijven. Maar daarna brachten ze haar naar
boven in plaats van naar haar kamer. We vonden het allemaal
verschrikkelijk voor haar.
'Waarschijnlijk is ze zwaar verdoofd,' zei Lawrence die avond
aan het diner.
'Als ze daaruit bijkomt en zich realiseert dat ze in de Tower
zit, wordt ze nog depressiever,' zei Mary Beth. 'Je weet hoe ze
over de Tower denkt,' bracht ze Lawrence en Lulu in herinnering. Ze
knikten.
'Misschien blijft ze daar niet lang,' zei Lulu hoopvol.
Ondanks de manier waarop Megan haar vaak had behandeld, was Lulu op
haar gesteld en had haar nodig.
'Als iemand naar boven gaat, komt hij meestal niet meer naar
beneden,' zei Mary Beth. Lulu begon te huilen en te schommelen in
haar stoel.
Ik pakte haar hand. >
'Misschien gaat het met Megan anders,' zei ik, haar hand
strelend. Ze is taai en ze weet hoe ze zich erdoorheen moet slaan.
Ja toch?'
Lulu knikte en glimlachte weer.
'Waarom geel"je haar valse hoop?' vroeg Mary Beth.
'Wat bedoel je?' vroeg ik. 'Ze kunnen haar niet eeuwig boven
houden.'
'Als ze boven geen vooruitgang met je boeken, verhuizen ze je
soms naar een andere inrichting,' zei Lawrence. 'Ergens waar ze
alleen ernstige gevallen behandelen, niet zo'n
vrijheid-blijheid-kliniek voor rijke mensen als deze.'
'O.'
'Ik ben blij dat je je stem terug hebt,' zei hij glimlachend.
'Het is lijn je weer te horen praten.'
'Ja,' zei Mary Beth. Ik merkte dat ze er een stuk gezonder
uitzag - alsof ze een kilo was aangekomen. Lawrence vertelde me dat
ze goed vooruit was gegaan. Ze gaf eindelijk toe dat ze niet te dik
was. Het eind van haar beproeving was in zicht.
Ik had medelijden met Megan. Ondanks haar valsheid nu en dan,
miste ik haar. Ik vertelde Lawrence hoe ik me voelde toen we een
eindje wandelden na mijn werk in het atelier. Lulu slenterde achter
ons aan. Ze leek verloren zonder Megan, die op haar eigen vreemde
manier Lulu had verdedigd en voor haar had gezorgd, ook al dreef ze
de spot met haar.
'Arme Lulu. Misschien moeten we haar niet meer zo noemen,
Lawrence.'
Hij lachte.
'Ik denk dat ze niet meer zal reageren als iemand haar Edith
noemt,' zei hij.
ik ga dat doen. Ze zal nooit beter worden als we haar niet
helpen de werkelijkheid onder ogen te zien.'
'Je hebt gelijk,' zei Lawrence. 'Maar je maakt je meer zorgen
over de problemen van anderen dan over die van jezelf.'
'Jij hebt me eens gezegd dat je door anderen te helpen ook
jezelf helpt.'
'Ja; zei hij lachend. 'Dat is zo, maar dat was meer een excuus
om met jou op intiemere voet te raken.'
'Daar had je geen excuus voor nodig, Lawrence,' zei ik, en hij
glimlachte nog stralender.
We zaten op onze favoriete stenen bank, de bank die voor mij
een symbool van de begrenzing was geworden omdat daarachter de
heuvel lag die naar het uitzicht op zee leidde, een uitzicht dat
mijn bloed deed bevriezen.
Lulu liep om ons heen en hield zich bezig met de wilde
bloemen.
ik zoek een klavertje vier,' zei ze. 'Mijn papa heelt me
verteld dat dat geluk brengt. Als ik er een vind, geef ik het hem
als hij op bezoek komt.'
'Waarom bezoekt haar vader haar nooit?' vroeg ik.
Lawrence keek me aan met een vreemde uitdrukking op zijn
gezicht.
ik dacht datje dat wist,' zei hij. Ik schudde mijn
hoofd.
'Ik weet dat haar ouders gescheiden zijn. Tenminste, dat heeft
Megan me verteld.'
'Ja, maar niet lang daarna is haar vader om het leven gekomen
bij een auto-ongeluk. Lulu wil het niet geloven. Ze is niet naar de
begrafenis geweest.'
'Megan heeft nooit gezegd -'
'Megan kan wreed zijn, maar niet zó wreed. Tenminste niet
tegen Lulu,' zei Lawrence. 'Misschien... misschien wilde ze niet
dat het waar was. Ze schijnt alle mannen te haten, vooral alle
vaders, maar ik denk dat ze eigenlijk van een vader wil houden, een
echte vader wil hebben. We weten allemaal wat haar vader met haar
gedaan heeft. Het is zijn schuld dat ze hier zit. Zoals het de
schuld van mijn vader is dat ik hier ben," voegde hij er kwaad aan
toe.
'Wiens schuld is het dat ik hier ben?' vroeg ik me hardop af.
'Je weet zoveel van alle anderen, Lawrence. Wat weetje over
mij?'
'Niet meer dan watje me verteld hebt en dat is niet veel.
Iedereen heeft naar je geïnformeerd, maar je lijkt topgeheim te
zijn. Een verpleegster heeft je hier op een avond gebracht, dat is
alles.'
'Ja,' zei ik, 'dat is alles.'
Ik stond op.
'Ga je terug?'
'Nee,' zei ik vastberaden, ik ga vooruit.' Ik liep naar de top
van de heuvel en bleef staan.
Lawrence kwam naast me staan en pakte mijn hand.
ik ga de confrontatie aan met mijn demonen, Lawrence.'
Vastberaden deed ik nog een stap naar voren. 'Ik doe het.'
ik ga niet je mee, Laura. Laat me je helpen.'
Ik haalde diep adem en knikte. Toen deed ik nog een stap en
nog
een, tot we heuvelafwaarts gingen. Lulu bleef op de top staan
en keek ons na. Langzaam liepen we door tot we bij de bocht in het
pad kwamen en de zee in zicht kwam. Ik had het gevoel dat ik
stikte. Ik deed mijn ogen dicht en deed mijn best langzaam en diep
adem te halen. Lawrence kneep in mijn hand.
'Ik ben bij je,' fluisterde hij.
Ik deed mijn ogen weer open en we liepen verder. De golven
werden sterker, het sproeiwater spatte tegen de rotsen, het ging
harder waaien. Meeuwen krijsten in de lucht en doken naar voedsel.
De geur van zeewier en zilte lucht deed me duizelen. Het gebulder
van de zee werd luider, krachtiger.
Ik bleef staan en deed mijn ogen weer dicht. De duisternis
werd opgehaald als een gordijn. Ik zag een jongeman, gebruind en
sterk, zonder hemd op het dek van een boot staan. Hij had dezelfde
ogen als ik en zijn neus en mond waren net zo gevormd als de mijne.
Hij zwaaide, wenkte... Ik keek omlaag. Een klein handje pakte mijn
hand, een meisje niet groter dan Lulu lachte naar me.
'Laura...'
Was dat Lawrence of de jongen op de boot die me riep? Ik
verloor de greep op de hand van het meisje en ze begon te spreken
in gebarentaal.
'Ze is doof!' riep ik.
'Wie?' vroeg Lawrence.
Ik deed mijn ogen open. We waren zo dicht bij de rotsen en de
zee dat het sproeiwater in ons gezicht woei. Ik draaide me met
bonzend hart naar hem 0111.
ik heb een zusje dat doof is,' zei ik, 'en ik heb een broer
die...'
'Wat?'
'Mijn tweelingbroer is,' zei ik. Ik draaide me om en holde
terug de heuvel op. Ik stampte zo hard met mijn voeten op de grond
dat mijn benen pijn deden, maar ik stormde omhoog, bang voor de
plotselinge stroom van herinneringen. Lawrence riep me, maar ik
draaide me niet om. Ik bleef hollen, voorbij Lulu, die verbaasd en
verward keek, en toen omlaag het pad af, terug naar de
kliniek.
Ik rende naar binnen, holde de gang door en liep de conciërge,
die net klaar was met het schrobben van de tegelvloer, bijna
omver.
'Sorry,' riep ik terwijl ik naar dokter Southerby's
spreekkamer liep. Mevrouw Kleckner kwam net terug uit het verblijf
voor de stafleden.
Ze riep en ging met uitgespreide armen voor me staan om me
tegen te houden.
'Wat is er? Waarom hoi je zo hard door het gebouw en loop je
de mensen omver? Je weet dat dat niet toegestaan is,' zei ze
streng.
'Ik moet meteen dokter Southerby spreken,' zei ik
hijgend.
'Je kunt niet zomaar bij dokter Southerby binnenlopen,
jongedame. Er zijn nog meer patiënten. Je moet op je afspraak
wachten,' zei ze.
'Nee, ik moet hem spreken. U begrijpt het niet. Ik heb een
zusje dat doof is. Daarom... ken ik de gebarentaal, en ik heb een
broer -'
'Dat is prachtig,' zei ze. 'Gefeliciteerd. En draai je nu om
en ga je opknappen voor het diner. Je ziet er volkomen verwilderd
uit. Je jaagt de andere patiënten de stuipen op het lijf.'
'Maar ik moet hem nu spreken!'
'Als je niet naar me luistert, laat ik je opsluiten in je
kamer of erger,' dreigde ze. 'Ik sta hier geen wild gedrag toe, wat
er ook zogenaamd mis is met de patiënt. Wie zich niet aan de regels
kan houden wordt overgeplaatst naar een andere inrichting. Dit is
geen beveiligde kliniek voor geesteszieken,' voegde ze eraan
toe.
Ik deed een stap bij haar vandaan.
'Nee, al weet ik dat u dat graag zou willen,' zei ik
uitdagend. 'Nou, we hoeven niet als criminelen te worden behandeld
alleen omdat we mentale problemen hebben. We zijn mensen die
moeilijkheden hebben gehad in ons leven, ernstige
moeilijkheden.'
'Dal weet ik,' zei ze op droge toon. 'Te grote toegevendheid
en verwennerij. Te veel kan een probleem worden. Waar laat je het
allemaal? Hoe ga je om met alle voorrechten ? Heel ernstige
moeilijkheden,' zei ze met een sarcastische glimlach.
'Waarom werkt u hier?' vroeg ik. mijn hoofd schuddend. 'U
geeft niet om de patiënten. U hebt geen respect voor ons. U zou in
een gevangenisziekenhuis moeten werken. Daar hoort u thuis,' tierde
ik.
'Heus? Hoe komt het dat jullie blauwbloedigen allemaal zo goed
weten wat goed is voor anderen? Spaar me je adviezen voor mijn
carrière en gedraag je.'
Ik richtte me op alsof er een staaf in mijn ruggengraat was
geduwd en keek haar strak aan.
'Ik wil een afspraak maken met dokter Southerby,' hield ik
vol. 'Dat kan toch zeker wel?'
ik zal het voor je regelen,' zei ze. 'Ga je nu klaarmaken voor
het diner. Je ziet er niet uit.'
Ik aarzelde even en overlegde bij mezelf. Ze zag eruit alsof
ze uit steen gehouwen was. Als ik probeerde haar opzij te duwen,
zou ik haar alleen maar kwaad maken en zou ze mijn bezoek aan
dokter Southerby uitstellen.
'Ik moet hem zo gauw mogelijk spreken,' zei ik. Toen draaide
ik me om en liep naar mijn kamer. Lawrence en Lulu waren
binnengekomen en zochten me.
'Gaat het?' vroeg Lawrence toen hij me bij mijn kamer
inhaalde.
'Ja. Ik had een duidelijke herinnering en die wilde ik aan
dokter Southerby vertellen, maar mevrouw Kleckner hield me tegen en
zei dat ik me moest gaan opknappen voor het diner. Ze zei dat ze
een afspraak voor me zou maken.'
'Dat is mooi,' zei Lawrence. 'Ik ben blij voor je, Laura.
Misschien is dit het eind van je verblijf hier.'
'Misschien,' zei ik en liep mijn kamer in. Ik was nu te
gefrustreerd en te kwaad om me bewust te zijn van mijn
vorderingen.
Toen ik mezelf in de spiegel bekeek, zag ik dat mevrouw
Kleckner in één opzicht gelijk had: ik zag er inderdaad verwilderd
uit. Mijn haar wekte dc indruk of ik er urenlang met mijn vingers
doorheen had gewoeld, mijn gezicht zag rood en mijn ogen fonkelden
van opwinding. Ik besloot te douchen en me te verkleden voor het
diner.
Ik was nel bezig mijn schoenen aan te trekken en zou mijn haar
gaan borstelen, toen mevrouw Kleckner in de deuropening
verscheen.
'Ik heb een afspraak voor je gemaakt," zei ze. 'Morgenochtend
tien uur.'
'Dank u," zei ik.
'Kamer 101,' ging ze verder, en wilde weggaan.
'101 ? Maar dat is niet de spreekkamer van dokter Southerby,'
riep ik uit. 'Waarom moet ik daarnaartoe ?'
Ze draaide zich langzaam naar me om.
'Jouw geval is overgedragen aan dokter Scanion,' zei ze niet
zonder leedvermaak.
'Maar ik wil niet overgedragen worden,' zei ik. 'Ik wil met
dokter Southerby praten.' Mijn hart bonsde. Waarom moest ik
overgedragen worden?
Ze zuchtte en sloeg haar ogen naar het plafond.
'Ik wil, ik wil, ik wil. Hebben jullie geen andere woorden in
je vocabulaire? Het is niet belangrijk wat je wilt; wat je nódig
hebt wordt besloten door de mensen die hier de leiding hebben,' zei
ze. 'Je transfer naar dokter Scanion staat vast en daarmee uit.'
Het was of de woorden in mijn brein werden gehamerd.
ik wil met niemand anders praten dan met dokter Southerby,'
hield ik vol. Ik keek haar uitdagend aan.
Ze keek me even aan en deed toen een stap naar me toe, een
kille glimlach op haar gezicht.
'Als je je therapie weigert, moetje naar boven, en als we je
boven niet kunnen helpen, word je naar een ander soort inrichting
overgebracht, een die beter aan je behoeften tegemoetkomt,' zei ze.
'Geloof me maar, dat is precies wat er zal gebeuren.' Ze draaide
zich om en wilde weggaan.
'Maar dokter Southerby helpt me,' kreunde ik. Hoe moest ik me
verzetten tegen deze overmacht?
'Dokter Scanion is minstens zo goed. Hij is dokter Southerby's
superieur. Je hoort dankbaar te zijn datje die kans krijgt, dat hij
tijd voor je heeft gemaakt. Maar dankbaar zijn ligt niet in het
karakter van de meeste patiënten hier. Waarom zou jij anders hier
zijn? Zorg dat je niet te laat bent voor het diner,' waarschuwde
ze.
Ik staarde haar na en vroeg me af wat ik had gedaan om aan
dokter Scanion te worden overgedragen. Per slot was het
terugkrijgen van mijn geheugen toch niet iets om voor gestraft te
worden. Nee toch?