3. Donkere wolken pakken samen

De volgende ochtend zat Cary met een zuur gezicht aan de ontbijttafel. We wisselden een paar woorden maar als hij me aankeek, zag ik vrijwel steeds de beschuldigende blik in zijn ogen. Ik meende dat hij niet het recht had me een schuldgevoel op te dringen en ik weigerde me te beschamen. Als iemand zich hoorde te schamen, dacht ik, was hij het wel - me 's avonds volgen, door gaten in het plafond loeren...
Mama wilde dolgraag alles over het bal horen en ik was blij dat althans zij mijn vreugde kon delen. Terwijl ik praatte, gebaarde ik naar May, beschreef de versieringen, het eten, de muziek. Natuurlijk liet ik het onaangename incident van het kaartje achterwege en vertelde evenmin dat Cary Roberts auto uit het zand had getrokken.
ik dacht dat jij ook naar het bal was, Cary,' zei papa toen er even een stilte viel.
'Mij niet gezien,' zei Cary minachtend.
'Waar was je dan, jongen? Het was nogal laat toen ik je binnen hoorde komen.'
ik kwam een paar vrienden legen bij de Bean Bag,' zei hij snel.
'Hoe kun je nu de hele avond bij een ijskraam rondhangen?' hield papa vol.
Cary keek even naar mij om te zien of ik iets zou zeggen, maar ik staarde naar mijn bord.
'We hingen gewoon wat rond,' zei Cary. ik had geen idee dat het al zo laat was.'
Papa schudde zijn hoofd.
'Ik snap niet wat jullie elkaar allemaal te vertellen hebben datje zo de tijd uit het oog verliest.'
'Je kunt een hoop tijd verdoen met babbelen. Jacob,' zei mama, 'nel als jij als je met Pat O'Reilly zit te praten.'
'Dat is iets anders. Wij praten over zaken,' antwoordde papa, die een kleur kreeg bij haar kritiek. Het was voldoende om een eind te
maken aan het onderwerp, waarvoor Cary en ik allebei dankbaar waren.
Tot de lijd dat we zouden gaan brunchen bij grootma Olivia, ging ik met May naar het strand en maakte een paar tekeningen, terwijl zij naast me zat en vroeg naar Robert. Tekenen deed ik om me te ontspannen, net als borduren. Ik tekende portretten van ons allemaal, soms uit het hoofd, sommige naar dingen die ik toevallig zag. Iedereen die mijn tekeningen zag vond ze erg goed. Ik had ze één keer aan Kenneth Childs laten zien. Die zei dat ik eens moest overwegen om tekenles te nemen en mijn talent ontwikkelen. Ik dacht niet dat ik goed genoeg was om dat te doen, en papa overtuigde me ervan dat het zondig was tijd te verspillen met te trachten iemand te worden die ik nooit zou kunnen zijn.
'God geeft ons tijd genoeg om iets met ons leven te doen wat de moeite waard is. Uitstellen, dwaze dromen najagen, dat zou de duivel graag willen dat we deden,' zei hij.
Ik had nog geen definitieve keus gemaakt, maar de laatste tijd dacht ik erover lerares te worden, misschien zelfs lerares op een school voor gehandicapte kinderen.
Terwijl we op het strand zaten te tekenen en te praten, kwamen papa en Cary langs op weg naar de steiger.
'We gaan de kreeftenpotten nakijken,' legde papa uit. Cary stond zwijgend, nog steeds wat mokkend, naast hem. 'We blijven niet lang weg, Laura. Gaan jullie dadelijk naar huis om je netjes aan te kleden.'
We doften ons altijd op voor de brunch bij grootma Olivia. Wc beschouwden het eigenlijk altijd als iets speciaals als we er op bezoek gingen. Voor grootma Olivia was dat niet moeilijk, zij was altijd formeel gekleed. Zelfs als ze in de tuin werkte had ze haar haar keurig opgestoken en droeg ze kleren die de meesten zouden bewaren voor een uitstapje naar de stad of voor het afleggen van een bezoek. Grootpa Samuel droeg meestal een sportjasje en een das. Hun huis zag er onberispelijk uit, alles had zijn eigen plaats. Het was ons verboden door de kamers te dwalen, en we durfden nooit iets aan te raken.
'Oké, papa,' zei ik en sloeg mijn tekenboek dicht. Ik gebaarde naar May en zij sloot haar tekenboek. Toen we naar huis liepen, bedacht ik me dat dit waarschijnlijk het beste en misschien wel enige moment was om Robert te bellen. Ik wist zeker dat hij op spelden zat, ongerust over wat er gebeurd was nadat ik gisteravond naar binnen was gegaan.
Roberts moeder nam op.
'O, hallo.' zei ze enthousiast toen ik mijn naam genoemd had. Te oordelen naar de manier waarop Robert zich vanmorgen gedroeg, denk ik dat jullie een fijne avond hebben gehad. Ik moet alles twee keer tegen hem zeggen,' ging ze met een lachje verder. Ik hoorde Robert op de achtergrond klagen, ik zal hem je maar geven voordat hij een scène maakt.'
'Hoi,' zei hij. 'Mijn moeder heeft een van haar uitbundige buien vandaag.'
'Ik wil haar dolgraag leren kennen,' zei ik.
'Ik zal je aan haar voorstellen... maar denk eraan, ze kan de raarste dingen kan zeggen,' voegde hij er zodanig aan toe dat ze het wel horen moest. Hij zweeg even en vroeg toen met zachtere stem hoe het ermee stond.
'Alles is in orde,' zei ik. 'Mijn vader zat op me te wachten en was opgelucht dat ik op tijd thuis was. En Cary heeft niets gezegd.' ging ik verder, want ik wist dat hij dat het liefst wilde weten.
'Je vader zat op je te wachten? Ik denk dat het een ramp was geweest als Cary ons niet te hulp was gekomen, maar ik kan er nog steeds niet over uit dat hij ons gevolgd is, Laura. Heb je het er met hem over gehad?'
'Nog niet, Robert. Ik wacht op het juiste moment.'
'Stel het niet te lang uit,' waarschuwde hij.
'Nee,' zei ik benepen, maar het was niet iets waar ik me erg op verheugde.
'Ik verlang ernaar je weer te zien,' ging hij zachtjes verder.
'Ik ook. Ik ga straks naar mijn grootmoeder voor de brunch. Ik moet me gaan verkleden en May helpen zich aan te kleden.'
'Oké. Bedankt voor je telefoontje,' zei hij op een toon die me rillingen tot in mijn tenen bezorgde.
'Ik wilde je zo gauw ik kon bellen,' bekende ik verlegen.
'Daar ben ik blij om,' zei hij en we hingen allebei op. Ik liep haastig de trap op om me te verkleden en May te helpen iets uit te zoeken waarover grootma Olivia niet afkeurend het hoofd zou schudden.
Grootma Olivia voelde zich nooit op haar gemak met May. We wisten allemaal dat de gebarentaal haar zenuwachtig maakte. Ze zei dat al die handen die door de lucht dwarrelden en draaiden, die wijzende vingers, haar maag deden omdraaien. Ze weigerde er iets van te leren en sprak dien tegen gevolge met haar jongste kleinkind alleen via een tolk, meestal via mij of Cary.
Hoewel mama zich leek te verheugen op de brunches en diners bij grootma Olivia, was ze op de dag van het bezoek altijd nerveus. Ze deed me denken aan iemand die zich voorbereidde op een auditie. Er werd de grootste zorg besteed aan onze kleding en gecontroleerd of ons haar goed geborsteld was en onze schoenen glommen. En altijd, zelfs nu nog, werden we herinnerd aan de gedragsregels die bij grootma Olivia thuis golden, en wat we wel en niet konden zeggen. Als een van ons grootma Olivia's inspectie niet kon doorstaan, gaf papa meestal mama de schuld, dus deden we ons best om aan de verwachtingen te voldoen.
We zagen er allemaal als totaal andere mensen uit als we opgetut waren. Vooral May en ik, omdat grootma Olivia niet hield van vrouwen met loshangend haar. Ze zei dat ze er uitzagen als heksen, dus moest ik speldjes en kammetje gebruiken om mijn haar netjes op te steken. En zelfs May droeg een Franse knot. Hoewel deze ouderwetse kapsels jaren aan onze leeftijd toevoegden, zagen we er niet al te volwassen uit, want make-up was streng verboden, ook voor mama. Ze had zelfs geen lippenstift op.
Ondanks alles verheugde ik me erop erheen te gaan. Grootma Olivia had gewoonlijk verrukkelijke dingen te eten. Ik hield vooral van de kleine cakejes met glazuur en gelei in het midden, en zelfs nu we al ouder waren, gaf grootpa Samuel ons nog altijd ieder een knisperend vijfdollarbiljet als we overgingen.
Ik had één jurk, die het meest bij grootma Olivia in de smaak scheen te vallen. Het was een marineblauwe met een witte kraag die onder mijn kin werd dichtgeknoopt. Hoewel ik andere, even truttige jurken had, bracht deze om de een of andere reden altijd een glimlach op haar harde gezicht.
Toen ik voor de spiegel stond, schoot het door me heen dat ik mijn schouders naar achteren en mijn hoofd rechtop moest houden, alsof er ik een boek op in evenwicht hield. Een van grootma Olivia's eeuwige ergernissen was de slungelige houding van jonge mensen. Ze beweerde dat een goede houding karakter verried en een goede gezondheid bevorderde.
Ik heb het nooit aan iemand anders dan Cary verteld, maar eigenlijk had ik medelijden met haar. Natuurlijk, ze had een mooi, groot huis vol kostbare meubels, schilderijen en ornamenten. Haar diners waren voortreffelijk en werden geserveerd op duur porselein met mooie kristallen glazen en zilveren bestek.
Maar ondanks al haar weelde, haar belangrijke kennissen en haar gala-avonden, leek ze me nooit gelukkig. Ze leek me eerder de gevangene van haar rijkdom en positie. Wat triest moest het zijn, dacht ik, als je je nooit eens kon laten gaan, nooit op blote voeten op het strand kon wandelen, nooit eens zo maar lui kon zijn of zo maar wat op tafel brengen; kortom nooit iets spontaan kon doen, maar altijd de regels in acht moest nemen.
Ik wist heel weinig over het verleden van mijn grootmoeder. Ze vertelde er nooit iets over, vertelde zelden of nooit verhalen, tenzij ze dienden om een of andere gedragsregel te illustreren en te staven. Altijd als ik mama iets vroeg over grootma Olivia, schudde ze haar hoofd en zei: 'Je grootmoeder heeft een moeilijke jeugd gehad door problemen die door haar zus Belinda werden veroorzaakt.' Wat die problemen waren en hoe ze grootma Olivia's leven hadden bemoeilijkt, bleef een mysterie. Belinda had problemen met alcohol toen ze jong was en was ten slotte geëindigd in een verpleeginrichting in de buurt. Altijd als ik haar bezocht vertelde ze me verhalen en zinspeelde op grootma Olivia's en haar jeugd, maai' die verhalen waren bijna niet te begrijpen, omdat tante Belinda heden en verleden door elkaar haalde en mensen en plaatsen verwarde. Soms noemde ze me Sara, zag me aan voor mijn moeder, en kort geleden noemde ze me een keer Haille.
Ik weet dat grootma Olivia het niet goedkeurde dat ik tante Belinda bezocht. Ze behandelde haar zus alsof ze giftig was en ons kon besmetten met een van haar bizarre verhalen en uitspraken. Ik sprak zelden haar naam uit waar grootma Olivia bij was, omdat ik wist wat voor reactie ik dan zou krijgen.
Door al die nee-nee's en strenge gedragsregels liepen Cary, May en ik op onze lenen door het grote huis en de tuin. We fluisterden en lieten ons zo min mogelijk zien of horen.
Toen we allemaal aangekleed waren, bekeek papa ons alsof hij een militaire inspectie hield. Hij trok Cary's das recht en streek May's rokje glad, toen hij een klein kreukje ontdekte.
'Ik kan hem haar laten uittrekken en strijken, Jacob,' bood mama aan.
'Het is in orde," zei hij. 'Anders komen we te laat. We gaan.'
Gedrieën gingen we achterin zitten, Cary aan de ene kant en ik aan de andere, May tussen ons in. Hij staarde uit het raam en keek tijdens de hele rit niet één keer naar me.
'Wat een mooie voorjaarsdag,' zei mama toen we over Route 6 reden. Grootma Olivia's huis lag halverwege tussen Princetown en North Truro. Van de buitenkant zag het huis van mijn grootouders er allesbehalve koud en onpersoonlijk uit. Het was een groot, met hout betimmerd huis van twee verdiepingen, met een withouten voordeur. Boven de deur was een waaiervormig raam van gekleurd glas en hoewel ik zeker wist dat het decoratief bedoeld was, maakten Cary en ik altijd grapjes dat het eruitzag als een groot, somber fronsend voorhoofd dat bezoekers waarschuwde weg te blijven.
Grootma Olivia was erg trots op haar huis en zei dat het aanzien had vanwege zijn historische verleden.
'Het oorspronkelijke deel van dit huis is rond 1780 gebouwd,' vertelde ze aan iedere nieuwe bezoeker. Gewoonlijk voegde ze eraan toe: 'Dat was toen welvarende families deftige huizen begonnen te bouwen in het koloniale Amerika. Tegenwoordig,' vervolgde ze dan met die altijd scherpe, kritische stem van haar, 'offeren rijke mensen de klassieke mode op aan ostentatieve pracht en praal.'
De tuin rond het huis was eveneens schitterend en goed verzorgd. Het fluwelige groene gazon was altijd onberispelijk gemaaid, en de bloemperken waren een kleurenpracht met hortensia's, margrieten, rozen en geraniums. Er was zelfs een kleine vijver met een stuk of twaalf eenden erin. Voor het huis stonden Twee grote, stralend rode esdoorns. Daartussenin, aan de rechterkant, stond een schommelbank met een luifel, al geloof ik niet dat iemand behalve Cary, May of ik die ooit gebruikte.
We zagen de auto van rechter Childs op de ronde oprijlaan staan toen we voor het huis stopten. Rechter Childs was een geregelde gast, vooral op de zondagse brunch. Hij was de beste vriend van mijn grootouders. De rechter was met pensioen maar grootma Olivia legde er altijd de nadruk op dat hij nog vrienden had in hoge kringen en veel invloed had.
Toen we uitstapten onderwierp mama ons aan een laatste inspectie, trok May's kleren recht en probeerde nog eens de kreuken glad te strijken.
Papa belde aan en grootma Olivia's huishoudster, Loretta, deed open. Zolang ik me kon herinneren werkte Loretta voor grootma Olivia en grootpa Samuel, maar ze leek me nooit erg gelukkig.
iedereen is in de zitkamer,' zei ze toonloos en deed een stap achteruit om ons binnen te laten.
We liepen de kamer in als een van de eendenfamilies in de vijver, eerst papa, mama vlak achter hem, en daarna wij drieën, achter elkaar.
Er was een kleine hal met een marmeren vloer en schilderijen aan beide kanten, landschappen van de Cape, boten, en portretten van zeelieden. Het huis geurde altijd naar bloemen, zelfs in de winter.
De zitkamer was de eerste kamer rechts. Hij leek op een showroom van een meubelzaak. De eikenhouten vloer was zo glimmend gewreven dat Cary en ik vroeger altijd deden of we erop konden schaatsen. Er lag een groot kleed tussen de twee beige banken en onder de grote koffietafel van donker esdoornhout. Naast beide banken stonden esdoornhouten bijzettafels. Op elke tafel en op elke plank stonden kostbaar uitziende kristallen ornamenten en vazen met hier en daar foto's in zilveren en gouden lijsten van grootpa Samuel en grootma Olivia toen ze een stuk jonger waren, een paar foto's van papa en mama en een groepsfoto van Cary, May en mij, die vier jaar geleden gemaakt was. Er waren geen foto's van de verbannen oom Chester en tante Haille. Hun namen noemen in dit huis stond gelijk aan vloeken.
Alles leek me altijd splinternieuw. Elk stukje metaal glansde, evenals elk stukje glas. De ramen waren zo schoon datje niet kon zien of ze open of dicht waren tenzij je er vlak voor stond.
Toen we in de zitkamer kwamen, zal grootma Olivia in haar hooggerugde stoel als een koningin die audiëntie verleent. Ze droeg een elegante roze zijden jurk met een grote camee boven haar linkerborst. We wisten dat het een erfstuk was dat van haar grootmoeder van vaders kant afkomstig was. Haar haar was in een strenge knot naar achteren getrokken met een parelmoeren kam die versierd was met kleine diamanten.
Grootpa Samuel zat er vrij nonchalant bij vergeleken met grootma Olivia. Hij had zijn benen over elkaar geslagen en had een glas whisky-soda in de hand. Hij droeg een lichtbruin pak en zag er zoals gewoonlijk gezellig uit. Hij begroette ons met een brede, warme lach toen we binnenkwamen.
'Ha. daar zijn jullie,' zei hij. 'Een aantrekkelijke, mooie groep
kleinkinderen, hè, Nelson?'
Rechter Childs knikte. Hij zat tegenover grootpa Samuel aan de rechterkant van grootma Olivia. De rechter was een gedistingeerde, oudere man met grijs haar waarin nog iets van de oorspronkelijke lichtbruine kleur te zien was. Het was keurig geknipt, met een scheiding rechts. Hij droeg een donkerblauw pak en een strikje. Ondanks zijn leeftijd vond ik hem nog steeds een knappe man. Hij had een rond gezicht en een robuust voorkomen met alleen rimpels op zijn voorhoofd. Hij had lichtbruine ogen die straalden als van een man die half zo oud was.
'Absoluut, Samuel. Olivia en jij boffen. Hallo, Jacob, Sara,' zei de rechter.
Mama knikte glimlachend.
'We hebben Bloody Mary's, als je wilt,' zei grootpa.
'Nee, dank u,' zei papa snel.
'Ik weet dat jij van Bloody Mary's houdt, Sara,' ging grootpa verder met een fonkeling in zijn ogen. Mama keek even snel naar papa, die bijna fronsend naar haar keek.
'Eh, op het ogenblik niet, pa,' antwoordde ze.
'Wanneer maak je die halsband om de hals van je vrouw eens wat losser, Jacob?' zei grootpa, waarop de rechter glimlachte.
'Dat is een onbehoorlijke opmerking,' verklaarde grootma Olivia. "Vooral waar de kinderen bij zijn,' ging ze streng verder. 'Loretta,' snauwde ze, neem de kinderen alsjeblieft mee naar de keuken en geef ze wat limonade terwijl we wachten tot de brunch wordt opgediend.'
'Ja, mevrouw.' zei Loretta.
Grootma Olivia vond het niet correct als jonge mensen aanwezig waren als oudere mensen met elkaar spraken. Toen we in de deuropening stonden naast en achter mama en papa, had ze ons gecontroleerd. Ze knikte naar papa.
'De kinderen zien er heel leuk uit,' zei ze tegen mama, die onmiddellijk begon te stralen. 'Ga nu niet buiten rondhollen, maak je niet vuil,' riep ze ons na. 'We roepen jullie straks in de eetkamer. Ga zitten, Jacob. Het maakt me zenuwachtig als je daar blijft staan. Sara.'
Ze gehoorzaamden snel en Loretta bracht ons weg. Ze gaf ons limonade en zoals zo vaak gingen we naar het prieel in de achtertuin. Cary stond naar de zee te staren terwijl ik May bezighield. Ten slotte draaide hij zich naar me om, zijn ogen samengeknepen alsof hij pijn had.'Tijdens je eerste afspraakje met Robert gaan jullie een zandweg op. Dat maakt een slechte indruk. Het maakt datje... datje... gemakkelijk te krijgen lijkt. Ik wist dat het zo zou gaan; ik wist het gewoon,' zei hij en draaide zich weer om naar de zee.
'Ten eerste ben ik niet gemakkelijk te krijgen, Cary Logan. Ik doe niets wat ik niet wil en, ter informatie, we hebben niets verkeerds gedaan. Robert is op en top een heer.'
'Ha,' zei hij.
'Je kent hem niet, Cary.'
'Je zult het zien,' voorspelde Cary. 'Morgen roddelen ze over je in de kleedkamer en Royce zal opscheppen over hoe gemakkelijk je over te halen was.'
'Dal doet hij niet! En het is afschuwelijk van je om te zeggen dat hij dat wel zal doen. Je bent gewoon... gewoon jaloers,' zei ik beschuldigend. Zijn schouders verstijfden en hij draaide zich met een rood gezicht om.
'Wat bedoel je daarmee?'
'Je hebt geen vriendin en je maakt nooit een afspraakje, dus...'
'Dus?'
'Dus ben je jaloers dat ik dat wél doe.'
'Afspraakjes,' zei hij, zijn rechtermondhoek optrekkend. 'Mooie afspraakjes.'
Ik realiseerde me dat May mijn lippen had gelezen en naar me keek. Ze keek verward. Ik probeerde naar haar te lachen maar ze draaide zich om en keek naar Cary. Ze trok haar wenkbrauwen op toen ze haar blik weer op mij richtte. Ze zag ons niet vaak ruzie maken.
'We praten er later wel over,' zei ik.
'Er valt niets te praten,' antwoordde Cary.
'Waarom ben je ons gevolgd?'
'Waarom?' Hij schudde zijn hoofd. 'Ik ging naar het bal om te zien hoe het er was. Toen zag ik jullie vroeg weggaan. Ik wist gewoon dat ik je maar beter in de gaten kon houden: gelukkig voor jou. Ik kan gewoon niet geloven dat je het lef hebt mij te ondervragen. Zonder mij wasje nooit op tijd thuis geweest.'
'Je moet me wat...'
'Je wat, Laura? Toe dan. Wat?'
'Wat proberen los te laten,' zei ik.
Hij staarde me aan, knipperde met zijn ogen en keek toen weer naar de zee.
ik waardeer je bezorgdheid maar ik heb ruimte nodig, Cary.'
'Uitstekend,' zei hij met opeengeklemde kaken.
Hij draaide zich met een ruk om en keek kwaad naar het huis. Zijn woede leek over te koken als een pan soep. ik snap niet waarom wij moeten blijven rondhangen tot zij uitgekletst zijn. Ik heb honger. We hebben nauwelijks ontbeten vanmorgen.'
'Dan ga je dat tegen grootma . ^ggen,' daagde ik hem uit.
Stampvoetend liep hij de trap naar de deur op en rukte die zo hard open dat hij bijna uit de scharnieren^ïoog. May trok aan mijn hand en begon te gebaren.
'Cary heeft honger,' legde ik uit. 'Hij wil weten hoe lang het nog duurt voor we gaan eten.'
Ze staarde hem na en keek toen naar mij met een bezorgde, achterdochtige blik. Ik liet verslagen mijn schouders hangen. Waarom moest mijn fantastische, nieuwe relatie zoveel verdriet veroorzaken? Waarom kon Cary niet blij voor me zijn? Tranen prikten in mijn ogen en ik moest me omdraaien voor May zag hoe ongelukkig ik me voelde.
Wat Cary binnen ook had gedaan, het verhaastte wel alles, want een paar ogenblikken later verscheen Loretta om te zeggen dat het tijd was om te komen eten.
Het was een even verrukkelijke brunch als altijd, met stukken kreeft in Alfredo-saus, een garnalencocktail, heerlijke gefrituurde vis, salades met bijna elke denkbare groente, en zoals gewoonlijk geweldige desserts waaronder mijn lievelingsdessert, de geglazuurde petitfours.
Daarna slaken rechter Childs en grootpa hun sigaren op en gingen op weg voor hun wandeling langs het strand. Ze namen Cary en papa mee. Mama. May en ik bleven achter met grootma Olivia.
Mama vertelde grootma over het bal en hoe mooi ik eruit had gezien, toen grootma plotseling opstond.
'Ik wil met Laura praten,' zei ze, mama midden in een zin in de rede vallend, 'als je er geen bezwaar tegen hebt.'
'Wat? O... Nee. Waarom zou ik.' stotterde mama en keek hulpeloos om zich heen. Grootma Olivia was al op weg naar de deur van de zitkamer.
'Kom mee. Laura,' beval ze. Ik keek naar mama, die alleen maar haar hoofd schudde met grote ogen van verbazing. In de gang haalde ik grootma in, die naar de achterdeur liep.
'Waarom mag mama niet horen wat we zeggen, grootma?' vroeg ik zenuwachtig.
'We gaan naar het prieel,' antwoordde ze, mijn vraag negerend, ik heb trouwens toch wat frisse lucht en een kleine wandeling nodig na die maaltijd.'
'Het was een heerlijke brunch, grootma.'
'Ik vond de koolsla nogal bittei*3eze keer,' klaagde ze. We liepen naar buiten, over het pad naar het prieel en gingen op de bank zitten.
'Mama en May zouden ook^moeten komen,' zei ik. 'Het is zulk prachtig weer, er is bijna geen wolkje aan de lucht.' Ik staarde naar het strand en zag de vier mannen wandelen. Kleine rookwolkjes uit de monden van grootpa en rechter Childs werden opgevangen door de zachte bries en losten op. Cary liep een paar stappen achter de volwassenen, met gebogen hoofd.
'We zullen ze straks laten komen,' zei grootma Olivia. 'Nu je duidelijk een jonge vrouw begint te worden met de... belangstelling van een vrouw, vind ik het tijd worden even met elkaar le praten, Laura. Ik wil me er niet mee bemoeien, maar ik geloof niet dat je moeder op dit soort gesprekken is voorbereid,' ging ze verder.
'Wal voor soort gesprekken, grootma?'
'Een gesprek van vrouw tot vrouw.' antwoordde ze. 'Waarbij de ene vrouw over een ruime ervaring en wijsheid beschikt die ze aan een andere, jongere vrouw kan doorgeven. AI zou je moeder dezelfde goede bedoelingen hebben, ze heeft niet mijn achtergrond, mijn opvoeding. Ze is zich minder bewust van de gevaren.'
'Gevaren?'
Ik glimlachte niet meer en ging rechtop zitten. Ik had plotseling een gevoel alsof mijn heerlijke brunch als een kleine harde bal onder in mijn maag lag.
'Ik begrijp het niet, grootma. Wat voor gevaren?'
'Ik heb begrepen dat je belangstelling hebt voor iemand en datje zelfs officieel met hem bent uitgegaan?' begon ze. Haar ogen waren half dichtgeknepen, maar strak op me gericht met die intensiteit die je lachen doet vergaan.
'O,' zei ik enigszins opgelucht. 'Ja. Hij is een heel aardige jongen. Hij heet -'
'Ik weet hoe hij heet,' zei ze snel. ik weet wie zijn ouders zijn en wat ze doen. Ik weet dat hij bij je thuis geluncht heeft en datje gisteravond met hem naar het bal bent geweest.'
Ik kreeg grote ogen van verbazing. Ik glimlachte om grootma's belangstelling voor mijn sociale leven. Ze had er nooit eerder naar gevraagd en het had haar nooit iets kunnen schelen of ik naar een schoolbal ging of niet. Ik dacht altijd dat ze die dingen niet belangrijk vond.
'Het spijt me dat ik geen kans heb gehad u over hem te vertellen, grootma,' zei ik. We zouden een plezierig gesprek tussen grootmoeder en kleindochter hebben, dacht ik, en ik ik stelde me voor dat ze me zou vertellen over haar eigen jeugdromances.
'Er gebeurt niet veel in deze stad wat ik niet weet en er is niets wat betrekking heeft op mijn familie en de reputatie van de familie wat me uiteindelijk niet ter ore komt,' zei ze. 'Ik praat er weliswaar niet over met jou, maar ik weet datje een uitstekende leerlinge bent en je docenten je aardig vinden. Ik weet datje een grote hulp bent voor je moeder en altijd een respectvolle, gehoorzame dochter. Daarom vind ik het zo belangrijk dat we dit gesprek hebben,' ging ze verder.
Ik glimlachte stralend naar haar en knikte.
'Je bent nog veel te jong vooreen diepe betrokkenheid met een jongeman, vooral iemand die uil een nogal twijfelachtige familie komt.'
'Wat?' Mijn schitterende ballon plofte plotseling uit elkaar.
'Val me niet in de rede, Laura. Luister en leer. Zoals je weet stammen de Logans en mijn familie, de Gordons, af van de Pilgrims. We zijn een sterk, zeer gerespecteerd geslacht. Er wordt naar ons opgekeken in deze gemeenschap; we zijn mensen met waardigheid, status, en dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. We zijn altijd toonbeelden geweest van fatsoenlijk gedrag, van respectabiliteit, en zijn dat nog steeds. Mijn vader heeft me jaren en jaren geleden geleerd dat het allerbelangrijkste datje bezit je reputatie is.
'Cary en jij zijn geboren met een gift. Die gift is je familienaam. Jullie hebben letterlijk honderden jaren van een hooggewaardeerde reputatie. Die zal deuren voor je openen, je respect opleveren en je hoog op de maatschappelijke ladder plaatsen, maar je hebt een grote verantwoordelijkheid, Laura, en die verantwoordelijkheid is het respect, de waarde van onze familienaam hoog te houden.
Daarom,' ging ze verder, 'worden jij en je daden door een vergrootglas bekeken.' Ze keek me met een kil lachje aan. 'Tot nu toe heb je niets gedaan wat onze familienaam ook maar in het minst kan besmeuren en zo wil ik het houden. Ik wil dat je onmiddellijk een eind maakt aan de omgang met deze jongen. Die mensen voldoen niet aan je normen,' eindigde ze. 'Ik ben van plan dit ook met je vader te bespreken voordat de dag om is.' Ze leunde achterover, kennelijk wachtend op mijn reactie.
Even dacht ik dat de woorden in mijn keel zouden blijven steken. Mijn stem weigerde dienst. Ondanks de zachte bries die van zee woei, had ik het gevoel of ik in een hete oven was gevallen. Mijn gezicht gloeide, mijn hart, hoewel het hevig bonsde, leek in mijn borst omlaag te zijn gezonken, het kloppen was nauwelijks voelbaar. Ik schudde mijn hoofd.
ik weet niet wat ze u verteld hebben, grootma, maar het is allemaal een misverstand. Robert Royce is een heel, heel aardige jongen, grootma. Hij -'
'Hij komt uit een familie van herbergiers,' zei ze. Ze spuwde de woorden bijna uit, alsof ze een bittere smaak hadden. 'Weet je wat een herbergier is, Laura? Hoe ze begonnen zijn'? Het zijn mensen die niets hebben, geen familienaam, geen reputatie. Uit armoede stellen ze hun huis open voor vreemden, maken voor ze schoon, boenen hun wc's en gootstenen, serveren voedsel, voldoen aan de wensen van volslagen vreemden, en het ergst van alles, ze dragen bij tot en zijn verantwoordelijk voor de vervuiling en verwoesting van de Cape.
Mooie huizen, prachtige landschappen worden allemaal bedorven door die... motel- en hotelketens. Iedereen die zich de prijs van een goedkoop bed kan permitteren, kan hier komen en genieten van wat wij - die dit hebben opgebouwd, gesticht - hebben gecreëerd en elegant hebben gemaakt. Het gaat niet aan dat je verkeert met iemand van dat soort, Laura. Ik verbied je absoluut deze... deze persoon nog langer te zien. Hij zal je alleen maar omlaaghalen.'
'Alstublieft, grootma,' zei ik, mijn tranen wegslikkend, 'praat niet zo.'
Haar lippen verstrakten.
'Je moet je leren beheersen, Laura. Je moet volwassen en sterk worden, je verzetten tegen dwaze kleine lusten en bedenken wie je bent.
Helaas...' zei ze met een diepe zucht, 'hebben we al een moeilijke tijd beleefd om de reputatie van onze familie in stand te houden door mijn zus en je oom Chester, maar dat hebben we gelukkig kunnen verhelpen. We hebben niet nóg iemand nodig om ons te onteren en onze familienaam te bezoedelen.'
'Verholpen? Uw zoon heeft de familie verlaten. We mogen zijn naam niet uitspreken in uw bijzijn. Ik begrijp het allemaal niet, grootma. U praat nooit over hem. Mist u hem nooit?'
'Hij heeft een keus gemaakt en die is helaas het beste voor iedereen,' zei ze streng. 'Ik ben hier niet om over de doden te praten. Ik ben hier om over jou te praten, de levende.'
'De doden ?'
'Laura,' zei ze ferm, 'begrijp je wat ik probeer je te vertellen?'
'Nee, grootma, dat begrijp ik niet. Ik heb Robert net leren kennen. Ik mag hem graag. Hij is heel aardig voor me geweest en we hebben het heerlijk gehad op het schoolbal. Ik heb niet gezegd dat ik met hem wil trouwen... nog niet,' zei ik. Ze trok haar wenkbrauwen zo snel en zo hoog op, dat ik bang was dat ze uit haar gezicht zouden verdwijnen.
'Je zult nooit met zo iemand trouwen,' zei ze. Haar angst en ongerustheid verdiepten de rimpels in haar gezicht.
'Ik beoordeel mensen niet naar hun bankrekening, grootma.' zei ik. Ik bedoelde het als een feitelijke opmerking, maar ze trok haar hoofd naar achteren alsof ik haar een klap had gegeven.
ik ook niet, Laura. Dat is nu precies wat ik je duidelijk wilde maken en waar je aan voorbijgaat. Veel van die zogenaamde nouveaux riches zijn zakenlieden. Ze hebben geld maar geen klasse of reputatie. Die zullen ze ook nooit krijgen, hoe groot hun bankrekening ook wordt.'
'Maar... hebt u nooit van iemand gehouden die niet uit een oude en respectabele familie kwam, grootma? Zelfs niet toen u jong was?'
'Natuurlijk niet,' zei ze. 'Ik zou mezelf nooit toestaan zo iemand aardig te vinden.'
'Dat is niet iets wat je jezelf wel of niet kunt toestaan, grootma,' zei ik glimlachend. 'Het is iets magisch. U moet toch vast wel, toen u zo oud was als ik -'
'Ik ben nooit een dwaas jong meisje geweest, Laura, nooit zoals die leeghoofdige meisjes van tegenwoordig. Mijn vader zou het trouwens nooit hebben getolereerd, vooral niet omdat mijn zus zich zo schandelijk gedroeg. Hij zou zich verpletterd hebben gevoeld als allebei zijn dochters...' Ze zweeg even en ging weer rechtop zitten. 'Dit doet allemaal niet terzake. We zijn hier niet om over mijn verleden te discussiëren maar over jouw toekomst en de toekomst van de familienaam,' hield ze vol.
'Kunt u zich niet meer herinneren hoe het was om zo oud als ik te zijn? U kunt zich toen toch niet om dit alles hebben bekommerd?'
'Natuurlijk wel.' Ze schudde haar hoofd. 'Ik wist dat ik me meer met je opvoeding had moeten bemoeien. Sara... Sara is er gewoon niet geschikt voor en ze heeft het veel te druk met je invalide zus.'
'May is niet invalide, grootma. Ze heeft een handicap maar dat heeft haar niet belet een goede leerlinge te zijn en de meeste dingen te doen die andere jonge meisjes van haar leeftijd kunnen. Ze helpt in huis, doet de haar opgedragen karweitjes, zorgt voor haar eigen spulletjes. Ze is allesbehalve een last voor mama, grootma. Als u maar goedvond dat ik u wat gebarentaal leerde, zou u rechtstreeks met haar kunnen praten en zelf zien hoe intelligent en lief ze is.'
'Belachelijk. Ik heb geen tijd voor dat soort dingen. Bovendien beschermen jullie haar te veel vanwege deze... deze onvolkomenheid. Ze moet leren geen gunsten te verwachten en ze mag zeker niet vertroeteld worden. Dan pas zal ze de kracht hebben haar mismaaktheid het hoofd te bieden.'
'Het is geen mismaaktheid.' hield ik vol. 'En May is slim en sterk genoeg om een goed leven te leiden met haar handicap.'
ik heb je niet hier gebracht om tijd te verspillen aan dit onderwerp. Laura. Ik wil je het voordeel gunnen van mijn wijsheid en mijn gevoel van verantwoordelijkheid jegens de familie. Helaas ben ik de enige die die kracht bezit in onze familie. Je grootvader wordt steeds vergeetachtiger. Ik vrees dat hij seniel begint te worden en vroeg of laat in een rusthuis zal eindigen.'
'Grootpa? Maar hij ziet er fantastisch uit.'
'Jij hoeft niet met hem te leven,' antwoordde ze droog. 'In ieder geval hoop ik dat iels van wat ik gezegd heb tot je is doorgedrongen en dat je je fatsoenlijk zult gedragen en doen wat juist is.'
ik vind Robert Royce aardig, grootma. Ik ga hem geen verdriet doen door hem te vertellen dat hij niet goed genoeg is voor de Logans,' zei ik zacht maar vastberaden.
Ze staarde me even aan en schudde toen langzaam haar hoofd.
ik had meer van je verwacht, Laura. Je laat me geen andere keus dan hierover met je vader te spreken.'
Ik voelde tranen in mijn ogen prikken.
'Papa vindt Robert ook aardig,' zei ik, maar ik wist hoe groot de invloed van mijn grootmoeder op mijn vader was. Gewoonlijk waren haar woorden als het evangelie. 'Zeg alstublieft niets slechts over hem.'
'Als je me je woord geeft dat je geen overhaaste of dwaze dingen uithaalt,' zei ze. 'Te veel jonge mensen zien er tegenwoordig geen been in hun familie te schande te maken.'
'Natuurlijk doe ik dat niet.'
'Goed dan. We zullen zien hoe het verder gaat. Op een dag zul je dankbaar zijn voor wat ik vandaag tegen je gezegd heb, Laura. Je zult erop terugkijken en jezelf uitlachen omdat je zo dwaas was.'
Ze keek heel zelfverzekerd maar ik dacht: nee, grootma, ik zal u nooit dankbaar zijn omdat u tegen me zegt dat magie tussen mensen niet meer is dan een onbenullige dwaasheid. Ik zal u nooit dankbaar zijn omdat je me zegt dat mensen beoordeeld moeten worden naar hun stamboom in plaats van naar hun karakter, dat status belangrijker is dan wat ook, zelfs oprechte gevoelens. Nee, grootma, ik zal niet dankbaar zijn; ik zal altijd medelijden voelen, niet voor mezelf, maar voor u.
Maar dat zei ik niet natuurlijk. Ik bleef zwijgend zitten en sloeg haar gade terwijl ze naar het strand staarde, waar de mannen op weg waren naar huis.
'Het schijnt dat de grote geesten de problemen van de wereld hebben opgelost en terugkomen,' zei ze droog. 'Ga je moeder en zus maar vragen of ze hier komen.'
Ik stond snel op.
'Toen ik zo oud was als jij, bedankte ik de ouderen altijd als ze de moeite en de tijd hadden genomen om met me te praten en hun wijsheid aan me door te geven, Laura,' zei ze toen ik weg wilde gaan. Ik bleef staan en draaide me langzaam om.
'Ik weet dat u alleen mijn geluk wilt, grootma. Daarvoor dank ik u,' zei ik.
Het voldeed haar niet. Ze keek me aan met zo'n kille, doordringende blik als ik nooit van haar gezien had, een blik die me haastig naar huis deed lopen om mama te halen.