Epiloog

Mijn vertrek was nu heel anders dan de vorige keer. Toen was ik heel erg bedroefd geweest, maar had de hoop dat ik terug zou komen om oma te bezoeken. Nu kon ik alleen nog naar de graven van mijn ouders, mijn oma en andere familieleden. Ik zou die bezoeken, dat wist ik zeker, al kon dat voorlopig nog niet. Maar ik zou hen altijd in mijn hart blijven koesteren.

Ignacio en ik brachten de nacht met elkaar door. De volgende ochtend ging hij met me mee naar señora Paz en Margarita om hun het nieuws te vertellen. Ze waren zo geschokt dat ze bij uitzondering sprakeloos waren.

'U moet mijn verontschuldigingen overbrengen aan señora Rubio en Pascual,' zei ik.

Ze staarden mij en Ignacio slechts aan.

ik zal u eeuwig dankbaar zijn voor uw pogingen me te helpen mijn toekomst veilig te stellen,' zei ik. 'Ik zal u schrijven.' Geen van beiden had nog een woord gezegd.

Margarita begon te huilen.

'Stel je niet zo aan,' zei señora Paz tegen haar. 'Ze heeft een beter aanbod.'

ik huil niet voor haar,' bekende Margarita. ik huil voor mijzelf. Ik wou dat ik ook was weggelopen toen ik zo oud was als zij.'

Ik omhelsde haar en daarna señora Paz. Ignacio en ik stapten in dezelfde bus en reisden een eindje samen. Hij ging ook naar Mexico City, maar daar zouden we afscheid nemen in het busstation en ging ik met de shuttle naar het vliegveld. Dankzij Edward zouden al mijn papieren daar liggen voor mijn tweede oversteek naar Amerika.

Ik had Edward gebeld, en hij was enthousiast over mijn terugkomst. Hij en Jesse zouden op me wachten op Palm Springs Airport.

'Deze keer wordt het anders, Delia, dat beloof ik je,' zei hij.

Hij meende het in alle oprechtheid, maar ik had er weinig vertrouwen in. Ik begon aan wat misschien een nog moeilijkere reis zou zijn naar een andere toekomst. Er waarden nog veel geesten en veel demonen rond, en ik zou voortdurend achteromkijken naar het boze oog van señora Porres, het ojo malvado.

Ignacio stond naast me bij de deur van de bus tot de chauffeur zei dat het tijd was om te vertrekken.

'Stort je niet halsoverkop in een ander huwelijk voor ik terug ben,' zei hij.

'ik beloof het je.'

ik kom terug, Delia, al moet ik weer de woestijn trotseren om naar je toe te komen.'

ik zal op je wachten,' zei ik, en we zoenden elkaar ten afscheid.

Toen stapte ik in de bus en ging bij het raam zitten.

Toen ik een keer met oma naar het kerkhof ging om samen met haar het graf van mijn grootvader te bezoeken, had ik haar gevraagd of het niet beter zou zijn als je kon vergeten, zodat je minder verdriet zou hebben.

'Nee,' zei ze. 'Hij is weg, maar niet onze liefde voor elkaar. De herinnering daaraan verdrijft het verdriet, Delia. Zonder dat, ja, dan is er minder reden om naar het kerkhof te gaan, minder reden om niet te vergeten. Maar dan blijf je achter met een leegte die je nooit zult kunnen vullen. De liefde voorkomt dat we een eenzaam leven leiden.'

'Si, abuela Anabela,' fluisterde ik toen de bus wegreed en Ignacio zijn hand tegen zijn lippen drukte en me een kus toezwaaide, ik zal niet alleen zijn. Gracias, mi abuela’