Bradley

Ik vroeg Bradley waar hij zo goed Spaans had geleerd, en hij vertelde me dat hij was grootgebracht door zijn nanny, Maria De Santas, die altijd Spaans tegen hem sprak.

ik kon Spaans spreken voordat ik Engels sprak.'

'Waarom ben je grootgebracht door een nanny? Waar was je moeder?'

'Ze heeft ons in de steek gelaten toen ik zes maanden was.'

in de steek gelaten? Dat begrijp ik niet.'

'Ik ook niet,' zei hij. Hij zweeg even en ging toen verder. 'Ze is ervandoor gegaan met de manager van mijn vaders fabriek van auto onderdelen.'

'Waar gingen ze naartoe?'

Hij keek me aan alsof ik iets stoms vroeg.

'Ergens in Florida, denk ik. Mijn vader wist het door alle officiële documenten die daarna kwamen, maar hij praat er niet graag over.'

Hoe kon een moeder haar eigen kind in de steek laten? Waren alle vrouwen in Amerika zo egoïstisch als mijn tante Isabela? Waarom was familie hier niet zo belangrijk als in Mexico?

ik denk er niet meer aan,' vervolgde hij. Zijn stem klonk geërgerd. 'Voor mij is het alsof ze gestorven is. Mijn vader is uiteindelijk hertrouwd, en ik heb een klein zusje, Gayle. Ze is zes. Maria is nog steeds bij ons, dus Gayle spreekt ook goed Spaans. Het kan geen kwaad om hier Spaans te kunnen spreken, met al die Mexicanen.'

'Het kan ook geen kwaad om Engels te kunnen spreken,' zei ik. Hij moest lachen en keek me toen met een vreemde blik aan. Het was of hij me voor het eerst echt zag.

'Je bent een mooi meisje, Delia, maar ik denk dat je dat wel weet,

hè?'

'Nee,' zei ik blozend. Ik wilde hem vertellen over het boze oog en dat het niet goed was om jezelf te bewonderen. Bovendien werd hij geacht Sophia's vriendje te zijn en hoorde hij dergelijke dingen niet te zeggen tegen andere meisjes. 'Vind je Sophia niet mooi?' vroeg ik.

'Ze kan er heel goed mee door,' zei hij snel. 'Ze moet afvallen, maar ik zal de laatste zijn om haar dat te vertellen. Ze zou me laten vermoorden.'

Het maakte me zenuwachtig met hem over haar te praten, ook al was ik het zelf die haar naam te berde had gebracht. Misschien was het mijn manier om hem eraan te herinneren wie zijn vriendin was, zodat hij niet zoveel aandacht aan mij zou besteden, al voelde ik me onwillekeurig gevleid door zijn complimentjes.

ik moet nu naar mijn tantes haciënda,' zei ik. ik moet werken.'

'Wees maar niet bang. Lopend zou je nu nog lang niet thuis zijn.' Hij reed een zijstraat in. 'Mijn vader knapt een paar huizen in deze straat op om te verkopen. Hij doet veel verschillende zaken.' Hij maakte een scherpe bocht naar een oprit. 'Kijk, dit is er een van.' Het huis was niet groter dan het huis waarheen mijn tante me had gestuurd met señor Baker. Laten we eens zien hoe ver het werk gevorderd is.' Hij zette de motor af en stapte uit. 'Kom,' drong hij aan.

Ik keek naar het huis. Er werd niet gewerkt en er stond verder geen enkele auto voor het huis. In de straat achter ons was het heel stil. Niemand stond buiten een van de huizen en ik moest nog een andere auto voorbij zien rijden.

ik moet naar huis,' hield ik vol. 'Alsjeblieft.'

'Een paar minuten maar. Ik beloof je dat je toch nog eerder thuis zult zijn dan wanneer je had gelopen.'

Hij keek alsof hij niet van plan was weg te gaan voordat ik met hem mee was gegaan, dus stapte ik uit.

'Dit huis hoort bijna klaar te zijn,' zei hij. Hij ging me voor naar een deur aan de achterkant. Hij vond een sleutel onder een mat. Waarom gingen we door de achterdeur naar binnen?De deur gaf toegang tot een kleine keuken. Ik zag wat gereedschap op een tafel en zaagsel op de grond, waar een kast was getimmerd voor een nieuwe vaatwasser. In ieder geval vertelde hij de waarheid wat de renovatie betrof, dacht ik, en ik ontspande me een beetje. Hij liep rond, inspecteerde het werk.

'Mijn vader heeft me aangesteld als assistent voor de verbouw van het huis. Ik ben verantwoordelijk voor wat hier gebeurt. Uiteindelijk zal ik het grootste gedeelte van zijn zaak overnemen, zie je. Hij wil dat ik bedrijfskunde ga studeren, maar ik weet niet of dat wel nodig is. We kopen deze huizen voor niks, investeren er wat in en verkopen ze dan voor een hoop geld.'

Ik volgde hem naar de woonkamer, waar een nieuwe houten vloer was gelegd en de open haard was gerestaureerd. Hij controleerde een raamlijst en schudde zijn hoofd.

'Dat kan beter,' zei hij. 'Die kieren zijn onnodig. Kom hier, dan zal ik je laten zien wat ik bedoel.'

Ik liep naar hem toe en zag wat hij aanwees.

'Zie je? Slordig werk. Het is wel een goedkoop huis, maar dat wil niet zeggen dat we zoiets door de vingers zien. Mijn reputatie staat op het spel. Snap je wat ik bedoel?'

'Ja.'

Hij keek naar me met dezelfde glimlach als in de auto. Alsof hij me met zijn ogen uitkleedde. Het maakte me zenuwachtig.

'Tjonge, je bent een knappe meid, Delia. Ik heb nog nooit zulke mooie ogen gezien. Heb je een hoop vriendjes in Mexico?'

'Nee. Ik heb nooit een vriendje gehad.'

'Wat? Zijn die jongens zo stom? Ik dacht dat meisjes als jij werden verslonden!'

Hij streek met zijn hand zachtjes over mijn haar en mijn wang, en boog zich toen naar me toe en zoende me. Ik wist dat hij het ging doen, maar in plaats van me snel terug te trekken, voelde ik me als verdoofd, verstard, hulpeloos. Hij vatte dat op als een teken dat ik had gewild dat hij me zou zoenen, dat hij meer zou doen. Hij trok me naar zich toe en zoende me hartstochtelijker, zoende mijn wang en mijn hals, en sloeg zijn armen zo stevig om me heen dat ik hem niet weg kon duwen.

Ik was zo geschokt dat ik niet wist wat ik moest zeggen of doen.

ik heb aan je gedacht sinds je met Edward die kamer binnenkwam,' zei hij. ik ben twee keer door die straten gereden in de hoop je eerder te zien dan Edward.'

Waarom? dacht ik. En Sophia dan? Hij zoende me weer voor ik iets kon vragen, en deze keer liet hij zijn handen over mijn schouders en borsten dwalen, voor hij zijn armen om mijn middel sloeg en begon me op de grond te duwen.

Eindelijk vond ik de kracht om me te verzetten.

'Nee, alsjeblieft. Stop!'

'Vind je me niet aardig?' vroeg hij.

'Ja, maar...'

'Dat is het enige wat belangrijk is. Vergeet dat maar.' Hij duwde me nog harder omlaag, tot ik op de grond zat.

Voor ik nog een woord kon zeggen boog hij zich over me heen, zoende mijn gezicht, ging met zijn mond over mijn kin naar mijn hals, schoof zijn handen onder mijn blouse en duwde die omhoog, ondanks mijn zwakke tegenstand. Hij drukte zijn lippen tussen mijn borsten, frutselde aan de sluiting van mijn beha tot die los was en haalde hem weg, zodat zijn mond zich om mijn tepels kon sluiten, bewoog zijn lippen over en onder mijn borsten. Ik was geschokt en geschrokken van de opwinding die ik omlaag voelde gaan naar mijn dijen en die rondcirkelde in mijn buik met een warmte die me nog zwakker leek te maken dan ik al was. We lagen nu languit op de grond, hij boven op me.

Toen hij zijn handen op mijn dijen legde en mijn rok omhoogtrok, duwde ik hard tegen zijn borst.

'Rustig,' zei hij, pakte mijn hand en hield die tegen zijn borst geklemd. 'Rustig. Ik weet wat Baker met je heeft gedaan. Sophia heeft het me verteld. Dit wordt anders, ik beloof het je.'

Hij bukte zich om me weer te zoenen, en ik trok me terug.

'Nee!' gilde ik. De naam Baker spoorde me aan tot heviger verzet.

'Rustig,' zei Bradley zacht.

Ik draaide en kronkelde, schuurde met mijn schouder tegen de harde houten vloer, maar mijn weerstand ontmoedigde hem niet zoals ik had gehoopt. Bradley drukte me nog harder op de grond.

'Hé, je bent een plaaggeest. Je vindt me aardig. Je verlangt naar me. Ontspan je nou maar.'

'Nee. Ik wil dit niet. Alsjeblieft.'

'Toe nou, hou op met zo onschuldig doen. Ik ken meisjes van jouw leeftijd die het met een hoop jongens hebben gedaan in Mexico. Daarom hebben jullie zo jong zoveel kinderen.'

'Nee, dat is niet waar. Laat me gaan.'

Ik duwde zijn gezicht weg en er verscheen plotseling een woedende glinstering in zijn ogen.

'Wat is dit voor flauwekul? Waarom stapte je zo gauw in mijn auto, hè? Speel geen spelletje met me, Delia.'

'Dat doe ik niet. Alsjeblieft.' Ik bleef hem wegduwen, maar hij was te sterk. Het was of ik tegen een muur duwde.

Hij staarde op me neer, naar mijn blote borsten, en glimlachte toen.

'Blijf maar duwen,' zei hij. 'Dat vind ik wel leuk.'

Met zijn handen onder mijn rok trok hij mijn slipje omlaag. Ik greep zijn haar stevig vast en duwde zijn gezicht en lippen weg van mijn borsten. Zijn gezicht vertrok en hij slaakte een kreet, pakte mijn polsen beet, en een paar ogenblikken lang bleven we worstelen.

'Ik zal tegen Sophia zeggen dat je probeerde me te verleiden,' waarschuwde hij, terwijl hij mijn handen wegtrok uitzijn haar. 'En zij zal het aan je tante vertellen. Ik zal zeggen dat je me voorbij zag rijden en me wenkte en in mijn auto stapte en dat je me vroeg een eindje met je te gaan rijden en dat je probeerde me te verleiden. Denk je dat je tante dat zal geloven? Sophia heeft me verteld wat Baker over je gezegd heeft.'

Ik voelde mijn verzet verzwakken. 'Nee,' zei ik, 'dat waren leugens.''Hoe zal ze denken over een sletje uit Mexico dat in haar huis komt wonen en haar voor schut zet? Nou? Ik zal je vertellen wat ze zal denken. Ze zal het vreselijk vinden en woedend zijn, vooral als ik het mijn stiefmoeder vertel, die graag roddelt en in dezelfde kringen verkeert. Je tante zal je geboeid laten terugsturen, en iedereen in je dorp zal het verhaal horen.' 'Doe dat niet! Alsjeblieft!' riep ik uit

'Stil maar. Ik zeg niet dat het zeker is dat ik het doe.' Zijn handen gingen weer naar mijn slipje. 'Waarom zou ik? Ik vind je aardig.'

Ik begon zachtjes te snikken. Hij bewoog zich steeds sneller en ik wist niet wat ik moest doen. 'Alsjeblieft,' smeekte ik.

'Goed zo. Dat vind ik ook wel leuk. Blijf dat maar zeggen. Alsjeblieft. Toe dan, zeg het nog eens. Alsjeblieft.'

Ik schudde wild met mijn hoofd toen ik voelde dat hij bij me binnendrong.

'Alsjeblieft,' bleef hij me na-apen. 'Alsjeblieft.'

Ik deed mijn ogen dicht. Pijn en schaamte golfden door me heen. Ik had het gevoel dat ik aan mijn lichaam ontsnapte om niet te hoeven denken aan wat ermee gebeurde. Maar op een gegeven moment hoorde ik tijdens die verkrachting een stem in mijn hoofd die zei: Dit is niet wat Assepoester overkwam.

Toen hij was klaargekomen bleef hij zwaar ademend op me liggen.

'Je was echt nog maagd,' mompelde hij en liet zich omrollen om zijn broek omhoog te trekken.

Ik was nog te erg geschokt om iets te zeggen of zelfs maar te huilen.

'Je kunt de badkamer gebruiken,' zei hij met een gebaar in die richting. 'Er liggen handdoeken voor de arbeiders en zo. Toe dan. We moeten weg, anders kom je toch nog te Iaat.'

Hij liep de kamer uit. Langzaam trok ik mijn kleren recht en stond op. Toen ik in de badkamer kwam, zag ik hoe rood mijn gezicht was en vuil van de tranen die ik niet gevoeld had. Ik maakte me zo goed mogelijk schoon, ging toen op de wc-bril zitten en probeerde wat te kalmeren. Hij klopte op de deur en zei dat ik meteen naar de auto moest komen.

'Schiet op. Over een minuut ga ik weg, of je er bent of niet.'

Ik wilde niet met hem mee, maar ik voelde me als verdoofd. Hij praatte aan één stuk door tijdens de hele rit naar de haciënda, zo rustig en opgewekt alsof we echt vriendjes waren en er niets verschrikkelijks gebeurd was. Het maakte alles nog onwerkelijker voor me. Misschien was het niet gebeurd, dacht ik, maar mijn pijnlijke schouder en de schaafplekken op mijn achterste en onderrug vertelden een ander verhaal.

Toen hij stopte voor de haciënda, leunde hij glimlachend achterover.

ik zou maar geen verhalen ophangen over vanmiddag,' waarschuwde hij. 'Het is jouw woord tegen dat van mij, Delia, en dit zou de tweede keer zijn dat je sinds je komst hier moeilijkheden krijgt met een man. Niemand zal je geloven. Bovendien heb je er waarschijnlijk van genoten. Als je eerlijk bent, zul je dat moeten toegeven.'

Ik schudde mijn hoofd en deed het portier open. 'Je bent geen prins,' zei ik.

'Hè?'

'Je bent een schande voor je nanny. Je hebt gezondigd tegen iedereen die van je houdt.'

Zijn glimlach leek te bevriezen. Toen wees hij met zijn vinger naar me. ik zou mijn mond maar houden als ik jou was, Delia. Ik waarschuw je.'

ik zal het niemand vertellen. God heeft gezien wat je hebt gedaan.'

Ik stapte uit en deed het porder dicht. Snel reed hij de oprijlaan af. Ik borstelde mijn kleren af en liep de trap op. Toen ik naar de deur keek, zag ik dat die open was. Sophia stond op de drempel en keek me woedend aan.

'Secreet! Baker had gelijk!' schreeuwde ze, draaide zich om en ging naar binnen.

Mijn hart sprong op en neer als een jojo. Ik voelde me als een dier in de val toen ik haar naar binnen volgde en haastig de trap opliep naar mijn kamer om mijn bebloede kleren uit te trekken en aan mijn werk te beginnen. Nu begreep ik wat Assepoester voelde toen de klok twaalf sloeg en ze terug was in haar wanhopige situatie. Alleen had ik in tegenstelling tot haar niemand die naar me op zoek was.

Later, toen ik aan het werk was, dacht ik aan de ironie van dit alles. Degenen die me het dorp hadden zien verlaten in een limousine, waren ervan overtuigd dat ik op weg ging naar het beloofde land. Ze dachten dat ik getroost zou worden in mijn verdriet. Ze dachten dat ik een soort genade zou ontvangen. Ze wisten niet dat het boze oog nog niet klaar was met me.

Ik zwoer dat ik mijn lach, mijn glimlach, mijn blijdschap, mocht ik die ooit weer beleven, diep in me zou wegsluiten. Ik zou het ojo malvado niet opnieuw tarten. Ik werkte die middag beter dan ooit, had nog nooit zo hard geboend of zo nauwkeurig schoongemaakt. Het werk belette dat ik huilde. Señora Rosario was onder de indruk en gaf me zelfs een compliment, maar ik bedankte haar niet. Ik zou zelfs geen complimentjes meer accepteren. Alles joeg me nu angst aan. Goed leidde alleen maar tot meer kwaad.

Later, toen ik me verkleed had voor het diner, kwam Edward naar mijn kamer, klopte aan en liep naar binnen.

'Heeft Bradley Whitfield je vandaag thuisgebracht?' vroeg hij.

Ik wendde mijn gezicht af toen ik antwoordde, zodat hij mijn gezicht niet zou zien.

'Ja.'

'Pas op voor hem,' waarschuwde hij. 'Hij is een gladjakker.'

'Gladjakker?' Ik keek hem niet-begrijpend aan.

'Ja, dat betekent dat hij sluw is, eh... bedrieglijk... oneerlijk.'

''Si.' Ik knikte.

'Maar ik denk dat je dat al wist. Zie je aan tafel.' Hij liep de kamer uit en trok de deur achter zich dicht.

Ik wachtte tot ik zeker wist dat hij weg was en begon toen eindelijk te huilen.

Voor ik naar beneden ging nam ik een douche en zag de blauwe plekken en schaafwonden van mijn worsteling met Bradley. Sommige deden flink pijn en ik snakte even naar adem toen ze in aanraking kwamen met het water. Ik slikte mijn tranen in, droogde me voorzichtig af en kleedde me aan voor het eten.

Zodra ik plaatsnam in de eetkamer boog mijn tante zich naar me toe met ogen die me kil en beschuldigend aankeken.

'Sophia vertelde me dat Bradley Whitfield je thuis heeft gebracht. Hoe heb je dat gedaan gekregen?'

Ik draaide me bevend van haar af.'Nou? Je begrijpt heel goed wat ik vraag. Doe maar niet net of je het niet begrijpt,' snauwde ze.

Ik draaide me weer naar haar om. Ze perste haar lippen op elkaar en keek me met een kwaadaardige uitdrukking aan.

ik heb niets gedaan, tia Isabela,' zei ik. ik liep van de bus naar huis en hij reed langs in zijn auto en zei dat ik in moest stappen.'

'Zei hij dat?' vroeg Sophia meesmuilend. 'Dat betwijfel ik.'

'Waarom zou je daaraan twijfelen, Sophia? Het verbaast mij niks,' zei Edward. 'Denk je dat jij het enige meisje bent met wie hij omgaat? Vlei jezelf niet.'

'Hou jij je mond, Edward. Hij heeft tenminste een meisje.'

Edward kreeg een kleur, maar ontspande zich toen en glimlachte. 'Waarom vertel je moeder niet waarom je niet met Bradley naar huis ging en waarom hij alleen was?'

'Wat wil je daarmee zeggen?' vroeg tante Isabela.

'Laat Sophia het je maar vertellen.'

'Sophia?'

'Toe maar, Sophia. Vertel moeder waarom je vandaag niet bij Bradley was,' plaagde Edward.

'Het is niks. Ik was met een paar vriendinnen, dat is alles. Ik hoef Bradley niet de hele dag om me heen te hebben, maar ik wil ook niet dat een ander jacht op hem maakt, iemand die hier woont.' Ze keek nadrukkelijk naar mij. 'Vooral niet mijn lieve, onschuldige, arme, hulpeloze nichtje dat achteraf toch niet zo hulpeloos blijkt te zijn.'

Ik begreep het meeste van wat ze zei.

'Nee,' zei ik, naar mijn tante kijkend. 'Dat is niet zo... niet waar.'

'Natuurlijk niet. Hoe zou Delia jacht op hem kunnen maken?' vroeg Edward. 'Ze is niet bij ons op school. Wanneer had ze hem moeten zien?'

'Ze heeft hem hier gezien.'

'Eén keer, ja.'

'Jongens hoeven een meisje als zij maar één keer te zien om te weten wie en wat ze is.'

'Dat is shit, en dat weet je!' schreeuwde Edward.

'Je weet niet waar of hoe dit meisje is opgevoed, Edward,' zei tante Isabela. Ze leunde achterover en knikte naar mij. ik wel. Sophia heeft niet helemaal ongelijk.'

'Ze heeft meer dan ongelijk, moeder, en jij ook.'

'Zo is het genoeg. Dit duld ik niet. Ik duld geen seksuele promiscuïteit in mijn huis.'

'Behalve die van jezelf,' mompelde Edward. Tante Isabela sloeg zo hard met haar hand op tafel dat borden en glazen rammelden.

'Ga uit mijn ogen!' gilde ze tegen hem en wees naar de deur.

ik denk dat ik recht heb op mijn diner,' zei Edward kalm en at door.

Tante Isabela wekte de indruk dat er elk moment rook uit haar oren kon komen. Ik keek zo snel van de een naar de ander dat het me duizelde. Hoe durfde Edward haar zo uit te dagen? Was het wat señora Rosario had gezegd, dat hij mede-erfgenaam was van het landgoed en alle rijkdom?

Tante Isabela staarde even voor zich uit, knikte toen en stond op, maar hield haar ogen neergeslagen.

'Dan blijf ik niet hier,' zei ze en liep de eetkamer uit.

'Goed gedaan, Edward,' zei Sophia. 'Je hebt moeder van haar eigen eettafel verjaagd om die slet uit Mexico te verdedigen.'

Hij gaf geen antwoord.

ik begrijp niet waarom je Delia zo hardnekkig verdedigt,' ging ze verder. 'Heb je het al met haar gedaan? Is dat het? Maakt ze het je ge- makkelijk? Heb je eindelijk je maagdelijkheid verloren?'

Zonder enige waarschuwing, of een teken dat hij zelfs maar naar haar luisterde, hief Edward zijn glas op en gooide de inhoud, druivensap, over de tafel heen in haar gezicht. Het sap spetterde in haar gezicht en op haar kleren. Ze gilde, sprong overeind en holde huilend de kamer uit.

Edward bleef eten alsof er niets gebeurd was. Hij keek even naar mij.

'Kom, eet verder. In dit huis heb je al je kracht nodig.'

Ik had geen eetlust. Ik had het gevoel dat mijn ingewanden in de knoop zaten, maar ik was te bang om niet te eten. Althans op het ogenblik leek iedereen gek geworden.

ik heb een hoop huiswerk en ik moet nog een scriptie maken,' zei Edward toen hij uitgegeten was. 'Maak je niet ongerust, ik breng je morgenochtend naar de bus.'

Ik keek hem na toen hij wegging, en hielp Inez met afruimen en de keuken opruimen voor ik naar mijn kamer ging. Ik had niet veel zin om Engels te leren en ging aan het bureau zitten om een nieuwe brief aan oma te schrijven. Maar die kwam vol te staan met zelfmedelijden en was praktisch een smeekbede om me terug te laten komen, zodat ik hem verscheurde.

Het was moeilijk om in slaap te vallen en zelfs moeilijk om te bidden. Ik voelde dat God niet tevreden over me was, omdat ik niet hard genoeg gevochten had om Bradley van me af te houden en me in het begin gevleid voelde en zijn complimentjes en aandacht dankbaar had aanvaard. Ik stelde me voor hoe pastoor Martinez zijn hoofd naar me schudde. Ik zag me knielen in onze dorpskerk, maar mijn gebeden en gezang kaatsten af op de muren en het plafond en bereikten Gods oor niet.

De volgende ochtend bewoog ik me als verdoofd. Bradley kwam Sophia niet halen. Ik begreep genoeg van haar gesprek met tante Isabela aan tafel om te beseffen dat zij en Bradley de vorige avond hevige ruzie hadden gehad aan de telefoon. Ze wilde niet met Edward mee, maar haar moeder wilde señor Garman geen opdracht geven haar te brengen en weigerde absoluut om zelf te rijden. Mokkend als een kind van vier ging ze achter in Edwards auto zitten en zei geen woord tijdens de rit naar de bus.

'Wees maar niet bang,' zei Edward voor ik uitstapte, ik wacht vandaag op je bij de bus.'

Ik knikte en deed het portier dicht. Sophia zat met gebogen hoofd en keek niet op toen ze wegreden. Bij de bushalte stond een aantal mensen te wachten, leerlingen van school en een paar volwassenen die naar hun werk gingen. Ik kende geen van de andere leerlingen, omdat ik nog in de Engels-Spaanse klas zat. Niemand lette trouwens op me. Ik was de laatste die in de bus stapte, maar Ignacio had een plaats voor me vrijgehouden. Hij lachte toen ik naar hem toekwam.

'Goedemorgen, Delia,' zei hij in het Engels. 'Hoe gaat het?'

'Goed,' zei ik slechts.

'Je ziet er niet goed uit,' zei hij, nu in het Spaans.

'Het gaat goed met me,' zei ik vinnig. Ik keek hem niet aan.

Hij keek achterom naar de halte, alsof de reden voor mijn gedrag daar te vinden was. Ik voelde zijn blik op me gericht.

'Problemas on su familia?'

Problemen met mijn familie? dacht ik, en moest bijna lachen.

'Ze zijn mijn familie niet,' antwoordde ik. 'Mijn familie is in Mexico. Ik wil naar huis. Ik wou dat ik geld had om een auto voor je te kopen zodat je me erheen kon rijden.'

Hij glimlachte. 'Als je dat wilt, doe ik het. Ik beloof het je, op een dag zal ik het echt doen.'

Ik knikte dankbaar.

Alles ging moeilijk die dag. Ik kon het gevoel niet van me afzetten dat ik vanbinnen en vanbuiten bezoedeld was. Het deprimeerde me en maakte dat ik niet oplette in de klas, wat señora Holt ergerde. Ik struikelde over woorden en zinnen die ik allang onder de knie had. In de lunchpauze vroeg ze me of ik ziek was. Ik was bang dat ze de school naar mijn tante zou laten bellen dat ik ziek was, dus zei ik nee. Ik zei dat ik de vorige avond buikpijn had gehad en slecht had geslapen. Liegen was iets dat me altijd slecht afging; ik wendde te snel mijn ogen af.

Señora Holt zei niets. Ze staarde me zwijgend aan.

ik kan je niet helpen je probleem op te lossen als je me niet vertelt wat het is,' zei ze.

Ik zweeg. Hoe kon ik het haar vertellen?

'Oké, ga maar lunchen, Delia,' zei ze en liep weg.

Nu voelde ik me nog schuldiger en waardelozer. Ik at nauwelijks iets van mijn lunch. Hoewel hij niets zei, voelde ik Ignacio's ogen op me gericht. Ik was zelfs onaardig tegen Mata, die vriendelijk tegen me wilde zijn. Toen ik terugkwam in de klas deed ik meer mijn best om op te letten en mijn werk goed te doen, maar toch bracht ik het er niet zo goed af als anders, en señora Holt liet het me weten en gaf herhaaldelijk blijk van haar ontevredenheid, die overging in ergernis en teleurstelling als ze me openlijk bekritiseerde. Ik was bijna in tranen toen eindelijk de bel het einde van de les aankondigde. Ik liep haastig het lokaal uit, voor ze me weer kon tegenhouden voor een preek of een ondervraging.

Ignacio liep vlak achter me toen ik het gebouw verliet. Maar op het ogenblik wilde ik ook niet met hem praten. Ik wist zeker dat hij ook meer zou willen weten. Ik wilde alleen maar terug naar de haciënda en me verdiepen in het huishoudelijke werk. Als ik heel hard werkte en heel erg moe werd, zou ik die nacht misschien beter slapen.

Maar op weg naar de bus haalde Ignacio me in.

'Dat ging niet zo goed vandaag, hè?' zei hij. ik weet dat señora Holt je de beste leerling van de klas vindt.'

'Nee, ik ben niet de beste.'

ik vind dat jij de beste bent,' hield hij vol. 'Alleen al door naar je te luisteren leer ik veel.'

Ik keek hem even aan. Waarom wilde iedereen me nu complimentjes geven? Het boze oog had niet alleen ogen, maar ook oren. Als om het te bewijzen, bleef het ojo malvado zijn wraak voortzetten.

Ik hoorde mijn naam roepen. Ignacio en ik bleven staan en zagen Bradley in zijn sportwagen. Hij stond geparkeerd bij het trottoir.

'Stap in,' beval hij.

Ik schudde mijn hoofd.

'Wie is dat?' vroeg Ignacio.

'Je hebt voor ruzie gezorgd tussen mij en Sophia!' schreeuwde Bradley. 'Mijn vader heeft het al gehoord van mijn stiefmoeder. Stap in,' zei hij weer.

Ik aarzelde nog steeds. Ik voelde dat Ignacio beschermend naast me kwam staan.

'Verdwijn,' zei hij tegen Bradley.

'Hou je erbuiten, José, anders geef ik je aan bij de veiligheidsdienst.'

'Mijn naam is niet José en ik ben niet bang voor de veiligheidsdienst. Ik ben hier legaal.' 'Ja, goed hoor. Delia, stap in of ik rij naar je huis en ga nu met je tante praten. Nou?'

'Wat zegt hij? Wie is die jongen?' vroeg Ignacio.

'Het is in orde,' antwoordde ik.

'Dat lijkt me niet,' antwoordde Ignacio en hij keek kwaad naar Bradley.

Ik haalde diep adem, boog mijn hoofd en liep naar de auto.

'Eindelijk verstandig,' zei Bradley.

Ik stapte in en kreeg nauwelijks de kans het portier te sluiten voor hij wegschoot, zodat ik achteroverviel. Ik draaide me om en keek naar Ignacio die verward, kwaad en bezorgd bleef staan.

Zie je nou, Delia, dacht ik, iedereen met wie je in aanraking komt krijgt het zwaar te verduren.