Thuiskomst
'Vijf dagen geleden werd ze niet meer wakker, Delia. Ze is in haar slaap gestorven, dromend over jou, dat weet ik zeker,' zei señora Paz.
Ze had haar zus erbij geroepen en ze hadden me op de bank gelegd meteen koud nat washandje op mijn voorhoofd. Beiden keken vol medelijden en verdriet op me neer. Ze scheelden twee jaar, maar ze leken een tweeling in de manier waarop ze op elkaar reageerden. Als de een hoofdpijn had, had de ander dat ook. De een kon niet lachen zonder dat de ander meedeed, en elke klacht van de een werd door de ander ondersteund.
'Ze zijn echt een tweeling, zei abuela Anabela vaak als ze vertrokken na een bezoek aan ons. 'De een is alleen wat later geboren dan de ander.'
Het was een grappige opmerking van abuela Anabela, maar ze zei soms dat ze geen van beiden in de spiegel hoefden te kijken. Ze konden naar elkaar kijken en zichzelf zien.
'Het hele dorp was op haar begrafenis, Delia,' zei de zus van señora Paz, Margarita. 'Señor Lopez kwam en schonk een goede donatie aan de kerk. Tijdens jouw afwezigheid stuurde je grootmoeder hem vaak lekkere dingen, haar fantastische citroentaarten, haar kip mole, of wat ze die dag ook maakte.'
'Ze was erg trots op je en wat je in Amerika deed. Ze las ons je brieven voor zodra zij ze ontvangen had,' zei señora Paz.
'Ze las ze iedereen voor die maar wilde luisteren,' voegde haar zus er glimlachend aan toe.
'Hoe komt het dat je niet wist dat ze gestorven was, Delia? Señor Diaz had je tante bericht gestuurd door middel van een van die vreemde apparaten,' zei señora Paz, in wier kraalogen plotseling een achterdochtige blik verscheen.
'Dat noemen ze een fax,' zei señora Paz nadrukkelijk.
'Hoe dan ook, het moet heel snel gaan.'
ik ben vertrokken voordat mijn tante het had ontvangen,' zei ik. Per slot was dat de waarheid.
'Waarom ben je weggegaan?' vroeg señora Paz argwanend.
'Als je kennelijk niet wist dat ze overleden was, kom je hier dan alleen maar op bezoek?' vulde haar zus aan, als een speurder afspringend op mijn woorden.
Oma Anabela zou zeggen dat ze zoveel mogelijk informatie probeerden te krijgen om al het nieuws vanavond op het dorpsplein te verspreiden. Ze waren onze stadsomroepers, plaatselijke radio en krant tegelijk. Het was duidelijk dat er nog geen bericht was gekomen dat ik was weggelopen. Niemand in Palm Springs had zich erg ingespannen om me te zoeken.
ik ben niet op bezoek, ik ben voorgoed naar huis gekomen,' zei ik.
Ze keken geschokt, met wijd open ogen en mond. Ik moest bijna lachen, omdat ze zo sprekend op elkaar leken. Toen knikte señora Paz naar haar zus.
'Margarita zei dat ze het vreemd vond dat je niet door een grote auto hier gebracht werd, maar met de bus bent teruggekomen,' zei señora Paz.
'En hoe zit het met su tia Isabela? Wilde ze dat je wegging?' vroeg Margarita. 'Had ze er spijt van dat ze je gevraagd had bij haar en haar kinderen te komen wonen?'
Eén ding was zeker, dacht ik, de twee zussen wilden alles zo gauw mogelijk te weten komen. Ze zouden het verschrikkelijk vinden als iemand anders ook maar het geringste nieuwtje eerder wist dan zij. Ik draaide mijn hoofd om en sloot mijn ogen.
ik moet even rusten en dan ga ik naar het kerkhof,' zei ik.
'Natuurlijk. Maar je moet wél weten dat señor Diaz dit huis heeft verkocht. Je grootmoeder heeft hem daartoe het recht gegeven ingeval van haar overlijden,' zei señora Paz. 'Het huis is gisteren verkocht aan señor Avalos. Het geld zal ongetwijfeld voor jou zijn vastgezet. Je moet naar señor Diaz om ervoor te zorgen dat hij het geld niet naar je tante stuurt.'
'Het huis is verkocht?'
'Si, Delia,' zei Margarita. 'Niemand verwachtte dat je hier weer zou komen wonen, zeker je grootmoeder niet, na al die enthousiaste brieven die ze van je heeft ontvangen.'
'Misschien moetje het geld van de verkoop gebruiken om terug te gaan naar Amerika. Zou je tante je terug willen nemen?' vroeg señora Paz. Ze zouden alle bijzonderheden op den duur toch wel te horen krijgen, dacht ik.
'Daar kan ik nu nog niet aan denken,' antwoordde ik tot hun teleurstelling.
ik weet zeker dat señor Avalos het goedvindt dat je hier nog een paar dagen blijft, maar ik heb gehoord dat hij van plan is het huis op te knappen en te renoveren,' zei señora Paz. 'Je kunt bij ons een hapje komen eten als je zover bent, Delia. En tot je hebt besloten wat je gaat doen, kun je ook bij ons logeren.'
Ik zei niets. Ik hield mijn hoofd afgewend.
'Niemand hier was zo geliefd als Anabela. Kom bij ons als je eraan toe bent en als je iets nodig hebt,' zei Margarita.
'Dank je. Ik bedoel gracias,' voegde ik er snel aan toe. Het leek nu verraad om Engels te spreken.
Ik draaide me pas om toen ik ze weg hoorde gaan.
Mijn verdriet en wanhoop veranderden in woede. Waarom had God niet kunnen wachten tot ik thuis was voor hij abuela Anabela tot zich nam? Waarom moest ze sterven voordat ze de waarheid vernam over mijn nieuwe leven? Ik was net zo kwaad als op de dag toen mijn ouders verongelukten. Toen ik rechtop ging zitten en om me heen keek, zakte mijn woede, en mijn verdriet keerde terug. Het huis leek zo leeg nu. Nu oma er niet meer was, kon het me niet schelen dat het huis was verkocht.
Ik liep naar de gootsteen en waste mijn tranen weg. Toen ging ik naar de slaapkamer die oma en ik hadden gedeeld en zocht mijn kleren. Alles was er nog. Oma had zelfs alles gewassen en opgevouwen alsof ze had geweten dat ik terug zou komen. Ik verkleedde me en ging op weg naar het kerkhof.
Ik liep door het dorp als een slaapwandelaarster. Ik zag niets, hoorde niets, rook niets. Ook al was ik versuft, toch nam ik instinctief de juiste weg en beklom de kleine heuvel naar het kerkhof, waar mijn grootmoeder en ouders nu naast elkaar lagen. Zodra ik er was, hield ik stil op het pad. Een kat lag op het pas gedolven graf. Hij zag me en slenterde op zijn gemak weg, alsof hij het graf had bewaakt en op mijn komst had gewacht. Al was het geen margay, hij leek er toch een beetje op, en even moest ik lachen, denkend aan Ignacio's grootmoeder en haar geloof dat je je lot deelde met een dier. Misschien had mijn margay de kat gestuurd als plaatsvervanger tot ik kwam.
Pas toen ik haar naam op de steen zag, drong het goed tot me door dat abuela Anabela weg was. Ik liet me op mijn knieën vallen, sloeg mijn armen om me heen, huilde en wiegde heen en weer tot ik geen tranen meer had. Toen bleef ik zo zitten, zag haar gezicht en glimlach voor me, hoorde haar stem als ze een slaapliedje voor me zong of haar gebeden zei.
'Je zult nooit de derde dood sterven, oma, nooit, zolang ik leef,' zwoer ik. Toen bad ik op het graf van mijn ouders en steunde met mijn handen op de grond, in de hoop kracht te putten uit hun geest. Ik bleef op het kerkhof tot het donker begon te worden.
Op weg naar huis ging ik een tijdje op een bank op het plein zitten. Señor Hernandez kwam langs met zijn beschilderde, handgesneden wandelstok. Zolang ik me kon herinneren was hij bijna altijd op het plein te vinden. Er ging zelden een avond voorbij dat hij hier niet zijn pijp zat te roken of zachtjes zat te praten met iedereen die bereid was even stil te houden om de tijd te passeren. Hij was een groot verhalenverteller, hij was vroeger acteur geweest en had in theaters in heel Mexico gespeeld. Al zag hij er niet zo erg oud uit, toch wist ik dat hij net zo oud was als abuela Anabela. Ze had me verteld dat hij steeds meer in de war raakte, gebeurtenissen uit heden en verleden door elkaar haalde, maar op de een of andere manier wist hij zich toch staande te houden. Hij was nooit getrouwd geweest en had geen kinderen die voor hem konden zorgen, dus nam ik aan dat hij eraan gewend was om alleen te zijn. Hoe wende je daaraan? Ik vroeg het me af nu ik zelf alleen was.
'Ha, Delia,' zei hij, en kwam naar me toe. 'Kom je uit school? Ben je op weg naar huis?'
'Nee, señor Hernandez. De school gaat pas over ruim een uur uit.'
'Ah, si.' Hij bleef staan en keek om zich heen. ik kijk zelfs niet meer op mijn horloge. Als ik honger heb, eet ik, als ik moe ben, slaap ik. Wat voor verschil maakt de tijd trouwens als je oud bent?' Hij glimlachte.
Zelfs nu nog, dacht ik, naar zijn bejaarde gezicht kijkend, kon je zien dat hij vroeger een knappe man moest zijn geweest.
Zijn vraag zei me dat hij niet wist of vergeten was dat ik vertrokken was. Maar er dook iets op in zijn bewustzijn.
'Je grootmoeder is gestorven.'
'Si, señor Hernandez.'
'Toen ze zo oud was als jij was ze het mooiste meisje van het dorp. Ik had haar willen vragen met me te trouwen, maar haar vader wilde geen acteur als schoonzoon. Ik kan het hem niet kwalijk nemen. Maar, helaas, ik kon het toneel niet opgeven. Het zat in mijn bloed. Mijn vader was er ook niet blij mee. Vaders, tenzij ze zelf acteur zijn, vinden het niet prettig als hun zoons of dochters aan het toneel gaan.
'Maar weet je waarom ik acteur ben geworden, Delia? Ik werd acteur omdat je op het toneel geluk en droefheid, leven en dood, in de hand hebt. In deze harde wereld is het beter in je fantasie te leven. Op het toneel huil je alleen als je verdriet speelt, en wíl je niet huilen, dan speel je geen verdriet.'
Hij zuchtte en ging naast me zitten, leunde op zijn stok.
ik heb vaak een oude man gespeeld, maar als ik het toneel verliet, was ik weer een jonge man. Nu zit ik gevangen in deze rol. Tot ik het toneel verlaat.' Zijn stem stierf weg.
Hij staarde voor zich uit en ik kon zien aan de manier waarop zijn ogen en mond zich bewogen, dat hij een paar van zijn rollen opnieuw beleefde, misschien zichzelf weer op het toneel zag. Ik zei niets. Net als hij keek ik recht voor me uit, zag mijn leven in dit kleine Mexicaanse dorp terug. Wij beiden, jong en oud, vertoefden enkele ogenblikken in hetzelfde theater.
We werden gestoord door señora Paz en haar zus, die haastig naar me toekwamen, als twee paraderende soldaten synchroon naast elkaar schuifelend, hun rokken wapperend om hun benen.
'O, daar ben je,' zei señora Paz. 'We maakten ons ongerust over je, Delia. Je moet bij ons komen eten en slapen. We hebben het besproken en we vinden dat je niet alleen moet blijven. Er valt niet over te discussiëren.'
Ik wilde al afwijzend mijn hoofd schudden.
'Je wilt toch zeker niet alleen in dat huis blijven!' voegde ze eraan toe.
Daar had ze gelijk in.
'Kom, lieverd,' zei Margarita en stak haar hand naar me uit.
Ondanks hun geroddel waren ze vriendelijk en behulpzaam, dacht ik. Oma had nooit bezwaar tegen ze gehad. Ze vond ze amusant. Ze zou willen dat ik hun edelmoedige aanbod accepteerde en troost zocht in hun gezelschap. Ik stond op.
'Buenas noches, señor Hernandez,' zei ik.
Hij keek op alsof hij nu pas besefte dat ik er was. Zijn ogen waren dof en kalm, maar werden helderder toen hij glimlachte.
'Ah, Delia, si. Je doet me denken aan een jonge actrice die ik heb gekend. We speelden in een klein theater even buiten Mexico City, en...'
'Ze heeft geen tijd voor je domme verhalen,' snauwde Margarita. 'Weet je niet dat ze net haar grootmoeder heeft verloren?'
'Ah,' zei hij. 'Ja, ik heb het gehoord. Ik vind het heel erg.' Hij glimlachte naar me. 'Toch doe je me aan haar denken.'
'Ouwe gek,' zei señora Paz en draaide zich om.
'Hij bedoelt het niet kwaad,' zei ik, terwijl ik hen volgde.
Ik keek achterom naar hem en herinnerde me hoe graag oma met hem gepraat had. Hij staarde weer voor zich uit, zag ongetwijfeld al die fantastische mensen weer die hij had gekend en met wie hij zoveel jaren in het theater had gestaan, hij leefde in zijn herinneringen. Straks, dacht ik, zou hij het toneel verlaten en weer een jongeman worden.'Hoe die man zich redt is een raadsel,' zei Margarita.
Hoe ieder van ons het redt is een raadsel, dacht ik. Ik wist dat het een te verbitterde en cynische gedachte was voor iemand die zo jong was als ik, maar ik had te veel verschrikkelijke dingen meegemaakt.
De zussen maakten een heel goede maaltijd klaar, zij het niet zo goed als de maaltijden van abuela Anabela. Ik at alles wat ze op mijn bord schepten. Ik kon zien dat ze verbaasd waren over mijn eetlust, maar het was zo lang geleden dat ik een echt maal had gegeten, zittend aan een eettafel. Hun huis was veel kleiner dan dat van ons. Ze hadden maar één slaapkamer, maar die was schoon en keurig gemeubileerd.
Na het eten regelden ze een slaapplaats voor me in de woonkamer. Ik was erg moe, en toen ze de kaarsen hadden uitgeblazen en ik mijn ogen had gesloten, dommelde ik in en sliep de hele nacht door. Zonder me te wekken, waren ze de volgende ochtend druk bezig het ontbijt klaar te maken.
Zodra ik wakker werd, stond ik op, waste me en ging bij hen aan tafel zitten, in afwachting van hun vragen. Dat was de betaling waar ze op rekenden, dacht ik, en ik was ertoe bereid. Maar ze verrasten me door in plaats daarvan over mijn toekomst te praten.
'Terwijl jij op het kerkhof was, hebben we señora Rubio gesproken. Je weet dat ze haar menudo-shop samen met haar zoon beheert. Ze verdienen er niet veel mee, maar ze hebben een aardig klein casa. Ken je haar zoon, Pascual?'
'Niet erg goed,' antwoordde ik. 'We hadden elkaar nooit veel te vertellen. Hij is minstens tien jaar ouder dan ik.'
'Si', maar hij ziet er niet naar uit,' zei Margarita.
'Zijn moeder zou graag willen dat hij trouwde, en we dachten dat jij met het geld van het huis een aardige bruidsschat hebt,' vulde haar zus aan.
'Bedoelt u - trouwen met Pascual Rubio?'
'Het zou een gemakkelijker leven zijn dan het leven met een boer,' zei señora Paz.
Pascual Rubio was midden twintig en begon al kaal te worden. Hij was klein en gezet en zo verlegen dat hij bijna geen woord zei. Ik was niet de enige die zelden met hem sprak. Alleen al het idee van een huwelijk met hem was schokkend. Ik schudde heftig nee.
'Je gaat niet terug naar die rijke tante van je, Delia. Dat heb je zelf gezegd. We weten niet waarom, maar dat is nu niet belangrijk. Wat wil je hier doen? Werken op de sojavelden?' vroeg Margarita. 'Of wil je eindigen zoals ik, een ouwe vrijster die woont bij haar zus, een weduwe?'
'Er moet nog een andere oplossing zijn,' zei ik. 'Maar dank u dat u aan me hebt gedacht.'
Ze keken me beiden afkeurend aan omdat ik zo snel van de hand had gewezen wat ze kennelijk een prachtige, snelle oplossing vonden voor mijn benarde toestand.
'Je moet vanmorgen naar señor Diaz. We hebben hem en señor Avalos laten weten dat je terug bent,' zei señora Paz.
'Gracias.'
'Alsjeblieft, Delia, denk na over wat we gezegd hebben,' zei Margarita. 'Pascual heeft veel bewondering voor je. Je zou jezelf gelukkig moeten prijzen. Een meisje van jouw leeftijd zonder familie heeft weinig hoop op een goede toekomst.'
Daarmee kon ik het niet oneens zijn. Misschien was het te overmoedig van me geweest om een mooiere droom na te jagen. Misschien stond mijn lot vast en hoorde ik hier thuis, getrouwd met iemand als Pascual.
'Het zal een prachtig huwelijk worden,' zei señora Paz. 'En je zult een huis en een zaak hebben.'
ik weet het niet... een huwelijk zo snel na het overlijden van mijn oma lijkt me verkeerd.'
'Zij zou de eerste zijn om je te vertellen: "No hay dolor de que el alma no puede levantarse en tres dias." Er bestaat geen verdriet waarvan een ziel zich niet in drie dagen kan losmaken.'
'Ja,' zei ik glimlachend. Ik herinner me hoe ze haar wijsheden altijd verkondigde met het gezag van een priester. 'Dat zou ze.'
'Dus je zult serieus nadenken over het aanbod van señor Rubio?' vroeg Margarita.
ik zal het overwegen.''Verstandige meid,' zei señora Paz en gaf een klopje op mijn hand.
ik ga me verkleden en dan ga ik naar señor Diaz,' zei ik.
'We zullen wachten tot je terug bent en dan gaan we met z'n allen naar señora Rubio,' zei Margarita. 'En we zullen Pascual zelf het woord laten doen.'
Ik kon me niet voorstellen dat Pascual zoiets tegen me zou zeggen in het bijzijn van een paar vrouwen. Als hij me zo graag wilde dat hij zijn verlegenheid zou kunnen overwinnen, was het misschien voorbestemd.
Ik bedankte hen voor alles wat ze gedaan hadden en ging naar mijn huis voor wat de op één na laatste keer zou zijn. De volgende keer zou ik mijn eigen spullen gaan halen en wat er nog over was van eventuele familiebezittingen. Toen ik andere kleren had aangetrokken, ging ik naar señor Diaz. Hij was een van de meest gerespecteerde mensen in het dorp, voormalig advocaat en rechter. Zelfs nu nog werden er weinig belangrijke beslissingen genomen in het dorp zonder zijn inbreng. Hij had een kantoor met een secretaresse en de modernste communicatiemiddelen, zelfs nog beter dan wat señor Lopez had op zijn landgoed en sojafarm.
Ik was maar één keer bij señor Diaz geweest, samen met mijn vader, toen hij een paar belangrijke papieren ging ophalen. Señor Diaz' secretaresse was zijn schoonzus. Mijn moeder vond haar altijd een arrogante vrouw die zich gedroeg alsof zij, en niet señor Diaz, de adviezen gaf. Ze was geen roddelaarster zoals señora Paz en haar zus, maar ze had haar eigen manier om mensen te laten weten dat ze op de hoogte was van belangrijke dingen over hen of hun familie. Ze hield die wetenschap als het zwaard van Damocles boven hun hoofd.
Ze had een rijzige gestalte met een lang gezicht, dat oma deed opmerken dat ze een paard onder haar voorouders moest hebben gehad, en ze tuitte haar lippen en trok haar wenkbrauwen op in plaats van hola te zeggen. Ze sprak tegen mensen alsof haar woorden parels waren. Er waren weinig mensen bij wie ik me zo slecht op mijn gemak voelde.
Ze wist wie ik was, maar deed net alsof ze dat niet wist toen ik binnenkwam.
'Ja?' zei ze.
ik ben Delia Yebarra. Señor Diaz weet dat ik kom.'
Ze staarde me aan alsof ze wachtte tot ik haar meer zou vertellen. Toen stond ze zonder verder iets te zeggen op en liep naar de verbindingsdeur met señor Diaz' kantoor. Ze klopte maar wachtte niet tot hij reageerde. Ze liep naar binnen en deed de deur achter zich dicht.
Nog geen den seconden later kwam ze weer naar buiten en ging terug naar haar bureau alsof ik niet aanwezig was. Ze verschoof een paar papieren en keek toen naar mij.
'Nou, ga dan naar binnen,' zei ze, alsof ik dat uit eigen beweging had moeten doen. Ik bedankte haar, maar ze zag en hoorde me niet meer.
'Hola, Delia,' zei señor Diaz, die opstond om me te begroeten. Hij was een gedistingeerd uitziend man met een zwart snorretje en een smal gezicht. Hij had donkerbruine ogen en zwart haar en was niet langer dan i meter 75, maar door zijn trotse en zelfverzekerde houding leek hij veel langer. 'Mijn condoleances met het overlijden van je grootmoeder. Ik vind het heel erg voor je. De dood van je ouders ligt nog te vers in het geheugen.'
'Gracias, señor.'
ik vrees dat de opbrengst van je ouderlijk huis niet zo'n groot bedrag is, Delia. Het zal niet voldoende zijn om lang van te leven.'
ik begrijp het, señor.'
'Het is echter meer dan de meeste huizen in het dorp zouden opbrengen. Ik ben er trots op te kunnen zeggen dat ik er een mooi bedrag voor heb weten te krijgen.'
'Gracias, señor.'
Hij staarde me even aan, en ik wist dat hij nog meer wilde zeggen.
ik wist dat je hier gauw terug zou komen, Delia. Het verbaasde me niets toen ik van señora Paz hoorde dat je weer in het dorp was en in hun casa verbleef.'
'O? Por que', señor Diaz?'
Hij staarde me even aan, ging toen terug naar zijn bureau en pakte een grote bruine envelop op.
Toen je grootmoeder gestorven was, heb ik je tante in Palm Springs, Californië, bericht gestuurd. Ze antwoordde niet, maar vanochtend ontving ik deze expresbrief.' Hij overhandigde hem aan mij.
Ik keek naar het adres van de afzender. Dat was inderdaad Palm Springs, maar de naam erboven was Edward Dallas, niet Isabela.
'Gracias, señor Diaz.' Ik kon de verbazing in mijn stem niet onderdrukken.
ik heb gesproken met señor Avalos toen ik hoorde van je terugkeer en hij vindt het goed dat je nog twee dagen in je huis blijft, maar ik ben bang dat je dan je spullen zult moeten pakken en ander onderdak moet vinden, Delia.'
'Si', ik begrijp het.'
'Hier,' zei hij, en gaf me nog een andere envelop. 'Dit is de opbrengst van het huis. Je zult het naar de bank moeten brengen.'
'Gracias.'
'Heb je een adres waar je naartoe kunt, iemand bij wie je terecht- kunt?'
'Dat vind ik wel, señor.'
'Nogmaals, ik vind het heel erg dat je zoveel moeilijkheden en verdriet moet ondervinden, Delia. Je had een fijne familie. Vergeet ze niet en doe alleen dingen waardoor ze trots op je kunnen zijn.'
'Si, señor. Gracias.' Ik ging weg, met de twee enveloppen in mijn hand geklemd, maar was om diverse redenen huiverig om die van Edward te openen. Ik gunde señor Diaz' schoonzus zelfs geen blik, maar voelde dat haar ogen me volgden.
Ik besloot eerst terug te gaan naar huis en daar Edwards brief open te maken. Onderweg zag ik kinderen die zich haastten om op tijd op school te zijn. Ik deed een stap naar achteren, zodat ik in de schaduw stond, en keek naar een paar jongens en meisjes uit mijn klas, die lachend en pratend over het plein liepen. Ik voelde een steek van jaloezie. Ik zou zo dolgraag terug kunnen naar die onschuldige wereld, alle verschrikkingen met een enkel gebaar van mijn hand wegvagen en op magische wijze weer de Delia Yebarra worden, het vijftienjarige meisje, dat zojuist een heerlijke quinceañera had gevierd. Het geluid van hun stemmen stierf weg en ze verdwenen uit het gezicht. Ik bleef alleen achter in de schaduw.
Ik bemerkte mijn tranen pas toen ik halverwege was, liep haastig de mensen voorbij van wie ik wist dat ze me wilden condoleren. Ik holde bijna de straat in naar ons huis, waar ik me veilig kon voelen. Zodra ik binnen was, liet ik me op oma's bed vallen en huilde tot mijn keel pijn deed. Toen herinnerde ik me de brief van Edward, ging rechtop zitten, wreef de tranen uit mijn ogen, haalde diep adem en scheurde de envelop open.
Een cheque van vijfhonderd dollar viel op mijn schoot. Ik keek ernaar en las toen de brief.
Lieve Delia,
Ik hoop en bid dat je deze brief zult ontvangen.
Gisteren ontving mijn moeder het bericht dat je grootmoeder is overleden. Als je deze brief leest, weet je het natuurlijk al, maar er is veel gebeurd dat je niet weet.
We nemen aan dat je bent weggelopen met Ignacio. Ik kan alleen maar hopen dat jou niet hetzelfde afschuwelijke lot heeft getroffen. Zijn lichaam was gevonden in de woestijn. Toen we dat hoorden, zijn Jesse en ik zijn vader gaan opzoeken. Het gezin was in rouw. Zijn vader vertelde me hoe hij te weten was gekomen wat er met zijn zoon gebeurd was. Het schijnt dat de man die hem, en waarschijnlijk ook jou, door de woestijn heeft geleid, zijn lichaam heeft ontdekt toen hij terugkeerde met een groep zogenaamde polios, illegale immigranten. Hij kon Ignacio's lichaam niet meenemen en, afschuwelijk als het klinkt, hij vertelde dat het al was verminkt door coyotes en gieren, en dat het beter was als hij niet werd teruggebracht. Zijn vader heeft dat geaccepteerd. De man gaf hem Ignacio's portefeuille met zijn identiteitsbewijs.
Omdat we niets over jou hoorden, hoopten we dat jij het op een of andere manier gehaald had en je dorp had weten te bereiken. Natuurlijk wilde ik eerst weten waarom je was weggelopen. Ik hoopte dat de dingen opgelost konden worden en je een nieuwe start zou kunnen maken. Ik was geschokt toen ik ontdekte dat mijn moeder niet genoeg deed om jou te beschermen. Ik wilde je toen nog meer beschermen, ondanks mijn recente handicap. Overigens gaat het me prima. Voor de meisjes op school ben ik een soort romantische held, omdat ik een ooglapje draag. Wie kan de gedachtegang en de reacties van een pubermeisje verklaren?
Jesse en ik hebben erover gesproken naar Mexico te gaan om jou te zoeken en terug te brengen. Nu Ignacio er niet meer is, heeft de politie haast gemaakt met de zaak. Ignacio's vrienden hebben een deal gesloten met de aanklager. Ze worden veroordeeld voor doodslag. Ze gaan de gevangenis in, maar niet zo lang als anders het geval had kunnen zijn. Niemand van de politie of justitie wil nog met je spreken. Het is definitief voorbij. En Bradleys vader, toen hij hoorde van Ignacio's dood, heeft ervan afgezien om te proberen Ignacio's vader een hak te zetten.
Sophia probeerde je ervan te beschuldigen dat je er met haar armband vandoor was gegaan. Ze vertelde mijn moeder een of ander fantastisch verhaal dat je haar ervan had weten te overtuigen dat het je speet dat je haar zo slecht behandeld had en je had gesmeekt of ze weer je vriendin mocht zijn. Mijn moeder en ik barstten bijna in lachen uit en ze holde weg. Ze is weer in haar oude gedrag vervallen en niets van dit alles interesseert haar nog.
Ik heb de cheque bijgesloten om je in staat te stellen je terugreis te betalen. Ik heb een lang gesprek gehad met mijn moeder over jou, en ze heeft erin toegestemd het je gemakkelijker te maken. Je zult hier nooit meer behandeld worden als personeel. Nu je grootmoeder er niet meer is, zijn wij per slotje naaste familie. Natuurlijk is het geen ongunstige bijkomstigheid dat ik volgende maand achttien word en mijn trust in werking gaat treden. Er zijn veel bezittingen en rekeningen die ze graag wil dat ik samen met haar zal beheren. Zij wordt nu mijn zakelijke partner, of ik die van haar. Mijn trust wordt in verschillende stadia geactiveerd, en als ik vijfentwintig ben, zal ik nog meer macht hebben.
Je moet terugkomen, Delia. Ik zou het gevoel hebben dat al mijn moeite en mijn oog verspild zouden zijn als je dat niet deed. Ik weet dat het een slag onder de gordel is of misschien een beetje oneerlijk, maar in liefde en oorlog - je weet het. Ja, ik wil van je houden als mijn nichtje. Jesse en ik vinden allebei dat je een goed mens bent en hier thuishoort. God weet dat deze familie iemand als jij hard nodig heeft.Mijn moeder heeft zelfs toegestemd, als je dat wilt, je op mijn particuliere school in te schrijven. Het zal gemakkelijker voor je zijn en het zal je opleiding goeddoen.
Maak je geen zorgen over Sophia. Wij, met jou samen, kunnen Sophia aan. Ze is trouwens een veel te grote egoïste om zich over iemand anders druk te maken. Misschien zul je zelfs een goede invloed op haar kunnen hebben en zal ze erop vooruitgaan. Weer een reden om terug te komen. Bel me. Alsjeblieft.
Kom terug, Delia.
Je zult het zien. Het zal anders worden.
Liefs, je primo, Edward
Ik vouwde zijn brief op en bleef zitten met een misselijk gevoel in mijn maag. Ignacio was definitief dood, maar het afgrijzen dat zijn lichaam ten prooi was gevallen aan gieren en coyotes was meer dan ik kon verdragen. Ik ging naar buiten omdat ik dacht dat ik moest overgeven, maar het bleef bij wat kokhalzen en snikken. Uitgeput ging ik terug naar de woonkamer en bleef daar een tijdlang versuft zitten. Toen keek ik weer naar de cheque en herlas een deel van Edwards brief.
Teruggaan? Ondanks al zijn beloften en alles wat mijn tante tegen hem had gezegd, dacht ik niet dat mijn leven daar veel beter zou worden. En ik geloofde absoluut niet dat Sophia stilletjes naar de achtergrond zou verdwijnen. Daarvoor was ze veel te wraakzuchtig, en tante Isabela zou zich niet zo plotseling bekeren - vergeven en vergeten. In zijn eigen woorden vertelde hij me dat hij een paar financiële kwesties als dreigement gebruikte om haar te laten meewerken, zoals hij haar ook die eerste keer had gedreigd om te zorgen dat ik een kamer in het grote huis zou krijgen na die afschuwelijke periode met señor Baker. De mensen daar zouden me altijd blijven beschouwen als het meisje dat zoveel opschudding en droefheid had veroorzaakt. Ondanks al hun goede voornemens konden Edward en Jesse me daartegen niet beschermen.
Nee, dacht ik. Ik hoor hier thuis. Het lot heeft het beslist. Het boze oog krijgt zijn zin.
Bovendien, dacht ik, heb ik geen reden om terug te gaan. Ik kan hier genoeg leed en verdriet meemaken.
Ik stond op en ging naar buiten, naar señora Paz en haar zuster, om Pascual en zijn moeder te bezoeken.