Plaats delict

Toen ik het huis zag waarin Bradley zich aan me had opgedrongen, kromp ik ineen. Tijdens de hele rit hadden Sophia en haar vriendinnen opgewonden en vol verwachting zitten praten en giechelen. Het leek wel of ze naar een show gingen. Dit zou hun entertainment worden. Sophia's vriendinnen maakten haar een compliment dat ze het zo goed had georkestreerd en die Mexicaanse jongens zo slim had weten op te fokken om meteen iets te ondernemen.

Ik zat naar hen te luisteren, en naar Sophia, die pochte hoe gemakkelijk het was Ignacio en zijn vrienden op de kast te krijgen. Ik besefte hoe Sophia ook mij had gemanipuleerd. Haar cadeaus, haar vriendelijkheid en haar geveinsde bezorgdheid voor mijn welzijn hoorden allemaal bij haar plan. En ik had nog wel gedacht dat we eindelijk goede vriendinnen werden, misschien zelfs zussen. Ik kon señora Porres bijna tegen oma horen zeggen: 'Solamente hay amigos fieles: la esposa vieja, el perro y el dinero.' Er zijn maar drie ware vrienden: een oude echtgenote, een hond en geld. Dan keek ze naar mij en zei: 'Geloof in niets anders. Vertrouw op niets anders.'

Als ze nu naast me zat, zou ze zeggen: 'Zie je nou dat ik gelijk heb?'

Op een dag zou ik misschien iemands oude echtgenote zijn, maar op het ogenblik had ik geen hond en geen geld. Ik had geen ware vrienden. Ze had gelijk.

Het huis was donker, op één zwak, flakkerend verlicht raam na. De meisjes stopten de auto pal achter de auto van Ignacio en zijn vrienden. Sophia draaide zich om naar mij en haar vriendinnen en vertelde dat het licht in het huis van een of twee kaarsen kwam.

'Jana Lawler is bij hem,' zei haar vriendin Trudy. 'Hij haalt nauwelijks adem tussen twee slachtoffers door.'

'Is ze Mexicaans?' vroeg ik, me herinnerend dat ze dat gezegd had op het fiesta.

'Nou, nee,' zei Sophia grijnzend. 'Niet bepaald.'

'Maar je zei tegen Ignacio...'

'Logisch dat Jana voor zijn verleidingskunsten is gevallen,' ging Sophia verder, mij negerend. 'Hij is net een spin die je in zijn web lokt met al zijn romantische trucs. Kaarslicht, wijn, zachte muziek en al zijn valse beloftes. Jana is de perfecte kleine vlieg.'

'Jij kan het weten,' zei Alisha.

'Ha ha. Bedankt.'

'Hé, nooit iets afkraken voor je het geprobeerd hebt, vind ik,' zei Delores lachend.

Hoewel het Sophia's bedoeling was Bradley als bedrieglijk en wanstaltig af te schilderen, keken haar vriendinnen gefascineerd naar het huis. Naar hun houding te oordelen leken ze stuk voor stuk te wensen de uitverkorene te zijn die in Bradleys web werd gelokt.

Zodra Ignacio en zijn vrienden uit hun auto stapten, leunde Sophia uit het raam.

'Ga achterom. Die deur is niet op slot,' zei ze luid fluisterend. Ze liepen in de aangewezen richting.

'Dit is niet goed,' zei ik.

Sophia draaide zich met een ruk naar me om. 'Wat bedoel je - niet goed? Jij bent verkracht, stommerd, of is het stupido?'

Ze lachte en de anderen lachten met haar mee.

'Mijn nichtje Delia is heel religieus. Ze gelooft in vergiffenis,' zei Sophia. 'Ze weet ook geen bal van geboortebeperking. Ik probeer haar wat wijzer te maken.'

'Heeft Bradley wat gebruikt bij haar?' vroeg Delores.

'Ze praat er niet graag over, maar ik betwijfel het,' antwoordde Sophia. 'Hij vertrouwde op mij voor zoiets. Zij is zo... naïef.'

Ze keken naar mij alsof ik van een andere planeet kwam, en toen richtte hun aandacht zich snel weer op het huis en de jongens.

Ignacio en zijn vrienden slopen over de oprit naar de zijkant van het huis als schaduwen in het maanlicht, dicht bij elkaar, een vierkoppig monster.

'Bradley krijgt direct de schok van zijn leven,' zei Sophia. 'Ik hoop dat ze zijn gezicht verbouwen.'

Niemand zei iets. Plotseling drong de ernst van het gebeuren tot Trudy door.

'Misschien was het toch niet zo'n goed idee. Die kleine Mexicaan zag eruit of hij iemand zou kunnen vermoorden, Sophia,' zei ze.

Sophia keek van haar naar het huis.

'Trudy heeft gelijk, Sophia. Die Mexicaanse jongens hebben stiletto's en zo. Misschien kunnen we beter naar binnen gaan en ervoor zorgen dat ze niet te ver gaan,' zei Delores, die naast me zat.

'Ik ga niet naar binnen,' zei Sophia. 'Doe niet zo stom. Het zou helemaal verkeerd zijn als we dat deden.'

'Waarom? Nu kan ons niets verweten worden als er iets gebeurt. We zullen zeggen dat we ze gevolgd zijn omdat we bang waren dat ze iets zouden doen, begrijp je? Maar toen werden we bang en zijn we teruggegaan.'

Niemand zei iets.

Half en half wilde ik uitstappen en naar het huis rennen, waarschuwingen roepen en schreeuwen naar Ignacio dat hij moest stoppen voordat hij en zijn vrienden zich ernstige problemen op de hals zouden halen, maar ik was te bang om me te verroeren.

'Bradleys vader is een belangrijk man in deze regio,' zei Delores. Haar woorden bleven als een dreigement in de lucht hangen.

'We hebben niks gedaan,' merkte Sophia op. 'We kunnen jongens van die leeftijd niet laten doen wat we willen, toch? Vooral Mexicaanse jongens niet. Misschien zijn het wel illegalen. Wil jij proberen ze te beletten wraak te nemen?'

'Maar als er eens niet echt een reden was voor wraak?' vroeg Alisha.

'Hoe bedoel je?'

'Behalve je broer, jij en je moeder, weet niemand wat Bradley verondersteld wordt te hebben gedaan,' zei Alisha. 'En je moeder heeft de politie niet gewaarschuwd.'

'En?' 'Waarom heeft ze dat niet gedaan?'

'Vraag het haar maar als je de kans krijgt,' zei Sophia.

'weet je absoluut zeker dat Bradley haar verkracht heeft? Je zei dat ze er niet over wil praten.'

Ze keken allemaal naar mij.

'Toe dan, vertel ze wat hij heeft gedaan, Delia. Het is te laat om nog verlegen te zijn. Spreek op.'

Ik schudde mijn hoofd.

'Alisha heeft gelijk, Sophia. Als ze eens liegt?' vroeg Trudy.

'Hou je mond, Trudy. Je maakt iedereen dol.'

'Is je moeder tenminste met haar naar een dokter geweest? Om haar te laten onderzoeken? Ze kunnen constateren of iemand verkracht is of niet.'

'Nee, ik heb je verteld dat mijn moeder er niets aan heeft gedaan en er niets aan wil doen. Daarom werd Edward zo kwaad en daarom zijn we hier. En dat doet me eraan denken... hoe vind je het van mijn broer? Vergeet Delia maar even. Je weet toch wat er met hem gebeurd is? Hij is een oog kwijtgeraakt, Delores, en je weet wie daarvoor verantwoordelijk is. Als dat jouw broer eens overkwam, hè?'

'Goed, goed. Het was maar een vraag, Sophia. Wind je niet op.'

'Hou je mond dan,' zei Sophia. Ze keek kwaad naar mij. 'Je zou tenminste voor jezelf kunnen opkomen, Delia.'

'Ik wil niet dat Ignacio in moeilijkheden komt,' zei ik. 'Dat zou onrechtvaardig zijn.'

Iedereen zweeg. We keken naar het huis en wachtten. Plotseling hoorden we een klap alsof er iets tegen een muur werd gesmeten. Ik kromp ineen, en Delores ook.

'Wat was dat?' mompelde ze.

Er klonk geschreeuw en een meisje gilde. Het geschreeuw werd luider en er volgden meer luide klappen. Even later zagen we tot onze verbijstering Bradley Whitfield naakt door het raam naar buiten tuimelen. Hij viel op het terras aan de voorkant van het huis. Een ogenblik bleef het stil. Toen klonk er weer een harde gil.

'Laten we als de donder hier weggaan!' schreeuwde Delores.

Trudy startte de auto.'Wauw!' zei Sophia. 'Niet te geloven! Heb je dat gezien?'

Trudy schoot weg van het trottoir, reed pijlsnel de straat door en miste bijna de afslag. De banden piepten en we vielen allemaal naar één kant.

'Wat rustiger alsjeblieft!' gilde Delores.

Trudy minderde vaart en reed de drukkere straat in.

'Ik héb het niet meer!' zei Trudy. 'Zoals hij door dat raam kwam! Dwars door het raam. Heb je gezien hoe dat verbrijzelde?'

'Ik heb hem niet zien opstaan,' zei Delores. 'Ik keek achterom toen we wegreden, maar ik zag hem niet.'

'Denk er maar niet meer aan,' zei Sophia opgewonden. 'Vergeet niet dat we niks gezien hebben. We zijn die Mexicaanse jongens een tijdje gevolgd, maar konden ze niet bijhouden omdat ze te hard reden en we bang werden. We hebben helemaal niks gezien, want we waren er niet, snap je?'

'En je nichtje?' vroeg Delores, naar mij knikkend.

Sophia, die voorin zat, draaide zich naar me om en leunde over de rug van haar stoel. 'Begrijp je het, Delia? Je zegt geen woord hierover. Silencio of hoe dat heet.' Ze maakte een gebaar alsof ze haar mond dichtritste. 'Je was er niet bij.'

'Jeetje, weet je helemaal niks in het Spaans te zeggen?' zei Alisha en keek toen naar mij. 'No diga nada, Delia, entiende?'

'Wat ben je toch knap, Alisha,' zei Sophia. 'De beste leerling van de klas.'

'Delia, entiende?'

Ik wendde mijn hoofd af. Ik had geen vertaling nodig.

'Ze begrijpt het wel,' zei Alisha.

'Ik hoef geen Spaans te spreken om ervoor te zorgen dat ze het begrijpt,' zei Sophia. 'Laten we naar het Roadhouse gaan. Ik heb honger gekregen van dit alles. Ik heb behoefte aan een brownie sundae.'

'Meen je dat?' vroeg Trudy.

'Ja. Ga nou maar.'

'Hij schoot door dat raam naar buiten alsof het een film was,' zei Delores.

'Hou je mond erover,' zei Sophia. 'Hoe meer je erover praat, hoe groter de kans is dat je je mond voorbijpraat, en dan worden wij straks nog beschuldigd.'

'Ze heeft gelijk,' zei Alisha. 'Laten we er niet over praten, vooral niet in het Roadhouse. Iemand zou ons kunnen horen.'

'Hij heeft zijn verdiende loon gekregen,' zei Sophia. 'Einde verhaal.'

'Maar kun je je Jana's gezicht voorstellen?' vroeg Trudy.

Iedereen lachte.

'Vooral als ze net druk bezig waren,' zei Delores. 'Dit zou haar liefdesleven weleens voor een tijdje kunnen bederven,' ging ze verder, en ze lachten nog harder.

Ik keek uit het raam. Hoe konden ze nu lachen? Mijn geweldige avond was wel heel snel een rampscenario geworden. Wat was er met het fiesta gebeurd? Met mijn bezoek aan een vertrouwde omgeving?

We reden het parkeerterrein van het restaurant op. Ik wilde niet uitstappen om naar binnen te gaan, maar ze hielden vol.

'Denk eraan, we moeten één lijn trekken,' zei Sophia. 'Als een van ons in moeilijkheden raakt, kom jij ook in de problemen, snap je, mi prima?' Ze porde me met haar rechterwijsvinger in mijn borst. 'Kom. Ik heb honger.'

Ik volgde ze naar binnen. De opwinding leek hun eetlust te stimuleren. Ze bestelden allemaal een sundae. Ik wilde niets, maar ze stonden erop dat ik tenminste koffie bestelde.

'En kijk niet zo somber,' waarschuwde Sophia.

'Ze bedoelt, kijk niet friste.'

Niet droevig kijken?

Mijn tante had me gedwongen iets zo walgelijks te doen met mijn neef Edward, dat hij nu een hekel aan me had en zelfs dacht dat ik een bedriegster en een sletje was. Hij geloofde nu dat hij zijn oog was kwijtgeraakt omdat hij iemand had willen verdedigen die het niet waard was, wat het voor hem nog erger maakte en mij een nog ellendiger gevoel gaf.

Mijn nicht Sophia had me beetgenomen, tegen me gelogen, me gebruikt om wraak te nemen op haar vroegere vriendje, en waarschijnlijk een heel aardige jongen en zijn ouders in moeilijkheden gebracht. Het minste was wel dat ze me niet meer om zich heen zouden dulden.

Wist iemand wat er met dat meisje Jana was gebeurd?

Dat alles was direct of indirect het gevolg van mijn komst hier - en ik mocht niet droevig kijken?

'Ik zou haar maar een tijdje opsluiten,' zei Trudy tegen Sophia, met een blik op mij. 'Het bevalt me niks zoals ze zich gedraagt.'

'Maak je maar niet ongerust. Ze weet dat als ze iets stoms doet en voor problemen zorgt, mijn moeder haar leven zo miserabel zou maken dat ze zou willen dat ze dood was,' zei Sophia.

Ik staarde naar mijn koffie en zei niets. Alsof ze al vergeten waren wat er zojuist gebeurd was, begonnen ze te praten over een Sweet- Sixteenparty die een meisje, Ashley Piper, in een van de grote hotels gaf. Ze gingen maar door over hun kleren en de jongens die ze daar hoopten te ontmoeten.

Ze verslonden hun sundaes. Sophia at eerst al haar eigen ijs op en speelde daarna met haar lepel leentjebuur bij het ijs van de anderen. Toen ze klaar waren en de rekening betaald hadden, stapten we weer in Trudy's auto. Trudy opperde dat we langs het huis zouden rijden om te zien of er politie was of zo, maar Sophia zei dat dat heel stom zou zijn.

'Bovendien,' ging ze verder, 'welk huis? Ik heb geen idee waar je het over hebt, Delores.'

Iedereen, behalve ik, lachte nerveus. Sophia verkondigde dat zij en ik naar huis zouden gaan. Afgesproken werd dat als een van hen iets hoorde, ze onmiddellijk de anderen zou bellen. Trudy nam een afslag en reed in de richting van mijn tantes haciënda.'Goed, we zullen het volgende verhaal vertellen,' zei Sophia toen we over de oprijlaan reden. 'We zijn naar dat Mexicaanse huis gegaan om Delia te redden van wat we zeker wisten dat een saai feest zou zijn. We praatten wat met de jongens, die al kwaad waren over wat Bradley had gedaan. Voor zover we weten had Delia hun alles verteld. We zagen ze wegrijden in hun auto, volgden hen een tijdje, maar konden ze niet bijhouden en gingen toen ijs eten. De serveerster zal het bevestigen. Verder weten we van niks, oké?'

'Wat ben je toch een slechterik, Sophia,' zei Trudy, waarop iedereen begon te lachen.

'Niet zo slecht als Bradley Whitfield,' zei Sophia. 'Of misschien niet zo stom.'

Nog meer gelach. Ik was blij dat ik uit kon stappen, en liep snel naar het huis.

'Ga rechtstreeks naar je kamer,' beval Sophia, terwijl ze mijn arm pakte bij de deur. 'Blijf niet staan praten met Jesse als hij er is, en vooral niet met Edward. Ik zal je later laten weten wat er aan de hand is als ik vanavond iets hoor.'

Ik zei niets. Ik was te confuus en te moe. Haastig liep ik de trap op naar mijn kamer. Ik ging voor het raam zitten en staarde naar de duisternis buiten. Mijn raam keek uit op het terrein aan de voorkant van de haciënda. Ik zag de verlichte oprijlaan, de lampen aan het hek en de koplampen van de auto's die door de straat reden waaraan het landgoed van mijn tante lag. Het was halfbewolkt, maar ik kon nog wat maanlicht en sterren zien die de donkere lucht verhelderden.

Ik kon niet verhinderen dat ik bleef rillen, zelfs niet toen ik alleen in mijn kamer was. Ik wist niet hoe lang ik daar had gezeten. Ik moet even in slaap zijn gevallen, want toen ik mijn ogen opendeed, was ik aanvankelijk in de war. Het was al laat, en behalve het geluid van mijn eigen diepe ademhaling, hoorde ik niets.

Juist toen ik op het punt stond op te staan om naar bed te gaan, zag ik een paar koplampen naar het hek komen. Ik keek ernaar en hoorde toen een telefoon. Hij ging een paar keer over voor hij stilhield; het hek zwaaide open en de auto reed naar het huis. Zonder te weten wie het was, begon mijn hart sneller te kloppen. Toen de auto dichterbij kwam, wist ik waarom.

Het was een politieauto.

Portieren gingen open en werden dichtgeslagen, en ik hoorde voetstappen. Ik liep naar mijn deur en opende die op een kier om te luisteren. De voordeur werd geopend en ik hoorde het gemompel van stemmen beneden. Ik herkende de hese stem van señor Garman en van Jesse, die kennelijk de nacht weer bij Edward doorbracht. Tante Isabela was weg en hij was naar beneden gegaan om te zien wat er gebeurde.

Sophia verraste me. Ik keek de andere kant op en hoorde haar niet aankomen. Ze deed de deur open, duwde me naar binnen en deed hem toen snel weer achter zich dicht. Ze had een nachthemd en een ochtendjas aan.

'Waarom ben je nog aangekleed?' vroeg ze. Haar gezicht vertrok even. 'Je ziet eruit of je net bent thuisgekomen. Gauw, kleed je uit en trek een nachthemd aan. Schiet op!'

Haastig deed ik wat ze zei, terwijl zij de wacht hield bij de deur en luisterde.

'Er komt iemand boven,' zei ze toen ik mijn ochtendjas en slippers aantrok. 'Je hebt zelfs je make-up er niet af gehaald, idioot!'

Ze pakte een doekje en wreef hardhandig over mijn gezicht.

Er werd op de deur geklopt. We verstarden.

'Wie is daar?' riep ze.

'Jesse. Ik zou maar meteen met Delia beneden komen. De politie van Palm Springs is er.'

'Waarom?'

'Kom nou maar beneden, Sophia. Neem Delia mee. Het is heel ernstig.'

Ze liep naar de deur en opende hem. 'Waarom is de politie er?'

'Ze willen Delia spreken. En jou.'

'Waarom?' vroeg ze weer en zette haar handen op haar heupen.

Jesse keek langs haar heen naar mij. 'Omdat ze dat willen.'

'Het kan me niet schelen wat ze willen. Mijn moeder is niet thuis. Zeg dat ze terugkomen wanneer mijn moeder er is.'

'Doe niet zo stom, Sophia. Kom meteen beneden.'

'Waarom? Waarom is het zo belangrijk om nu met ze te praten? Het is al laat. We stonden allebei op het punt om te gaan slapen.'

'Sophia...'

'Zeg het tegen ze, Jesse.'

'Ze zullen echt niet weggaan, Sophia.' 'Waarom niet?'

Jesse keek naar mij. 'Omdat Bradley Whitfield esta muerto.'

Mijn hart stond stil en het bloed verdween uit mijn gezicht. Ik had het gevoel of ik in een hete oven stond. Even snakte ik naar adem.

'Wat betekent dat, verdomme?'

'Het betekent dat hij dood is,' zei Jesse.

Sophia deed een stap naar achteren alsof hij naar haar gespuugd had. Ze keek naar mij en toen weer naar hem. 'Dat kan niet. Hoe kan hij nou dood zijn?'

'Hoe dat kan? Blijkbaar heeft iemand hem door een raam gegooid en heeft het glas een slagader opengehaald. Hij is doodgebloed voordat de ambulance kwam.'

'Doodgebloed?'

'Het meisje dat bij hem was, Jana Lawler, was te hysterisch om op tijd bij een telefoon te kunnen komen.'

'Hij is echt dood?'

'Ja.'

'Nou...'

Sophia keek naar mij. Ik snikte zachtjes, mijn tranen leken uit mijn wangen te komen in plaats van uit mijn ogen.

'Nou... waarom komt de politie dan hier?'

'Jana zei dat vier Mexicaanse jongens bij haar en Bradley binnenstormden. Ze kende een van hen. Ze gingen naar het huis van die jongen en hoorden dat Delia er geweest was en jij later met een paar vriendinnen kwam. Jullie gingen allemaal weg met die jongen en zijn vrienden. Dat is wat ze weten. Dat is wat de politie ons zojuist verteld heeft. Tevreden? Ik zal zeggen dat jullie meteen beneden komen.' En met die woorden liet hij ons alleen.

'Verdomme,' zei Sophia. Ze ging in de stoel bij de toilettafel zitten.

Ik zocht steun bij de bedstijl om te voorkomen dat ik viel.

'Die Jana is een debiel. Waarom kon ze niet bellen toen ze zag hoe erg hij bloedde?' mompelde Sophia. Toen keek ze snel naar mij en stond op. 'Huil niet zo. Je mag nu geen inzinking krijgen, Delia. Je moet je aan ons verhaal houden, begrepen? Ken je het verhaal nog?

En hou verder je mond. Doe maar net of je niks begrijpt. Ik zal ze duidelijk maken dat we geen woord zeggen voordat mijn moeder thuis is. Zeg jij vooral niet te veel.

'Delia!' Ze pakte mijn armen beet en schudde me door elkaar. 'Luister je naar me?'

Ik knikte, maar haar woorden leken op rammelende knikkers in een blikje.

'Dat zou ik maar doen, anders krijg je de grootste problemen. Je bent zelfs nog geen Amerikaans staatsburger. Dan zouden ze je naar de gevangenis kunnen sturen, een verschrikkelijke gevangenis alleen voor Mexicanen.'

Was dat waar?

'Goed. Kom mee.' Ze nam me bij de hand. 'Ik ben bij je. Kijk naar mij voor je ergens antwoord op geeft. Laat mij maar het woord doen. Ik zal je hand blijven vasthouden. Als ik erin knijp, geef je geen antwoord. Ik hoop dat je het begrijpt, Delia, meer voor jou dan voor mij.' Haar ogen waren strak en dreigend op me gericht.

We liepen naar de trap. Toen we bijna beneden waren, zag ik twee politiemannen met señor Garman bij de deur staan. Jesse was terug naar Edward om hem te vertellen wat er aan de hand was. Señor Garman droeg een oude broek en een onderhemd. Hij keek ons zo kwaad aan dat ik niet te dicht bij hem durfde te komen. Zodra we de trap af waren, pakte Sophia mijn hand.

'Wat is er?' vroeg ze opvallend agressief. 'Mijn moeder is niet thuis en ik weet zeker dat ze niet zal willen dat we met de politie praten zonder een advocaat te hebben geraadpleegd.'

'Waarom? Denk je dat we je komen arresteren?' vroeg de langste van de twee politiemannen.

'Nee,' antwoordde ze, maar ze aarzelde om verder naar voren te komen.

De kleinste, een jongere, knappere man met een rustige glimlach, knikte naar me. 'Usted es Delia?' vroeg hij.

'Si,' zei ik. Het feit dat hij Spaans sprak maakte dat ik me iets ontspande, maar Sophia keek geschokt.

'Ik versta geen Spaans, dus...'

'Hij had het niet tegen jou. Dit meisje is pas kortgeleden hier gekomen, hè?'

'Dit meisje is mijn nichtje,' zei Sophia.

Achter ons hoorden we Jesse en Edward de trap afkomen.

'O, verrek,' mompelde Sophia. 'Mijn broer.'

'Wat is hier aan de hand, meneer Garman?' vroeg Edward, halverwege de trap.

'Er is een jongeman gedood,' antwoordde hij. 'De politie is hier om je zus en Delia te ondervragen.' Hij draaide zich om naar de politie. 'Meneer Dallas heeft een ernstig auto-ongeluk gehad en...'

'Ja, we weten van dat ongeluk,' zei de langste van de twee.

'Wat hebben mijn zus en Delia daarmee te maken?' Jesse liep met Edward naar ons toe.

'Dat proberen we te weten te komen,' zei de langste. Hij keek naar Sophia. 'Jij en je nichtje en een paar van je vriendinnen zijn vanavond in het huis van Ignacio Davila geweest. Klopt dat?'

'Mijn nichtje ging erheen met Ignacio om de verjaardag van zijn zusje te vieren, ja, en toen ben ik er met mijn vriendinnen naartoe gegaan om te zien of het goed ging met haar,' zei Sophia, en hield mijn hand steviger vast.

De jongste vroeg aan mij of ik wist waar Ignacio nu was.

'Nee,' zei ik.

'Wat heeft hij haar gevraagd? Ik wil niet dat ze vragen beantwoordt zonder dat mijn moeder erbij is. Ze weet van niks. Zo lang is ze hier nog niet. Hemel, haar ouders zijn in Mexico verongelukt. Ze is nog niet over die tragedie heen,' zei Sophia snel.

'Weet je waarom die jongens achter Bradley Whitfield aangingen?' vroeg hij aan haar.

Ze boog haar hoofd. 'Daar praten we niet graag over,' zei Sophia. 'Ze schaamt zich ervoor.'

'Sophia,' zei Edward. 'Hou op. Vertel ze watje weet.'

'We schamen ons écht, Edward,' snauwde ze, en ging toen verder tegen de politieman. 'We geloven dat Bradley Whitfield misbruik heeft gemaakt van mijn nichtje.'

'Misbruik? Wat wil dat precies zeggen?' vroeg de langste.

'Puzzel het maar uit.'

De jongste vroeg aan mij of het waar was. Ik sloeg mijn ogen neer en zei ja.

'Hoe komt het dat niemand een dergelijk incident heeft gemeld?' vroeg de langste. Hij keek naar Edward.

Even bleef het stil en toen deed Sophia haar mond open.

'Hoe komt het dat uw neus zo lang is?' kaatste ze terug.

'O, een wijsneusje, hè?'

'Dat is ze,' zei Edward. 'Wat wilt u weten? Mijn moeder is niet thuis en we zijn allemaal minderjarig, maar we proberen u te helpen.'

'Weet iemand van jullie waar Ignacio Davila is?'

'Wij niet. Sophia, als jij het weet, zeg het dan.'

'Ik weet het niet. Wij weten het niet. Ja, we zijn op het feest geweest, en ze waren erg van streek over wat Bradley met een Mexicaans meisje had gedaan, vooral iemand die zo onschuldig en puur en religieus is. We hoorden ze zeggen dat het tijd werd voor Mexicaanse gerechtigheid.'

'Zeiden ze dat?' vroeg de langste.

'Dat hebben we ze horen zeggen.'

De jongste vroeg me in het Spaans of ik dat ook gehoord had. Ja, zei ik. Ik wilde hem nog meer vertellen, maar Sophia kneep zo hard in mijn hand dat ze de bloedtoevoer belemmerde.

'Geef me de namen van de meisjes die bij je waren,' zei de langste tegen Sophia. Ze ratelde ze op. 'Waren ze er allemaal bij toen dat gezegd werd?'

'Ja,' zei Sophia op vriendelijkere toon.

'En wat gebeurde er toen?' vroeg de langste.

'Ze holden weg, en ik zei tegen mijn vriendinnen dat we de jongens moesten volgen om te zien wat ze gingen doen, maar ze reden zo hard, dat we het opgaven en naar het Roadhouse gingen. U kunt het controleren. De serveerster heette Christina.'

'Hoe wisten die Mexicaanse jongens waar ze Bradley Whitfield konden vinden?' vroeg de jongste.

Sophia liet mijn hand los en sloeg haar arm om mijn schouders, trok me dichter naar zich toe. 'Ze wisten waar hij mijn nichtje verkracht had. Delia zit met Ignacio op Engelse les,' ging ze verder, wat erop neerkwam dat ze zei dat ik alles verteld had.

De politiemannen zwegen.

'Is er verder nog iets?' vroeg Edward.

'Voorlopig niet,' zei de langste politieman. 'Als iemand iets weet over de verblijfplaats van Ignacio Davila en zijn vrienden en het ons niet vertelt, kan hij of zij worden beschuldigd van belemmering van de rechtsgang. Denk daaraan.'

Ze bedankten señor Garman en vertrokken. Zodra ze weg waren, trok Sophia me mee naar de trap.

'Sophia,' riep Edward.

'Wat wil je?'

'Bradley Whitfield is dood.'

'En?'

'Als jij er iets mee te maken had...'

'Ben je nu ook nog doof behalve blind, Edward? Je hebt alles gehoord.'

'Delia,' zei hij tegen mij, 'is dat de waarheid? la verdad?

Voor ik kon antwoorden, trok Sophia me achteruit en ging tussen mij en Edward en Jesse staan.

'We zijn allebei erg van streek, Edward, vooral Delia. Je kunt haar gezicht niet zien, maar ze is volkomen van de kaart. Laat ons met rust.' Ze trok me weer naar de trap.

'Dat ging goed,' fluisterde ze terwijl we naar boven liepen. 'Ik ga de meisjes bellen. Het komt allemaal best in orde. Zolang we maar één lijn trekken. Begrijp je?'

Ik wilde haar hand loslaten. Ze bood me geen reddingsboei aan, dacht ik, ze trok me omlaag naar een duistere diepte, samen met haar en haar vriendinnen. Ze liet me naast haar zitten in haar kamer terwijl ze de een na de ander van haar vriendinnen belde om te vertellen dat de politie geweest was en wat zij tegen ze gezegd had. Uit haar manier van praten leidde ik af dat ze allemaal geschokt en doodsbang waren toen ze hoorden dat Bradley dood was. Ze eindigde elk gesprek met dezelfde woorden: 'Als je niet precies doet en zegt wat we hebben afgesproken, kun je jezelf en ons in ernstige moeilijkheden brengen. Ze zouden ons kunnen beschuldigen van medeplichtigheid aan moord of zoiets!'

Hoezo beschuldigen? Dat was precies wat we waren, en door mee te werken en me erbij neer te leggen, was ik niet veel beter dan zij.

Ik was heel diep gevallen na de ochtend dat ik met mijn ouders voor het altaar stond om mijn quinceañera te vieren.

Hoeveel dieper zou ik nog kunnen vallen?

Was ik te ver naar de duistere kant afgedreven om nog terug te kunnen?