Een nieuw leven
Señora Paz vroeg me haar de cheque te laten zien van de verkoop van het huis. Ik verborg Edwards envelop, omdat ik wist dat zij en haar zus me niet met rust zouden laten voor ze wisten wat zich daarin bevond.
'Dat is een grotere bruidsschat dan ik dacht,' zei ze, toen ik haar de cheque overhandigde. Ze keek naar Margarita. 'Señor Diaz heeft het goed gedaan. Pascual Rubio zal meer krijgen dan we dachten.' Ze zwaaide met de cheque naar haar. 'Laten we niet de indruk wekken dat we met de hoed in de hand komen om hem te smeken Delia tot vrouw te nemen.'
'Nee,' zei Margarita, en keek naar mij. 'Wees maar niet bang, wij nemen het voor je op, Delia. Een goede huwelijksovereenkomst sluiten is niet eenvoudig.'
'Hoe weet jij dat?' vroeg señora Paz haar.
ik weet het. Ik wist het van jouw huwelijksovereenkomst, hoeveel vader in de pot heeft gestopt. De familie van je man bezat niet veel meer dan Delia. Heeft vader niet de gouden trouwring betaald die je draagt?'
in ieder geval draag ik een gouden ring,' kaatste señora Paz terug. Margarita leek even te verschrompelen. 'Val me alleen niet in de rede om een stomme opmerking te maken,' zei señora Paz tegen haar. 'Kom mee, Delia.' Ze keek met een verwijtende blik naar Margarita, die naar me glimlachte, alsof ze wilde zeggen dat haar zus zich aanstelde.
Ik vertelde hun dat señor Diaz had geregeld dat ik nog twee dagen in het huis kon blijven.
'Je blijft bij ons tot het huwelijk,' zei señora Paz.
Zij en Margarita wilden heel graag weten hoe señor Diaz' schoonzus me bejegend had. Ik vertelde het, en beiden begonnen een tirade over haar, kwamen met verhalen over haar huwelijk en geruchten die ze hadden gehoord over haar relatie met haar man. Ze hadden vliegen aan de wand in haar casa kunnen zijn, te oordelen naar de details die ze onthulden. Naar hen luisteren was amusant genoeg om mijn nervositeit een klein beetje te doen bedaren.
Toen we in de menudo-winkel stonden, verstarde señora Rubio even en riep toen haar zoon, die uit de keuken kwam, zijn handen afwrijvend aan zijn al vuile schort. Zijn hemd stond open en het donkere krulhaar dat van de onderkant van zijn keel omlaag groeide over zijn borst en maag, kronkelde naar buiten als dunne gebroken metalen veren. Toen hij ons zag veegde hij snel met de rug van zijn hand het zweet van zijn voorhoofd en lachte. Sinds ik hem de laatste keer gezien had was hij twee linker tanden kwijtgeraakt, maar omdat hij heel dikke lippen had was het niet erg zichtbaar, behalve als hij lachte. Hij probeerde zijn baard te laten staan, maar zijn haar was zo lichtbruin dat er bijna geen baard te zien was; het groeide in plukken in plaats van in een regelmatige vorm.
'Hola,' zei señora Paz.
'Hola,' antwoordde señora Rubio en keek haar zoon scherp aan om hem te dwingen iets te zeggen.
'Si, hola,' zei hij haar snel na.
'We komen over Delia's toekomst praten,' zei señora Paz. Ze keek naar de lege tafel rechts van ons. 'Ze heeft niemand anders dan wij om voor haar op te komen.'
'Waarom is ze teruggekomen uit Amerika?' vroeg señora Rubio onmiddellijk.
De onderhandeling is begonnen, dacht ik. Ze zoekt naar iets negatiefs over me.
ik was tot de conclusie gekomen dat ik daar niet thuishoorde,' zei ik. ik ging weg voordat ik ontdekte dat mijn grootmoeder was gestorven.'
'Niettemin is het beter voor haar om hier te blijven,' kwam Margarita tussenbeide. 'Net als uw zoon. Ik zie hem de grens niet oversteken voor een beter bestaan.'
'Dat komt omdat hij hier een bestaan heeft,' zei señora Rubio. 'Een goed bestaan.'
'Kan hij dat goede bestaan houden als jij naar je Schepper bent gegaan?' vroeg señora Paz. 'Kan hij alles doen wat nodig is in de winkel, koken, schoonmaken, bedienen en voor een huis zorgen?'
Señora Rubio gaf geen antwoord. Ze staarde even voor zich uit en knikte toen naar de tafel. We gingen zitten. Pascual bleef achter de toonbank staan. We hadden nog steeds geen woord met elkaar gewisseld.
'Misschien kunt u ons een glas water aanbieden,' zei señora Paz.
Señora Rubio knikte naar Pascal, die haastig glazen ging vullen met water en die naar de tafel bracht. Terwijl hij dat deed keek hij heimelijk naar mij.
'Waar moet ze slapen in uw casa?' vroeg señora Paz onmiddellijk, alsof dat de belangrijkste overweging was.
ik ga in de woonkamer slapen, en zij krijgen de slaapkamer. Ik heb niet zoveel slaapruimte nodig.'
'Ze kan goed koken. Haar grootmoeder heeft haar veel geleerd,' zei señora Paz. 'Ze kan zelfs haar verrukkelijke mole maken, en die zou u hier misschien kunnen verkopen.'
Señora Rubio knikte. 'Si, ik had al gehoopt dat ze dat kon.'
'Verwacht u dat ze haar geringe bruidsschat besteedt om mee te betalen aan het huwelijk?'
'Hoeveel heeft ze gekregen voor het huis?' vroeg señora Rubio, met een onderzoekende blik op mij.
'Wat ze heeft gekregen is niet belangrijk. Waar en hoe het gebruikt wordt is belangrijk,' zei señora Paz, voet bij stuk houdend. Gewoontegetrouw werden alle huwelijksovereenkomsten en wie wat zou betalen op deze manier geregeld.
Ik had altijd gedroomd van een prachtig huwelijk in de kerk, dat door een groot aantal madrinas en padrinos werd bijgewoond. De madrina de arras zou de dertien gouden munten bij zich hebben die mijn toekomstige echtgenoot me zou overhandigen bij het sluiten van de echtverbintenis. De dertien munten zouden zijn onomstotelijke geloof en vertrouwen symboliseren, door al zijn goederen in mijn zorg en hoede over te dragen. Ik had het vaak zien doen.
Pastoor Martinez zou de munten zegenen en in de handen van de bruid leggen. Zij zou ze toevertrouwen aan de tot een kom gevormde handen van de bruidegom, die ze op een zilveren blad zou leggen, en aan het eind van de plechtigheid zouden ze aan pastoor Martinez worden gegeven om aan de bruidegom te overhandigen. Hij zou ze weer aan de bruid teruggeven als symbool van de overdracht van zijn wereldse goederen aan zijn bruid.
'We geven geen extravagante bruiloft. Het geld dat ze heeft dient bewaard te worden voor andere behoeften,' gaf señora Rubio zich gewonnen. 'We geven een receptie in onze tuin. We zullen voor een simpele maar traditionele maaltijd zorgen van gekruide rijst, bonen, kip en rundvleestortilla's, en sangria.'
'En de mariachi's?' vroeg Margarita. Die waren haar meest geliefde aspect van een huwelijk.
'Señor Gonzales is me nog wat schuldig. Hij zal zijn zoons sturen.'
Margarita's gezicht betrok. Ze had blijkbaar gehoopt op meer.
Maar señora Paz zei: 'Goed. Dat is verstandig.'
ik ben altijd een verstandige vrouw geweest,' snauwde señora Rubio.
'Ze moet een mooie jurk hebben voor het huwelijk,' zei señora Paz. 'Het zou niet verstandig zijn haar bruidsschat daarvoor te gebruiken. Ze trouwt niet elke week.'
'En nieuwe schoenen,' voegde Margarita eraan toe.
'Daar hoeft ze het geld van het huis niet voor te gebruiken. Ze kan mijn trouwjurk krijgen. Die kan gemakkelijk worden vermaakt. We vinden wel nieuwe schoenen voor haar,' zei señora Rubio.
Ik vond dat señora Paz haar goed in het defensief wist te drijven, tot señora Rubio me strak aankeek en zacht fluisterend vroeg: 'Natuurlijk is ze nog maagd?'
Ik voelde mijn wangen gloeien.
'Hoe kunt u zoiets zelfs maar vragen over Anabela Yebarra's kleindochter?' antwoordde señora Paz. is uw zoon nog maagd?'
Tot onze verbazing knikte señora Rubio en zei: 'Helaas wel, ja.'
Ook al kon hij het gesprek gemakkelijk horen, toch bleef Pascual net doen alsof hij druk bezig was achter de toonbank.
De guayabera van uw overleden man zal uw zoon vast niet passen,' mompelde Margarita.
ik denk dat hij zich wel een nieuwe guayabera kan veroorloven,' zei señora Rubio. Het traditionele Mexicaanse trouwhemd was wat een smoking was voor Amerikanen.
'We moeten nog horen dat uw zoon Delia tot vrouw wil,' zei señora Paz.
Señora Rubio keek achterom naar een blozende Pascual.
'Pascual, heb je señorita Delia vandaag wat te vragen?'
Hij kwam naar voren om de zinnen uit te spreken die hij kennelijk met zijn moeder had gerepeteerd.
'Señorita Delia, ik zou erg gelukkig zijn als je mijn vrouw zou willen worden, ik zal een goede echtgenoot zijn en we zullen veel kinderen hebben. Ik zal zorgen dat je nooit honger hebt en we altijd een dak boven ons hoofd hebben. Ik zal je trouw zijn en altijd rekening houden met je gevoelens. Wil je mijn vrouw worden?'
Ik staarde hem aan. Nu ik daadwerkelijk hier stond en naar hem luisterde en besefte wat het betekende, wist ik dat ik alle controle over mijn leven had verloren. Het verdoofde mijn hersens, ik voelde me verlamd, maar alsof ik in de val zat, kwam een weigering zelfs niet bij me op.
'Si,' zei ik.
'Wanneer?' vroeg señora Paz onmiddellijk.
'We hebben familie die we graag willen uitnodigen. Laten we zeggen vandaag over een week,' zei señora Rubio. 'Nadat we met pastoor Martinez hebben gesproken natuurlijk en een afspraak hebben gemaakt voor de mis.'
'Natuurlijk,' zei señora Paz.
'Gracias dat je met me wilt trouwen,' zei Pascual.
Iedereen zweeg, in afwachting van wat hij verder nog zou zeggen.
ik moet terug naar de keuken om verder te gaan met mijn werk voor vandaag.'
Ik gaf geen antwoord. Toen hij zich omdraaide, zag ik hoe breed
zijn heupen waren. Hoe moesten we naast elkaar in één bed liggen? Ik moest er bijna om lachen. Ik voelde me duizelig worden, als iemand die te veel tequila heeft gedronken. Señora Paz zag het aan mijn gezicht.
'We moeten nu onze plannen gaan maken,' zei ze en stond snel op. 'Kom, Delia.'
ik heb je nog niet gezegd hoe erg ik het vind dat je grootmoeder is overleden,' zei señora Rubio tegen me. 'Je zult haar nu wel meer dan ooit missen, maar straks heb je een nieuwe familie om voor te zorgen en die voor jou zal zorgen. Dat is niet in goud uit te drukken,' zei ze met een scherpe, kille blik op señora Paz.
'Gracias,' zei ik en ging haastig weg.
Toen we buiten stonden, had ik het gevoel dat ik in een kast zonder ventilatie opgesloten had gezeten.
'Het zal een goed huwelijk zijn,' zei señora Paz. ik weet dat señora Rubio een zuinige en efficiënte vrouw is. Je zult een goed leven krijgen, Delia. Je dagen van verdriet en treurnis zijn voorbij.'
Ik zei niets.
Ik kon nog twee dagen in mijn ouderlijk huis blijven, en ik zei tegen ze dat ik er nog minstens één nacht wilde slapen.
'Maar je eet bij ons,' zei Margarita. 'Er valt nog een hoop te regelen voor je huwelijk.'
'Nee, ik red me wel. Ik moet een tijdje alleen zijn. Ik kom u morgen opzoeken en dan kunnen we praten. Gracias. U bent allebei erg vriendelijk en aardig.'
Voor ze konden tegenspreken liep ik weg. Toen ik in het casa kwam, begon ik weer te huilen. Ik had het gevoel dat ik net van een begrafenis kwam, en in zekere zin was dat ook zo. Ik had zojuist de jonge, optimistische, hoopvolle Delia Yebarra begraven, die een nieuw en beter leven had gezocht over de grens. Tijdens de tocht door de woestijn was die Delia Yebarra geleidelijk verdwenen. Ik had haar achtergelaten in die grot bij Ignacio Davila. Ik was niet langer dezelfde Delia die met hem was weggelopen. Ik was in mijn eigen ogen een vreemde geworden.
Zoals abuela Anabela zich op het koken had geworpen na het nieuws dat mijn ouders gestorven waren, begon ik het huis schoon te maken om mijn gedachten en huilbuien te ontlopen. Terwijl ik daarmee bezig was, bedacht ik dat dit nu mijn dagelijkse werk zou worden. Mijn schooltijd was voorbij. De dromen die mama voor me had gehad waren vervlogen. De ene dag zou vrijwel onmerkbaar overgaan in de andere. Mij zou het lot beschoren zijn waarvan oma had gezegd: 'Lo que pronto madura poco dura.' Ik zou snel volwassen worden, oud worden met mijn kinderen en mijn werk.
Maar het kon me niet meer schelen. Alles wat me lief was geweest had ik verloren. Ik zou me overgeven en het lot gehoorzamen als een geesteloze slavin, en de zeldzame lach, de zeldzame glimlach, koesteren. Op dit moment kon ik me niet voorstellen wanneer dat ooit voor zou komen.
Ik werkte hard, boende de tegels precies zoals oma ze had geboend, op mijn knieën, met alle kracht waarover ik beschikte. Ik stofte en poetste, waste en boende, elk plekje en het kleinste vlekje. Señor Avalos zou verbaasd zijn over de conditie van het casa dat hij had gekocht. Zoals oma het zou hebben overgedragen, wilde ik het ook.
Ik realiseerde me niet hoeveel tijd er verstreken was terwijl ik bezig was. Op een gegeven moment keek ik op en zag dat het al donker werd en ik probeerde schaduwen weg te schrobben. Ik stak een paar kaarsen aan, omdat de elektriciteit was uitgevallen, en begon toen een paar tortilla's te maken. Ik zou eten omdat ik moest eten. Terwijl ik bezig was met koken, herinnerde ik me hoe oma naast me stond en me leerde hoe ik het moest doen. Als ik mijn ogen sloot, kon ik haar aanwezigheid weer voelen.
Later, toen ik in mijn eentje in het donker zat in het doodstille casa, kauwde en slikte ik gedachteloos. Toen ik opgeruimd had, ging ik naar bed, maar ik kon niet slapen. Ik lag in het donker te staren, luisterde hoe de wind om het huis speelde, door de kieren floot, krassend over het metaal streek. Oma interpreteerde altijd elk geluid voor me. Ze wist zeker dat sommige afkomstig waren van engelen die rond het huis dansten. Ze zei dat ze hun vleugels kon horen flapperen. Ik luisterde ingespannen en hoorde toen duidelijk voetstappen bij mijn voordeur. Ik wachtte, hield mijn adem in en luisterde nog aandachtiger. Ik wist zeker dat ik de deur zachtjes hoorde opengaan.
Ik bleef mijn adem inhouden. Een paar ogenblikken was het stil, en toen hoorde ik voetstappen. Ik ging rechtop zitten. Een donkere schaduw viel langs de open deur van de slaapkamer, gevolgd door het silhouet van een man. Ook al voelde ik me nog zo ongelukkig met mijzelf en mijn toekomst, toch was ik bang om het leven te laten of te worden verkracht.
'Wie is daar?' vroeg ik.
Hij gaf geen antwoord. Zou het Pascual Rubio kunnen zijn? Was hij gekomen om zelf het woord te doen, met een reeks beloften?
Ik stak de kaars naast mijn bed aan en hield die omhoog om de deuropening te verlichten.
Mijn hart stond stil en begon toen wild te kloppen.
Ik slaakte een zachte kreet.
Het was Ignacio.
Hij lachte om mijn verbijsterde en geschokte gezicht.
ik ben geen geest,' verzekerde hij me en liep de slaapkamer in.
Hij droeg een blauw hemd op een spijkerbroek, en zag er springlevend uit.
'Hoe kan dat? Je lichaam is gevonden met je identiteitsbewijs erbij.'
Hij kwam dichterbij en ging op het voeteneind van mijn bed zitten.
ik had veel verhalen gehoord van mensen die illegaal de woestijn waren overgestoken naar Amerika,' begon hij. 'Sommigen werden overvallen door bandieten, net zoals wij, en moesten zich naakt uitkleden, zoals Pancho zich moest uitkleden in de grot. Hun kleren werden afgenomen en ze zwierven rond tot ze een lijk vonden en zijn kleren aantrokken. Identiteiten gingen verloren of werden verwisseld, en veel families weten nog steeds niet wat er werkelijk gebeurd is met hun beminden.
'Onze rovers hadden alleen maar belangstelling voor mijn geld. Toen jij uit de grot ontsnapt was, beletten ze me om ook te vluchten. We worstelden en vochten, en een van hen sloeg me hard op mijn achterhoofd.' Hij draaide zich om en liet me de verbonden wond zien. 'Toen ik bijkwam, waren ze vertrokken. Ik had nog water en voedsel; ze hadden onze rugzakken achtergelaten. Dus ging ik op weg, verdwaalde en bracht een eenzame nacht door, denkend dat ik het niet zou overleven. Maar op de een of andere manier lukte het me de juiste route te vinden. Sint Christopher moet me hebben geholpen.
Ik hoorde stemmen en liep in die richting, en daar, aan het hoofd van een tiental polios, liep Pancho. Hij was zo verbluft toen hij me zag, dat hij bijna flauwviel. Hij vertelde me dat hij jou naar Sasabe had gebracht, maar natuurlijk was hij bang dat ik zou verraden dat hij me in de steek had gelaten. Hij beloofde de vriend van mijn vader te vertellen dat ik in de woestijn door rovers van het leven was beroofd, maar natuurlijk zou hij het verhaal zo vertellen dat hij minder laf leek.
'Op dat moment kwam het idee bij me op hem mijn identiteitsbewijs te geven en hem mijn verhaal te laten vertellen. Hij legde me uit hoe ik verder moest lopen, en ik bereikte Sasabe en ging naar jouw dorp.'
'Maar je ouders denken dat je dood bent. Ze rouwen om je.'
'Ze kennen de waarheid. Ja, ze rouwen toch om me omdat mijn identiteit dood is en ze hun zoon kwijt zijn, maar op een goede dag ga ik terug, Delia. Ik vind wel een manier. Het zal misschien een tijdje duren, maar ik zweer je dat ik het doe.'
ik geloof je, Ignacio.' Toen vertelde ik hem wat Edward had geschreven over zijn vrienden en de politie.
ik weet dat je grootmoeder gestorven is,' zei hij. 'Toen ik in het dorp kwam, ging ik naar een café en vroeg waar ze woonde, en toen vertelden ze me dat ze overleden was.'
'Voordat ik thuis was,' zei ik bedroefd, ik heb nooit afscheid van haar kunnen nemen, Ignacio.'
'Misschien was dat wel goed. Ze is gestorven met de gedachte dat jij nog in Amerika woonde bij je rijke tante. Dus,' ging hij glimlachend verder en pakte mijn hand vast, 'nu heb je geen reden om nog langer hier te blijven. Je kunt terug. Contact opnemen met je tante. Misschien stuurt ze je het geld ervoor.'
'Dat heeft mi primo Edward al gedaan. Mijn oma had besloten dat ons huis na haar dood verkocht moest worden, en dat is nu gebeurd.'
'En?'
'Vrienden van mijn oma hebben een huwelijk voor me geregeld.'
'Met iemand van wie je altijd gehouden hebt?'
'Nee,' zei ik glimlachend, 'met iemand die ik zelfs niet mocht en met wie ik nauwelijks een woord heb gewisseld.'
'En dat huwelijk zet je door? Je blijft hier?'
Ik gaf geen antwoord, en hij sprong op van zijn bed en begon te ijsberen.
'Je blijft hier en veroordeelt jezelf tot zo'n leven? Je wilt trouwen met iemand van wie je niet houdt? Je wilt...'
'Stop, Ignacio,' zei ik, lachend tussen mijn tranen van blijdschap door.
Hij zweeg even en keek me aan. Het kaarslicht scheen flakkerend op zijn gezicht.
Ik pakte de cheque op en zwaaide ermee naar hem.
'Vermom jezelf niet zo erg dat ik je niet herken als je terugkomt,' zei ik.
Zijn lach was stralender dan het zonlicht en verlichtte mijn innerlijk als een kaars in een kerk om de herinnering aan onze beminden in leven te houden.
Ook ik was ontsnapt aan de derde dood.