Er doet zich een kans voor

Even stond ik hem slechts aan te kijken. Welke waarheid wilde hij?

'Sophia is mijn zus, en als het erop aankomt, zal ik van haar houden zoals je van een zus hoort te houden, maar ik weet dat ze nooit de schuld op zich neemt van iets wat ze doet. Begrijp je wat ik zeg, Delia? Sophia blijft liegen tot het niet langer kan, tot ze gedwongen is de waarheid te vertellen, en zelfs dan moet je het controleren om zeker te zijn.

'Doe maar niet net alsof je niet weet waarover ik het heb, Delia. Je kent genoeg Engels om te begrijpen wat ik wil.' Hij zweeg afwachtend.

Ik wist niet zeker wat ik wel en niet moest zeggen. Ik kon zien dat mijn aanhoudende zwijgen hem ergerde. Hij deed een stap naar me toe.

'Mijn moeder heeft me verteld wat Sophia haar heeft verteld over dat hele incident. Ze zei dat jij had toegegeven dat je de boel had opgestookt en haar best doet je te beschermen. Weet je wat dat betekent, de boel opstoken?' vroeg hij en maakte een gebaar alsof hij in een vuur porde.

Waarom had ze hem dat verteld? Waarom moest iedereen tegen iedereen liegen hier in huis?

'Dat heb ik niet gedaan,' zei ik. 'Dat opstoken.'

Hij knikte. 'Oké. Ik luister. Vertel me watje dan wél hebt gedaan. Hoe is dit allemaal gebeurd?'

ik was met Ignacio op het fiesta voor de verjaardag van zijn zusje.'

'Dat weet ik, dat weet ik,' zei hij ongeduldig. 'Wat is er gebeurd, verdomme? Vertel op!'

Zijn woede maakte me angstig. Ik zocht naar mijn woorden. 'Sophia... haar vriendinnen kwamen luego... later.'

'En zij stookten de Mexicaanse jongens op, hè? Sophia's vriendinnen zijn net als zij. Nou?'

'Si'. Sophia vertelde Ignacio wat Bradley had gedaan.'

'En ze vertelde hem waar Bradley was, ja? Zij was de enige die zou weten waar hij op dat moment was. Nou? Heeft ze het hem verteld?'

'Ja, Edward.'

'Dat dacht ik al. Ze was haar onschuld al kwijt op het moment dat ze geboren werd en zelfs dat is nog te bezien.'

'Dat begrijp ik niet.'

'Vergeet het. Ik wilde alleen maar weten wat er werkelijk gebeurd is.'

'SC, zo is het gebeurd, maar su madre, je moeder, wil niet dat het zo verteld wordt. Ze heeft iets anders gezegd tegen de advocaat, en ik moet doen en zeggen wat zij zegt.'

Hij knikte, liep op de tast naar de stoel en ging voorzichtig zitten.

'Vertel me wat er werkelijk gebeurd is daarna, Delia. Qué sucedio'? Nadat de Mexicaanse jongens het fiesta hadden verlaten?'

'Sophia en haar vriendinnen wilden... hoe zeg je dat, volgen, achter Ignacio en zijn vrienden aan.'

'En ze zei tegen mijn moeder dat jullie hen niet bij konden houden omdat ze te snel reden. Mijn moeder had moeten weten dat dat een leugen was. Sophia wist waar Bradley was, dus deed het er niet toe of ze harder reden dan jullie, toch? En dat betekent dat jullie er allemaal bij waren toen Bradley werd aangevallen. Je hebt gezien wat er met hem gebeurd is, hè?'

'No adentro... no en Ia casa.'

'Jullie zijn niet naar binnen gegaan, maar je hebt gezien wat er met Bradley gebeurd is?'

'Si, ja. Het raam... hij kwam naar buiten. Viel...'

'En toen?'

'Sophia's vriendin reed meteen weg. Ik weet niet... no sabia...'

'Je wist niet hoe ernstig Bradley gewond was?' 'Si'

'Waarom ben je met ze meegegaan?' vroeg hij kwaad, en schudde toen zijn hoofd. 'Stomme vraag. Wat kon je anders doen?'

Hij steunde met zijn ellebogen op zijn knieën en liet zijn hoofd op zijn handen rusten.

ik weet niet wat ik van iemand nog moet geloven.' Langzaam hief hij zijn hoofd op. 'Waarom kwam je bijna naakt naar mijn kamer?' Hij wees met zijn vinger in mijn richting. 'Je bent niet zo onschuldig als je je voordoet, hè? Nou? La verdad. Je hebt het in Mexico met andere jongens gedaan, hè? Je wist wat je deed toen je in mijn kamer kwam. Daar was je niet zo onschuldig. Wil dat zeggen dat je ook niet zo onschuldig was met Bradley? Nou?'

Ik schudde mijn hoofd, maar dat kon hij natuurlijk niet zien.

ik wilde niet naar je kamer komen. Ik...'

'Waarom deed je het dan? Por que, Waarom? Ik was erg op je gesteld, Delia. Ik respecteerde en bewonderde je. Ik had medelijden met je toen Baker je meenam en je zo slecht behandelde. Waarom kwam je naar mijn kamer en deed je zoiets? Wist je op die manier de jongens in Mexico voor je te winnen? Is dat zo?' Hij schreeuwde bijna en hij keek alsof de inspanning hem pijn deed.

'Nee.'

'Je bent gauw volwassen geworden, hè? Vertel me de waarheid maar. Het doet er nu niet meer toe. Toe dan,' zei hij uitdagend. 'Vertel eens een paar van je Mexicaanse verhalen over jou en je vriendjes. Kom, vertel op.'

'Nee, Edward. Die verhalen bestaan niet.'

'Precies. Je besloot gewoon naar mijn kamer te komen en je aan te bieden.'

'Nee, dat wilde ik niet doen.'

'Waarom deed je het dan?'

'Su madre,' begon ik.

'Mijn moeder?' Zijn glimlach verdween. 'Wat is er met mijn moeder?'

Ik klemde mijn lippen op elkaar, maar besefte dat ik de deur al geopend had. De waarheid was als een ballon die ik probeerde plat te slaan; hij kwam overal weer omhoog. Zijn gezicht leek op te klaren toen hij nadacht.

'Wil je daarmee zeggen dat mijn moeder je zo naar mijn kamer stuurde?' Zijn gezicht vertrok. 'Maar waarom zou ze dat doen?'

'Para ver... om te zien.'

'Om te zien? Wil je zeggen dat zij erbij was? Mi madre estaba... in mijn kamer? Vertel het me!' riep hij luid, en stond weer op.

Hij was nog kwader dan eerst. Ik was bang dat ik zou gaan huilen en niets meer zou kunnen zeggen. Mijn keel voelde dichtgeknepen, maar ik zei 'Si'.

Hij zweeg. Hij knikte even. 'Por que', Delia? Vertel me waarom ze in mijn kamer was.'

'Om te zien of je zou willen...'

'Wat willen? Wat?' vroeg hij terwijl hij een stap in mijn richting deed.

'Chicas,' zei ik.

'Chicas... meisjes?'

'Si', meisjes.'

Hij zweeg. En toen deed hij iets wat ik niet verwacht had. Hij glimlachte.

'Wat? Ze keek toe om te zien of ik van meisjes hield? Ze stelde me op de proef met jou? Heeft ze dat gezegd? Wil je me dat vertellen? Ze stuurde je zo naar mijn kamer als een soort test... een examen?'

'S(,' zei ik en knikte, al kon hij dat niet zien. 'Een test, ja.'

Hij zweeg even. Toen schudde hij zij hoofd. 'Dat slaat nergens op. Waarom zou mijn moeder... ze heeft altijd geweten wie ik ben,' mompelde hij, hardop denkend. Hij dacht weer dat ik loog. Ik was nu te ver gegaan om mijn mond te houden.

'Jesse, ze maakt zich ongerust,' zei ik in een poging het beter uit te leggen. 'Dat vertelde ze me. Ze vroeg me haar te helpen.'

'Haar te helpen? Hoe?'

'Door haar te vertellen wat ik zie, wat ik hoor.'

'Mij te bespioneren? Nee, mijn moeder en ik hebben daar al over gesproken. Niets hoefde haar te verbazen. Mijn moeder hoefde niet naar een test te kijken.'

Ik begon te huilen, ik lieg niet, Edward.'

Hij zweeg en dacht weer na. 'Misschien niet,' zei hij, en glimlachte toen een andere gedachte bij hem opkwam. 'Misschien niet. Ik geloof dat ze dat zou doen, jou bijna naakt naar mijn kamer sturen, maar niet voor een test.'

ik begrijp je niet, Edward. Sorry.'

'Het is dóódsimpel. Mijn zus en mijn moeder zijn identiek... je weet wel, hetzelfde, gelijk? Wat is een goed Spaans woord voor vals, achterbaks, sluw als een vos... wat? Cómo se dice sluw en español?'

'Furtivo,' zei ik, nog steeds in de war. 'Maar por qué?'

'Furtivo,' zei hij, knikkend. 'Mijn moeder wilde niet dat ik jou zou vertrouwen, Delia. Mijn moeder wilde niet dat ik je... su primo of su amigo zou zijn. Eerlijk gezegd nam ik het te fel voor je op tegen Baker en haar. Ik was degene die erop stond dat ze je deze kamer gaf, dat je lid van de familie zou zijn, niet langer een bediende. Ik heb haar gezegd wat er zou gebeuren als ze niet deed wat ik zei. Ze deed het, maar ze houdt er niet van dat iemand haar zegt wat ze moet doen.'

Hij pauzeerde even om weer na te denken.

'Maar zo meedogenloos als nu is ze nog nooit geweest,' zei hij. 'Er is iets anders, iets wat ik niet weet, een reden voor haar gevoelens jegens jou en het feit dat ze mij ook zo wil laten denken. Sophia en ik weten geen van beiden veel over onze familie. Dat weet je. Ik wist zelfs niet van jouw bestaan.

'Wat is het? Wat is er jaren geleden in Mexico gebeurd? Weet jij waarom mijn moeder niets met haar familie te maken wil hebben, waarom ze niet van haar eigen familie houdt? Por qué mi madre no le gusta su familia? Sabe?'

'SC zei ik.

'Waarom?'

'Mi abuelo, mijn grootvader, was kwaad toen ze met su padre trouwde. Hij zei dat ze muerta... dood was voor hem.'

'Ja, zoiets wist ik wel, maar er moet meer zijn. Waarom stond ze niet op intiemere voet met je moeder, haar eigen zus, toen hun vader stierf?'

'Ze wilde dat mi padre haar marido zou zijn.'

'Hè? Marido?'

'Haar echtgenoot.'

'O.' Hij glimlachte, ik snap het. In plaats daarvan viel hij voor haar zus, en dat neemt ze je moeder kwalijk?'

'Si.'

'Dus haatte ze haar zus, en jou als haar nazaat.'

ik begrijp het woord nazaat niet.'

'Ze kon geen wraak nemen op je moeder, want je moeder was al dood. Nu neemt ze wraak op jou, haar nakomeling. Mijn goeie ouwe mam. Nu wordt het me duidelijk.'

Hij lachte. Zijn lach deed een rilling over mijn rug lopen.

'Maak je maar geen zorgen,' ging hij verder, en deed een stap in de richting van de deur. ik regel het wel.'

'Waarom lach je?'

'Maak je geen zorgen,' herhaalde hij. ik regel het.'

Hij bleef staan bij de deur en tastte naar de knop. Ik liep naar hem toe om hem te helpen, maar hij had hem al gevonden en draaide zich weer naar me om. Hij stak zijn hand uit.

'Delia.'

'SC,' zei ik en pakte zijn hand vast. Hij hield die stevig vast en glimlachte naar me.

ik ben blij dat ik me niet vergist heb toen ik het voor je opnam, Delia. Dank je dat je de moed hebt gehad me de waarheid te vertellen.'

Hij bracht mijn hand aan zijn lippen en drukte er een kus op. Toen deed hij de deur open en liet me achter, niet zeker wetend of ik blij hoorde te zijn of juist nog angstiger. Het duurde niet lang voor ik daarachter zou komen.

De volgende ochtend ging Sophia enthousiast naar school. Voor ze wegging kwam ze in de gang naar me toe en vertelde me hoe opwindend het voor haar zou worden. Ik dacht dat ik me vergiste in het Engels.

'Opwindend?' vroeg ik niet-begrijpend.

'Ja, stupido. Iedereen zal willen weten wat er gebeurd is. Plotseling zal iedereen mijn beste vriendin willen worden. Alisha en ik hebben al besproken hoe we ons zullen gedragen en wat we wel en niet zullen zeggen. Jammer dat je niet naar mijn school gaat. Je zou numero uno zijn.'

Ik wist niet wat ik moest zeggen. Waarom zou ik numero uno zijn? Ik keek haar verward aan. Ze lachte en slenterde weg. Even later zag ik tante Isabela met Edward, die naar de dokter gingen om het verband eraf te laten halen. Ze keek niet kwaad en zei geen woord tegen me. Ik ging door met mijn werk. Señora Rosario en Inez waren niet erg vriendelijk en hielden zich de hele ochtend op een afstand. Toen de post gebracht werd, liep ik haastig naar de hal om te zien of er een brief was van abuela Anabela, maar er was niets. Ik had gehoopt op een brief van haar. Zelfs een kort briefje in haar handschrift zou me enigszins getroost hebben.

Later in de middag kwamen Edward en tante Isabela terug. Ik was bezig stof af te nemen in de bibliotheek. Señora Rosario zei tegen me dat ik de boeken er stuk voor stuk uit moest halen en afstoffen. Er waren zoveel boeken dat ik zeker uren bezig zou zijn, dacht ik, maar ik klaagde niet. Ik hoorde dat señora Rosario tante Isabela en Edward bij de voordeur begroette. Ze spraken te zacht om iets te kunnen verstaan. Mijn hart klopte wild, want ik maakte me ongerust over Edwards ogen. Als ze eens allebei te ernstig beschadigd waren? Al geloofde hij nog zo vast in me en gaf hij om me, hij zou me er toch om haten. Als ik niet was gekomen...

Het horen van tante Isabela's voetstappen op de travertijntegels maakten een eind aan mijn gedachtegang, en mijn vingers begonnen te trillen. Ik liet het boek vallen dat ik in mijn hand hield. Toen ik opkeek zag ik haar op de drempel naar me staan kijken. Ze draaide zich om en deed de deur dicht. Even keek ze me met een merkwaardige glimlach aan. Het was niet een van haar kille, harde glimlachjes die me angst aanjoegen, ze keek alsof ze iets had gedaan dat haar beviel. Het deed me denken aan de glimlach van señora Cuevas waarmee ze naar mij of een van de andere leerlingen keek als we iets gedaan hadden dat haar verrukte. Ik wachtte onzeker.

'Hoe is het met Edwards ogen?' vroeg ik. Ik had geen tijd om met de Engelse taal te worstelen, en zij en ik hadden bij tijd en wijle al Spaans met elkaar gesproken.

'Het is precies zoals de dokter had voorspeld. Eén oog is ongeveer vijfennegentig procent hersteld, maar het andere is te beschadigd. Hij zal het je ongetwijfeld in geuren en kleuren vertellen tijdens een van jullie tête-4-têtes.'

'Onze wat?'

'Jullie geheime gesprekken,' zei ze, nog steeds met diezelfde glimlach. Ze zette haar hoed af en maakte haar haar los en schudde met haar hoofd om het vrij omlaag te laten vallen. Toen ging ze op de divan zitten en vouwde haar handen op haar schoot, ik had moeten weten dat ik je niet kon vertrouwen,' zei ze. ik had het moeten verwachten, maar je bent goed. Je speelde je rol zo overtuigend toen je hier pas aankwam.'

ik begrijp u niet. Wat voor rol?'

'Die van de onschuld, van het zwakke meisje. Ik had je door moeten hebben bij dat verzet van je die eerste dag, maar je verborg je weer snel achter dat masker, goed genoeg om vertrouwen in je te krijgen.'

ik begrijp het niet, tante Isabela. Wat voor masker?'

'Het is oké. Ik heb het aan mezelf te wijten. Ik had aan een van de uitspraken van mijn vader moeten denken: "La confianza también mata." Vertrouwen kan ook dodelijk zijn, ja toch, Delia? Ik heb in niemand anders geloofd dan mijzelf sinds ik naar Amerika ben gekomen, en toen moest ik zo nodig in jou geloven, de enige die ik vanaf het begin had moeten wantrouwen.'

ik heb niets gedaan, tante Isabela.'

Ze lachte. 'Dat zou ik ook gezegd hebben. Je lijkt te veel op me, Delia.' Haar gezicht verhardde, haar ogen verkilden. 'Het heeft geen zin iets anders voor te wenden.' Ze glimlachte weer. 'We zijn van hetzelfde laken een pak.'

ik lijk niet op u,' zei ik vastberaden. Ik rechtte mijn rug. ik heb mijn vader en mijn moeder verloren, en ik ben ver van mijn thuisland en de mensen die ik mijn leven lang heb gekend en liefgehad, maar u bent veel eenzamer dan ik ooit zal zijn, want u hebt niet de troost van uw herinneringen.'

Haar glimlach bevroor en verdween toen. De ijskoude, kwade uitdrukking die ik die eerste dag gezien had kwam terug. 'Hoe durf je medelijden met me te hebben. Je bezit niets, zelfs niet de kleren die je aanhebt. Je ademt deze lucht alleen in omdat ik het toesta. Je zou je op dit moment rondwentelen in het stof en het vuil van die armoede, als ik niet zo edelmoedig was. Je bent te stom om te weten van wie je iets te verwachten hebt.'

'Wat wilt u?' Ik had genoeg van haar woede.

'Je verraadt me, probeert een wig te drijven tussen mij en mijn zoon, en je vraagt wat ik wil?'

ik heb niet geprobeerd een wig te drijven tussen u en uw zoon. Hij kwam bij me en vroeg om de waarheid, en ik kon niet langer tegen hem liegen.'

'O, je kon niet langer liegen? Arm kind, gebukt onder het gewicht van je teleurstellingen. Toen ik je ervoor beloonde, accepteerde je alles, nietwaar? De kleren, je opname in de familie, zodat je net als wij bediend zou worden, zodat je van dit alles zou kunnen profiteren,' zei ze met een gebaar om zich heen. 'Je at aan mijn tafel. Je werd met een Rolls naar school gebracht. Je nam Sophia's geschenken aan. Je begon een aardig fortuintje te verzamelen voor een immigrant die hier nauwelijks lang genoeg is om wratten te krijgen, maar wratten heb je gekregen, op de punt van dat schattige neusje van je, wratten die alleen ik kan zien, maar die er wél zijn.

'Oké,' ging ze verder en ging rechterop zitten, 'je hebt een kleine veldslag gewonnen en een scheuring veroorzaakt tussen mijn zoon en mijzelf, maar hij zal te veel in beslag genomen worden door zijn eigen behoeften en verlangens om veel tijd aan jou te besteden.

'Om daar zeker van te zijn, heb ik besloten je te belonen voor je lafhartige verraad. Misschien laat ik mijn advocaat niet meer doen dan absoluut noodzakelijk is om je te verdedigen. Misschien zul je je moeten verantwoorden voor jouw aandeel in dit afgrijselijke gebeuren, jij en je Mexicaanse vriendje. We zullen zien. Per slot zouden die Mexicaanse jongens Bradley Whitfield niet hebben aangevallen als jij er niet was geweest. Hij is dood dankzij jou, en Edward is halfblind dankzij jou.'

Ze stond op. 'Ga door met afstoffen. Je bent gewend aan vuil, en ik weet zeker dat je er weer in terecht zal komen.'

Ze draaide zich om en liep naar de deur, bleef even staan toen ze hem geopend had en keek toen achterom.

'Je vergist je. Ik heb wel degelijk de troost van mijn herinneringen, de troost van de wetenschap dat ik ze lang geleden begraven heb.' Ze glimlachte. 'Ze zijn heengegaan via de derde dood.'

'En hoe zullen uw kinderen de herinneringen aan u bewaren na uw dood, tante Isabela?' antwoordde ik. 'Hoe lang zult u erover doen om via de derde dood heen te gaan?'

Ze sperde haar ogen open. Haar opeengeklemde tanden blonken en toen liep ze naar buiten en deed de deur achter zich dicht. De stilte die daarop volgde viel als een ijzeren gordijn omlaag.

Ik ging verder met stof afnemen in de bibliotheek tot ik klaar was. Ik deed er uren over, maar terwijl ik werkte huilde ik tenminste niet. Daarna liep ik langzaam de trap op. De deur van Edwards kamer stond ver genoeg open om in het voorbijgaan naar binnen te kunnen kijken. Ik zag hem op zijn bed zitten naast Jesse, die zijn arm om zijn schouders had geslagen. Ze zaten zachtjes te praten. Edward had zijn ogen neergeslagen; het leek of de werkelijkheid van wat er met hem gebeurd was nu pas goed tot hem begon door te dringen. Snel liep ik door.

De deur van Sophia's kamer stond nog verder open. Ik kon haar horen lachen. Ze telefoneerde met een van haar vriendinnen.

ik vond het prachtig zoals ze allemaal achter ons aanliepen en smeekten om een beetje nieuws,' hoorde ik haar zeggen.

Ik ging naar mijn kamer en deed de deur achter me dicht. Lange tijd bleef ik alleen maar naar alles staan kijken. Het was een prachtige kamer, een kamer in een paleis, een droomkamer voor mijn vriendinnen in Mexico. Er zouden er heel wat zijn die nog veel meer zouden doen om hier te kunnen komen. Die zouden vinden dat ik stom was om dat alles op het spel te zetten.

Ik liep naar het raam en staarde naar het grote, weelderige landgoed. Hoe vaak hadden ze me niet verteld dat de goeden en reinen van hart hun beloning misschien niet op deze aarde zouden ontvangen, maar dat hun beloning veel groter zou zijn in het leven hierna? Was dat waar, of was dat maar een rationalisatie, een manier om de armen en behoeftigen te weerhouden van rebellie, van diefstal? Waarom kregen degenen met een goed en rein hart een zwaar en moeilijk leven? Hoeveel beproevingen moesten ze ondergaan? Gebeurde dat nu met mij? Was ik niet Assepoester maar Job, wiens aardse zegeningen stuk voor stuk werden weggenomen om zijn trouw en devotie te bewijzen? Hoe vaak had pastoor Martinez dat verhaal in de kerk verteld? Misschien zou hij op een dag mijn verhaal vertellen om dezelfde boodschap uit te dragen.

Ik bleef nog een tijdje staan en zag de zon ondergaan achter de San Bernardino-bergen. Ik was hier nog nooit geweest en wist dus niet zeker wat voor weer het hoorde te zijn, maar ik had horen zeggen dat het dit jaar veel sneller veel heter werd. Dat scheen overal het geval te zijn, dus stelde ik me voor dat het ook in Mexico warmer was. Ik dacht aan de kinderen die in de rivier zwommen en op oude binnenbanden dreven, herinnerde me dat ik dat vroeger ook had gedaan.

Ondanks de airconditioning had ik me in het zweet gewerkt in de bibliotheek. Ik ging douchen en me verkleden voor het eten. Ik had geen idee hoe het nu zou zijn om met tante Isabela, Sophia en Edward aan tafel te eten, maar ik wist niet wat ik anders moest doen. Natuurlijk vroeg ik me af of tante Isabela me terug zou sturen naar de keuken om met het personeel te eten zodra ik mijn opwachting maakte.

Niet alleen deed ze dat niet, maar ze gedroeg zich of er niets aan de hand was en er niets was veranderd. Jesse at vanavond ook met ons mee, en het scheen dat hij Edward wat had weten op te vrolijken. Ik voelde me als in een droom. Niemand zei iets over Edwards ogen. Niemand zei iets over de gebeurtenissen die tot Bradleys dood hadden geleid, zelfs Sophia niet, die vooral babbelde over een komend schoolfeest. Zij en tante Isabela praatten over kleren.

Na het diner holde Sophia weg, zogenaamd om huiswerk te maken. Edward hield zich bezig met Jesse, die huiswerk voor hem had meegebracht. Tante Isabela ging naar haar kantoor. Ik wilde naar boven gaan naar mijn kamer toen ik Inez hoorde roepen. Ze was uit de keuken gekomen en stond in de gang. Verbaasd draaide ik me naar haar om. Ze keek even om zich heen en trok me toen mee naar de keuken. Daar was verder niemand.

'Casto wil je spreken,' zei ze bijna fluisterend. 'Hij wacht buiten bij de deur.'

'Casto?' 'Si.’

Ik liep door de achterdeur naar buiten. Even zag ik niemand, toen kwam Casto uit de schaduw tevoorschijn.

'Er is iemand voor je,' zei hij.

'Wie?'

'Ignacio Davila.'

'Ignacio! Waar is hij?'

'Hij wacht op je achter de cabine bij het zwembad. Je mag niet met hem gezien worden,' waarschuwde hij en verdween toen in dezelfde duisternis waaruit hij tevoorschijn was gekomen.

Haastig liep ik over het grasveld naar het zwembad, om me heen kijkend of niemand me kon zien. Bij de cabine bleef ik staan, keek nog eens en liep toen naar de achterkant. Eerst zag ik hem niet, en toen tekende zijn silhouet zich duidelijk af. Hij riep me.

'Ignacio, waar was je?'

'Een vriend van mijn vader heeft me verborgen,' zei hij.

'Het spijt me dat je in moeilijkheden verkeert. Het is allemaal mijn schuld.'

'Nee, nee, het is niet jouw schuld. Jij was het slachtoffer.'

'Wat is er gebeurd? Waarom heb je hem zo ernstig verwond dat hij gestorven is?'

'Het was niet met opzet. Hij verzette zich hevig en Vicente stormde met gebogen hoofd als een stier op hem af, juist op het moment dat Bradley achteruitweek naar het raam. Ik dacht dat Vicente ook door het raam zou vallen, maar dat deed hij niet. We hebben toen geen seconde langer gewacht. Het meisje stond te gillen.' 'Wist je niet hoe ernstig hij gewond was?'

'We zijn er als een haas vandoor gegaan. Niemand bleef staan kijken. Later, toen we het hoorden, zijn we uit elkaar gegaan. Mijn vader was woedend op me. Ik denk dat hij me aan de politie zou hebben overgedragen als mijn moeder er niet geweest was. Hij heeft me door zijn vriend laten verbergen, maar ik hoorde dat de anderen zijn opgepakt. Ik maakte me ongerust over jou, maar ik kon niet hiernaartoe komen.'

'Waarom kom je dan nu? Het is nu toch net zo gevaarlijk?'

'ja, maar ik wilde afscheid nemen, Delia. Ik kan hier niet langer blijven. Niemand zal geloven dat die tragedie geen opzet was. Ze zullen me naar de gevangenis sturen. Dat denkt mijn vader ook.'

'Waar ga je naartoe?'

'Terug naar Mexico. Mijn vader heeft me het geld gegeven dat ik gespaard had voor een auto, en dat zal ik gebruiken om een coyote te betalen die me over de grens zal brengen.'

'Terug naar Mexico?'

'Si, Delia. Ik ben gekomen om je te zeggen dat ik niet ongelukkig ben dat ik je heb leren kennen en...'

ik moet met je mee,' zei ik.

'Wat bedoel je?'

'Terug naar Mexico. Als jij de grens over kunt, moet je mij meenemen.'

'Nee, nee, dat is geen grensovergang voor jou. Ik moet via Tucson worden gesmokkeld. Daar zal ik met mijn coyote door de woestijn trekken tot Sasabe, Mexico. Het is kilometers lang lopen, en met deze onverwachte hitte...'

ik wil het,' zei ik.

'Het is te gevaarlijk.'

'Jij doet het. Jij neemt het risico.'

'Ja, maar ik heb geen keus. Zelfs mijn familie wil dat ik terugga.'

'Ik heb ook geen keus.'

'Jij niet? Jij bent het nichtje van señora Dallas. Kijk eens waar je woont.'

'Ze neemt het niet voor me op, ze verdedigt me niet. Ze zal de politie wijsmaken dat ik je ertoe aangezet heb. Ze wil dat ik in moeilijkheden kom.'

'Waarom?'

'Dat is een lang verhaal, Ignacio. Ik wil hier niet langer blijven en ze zullen me niet zomaar naar mijn grootmoeder terug laten gaan. Niet na dit alles.'

ik heb geen geld om voor je te betalen, Delia.'

'En als je het wél had?'

'Delia, het is erg gevaarlijk. Het zijn niet alleen de ontberingen van de kilometers lange tocht door de woestijn, maar er zijn nog meer gevaren.'

ik wil naar huis, Ignacio.'

ik ben hier niet gekomen om je over te halen met me mee te gaan,' zei hij.

'Nee, maar je bent gekomen, en we moeten geloven dat een hogere macht je hierheen heeft gestuurd.'

'Waar wil je het geld vandaan halen?'

'Herinner je je die armband nog?'

'Si'. Waar is die?' vroeg hij, met een blik op mijn pols.

'Maak je geen zorgen. Ik neem hem mee. Dat zal toch wel genoeg zijn?'

'Ja, misschien wel. Ik kan je niets beloven. De vriend van mijn vader regelt het. Misschien wil hij het niet doen als jij meegaat.'

'Zeg maar dat hij het moet doen, want anders!' zei ik. Het was licht genoeg om zijn glimlach te zien.

'Sinds wanneer ben jij zo stoer geworden, Delia Yebarra?'

'Sinds ik in Amerika ben komen wonen en een harder leven heb leren kennen,' zei ik.

Hij lachte. 'Een harder leven? Wat voor harder leven? Dit is het beloofde land.'

'Die belofte is mij nooit gedaan,' zei ik.

'Oké. Ik zal je vertellen wat je moet doen en ik waarschuw je, als je te laat bent, kan ik niet op je wachten.'

'Ik kom niet te laat.'

Hij vertelde me waar ik met de bus naartoe moest.

'Als je uitstapt, loop je naar Sixth Street. Bij de eerste hoek ga je rechtsaf. Als je bij het derde huis aan de linkerkant komt, zie je een afzetting van kapot metaalgaas. Ga door de opening van het gaas naar het huis achter dat huis. Daar zul je mij vinden. We wachten niet tot het donker is. We gaan met een bestelbusje naar Tucson en dan in een auto met de coyote. De bestuurder van het busje is betaald. Hij zal meer verlangen als hij weet dat jij ook komt, maar erg veel meer heb ik niet. De coyote in Tucson brengt ons door het Buenos Aires-wildreservaat. Hij zal bereid moeten zijn je armband aan te nemen. Ik weet zeker dat hij dat wel zal doen.'

'Oké. Gracias, Ignacio.'

'Maar hoe kom je bij de bus? Je tante heeft je toch altijd met de auto naar en van school laten brengen en halen?'

'Ik vind wel een manier. Wacht op me. Ik zal er zijn.'

'Als je niet komt, begrijp ik het. Ik zou graag willen dat je komt, Delia, maar eigenlijk zou ik ter wille van jou moeten wensen dat je niet komt.'

Hij bukte zich om me een zoen te geven en glipte toen weg. Als een schaduw verdween hij in de duisternis.

Misschien droom ik nog, dacht ik, maar als dat zo is, wil ik pas wakker worden als ik voor de deur van mijn oude huis sta en het gezicht zie van mijn lieve oma.